Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Mook en Middelaar

Deelsubsidieverordening Leefomgeving Mook en Middelaar 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMook en Middelaar
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingDeelsubsidieverordening Leefomgeving Mook en Middelaar 2017
CiteertitelDeelsubsidieverordening Leefomgeving Mook en Middelaar 2017
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht, titels 4.1 en 4.2
  2. Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-06-2017nieuwe regeling

11-05-2017

Gemeenteblad, 2017, 108838

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Deelsubsidieverordening Leefomgeving Mook en Middelaar 2017

De raad der gemeente Mook en Middelaar

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 maart 2017;

gelet op de titels 4.1 en 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 149 van de Gemeentewet

gelet op het advies van de commissie Samenleving van 18 april 2017

BESLUIT:

vast te stellen de Deelsubsidieverordening Leefomgeving Mook en Middelaar 2017

HOOFDSTUK I Algemeen gedeelte

Artikel 1 Definities

  • a.

    gemeente : de gemeente Mook en Middelaar;

  • b.

    de raad : de gemeenteraad van de gemeente Mook en Middelaar;

  • c.

    college : het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Mook en Middelaar;

  • d.

    ASV : de Algemene Subsidieverordening Mook en Middelaar 2017;

  • e.

    Inwoners : inwoners van de gemeente Mook en Middelaar

Artikel 2 Reikwijdte

  • 1.

    Ter verbijzondering van artikel 2, lid 1 van de ASV wordt deze deelverordening van toepassing verklaard op organisaties die activiteiten ontplooien op het gebied van:

    • a.

      Ontwikkeling en ontspanning:

Deze activiteiten hebben een onbelemmerde en zo optimaal mogelijke sociale en persoonlijke ontwikkeling van de inwoners tot doel.

b.Versterking van de gemeenschap:

Deze activiteiten hebben tot doel:

  • i.

    de versterking van de sociale netwerken binnen de gemeente;

  • ii.

    het bevorderen van maatschappelijk verantwoord gedrag ;

  • iii.

    het voorkomen van eenzaamheid en uitsluiting;

  • iv.

    het bijdragen aan de lokale identiteit en bekendheid

  • c.

    Gezondheid:

Deze activiteiten hebben tot doel:

  • i.

    het bevorderen van de fysieke en geestelijke conditie van de inwoners;

  • ii.

    het bevorderen van een gezonde leefwijze van de inwoners;

  • iii.

    het bevorderen van een gezond leefmilieu binnen de gemeente Mook en Middelaar.

  • d.

    Maatschappelijke ondersteuning:

Deze activiteiten hebben tot doel de zelfredzaamheid van de inwoners te bevorderen en zo lang mogelijk in stand te houden.

2.Tenzij in deze verordening anders is bepaald is de ASV van toepassing.

Artikel 3 Activiteiten

Tot de activiteiten die binnen de reikwijdte van deze verordening vallen kunnen in ieder geval gerekend worden:

  • 1.

    Op het gebied van ontwikkeling en ontspanning:

    • a.

      activiteiten gericht op de ontwikkeling van sociale vaardigheden;

    • b.

      activiteiten gericht op het beoefenen van muziek, dans, tekenen en schilderen, beeldende expressie;

    • c.

      sportactiviteiten;

    • d.

      educatieve activiteiten;

    • e.

      exposities en uitvoeringen die binnen de gemeente worden georganiseerd en voor de inwoners toegankelijk zijn.

  • 2.

    Op het gebied van versterking van de gemeenschap:

    • a.

      activiteiten/voorzieningen gericht op sociale contacten tussen inwoners en groepen van inwoners;

    • b.

      activiteiten die deelname aan het maatschappelijk leven bevorderen;

    • c.

      activiteiten ter ondersteuning van het vrijwilligerswerk;

    • d.

      activiteiten ter ondersteuning van de mantelzorg;

    • e.

      activiteiten ter verspreiding en bevordering van de kennis van de gemeente onder de inwoners, zowel op het gebied van de actualiteit als ook op het gebied van cultuurhistorische waarden;

    • f.

      activiteiten die de aantrekkingskracht van de gemeente voor dagactiviteiten en vakanties vergroten.

  • 3.

