Organisatie | Korendijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene Subsidieverordening Gemeente Korendijk 2010 |
Citeertitel | Algemene subsidieverordening Gemeente Korendijk 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
vervangt Algemene Subsidieverordening gemeente Korendijk 2006
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-12-2009 | 12-04-2016 | nieuwe regeling | 10-11-2009 Gemeenteblad 2009, 23 | 2009/3128 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
waarderingssubsidie: een subsidie die wordt verstrekt voor activiteiten waarbij in beginsel geen verband bestaat tussen de kosten die worden gemaakt en de subsidie die wordt ontvangen. Een waarderingsubsidie is bedoeld om een bepaalde unieke activiteit of groep van activiteiten met een bijzonder karakter aan te moedigen dan wel waardering daarvoor kenbaar te maken;
Artikel 1.2 Reikwijdte van de subsidieverordening
gemeente van de ontvangers geen directe tegenprestatie verlangt in de vorm
Artikel 1.3 Inhoudelijk subsidiebeleid
In aanvulling op de algemene subsidieverordening stelt de raad de volgende (beleids)documenten vast:
In aanvulling op de programmabegroting stelt de raad jaarlijks voor het eerstvolgende boekjaar een subsidieprogramma vast. Dit subsidieprogramma bevat voor dat boekjaar per beleidsterrein de specifieke doelstellingen voor de uitvoering van de kaders uit de programmabegroting en het beleidskader subsidies.
Artikel 1.9 Wijziging statuten
Wijzigingen in de statuten worden binnen vier weken gemeld bij het college.
Artikel 1.10 Onderzoek rekenkamer
De subsidieontvanger is – voor zover artikel 184 lid 1 onder c. van de Gemeentewet van toepassing is - verplicht om in voorkomende gevallen:
mogelijkheden die de Wet Bibob biedt. Hieronder valt het door aanvrager doen invullen van een door het college vastgestelde Bibob-vragenlijst. Weigering om de bedoelde Bibob-vragenlijst in te vullen kan eveneens een grond opleveren om de aanvraag te weigeren respectievelijk de beschikking in te trekken. Indien het college ter uitvoering van de Wet Bibob voornemens is om een advies aan het landelijke Bureau Bibob te vragen dan wordt aanvrager over dit voornemen schriftelijk geïnformeerd.
Hoofdstuk 2 Structurele subsidie
Een aanvraag voor een structurele subsidie dient voor 1 april voorafgaand aan het boekjaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, schriftelijk te worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders.
Artikel 2.3 Aan te leveren gegevens subsidieaanvraag
Bij een aanvraag voor een structurele subsidie dient overlegd te worden:
b.een vergelijking met de begroting van het lopende boekjaar en de gerealiseerde baten en lasten van het jaar, voorafgaand aan het lopende jaar.
Artikel 2.5 Ambtshalve vaststelling
Indien een aanvraag tot vaststelling als bedoeld in artikel 2.4 van deze verordening uitblijft, kunnen burgemeester en wethouders, nadat de instelling eenmaal schriftelijk is gemaand tot indienen, besluiten tot ambtshalve vaststelling als bedoeld in artikel 4:47 Awb.
Binnen 4 weken na dagtekening van de beschikking tot vaststelling van de subsidie, wordt het subsidiebedrag betaald of verrekend met verstrekte voorschotten.
Artikel 5.1 Ontbinding instellingen die subsidie ontvangen
De instelling doet van een voorgenomen ontbinding onmiddellijk mededeling aan het college. Indien subsidiëring door de gemeente heeft geleid tot het verwerven van eigendommen of anderszins tot een batig saldo, dan is de instelling bij liquidatie aan de gemeente een vergoeding verschuldigd welke na overleg met de instelling door het college wordt vastgesteld.
Dit is van overeenkomstige toepassing bij (voorgenomen) vervreemding of bestemmingswijziging van eigendommen en beschikking over de reserves van de instelling die mede met subsidie zijn verkregen of in stand zijn gehouden.
Artikel 5.2 Erfstellingen, legaten enz.
De instelling brengt door haar ontvangen erfstellingen, legaten, schenkingen en dergelijke ten bate van de exploitatie van de instelling, tenzij zij uitdrukkelijk voor kapitaalvorming of fondsvorming bestemd zijn.
Het college kan in individuele gevallen voor één of meer subsidieverplichtingen van de
subsidieaanvrager of de subsidieontvanger ontheffing verlenen van deze verordening.
Het college kan van het bepaalde in deze verordening afwijken in gevallen waarin deze
verordening niet voorziet, tot onbillijkheid leidt of tot een situatie leidt waarmee geen aanwijsbaar belang is gediend.
