Organisatie | Stadskanaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Bijstandsverhaal Stadskanaal 2017 |
Citeertitel | Beleidsregels Bijstandsverhaal Stadskanaal 2017 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-06-2017 | nieuwe regeling | 23-05-2017 Gemeenteblad, nr. 92122, 01-06-2017 | Z 16864 |
Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, het Burgerlijk Wetboek en de Algemene wet bestuursrecht.
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
de persoon die bijstand heeft aangevraagd of aan wie (mede) bijstand is toegekend op grond van de Participatiewet;
degene die een financiële bijdrage in de kosten van levensonderhoud aan de bijstandsgerechtigde en/of de ten laste komende kinderen dient te voldoen op grond van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) of een rechterlijke uitspraak;
Artikel 2 Verhaal van bijstand
Het college maakt gebruik van de bevoegdheid tot het verhalen van kosten van bijstand:
tot de grens van de onderhoudsplicht als bedoeld in Boek 1 van het BW op degene die bij het ontbreken van gezinsverband zijn onderhoudsplicht jegens zijn echtgenoot, of minderjarig kind niet of niet behoorlijk nakomt;
tot de grens van de onderhoudsplicht als bedoeld in Boek 1 van het BW op degene die zijn onderhoudsplicht na echtscheiding of ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed niet of niet behoorlijk nakomt;
tot de grens van de onderhoudsplicht als bedoeld in Boek 1 van het BW op degene die zijn onderhoudsplicht op grond van artikel 395a van Boek 1 van het BW niet of niet behoorlijk nakomt jegens zijn meerderjarig kind aan wie bijzondere bijstand is verleend;
op degene aan wie de persoon die bijstand ontvangt of heeft ontvangen een schenking heeft gedaan voor zover bij het besluit op de bijstandsaanvraag met de geschonken middelen rekening zou zijn gehouden indien de schenking niet had plaatsgevonden, tenzij het gelet op alle omstandigheden aannemelijk is dat de schenker ten tijde van de schenking de noodzaak van bijstandsverlening redelijkerwijs niet heeft kunnen voorzien;
In verband met de wettelijke onderhoudsplicht verhaalt het college op de onderhoudsplichtige:
de bijzondere bijstand voor de kosten van levensonderhoud aan jongmeerderjarige kinderen (artikel 62, sub c van de Participatiewet).
De wettelijke onderhoudsplicht als genoemd in het tweede lid, onder b heeft geen betrekking op de kosten van incidentele bijzondere bijstand ingevolge artikel 35 van de Participatiewet.
Artikel 3 Beoordeling onderhoudsplicht
Bij de beoordeling van het bestaan van het verhaalsrecht, als bedoeld in artikel 159a van Boek 1 van het BW, alsmede in artikel 2, eerste lid, onder a, b en c van deze beleidsregels, en de omvang van het te verhalen bedrag, wordt rekening gehouden met de maatstaven die gelden en de omstandigheden die van belang zijn in het geval dat de rechter dient te beslissen over de vraag of en, zo ja, tot welk bedrag een uitkering tot levensonderhoud na echtscheiding, scheiding van tafel en bed of ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed zou moeten worden toegekend.
Indien de belanghebbende weigert of nalaat de noodzakelijke informatie te verstrekken, dan wel niet uit eigen beweging bereid is de verhaalsbijdrage te betalen, dan wel niet of niet tijdig tot betaling ervan overgaat, besluit het college tot verhaal in rechte.
Artikel 6 Draagkrachtonderzoek
In verband met de eventuele aanpassing van een opgelegde verhaalsbijdrage vindt periodiek een heronderzoek plaats naar de wijzigingen in de financiële omstandigheden van de onderhoudsplichtige.
Artikel 7 Verhaal op grond van rechterlijke uitspraak (alimentatiebeschikking)
Indien een rechterlijke uitspraak betreffende levensonderhoud, verschuldigd op grond van Boek 1 van het BW, die uitvoerbaar is, niet wordt nagekomen, wordt verhaald in overeenstemming met deze uitspraak.
Degene op wie wordt verhaald, heeft het recht om binnen de termijn waarbinnen betaling moet plaatsvinden tegen het besluit tot verhaal in verzet komen door een verzoekschrift in te dienen bij de rechtbank. Het verzet kan niet gegrond zijn op de bewering dat de uitkering tot levensonderhoud ten onrechte is opgelegd of onjuist is vastgesteld. Indien tijdig verzet is gedaan, wordt de invordering pas voortgezet, zodra het verzet is ingetrokken of ongegrond is verklaard.
1. De onderhoudsplichtige heeft het recht om een herzieningsverzoek bij het college in te dienen. Het college herziet de verhaalsbijdrage geheel of ten dele, indien op grond van het herzieningsverzoek blijkt dat gewijzigde omstandigheden hiervoor aanleiding geven.
Artikel 10 Schuldsanering en faillissement
De vordering op de onderhoudsplichtige in verband met verhaal van bijstand wordt, tot de datum van toelating tot een minnelijke schuldregeling of een schuldsanering in het kader van de Wsnp (Wet schuldsanering natuurlijke personen), ingebracht in de schuldsanering, waarbij de gemeente zich beroept op de eventuele wettelijke bevoorrechting die aan deze vordering is toegekend.
Artikel 11 Wijziging van de door de rechter vastgestelde onderhoudsbijdrage (alimentatiebeschikking)
Het college of degene op wie verhaal wordt uitgeoefend heeft het recht de rechter te verzoeken het door de rechter vastgestelde verhaalsbedrag in afwijking van een rechtelijke uitspraak betreffende levensonderhoud verschuldigd krachtens Boek 1 van het BW vast te stellen, indien de rechter:
deze uitspraak zou kunnen wijzigen op de gronden genoemd in de artikelen 157 en 401 van dat boek;
Artikel 12 Vereenvoudigd derdenbeslag
Als de omstandigheden van de onderhoudsplichtige daartoe de mogelijkheid bieden, zal inning van de betalingsverplichting, zoals bedoeld in het vorige lid, plaatsvinden door middel van vereenvoudigd derdenbeslag onder de werkgever van betrokkene, overeenkomstig artikel 479g van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, waartoe aan het college wettelijk de bevoegdheid is toegekend.
Artikel 13 Kwijtschelding in verband met het gedurende een bepaalde periode voldoen aan de betalingsverplichtingen bij onderhoudsplichtigen die een betalingsachterstand hebben, maar niet meer onderhoudsplichtig zijn
Het college ziet af van invordering of van verdere invordering, indien de onderhoudsplichtige:
gedurende vijf jaar na beëindiging van de onderhoudsplicht niet volledig aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan, maar het achterstallige bedrag over die periode, vermeerderd met eventueel daarover verschuldigde wettelijke rente en op de invordering betrekking hebbende kosten, alsnog heeft betaald en ten minste 75% van de betalingsachterstand bij beëindiging van de onderhoudsplicht heeft voldaan; of
Artikel 14 Onvoorziene omstandigheden
Inzake de onderwerpen die vallen onder de discretionaire bevoegdheid van het college, waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist het college.