    Op het gebied van gezondheid:

    • a.

      activiteiten die van positieve invloed zijn op de gezondheid van inwoners;

    • b.

      activiteiten die bijdragen aan het bewustzijn van inwoners op het gebied van gezond leefgedrag;

    • c.

      activiteiten die bijdragen aan het milieubewust handelen van inwoners;

    • d.

      activiteiten die bijdragen aan een verantwoorde deelname aan het verkeer van inwoners;

    • e.

      activiteiten die gericht zijn op het voldoende bewegen van inwoners;

    • f.

      activiteiten die bijdragen aan het gezond en veilig opgroeien van kinderen en jeugd.

  • 4.

    Op het gebied van maatschappelijke ondersteuning:

    • a.

      activiteiten die een bijdrage leveren aan het zelfstandig voeren van een huishouden van inwoners, die door fysieke, psychische of verstandelijke beperkingen hierin ondersteuning behoeven;

    • b.

      activiteiten die een bijdrage leveren aan het zelfstandig voeren van een huishouden van inwoners die vanwege hun herkomst hierin ondersteuning behoeven tot dat zij hebben kunnen inburgeren;

    • c.

      activiteiten die een bijdrage leveren aan het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel van inwoners, die door fysieke, psychische of verstandelijke beperkingen hierin ondersteuning behoeven;

    • d.

      activiteiten die een bijdrage leveren aan het kunnen ontmoeten van medemensen en daar sociale verbanden mee aan te gaan door inwoners, die door fysieke, psychische of verstandelijke beperkingen hierin ondersteuning behoeven.

Artikel 4 Subsidievrager

  • 1.

    Subsidie kan slechts worden verstrekt aan rechtspersonen met een volledige rechtsbevoegdheid.

  • 2.

    De subsidieaanvrager dient geen winst te beogen door middel van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt.

Artikel 5 Weigeringsgronden

In aanvulling op de artikelen 4:25 en 4:35 van de Awb en artikel 8 van de Algemene subsidieverordening Mook en Middelaar 2017 worden de navolgende weigeringsgronden gehanteerd:

  • 1.

    Er wordt geen subsidie verleend indien reeds in de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd, is voorzien;

  • 2.

    Er wordt geen subsidie verleend voor activiteiten indien de behoefte daaraan niet kan worden aangetoond;

  • 3.

    Er wordt geen subsidie verleend indien de gemeente de activiteiten op een goedkopere en/of efficiëntere wijze kan realiseren.

HOOFDSTUK II Subsidies voor eenmalige activiteiten

Artikel 6 Investeringen

  • 1.

    Ten behoeve van activiteiten als bedoeld in de artikelen 2 en 3 kan een subsidie verleend worden in de kosten van bouwkundige voorzieningen en/of materialen en attributen.

  • 2.

    De aanvraag voor een dergelijke aanvraag dient in afwijking van artikel 6 van de ASV tenminste 6 maanden voor aanvang van de bouwwerkzaamheden resp. aanschaf van materialen en attributen ingediend te worden.

  • 3.

    In afwijking van artikel 7, lid 3 van de ASV beslist het college op een aanvraag als bedoeld in het voorgaande lid binnen 5 maanden nadat de aanvraag is ingekomen.

  • 4.

    De aanvraag voor een dergelijke subsidie bevat tenminste de volgende gegevens:

  • a.

    voor bouwkundige voorzieningen:

    • i.

      een tekening op schaal van het gebouw, een situatietekening, het bestek en overige bij het plan behorende bescheiden;

    • ii.

      een begroting van de kosten voor de investering;

    • iii.

      een opgave van financiering van de investering, alsmede een opgave van de werkzaamheden die door de instelling zelf worden verricht;

    • iv.

      het bezettingsschema van de accommodatie waarop de bouwkundige activiteiten betrekking hebben;

    • v.

      de exploitatieopzet van de betreffende accommodatie in het jaar voorafgaande alsmede een prognose voor de exploitatie in het jaar van realisatie en het daaropvolgende jaar.

  • b.

    voor materialen en attributen:

  • i.

    prijsopgaven van tenminste twee leveranciers voor de aan te schaffen materialen en/of attributen;

  • ii.

    motivering van gemaakte keuze voor aanschaf van materiaal of attribuut;

  • iii.

    opgave van de verwachte levensduur;

  • iv.

    afschrijvingsschema.