Deze verordening treedt – onder gelijktijdige intrekking van de Algemene Subsidieverordening gemeente Korendijk 2006 – in werking op 1 januari 2010.
Toelichting “Algemene Subsidieverordening Gemeente Korendijk” 2010
Noodzaak van een wettelijke grondslag
In de Algemene Wet Bestuursrecht zijn in hoofdstuk 4.2 algemene regels opgenomen over subsidiëring. De AWB geldt ten opzichte van gemeentelijke bepalingen als hogere regelgeving. Een belangrijke regel in de AWB is dat subsidies gebaseerd moeten zijn op een wettelijk voorschrift. De Algemene Subsidieverordening is een wettelijk voorschrift.
De vorige subsidieverordening is ingegaan per 1 januari 2006. In de afgelopen jaren is regelmatig aangegeven dat er, met name voor de ontvangers van kleinere structurele subsidiebedragen, sprake is van veel verplichtingen rond de aanvraag en verantwoording. Veel organisaties konden niet voldoen aan de verplichtingen.
Het afgelopen jaar is in de gemeente Korendijk een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden tot vermindering van administratieve lasten. Binnen dit onderzoek is onder andere aandacht besteed aan het subsidiebeleid. Dit heeft geresulteerd in een aantal aanbevelingen rond het verstrekken van subsidies. Het advies is geweest onderscheid te gaan maken tussen grotere en kleinere subsidie-ontvangers. Voor de aanvraag en verantwoording zou er vereenvoudiging doorgevoerd moeten worden. Een tweede advies was goed te kijken naar de verschillende subsidievormen die gehanteerd worden. Uitgangspunt is daarbij de AWB. De verplichtingen die in de AWB staan, moeten worden overgenomen.
Bij het opstellen van de nieuwe subsidieverordening is kritisch gekeken naar de verschillende verplichtingen die gesteld worden. De volgende vragen zijn meegenomen: Is het echt noodzakelijk alles verplichtingen en subsidies te handhaven?, Welke variatie kan er aangebracht worden voor grotere en kleinere subsidiebedragen?, Welke andere mogelijkheden zijn er om het verkrijgen van subsidies en het vaststellen te vereenvoudigen? Deze zaken zijn meegenomen bij het opstellen van deze subsidieverordening.
Daarnaast is er door de Rekenkamer van de Hoeksche Waard een onderzoek gedaan naar het subsidiebeleid in de gemeente Korendijk. Bij het opstellen van de nieuwe subsidieverordening is met name de aanbeveling over de juiste balans tussen de administratieve lastendruk die voortvloeit uit de controle op de subsidies en de omvang van de toegekende subsidiebedragen meegenomen.
Een andere wijziging ten opzichte van de vorige verordening is dat nu ook rekening wordt gehouden met de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Activiteiten die vallen onder de prestatievelden van de WMO komen voor subsidie in aanmerking. Daarnaast zijn er nog meer activiteiten die voor subsidiëring in aanmerking komen bijvoorbeeld op het terrein van recreatie.
De kaders waarin de uitgangspunten staan voor het toekennen van subsidies zijn gebaseerd op de programmabegroting. Per programma zijn de belangrijke thema’s en doelstellingen terug te vinden. In de beleidsregels wordt hier verder op ingegaan.
Van belang is verder nog om te melden dat er formats ontwikkeld zullen worden die het aanvragen en verantwoorden van subsidie zullen vereenvoudigen. Daarnaast zal er een instructie opgesteld worden voor de subsidie-aanvragers waarin de belangrijke zaken op een rijtje worden gezet.
Tot slot nog de opmerking dat voor alle zaken die niet in de Algemene Subsidieverordening zijn opgenomen, gelden de bepalingen uit de AWB.
Rechtmatigheid, doeltreffendheid en doelmatigheid
De eisen ten aanzien van rechtmatigheid, doeltreffendheid en doelmatigheid gelden ook voor het verstrekken van subsidies. De gemeente moet aantonen dat de subsidies rechtmatig, doelmatig en doeltreffend worden verstrekt. De gemeente zal aan de subsidie-ontvangers eisen en voorwaarden moeten stellen die er toe leiden dat aan de verplichtingen wordt voldaan. Dit gebeurt via de subsidieverordening maar ook via de beschikkingen. Concreet kan gedacht worden aan termijnen voor het aanleveren van gegevens.
Bij rechtmatigheid gaat het er om dat aan alle eisen en verplichtingen is voldaan. Alleen in die gevallen kan de gemeente nog subsidie verstrekken.
