Organisatie | Utrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeentelijk woonbeleid ter uitvoering van de Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2015 gemeente Utrecht |
Citeertitel | Gemeentelijk woonbeleid ter uitvoering van de Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2015 gemeente Utrecht |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | woonbeleid |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-06-2017 | 01-07-2019 | Onbekend | 30-05-2017 Gemeenteblad | Onbekend |
Gemeentelijk woonbeleid ter uitvoering van de Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2015 gemeente Utrecht
Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;
Gelet op de Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2015 hoofdstuk 3 lid 1,
Besluit vast te stellen het Gemeentelijk woonbeleid gemeente Utrecht.
Artikel 2.4.2 Huisvestingsverordening (Voorrangregels gemeentelijk woonbeleid) krijgt de volgende uitwerking:
Indicatiestellingen ten behoeve van de toewijzing van nultredenwoningen zoals bedoeld in artikel 2.4.2 lid b.:
a.Indicatiestelling voor een woning met zorgvoorzieningen:
Woningzoekenden die willen verhuizen naar een zelfstandige woning waarbij gebruik gemaakt kan worden van faciliteiten van zorgverlenende instellingen en, deze woning op grond van hun zorgbehoefte nodig hebben en geen inkomen hebben hoger dan het maximale inkomen voor het kunnen verkrijgen van een huisvestingsvergunning, kunnen bij de gemeente een indicatie aanvragen.
Op basis van een door de aanvrager ingevulde vragenlijst betreffende de functiebeperking, zorgbehoefte beoordeelt de gemeente de aanvraag. Hierbij worden ook bewijsstukken betrokken zoals:
• WMO-indicatie of CIZ-indicatie, waaruit de zorgbehoefte blijkt;
• Stukken waaruit blijkt dat er sprake is van mantelzorg
• Stukken van de verzekeraar of de wijkverpleging, dat er sprake is van persoonlijke verzorging;
• Informatie van uw specialist, waaruit blijkt wat de medische klachten zijn;
• Toekenningsbeschikking verhuiskostenvergoeding;
• Toekenningsbeschikking hulpmiddelen;
• Programma van eisen voor een woning;
• Overige stukken die de woonprobleem aantonen.
Er vindt geen medische keuring plaats.
b.Indicatiestelling Gelijkvloerse woning:
Woningzoekenden die jonger zijn dan 65 jaar en die willen verhuizen naar een woning die zonder trap te bereiken is evenals de wezenlijke voorzieningen en deze woning op grond van hun functiebeperking nodig hebben en geen inkomen hebben hoger dan het maximale inkomen voor het kunnen verkrijgen van een huisvestingsvergunning, kunnen bij de gemeente een indicatie aanvragen.
Op basis van een door de aanvrager ingevulde vragenlijst betreffende de functiebeperking, beoordeelt de gemeente de aanvraag. Hierbij worden ook bewijsstukken betrokken zoals:
• Informatie van de specialist, waaruit blijkt wat de medische klachten zijn;
• Overige stukken die de woonprobleem aantonen.
Indien de informatie niet toereikend is kan een medische keuring plaatsvinden.
Voor 65-plussers is het niet mogelijk om een indicatie aan te vragen voor deze woningen. Corporaties kunnen bij nultredenwoningen voorrang geven aan 65-plussers, dit levert voor 65-plussers een dusdanig groot aanbod aan passende sociale huurwoningen op, dat een indicatie voor deze groep weinig toevoegt.
c.Indicatiestelling Rollatorwoning:
Woningzoekenden die die willen verhuizen naar een woning die met een rollator te bereiken is evenals de wezenlijke voorzieningen en deze woning op grond van hun functiebeperking nodig hebben en geen inkomen hebben hoger dan het maximale inkomen voor het kunnen verkrijgen van een huisvestingsvergunning, kunnen bij de gemeente een indicatie aanvragen.
Op basis van een door de aanvrager ingevulde vragenlijst betreffende de functiebeperking, beoordeelt de gemeente de aanvraag. Hierbij worden ook bewijsstukken betrokken zoals:
• Informatie van de specialist, waaruit blijkt wat de medische klachten zijn;
• Overige stukken die de woonprobleem aantonen.
Indien de informatie niet toereikend is kan een medische keuring plaatsvinden.
d.Indicatiestelling Rolstoeltoegankelijke woning:
Woningzoekenden die willen verhuizen naar een woning die met een rolstoel te bereiken is evenals de wezenlijke voorzieningen en deze woning op grond van hun functiebeperking nodig hebben en geen inkomen hebben hoger dan het maximale inkomen voor het kunnen verkrijgen van een huisvestingsvergunning, kunnen bij de gemeente een indicatie aanvragen.