  • 5.

    De subsidie voor materialen en attributen bedraagt maximaal 50% van de totale kosten.

  • 6.

    Lid 5 is niet van toepassing bij activiteiten op het gebied van maatschappelijke ondersteuning en gezondheidsvoorlichting. De hoogte van een dergelijke subsidie is maximaal € 5.000.

  • 7.

    Een subsidie wordt niet verleend indien het vervangingsinvesteringen betreft, behoudens wanneer aannemelijk kan worden gemaakt, dat de organisatie niet in de gelegenheid is geweest, om zelf voldoende reserveringen te treffen.

  • 8.

    Een subsidie wordt eveneens niet verleend indien het nieuwe materialen/attributen betreft, waarvan de noodzaak tot de aanschaf ervan ruimschoots vooraf voorzien had kunnen worden en derhalve reserveringen getroffen hadden kunnen worden.

  • 9.

    Het college is bevoegd ook andere dan, of slechts enkele van, de in het vierde en zevende lid genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk, respectievelijk voldoende, zijn.

Artikel 7 Evenementen

  • 1.

    Onder evenementen worden activiteiten verstaan die maximaal ééns in de vier jaar plaatsvinden.

  • 2.

    Om voor een subsidie in aanmerking te komen dient het programma van het evenement betrekking te hebben op de doelen genoemd in de artikelen 2 en 3.

  • 3.

    Organisaties als bedoeld onder artikel 2 kunnen in aanmerking komen voor een subsidie bij de viering van een 25-jarig jubileum, en daaropvolgend elke 25 jaar. Subsidie wordt uitsluitend verleend indien de viering openbaar toegankelijk is.

  • 4.

    De maximale subsidie per evenement is € 300.

  • 5.

    De subsidie kan verdubbeld worden indien naar redelijkheid kan worden aangenomen dat het evenement tenminste 500 bezoekers/deelnemers zal trekken.

  • 6.

    De maximale subsidie bij een jubileum bedraagt het aantal jaren van bestaan maal 10.

  • 7.

    Aanvragen voor een evenementensubsidie worden behandeld in volgorde van binnenkomst. Hiervoor is het tijdstip doorslaggevend waarop de aanvraag volledig is.

  • 8.

    Evenementensubsidies kunnen alleen worden toegekend zolang er binnen de gemeentebegroting financiële ruimte hiervoor is.

Artikel 8 Vonkjes

  • 1.

    Onder een ‘vonkje’ wordt verstaan: een éénmalige, nieuwe activiteit dat tot doel heeft om bij te dragen aan de leefbaarheid van de gemeente of een bepaald deel daarvan door medebewoners te stimuleren tot het organiseren dan wel deel te nemen aan activiteiten als bedoeld in artikel 3;

  • 2.

    De activiteit is gericht op het realiseren van een blijvende voorziening of terugkerende activiteit, die door inwoners uit de gemeente zelfstandig in stand wordt gehouden respectievelijk wordt voortgezet;

  • 3.

    Voor de activiteit als bedoeld in lid 1 kan een éénmalige subsidie van maximaal € 300 worden aangevraagd;

  • 4.

    De aanvraag en de uitvoering van het initiatief kan uitsluitend gedaan worden door inwoners uit de gemeente. Dit kan individueel, groepsgewijs of in verenigingsverband.

  • 5.

    Het college kan in afwijking van het gestelde in artikel 4, lid 1, een subsidie als bedoeld in het 3e lid verlenen aan organisaties zonder volledige rechtsbevoegdheid, of natuurlijke personen zowel individueel als ook in groepsverband.

  • 6.

    Voor de aanvraag dient gebruik gemaakt te worden van een door het college vastgesteld aanvraagformulier;

  • 7.

    Aanvragen voor een Vonkje worden behandeld in volgorde van binnenkomst. Hiervoor is het tijdstip doorslaggevend waarop de aanvraag volledig is.

  • 8.

    Een subsidie voor een vonkje kan alleen worden toegekend zolang er binnen de gemeentebegroting financiële ruimte hiervoor is.

Artikel 9 Aanloopkosten nieuwe organisatie

  • 1.

