Organisatie | Utrecht (Utr) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening vertrouwenscommissie benoeming burgemeester |
Citeertitel | Verordening vertrouwenscommissie benoeming burgemeester |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | bestuur |
Deze regeling is van rechtswege vervallen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2008 | 01-01-2008 | vervallen van rechtswege | 08-02-2007 Gemeenteblad van Utrecht 2007, nr. 6 | Raadsvoorstel jaargang 2007, nr. 23 | |
21-02-2007 | 01-01-2008 | nieuwe regeling | 08-02-2007 Gemeenteblad van Utrecht 2007, nr. 6 | Raadsvoorstel jaargang 2007, nr. 23 |
(raadsbesluit van 8 februari 2007)
De raad van de gemeente Utrecht, gelet op het voorstel van b. en w. d.d. 22 januari 2007
gelet op artikelen 61 en 84 van de Gemeentewet en op de Algemene wet bestuursrecht;
gezien de circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, gericht aan de gemeentebesturen en de commissarissen van de Koningin, d.d. 2 november 2005 inzake “procedureregels benoeming burgemeester”;
De commissie voert daartoe gesprekken met de kandidaten die door de commissaris in beginsel geschikt worden geacht voor benoeming en met eventueel andere op de lijst van sollicitanten voorkomende kandidaten. De commissie onderzoekt de bereidheid van kandidaten om zich aan een raadplegend referendum te onderwerpen.
De commissie kan de commissaris vragen in de gelegenheid te worden gesteld zijn op schrift gestelde opvattingen over de kandidaten mondeling toe te lichten.
Artikel 9 Ontbinding commissie
De voorzitter van de commissie draagt er zorg voor, dat op het in het eerste lid bedoelde tijdstip alle archiefbescheiden die de commissie heeft opgemaakt, op last van burgemeester en wethouders onverwijld in verzegelde enveloppe en gerubriceerd als "geheim" worden overgebracht naar de krachtens de wet door de raad aangewezen archiefbewaarplaats. Hij draagt er eveneens zorg voor dat uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de navolgende leden van dit artikel.
Van de in het tweede lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, eerste lid, sub a. en c. van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.
Artikel 10 Onvoorziene omstandigheden
In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie met inachtneming van het bepaalde in de circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 2 november 2005.