Op basis van een door de aanvrager ingevulde vragenlijst betreffende de functiebeperking, beoordeelt de gemeente de aanvraag. Hierbij worden ook bewijsstukken betrokken zoals:
• Informatie van de specialist, waaruit blijkt wat de medische klachten zijn;
• Overige stukken die de woonprobleem aantonen.
Indien de informatie niet toereikend is kan een medische keuring plaatsvinden.
Huishoudens met een hoofdbewoner van 55 jaar of ouder woonachtig in een eengezinswoning of in een meergezinswoning met 4 kamers of meer krijgen voorrang op de toewijzing van gelijkvloerse woningen met 3 kamers of minder.
Wanneer binnen een bouwblok meergezinswoningen een woning vrijkomt mag aan de overige bewoners van hetzelfde bouwblok (dus niet alleen in hun eigen trappenhuis) voorrang worden gegeven.
Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
a) De doorschuifkandidaat moet aan alle passendheidseisen voldoen
b) Een bouwblok is een fysiek gebouw tussen twee buiten spouwmuren.
c) Ook bouwblokken met galerijwoningen komen voor doorschuif in aanmerking.
d) Er zijn bij deze voorrangsregeling wel beperkingen, omdat er meerdere voorrangsgroepen zijn.
Vandaar de volgende volgorde van toewijzing:
e) Er is bij doorschuiven geen sprake van wooncarrière als de woningzoekende een functiebeperking heeft en de beoogde woning hiervoor beter passend is.
De gemeente biedt aan gepreciseerde werknemers binnen de sectoren onderwijs, zorg en politie de mogelijkheid om een urgentie te verkrijgen waardoor de kans op een sociale huurwoning wordt vergroot. De verzoekers om een urgentie dienen aan de navolgende criteria te voldoen.
De aanvrager is woonachtig in de gemeente Utrecht.
de aanvrager heeft gerekend vanaf het moment van zijn vaste aanstelling of ingangsdatum contract bij de betreffende instelling in de gemeente Utrecht aantoonbaar minimaal 2 aaneengesloten jaren in een onzelfstandige woonruimte gewoond, of heeft aantoonbaar minimaal 2 aaneengesloten jaren via woonshoppen onderdak in de gemeente Utrecht gevonden en verkeert nog steeds in diezelfde woonsituatie.
Beroepsgroep "zorg": personen, werkzaam in de directe patiëntenzorg zowel in een zorginstelling als in een thuiszorg-instelling. Het gaat om directe patiëntenzorg t.w. verplegend personeel en/of verzorgend personeel. En personen, werkzaam in de Maatschappelijke Opvang, die directe zorg verlenen aan de oGGz-cliënt (als trajectmanager oGGz in de Maatschappelijke Opvang bij instellingen die zijn aangesloten bij de vereniging “Beter Wonen” of bij instellingen die zich bezig houden met vrouwenopvang en waarmee afspraken over urgentiecontingenten zijn gemaakt).
Beroepsgroep "politie": politiepersoneel in executieve dienst. Dit is een CAO-term waaronder politiepersoneel die "op straat surveilleren" worden begrepen.
Beroepsgroep "onderwijs": onderwijspersoneel in het primair onderwijs en in het voortgezet onderwijs. CAO-term waaronder leerkrachten en docenten worden begrepen. Onderwijsondersteunend personeel is uitgesloten.
Artikel 2.5.1 Huisvestingsverordening regio Utrecht krijgt de volgende uitwerking:
D.Volkshuisvestelijke indicatie
Nadere regels omtrent het afgeven van een urgentie op grond van een volkshuisvestelijke indicatie
De regeling voor herhuisvesting is erop gericht huurders die vanwege sloop of ingrijpende renovatie hun woning moeten verlaten, in één keer te verhuizen naar een passende en gewenste woning. De huurders kunnen daarbij gebruik maken van een stadsurgentie of een regiourgentie. Huurders die na gebruik van een stadsurgentie of regio-urgentie terug willen keren naar het nieuwbouw- of gerenoveerde complex gebruiken daarna ook nog de zogenaamde terugkeervoorrang. Huurders die willen verhuizen naar een regiogemeente gebruiken de regio-urgentie. Hiervoor gelden de bepalingen uit de regionale huisvestingsverordening. Deze bepalingen gaan uit van een zoekprofiel waarbij de woning vergelijkbaar is met de huidige woonruimte die gesloopt of ingrijpend verbeterd moet worden (artikel 2.5.3. lid 4) Huurders die binnen de gemeente Utrecht willen verhuizen, gebruiken de stadsurgentie. Wooncarrière is hierbij- binnen de grenzen van het vastgestelde zoekprofiel - mogelijk. Ook bij de terugkeervoorrang is wooncarrière binnen de gestelde grenzen mogelijk.