    Een nieuw op te richten organisatie die tot doel heeft het om activiteiten zoals genoemd in de artikelen 2 en 3 te organiseren kan in aanmerking komen voor een subsidie in de aanloopkosten.

  • 2.

    De aanvraag voor een dergelijke subsidie moet tenminste 13 weken vóór het verkrijgen van rechtspersoonlijkheid van de aanvrager;

  • 3.

    Deze subsidie bedraagt ten hoogste € 750.

  • 4.

    De subsidie kan uitsluitend worden verleend indien hiervoor een budget in de gemeentebegroting is gereserveerd.

  • 5.

    Bij de aanvraag dient te worden overgelegd een omschrijving van het doel en de beoogde activiteiten van de organisatie.

  • 6.

    De subsidie wordt direct vastgesteld en uitbetaald na ontvangst van het gewaarmerkte afschrift van de oprichtingsakte van de rechtspersoon dan wel de statuten aan het college zijn overgelegd. Dit dient binnen drie maanden na verzending van de subsidiebeschikking aan het college te worden verstrekt.

HOOFDSTUK III Jaarlijkse subsidies

Artikel 10 Prestatie-eenheden

Een subsidie boven de € 5.000 wordt verleend op basis van meetbare prestatiegegevens of kengetallen. Het college stelt deze per organisatie of groep organisaties vast.

Artikel 11 Prioritering

  • 1.

    Bij de subsidieverlening wordt voorrang verleend aan activiteiten die meer dan één doel dienen;

  • 2.

    Bij de subsidieverlening wordt voorrang verleend aan activiteiten die van de inwoners actieve deelname vereisen of ander leefgedrag bevorderen;

  • 3.

    Bij de subsidieverlening voor activiteiten genoemd onder artikel 3 wordt voorrang verleend aan organisaties die zich inspannen voor inwoners die op grond van sociaal-economische achterstanden, leeftijd en/of fysieke belemmeringen ondersteuning bij het bijwonen en/of uitoefenen nodig hebben.

HOOFDSTUK IV Slotbepalingen

Artikel 12
  • 1.

    De Deelsubsidieverordening Mook en Middelaar 2016 wordt ingetrokken.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Deelsubsidieverordening Leefomgeving Mook en Middelaar 2017.

  • 3.

    Deze verordening treedt in werking op 1 juni 2017. Aanvragen die vóór die datum zijn ingediend, doch betrekking hebben op een tijdvak vanaf 1 juni 2017 vallen onder de werking van deze verordening, tenzij dit ten nadele is van de aanvrager.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 11 mei 2017.

De Raad voornoemd,

De griffier,

mr. L.W.A.M. Berben

De voorzitter,

mr. drs. W. Gradisen

Bijlage Toelichting Deelsubsidieverordening Leefomgeving

1. Algemeen

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht dient subsidieverstrekking plaats te vinden op basis van een wettelijke grondslag. Daarom is het voor een gemeente noodzakelijk om een subsidieverordening te hebben. Daarin dienen tenminste de activiteiten te worden omschreven die voor subsidie in aanmerking komen.

Onze gemeente heeft een Algemene subsidieverordening 2017 en een Deelsubsidieverordening Leefomgeving 2017. De Algemene subsidieverordening 2017omschrijft de algemene regels omtrent subsidieverstrekking. De activiteiten waarvoor subsidie verkregen kan worden staan er niet in genoemd. Daarvoor is in het verleden al een deelverordening opgesteld.

Ook de VNG heeft een model deelverordening ontworpen. Deze is echter vrij summier van aard. De Deelsubsidieverordening Leefomgeving is daarom een lokaal product geworden, waarin wel elementen uit het model van de VNG herkenbaar zijn, maar vooral naar maatwerk voor de lokale situatie is gekeken.

De deelsubsidieverordening Leefomgeving is vooral bedoeld om inzicht te geven in doelen en activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen. Dit leidt echter niet automatisch tot een aanspraak op subsidie voor organisaties, die onder de reikwijdte ervan vallen en activiteiten organiseren zoals omschreven in artikel 3. De wegingscriteria van de verordening, maar ook het actuele beleid en het beschikbare budget zullen hierbij van invloed zijn.

De verordening voorziet ook bewust in een gedetailleerde uitwerking van meer specifieke verdeelcriteria en berekeningswijzen. De verscheidenheid van de gesubsidieerde organisaties is te groot om hiervoor algemeen geldende regels te kunnen stellen. Dat betekent dat het college van burgemeester en wethouders op basis van een beoordeling van de afzonderlijke subsidieaanvragen maatwerk moet leveren. Dit zal zich primair bij de eerste aanvraag van een organisatie voordoen.

 

2. Elementen

Bij het opstellen van de deelsubsidieverordening is rekening gehouden met:.

a.De Wet maatschappelijke ondersteuning

Voor het formuleren van de reikwijdte van de deelsubsidieverordening en daaraan gerelateerde activiteiten is aansluiting gezocht met de Wmo en het gemeentelijk beleidsplan Wmo. Het begrip leefbaarheid staat daarbij centraal, maar ook het activeren daarin van de burger zelf. De te subsidiëren activiteiten zullen dus vooral gericht moeten zijn op het in stand houden van de zelfstandigheid van mensen.

b.Integraliteit

Het aantal gesubsidieerde organisaties binnen de gemeente Mook en Middelaar is mede door onze schaalgrootte beperkt maar desondanks groot in verscheidenheid. De groep welzijnssubsidies is het meest herkenbaar, maar ook op andere (beleids)terreinen worden subsidies verstrekt, zoals b.v. verkeer,

toerisme, milieu en communicatie. Kenmerkend is, dat al deze subsidies toch een maatschappelijke component hebben en op de een of andere wijze gerelateerd zijn aan de leefbaarheid van onze gemeente.

Teneinde te voorkomen dat er voor enkele subsidies een afzonderlijke deelsubsidieverordening opgesteld moet worden is er één integrale deelverordening opgesteld, die in ieder geval het palet van het huidige bestand aan subsidierelaties omvat. Het blijft onvoorspelbaar welke subsidieverzoeken in de toekomst op de gemeente af kunnen/zullen komen, en of de deelsubsidieverordening in al die gevallen dekking zal geven. Getracht is echter om ook ruimte te laten voor nieuwe initiatieven/ontwikkelingen.

 

3. Wijzigingen

De Deelsubsidieverordening Leefomgeving 2017 heeft ten opzichte van de versie van 2015 slechts beperkte wijzigingen ondergaan. Het opnemen van de ‘vonkjes’ onder artikel 8 is in feite het belangrijkste nieuwe element.

De mogelijkheid tot het verlenen van subsidies aan natuurlijke personen of groepen van natuurlijke personen (artikel 4, tweede lid van de oude verordening) is in algemene zin vervallen. Deze mogelijkheid bestaat alleen nog maar bij de vonkjes. Investeringssubsidies zijn immers in de regel groter dan € 1.000, en bij evenementen mag worden aangenomen dat deze worden georganiseerd door organisaties met rechtspersoonlijkheid.

 

4. Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1: Definities

In dit artikel wordt een aantal begrippen verduidelijkt, dat in de verordening wordt gehanteerd.

Artikel 2: Reikwijdte

Bij dit artikel is aansluiting gezocht bij de taken die de gemeente op grond van de Wet maatschappelijke (Wmo) ondersteuning

heeft toebedeeld gekregen. De Wmo staat hierbij niet op zich. Er liggen ook dwarsverbanden met andere wetten en regelingen zoals bijvoorbeeld de Wet publieke gezondheidszorg.

Artikel 3: Activiteiten

De relatie van de Wmo met andere beleidsterreinen wordt in dit artikel nog duidelijker. De verordening richt zich op het creëren van een leefomgeving waarin inwoners zich persoonlijk kunnen ontwikkelen, maar ook prettig en veilig voelen. Het accent ligt daarbij zoveel mogelijk op het invullen van die leefomgeving door de inwoners zelf.

Artikel 4: Subsidievrager

Bij het verlenen van een subsidie dient zoveel mogelijk gewaarborgd te zijn, dat het overeenkomstig het beoogde doel wordt gebruikt. Het bezitten van rechtspersoonlijkheid is een dergelijke waarborg omdat er betere verhaalsmogelijkheden zijn indien de activiteiten niet, niet volledig of onjuist worden uitgevoerd. Artikel 8 van de verordening is hierop een uitzondering. Voor het aanvragen van een ‘vonkje’ hoeft men niet te beschikken over rechtspersoonlijkheid.