Huurders van te slopen of te renoveren (te definiëren door de woningcorporatie) woningen wordt de mogelijkheid geboden met gebruik van 100% woonduur te verhuizen voordat de urgenties worden verleend. Vanaf de vaststelling van het begindocument hebben huurders de mogelijkheid hun woonduur voor 100% te gebruiken als inschrijftijd, ook als zij zich na 1 juli 2006 hebben ingeschreven als woningzoekende.
Bij (tijdelijke of permanente) herhuisvesting van huurders wordt onderscheid gemaakt naar
dezelfde rechten als bij de sloop van de woning;
de huurder die met stadsurgentie of regio-urgentie is verhuisd mag vervolgens met voorrang terugkeren naar een woning in het nieuwbouw- of renovatiecomplex. Hij maakt dan gebruik van de terugkeervoorrang. Bij deze tweede verhuizing mag de huurder wooncarrière maken met inachtneming van de bezettingsnorm (zie 10);
renovatiecomplex vervallen de inschrijftijd en de woonduur;
8.de huurder kan ook na het toekennen van de urgenties gebruik maken van de mogelijkheid
met woonduur (te gebruiken als inschrijftijd) te verhuizen. Indien hij van deze mogelijkheid
gebruik maakt, behoudt hij zijn terugkeervoorrang tot het moment dat de laatste woning in
het nieuwbouw- of renovatiecomplex is opgeleverd;
9.alle huurders met een stads- en regio-urgentie die op de peildatum een eengezinswoning
huren, houden het recht op een eengezinswoning;
10.naast de afspraken over de bezettingsnorm in de regionale huisvestingsverordening geldt een
afwijkende bezettingsnorm voor het reageren met de stadsurgentie op eengezinswoningen:
deze woning mag maximaal één kamer meer omvatten dan het aantal leden van het huishouden;
11.voor eenpersoonshuishoudens die op de peildatum in een eengezinswoning wonen, geldt de
uitzondering dat hun nieuwe eengezinswoning maximaal drie kamers mag omvatten;
12.het recht om de tweede keer met voorrang te verhuizen (terugkeervoorrang) en de
woonduur vervallen als de laatste woning van het nieuwbouw- of renovatiecomplex is
13.wanneer meer urgenten op dezelfde woning reageren, wordt de voorrang onderling als volgt
Artikel 2.6.1 Eén toewijzingssysteem lid 3 krijgt de volgende uitwerking:
Lid 3. Vrijkomende woonruimte van woningcorporaties wordt geplaatst in het advertentiemedium. Met uitzondering van:
Artikel 2.6.3 Toewijzingssysteem en gemeentelijke woonbeleid krijgt de volgende uitwerking:
Maximaal 20% van het vrijkomende aanbod in een jaar mag worden verloot. Alleen de minder gewilde woningen (ter beoordeling van de verhuurder) en woningen specifiek voor starters mogen worden verloot.
De woongroepregeling is van kracht voor de volgende complexen:
Pernambucodreef 31 t/m 45, Cayennedreef 27 t/m 52, Sao Paulodreef 2 t/m 46
Centraal Wonen (onzelfstandig):
Cubadreef 2 t/m 6 (e), Grenadadreef 1 t/m 5 (o), Haitidreef 1 t/m 11 (o)
Augusto Sandinostraat 76 t/m 98 (e), 124 t/m 134 (e), Simon Bolivarstraat 53 t/m 95 (e)
Aureliahof 2, 18, 20, 21, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 31, 39, 44, 45, 46, 47, 48, 49,50,
Conservatoriumwoningen (St. Ludgerusstraat) via Hoge School (HKU) geen coöptatie):
St.-Ludgerusstraat 1 t/m 11 (o), 17 t/m 21 (o), 25, 29 t/m 73 (o), 79 t/m 109 (o), 113 t/m 155 (o), 157 t/m 187 (o), 191 t/m 203 (o), St.-Willibrordusstraat 146 t/m 168 (e)
Paranadreef 197 tm 219 en 251 en 253
Thomas á Kempisweg 78 t/m 120 (even nummers) en 130 t/m 216 (even nummers)
Woongroep van Beuningenplein :
Woongroep Adriaan van Beyerkade (Tuindorp):
Vereniging Woongroep Terwijde:
Operettelaan 389, 413, 447, 449, 451, 453, 459, 461, 463, 465, 471, 475, 477, 513, 519, 545, 553, 559, 561, 569, 577, 583, 585, 587,
Chinese Woongroep ouderen ‘Tai Wai Huis’:
Georg Jarnostraat 1-61 (oneven)
Vereniging woongroep Langerak:
Woongroep Fook Hong Law (chinese ouderen woongroep):
Wooncoöperatie Triple 100 Veemarkt:
Deze beleidsregel treedt in werking op het moment van bekendmaking.
Op het moment van inwerkingtreding van deze beleidsregel komen de Beleidsregels Gemeentelijk woonbeleid gemeente Utrecht, vastgesteld op 13 mei 2015, te vervallen.