Artikel 5: Weigeringsgronden

In dit artikel zijn aanvullende weigeringsgronden opgenomen bovenop die van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 6: Investeringen

Dit artikel omschrijft aanvullend bovenop de Algemene subsidieverordening de indieningvereisten bij een aanvraag om een subsidie t.b.v. investeringen in bouwkundige voorzieningen en/of aanschaf van materialen en attributen. Lid 2 t/m 4 begrenzen de subsidiemogelijkheden naar aard en omvang.

Artikel 7: Evenementen

Dit artikel geeft een afbakening van de evenementen die voor subsidie in aanmerking kunnen komen, alsmede de hoogte van het bedrag waarop aanspraak kan worden gemaakt. Het budget voor evenementen is beperkt en bij de behandeling van aanvragen geldt het principe op = op. Het verdient daarom aanbeveling een aanvraag in een zo vroeg mogelijk stadium te doen.

Indien de aanvrager al een jaarlijkse subsidie ontvangt zal beoordeeld worden, of het evenement niet tot de planbare en reguliere activiteiten van die organisatie hoort. In dat geval zal geen aanvullende evenementensubsidie verleend worden.

Artikel 8: Vonkjes

In 2015 en 2016 is geëxperimenteerd met het verstrekken van subsidies voor zogenaamde ‘vonkjes’. Hiervoor zijn een aantal spelregels geformuleerd. Op grond van de opgedane ervaringen hebben wij geconcludeerd dat met de ‘vonkjes’ een belangrijke impuls gegeven kan worden aan nieuwe initiatieven. Het is gewenst om de spelregels ook in de deelsubsidieverordening te verankeren.

De toetsing van de activiteiten vindt aan de voorkant plaats. Bij de aanvraag zal duidelijk moeten zijn, of de activiteit voor een bijdrage in aanmerking kan komen. Er is daarom geen verantwoordingsverplichting opgenomen. In de regel zal door publicaties en andere waarneming voldoende duidelijk zijn, of de activiteiten worden uitgevoerd. Indien hierover twijfel bestaat, biedt de Awb de mogelijkheid om dit alsnog te toetsen en een subsidie terug te vorderen.

De weigerings en invorderingsmogelijkheden van de Awb en de verordeningen zijn immers ook hierop ook van toepassing.

In afwijking van artikel 4 biedt artikel 8, lid 5 aan het college de mogelijkheid om voor een vonkje af te wijken van de vereiste, dat de aanvrager volledige rechtspersoonlijkheid moet hebben. Voor een eenmalige activiteit zou dat een te hoge drempel zijn omdat het opmaken van een notariële akte al hoge kosten met zich meebrengt.

Artikel 9: Aanloopkosten nieuwe organisatie

Dit artikel voorziet in een eenvoudige en laagdrempelige wijze van subsidiëring van de aanloopkosten van nieuwe organisaties. Dit artikel leidt niet automatisch tot een aanspraak op subsidie voor elke nieuwe organisatie. Het college van burgemeester en wethouders zal een beleidsmatige afweging maken bij het al dan niet toekennen van een subsidie, rekening houdend met de budgettaire kaders.

Artikel 10: Prestatie-eenheden

Dit artikel is bedoeld om de toetsing van de prestaties te vereenvoudigen door hier eenduidige afspraken over te maken.

Artikel 11: Prioritering

Een subsidieverordening is geen open eind regeling. De gemeentebegroting vormt hierin het financiële kader. Daar waar de vraag de beschikbare middelen overschrijdt is het van belang om een prioritering aan te brengen. Dit artikel biedt daartoe een drietal hoofdelementen.

Artikel 12: Vervallen Deelsubsidieverordening Leefomgeving Mook en Middelaar 2015

De Deelsubsidieverordening Leefomgeving 2017 treedt in de plaats van de Deelsubsidieverordening 2015. Deze laatste dient daarom te worden ingetrokken. Op subsidies die zijn aangevraagd ten tijde van de geldigheidsduur van de verordening 2015 blijft deze ook van toepassing