Bij doeltreffendheid gaat het om de vraag of de doelstellingen van het gemeentelijk subsidiebeleid zijn bereikt. Bij doelmatigheid gaat het om de vraag of de doelen met minder middelen te bereiken zijn.
De gemeente zal op deze drie zaken moeten toetsen bij het toekennen van subsidies en bij het afhandelen van verzoeken om definitieve subsidievaststelling.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In dit artikel zijn de begrippen beschreven die in deze verordening worden gebruikt.
Artikel 1.2 Reikwijdte van de subsidieverordening
Dit artikel geeft aan voor welke beleidsterreinen deze verordening van toepassing is.
De subsidieverordening is onder andere van toepassing op de 9 prestatievelden die in de WMO benoemd zijn te weten:
Naast de WMO zijn er nog meer terreinen waarop de subsidieverordening van toepassing is. In de programmabegroting zijn alle beleidsterreinen terug te vinden.
In het tweede lid staat vermeld voor welke betalingen de subsidieverordening niet van toepassing is.
In het derde lid wordt verwezen naar afdeling 4.2.8 van de AWB. Hierin staan de verplichtingen rond de aanvraag, subsidieverlening en subsidievaststelling opgenomen.
Artikel 1.3 Inhoudelijk subsidiebeleid
In de programmabegroting, die jaarlijks wordt vastgesteld, zijn de kaders en doelstellingen te vinden die ook van toepassing zijn op het toekennen van subsidies. De gemeente wil via het verstrekken van subsidies een aantal doelen bereiken. Concreet kan hierbij gedacht worden aan het bereiken van meer sociale samenhang in de kernen, het vergroten van de leefbaarheid, het vergroten van de participatie, bijdragen aan de ontplooiing van mensen en bijdragen aan de zelfredzaamheid van mensen.
Jaarlijks wordt door de gemeenteraad een subsidieprogramma vastgesteld waarin de doelstellingen per beleidsterrein genoemd staan.
Jaarlijks wordt het subsidieplafond vastgesteld door de gemeenteraad. Het plafond geeft aan welk bedrag maximaal beschikbaar is voor subsidies en hoe de verdeling plaats zal vinden. Het is niet mogelijk subsidies te verstrekken die boven het maximaal beschikbare bedrag uitkomen.
Artikel 1.6 Bevoegdheid college
De gemeenteraad stuurt op hoofdlijnen en het college zorgt voor de uitvoering hiervan. In dit artikel staan de besluiten waartoe het college bevoegd is.
Door het instellen van een subsidieplafond wordt voorkomen dat er open einde regelingen ontstaan. Het gevolg is wel dat zodra de budgetten voor de verschillende subsidievormen zijn uitgeput er geen nieuwe aanvragen in behandeling kunnen worden genomen.
Deze eisen gelden voor alle verschillende subsidievormen die worden onderscheiden. In principe kan alleen subsidie worden verstrekt aan rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid. In uitzonderlijke gevallen kan het college hiervan vrijstelling verlenen.
Activiteiten die ten goede komen aan inwoners van Korendijk komen voor subsidiëring in aanmerking.
Artikel 1.8 Eisen bij de eerste of hernieuwde subsidieaanvraag
In artikel 4.64 van de AWB staat dat de volgende stukken moeten worden aangeleverd bij de eerste of hernieuwde aanvraag:
De onder het tweede bolletje genoemde bescheiden moeten vergezeld gaan van een schriftelijke verklaring van een accountant omtrent de getrouwheid of een mededeling van een accountant dat geen onjuistheden zijn gebleken. Het college kan besluiten vrijstelling te geven van de verplichting een accountantsverklaring te overleggen.
Artikel 1.10 Onderzoek rekenkamer
De Rekenkamercommissie heeft op grond van de Gemeentewet de bevoegdheid onderzoeken op verschillende terreinen op te pakken en hiervoor de benodigde inlichtingen bij verschillende partijen te verzamelen en indien nodig nader onderzoek bij de instellingen in te stellen.
Artikel 1.11 Weigeringsgronden
In dit artikel worden een aantal weigeringsgronden opgenomen. In deze verordening is een passage over de Wet Bibob opgenomen. De Wet Bibob is in het leven geroepen om te voorkomen dat criminele organisaties o.a. subsidies krijgen van de locale overheid en zwart geld witwassen. Het accent van het locale Bibob beleid ligt nu met name op het terrein van de horeca. De Wet Bibob en de uitwerking daarvan op lokaal niveau kunnen een grond leveren om subsidies te weigeren.
Hoofdstuk 2 Structurele subsidie
In dit hoofdstuk zijn alle verplichtingen en andere relevante zaken rond structurele subsidies opgenomen.
Artikel 2.1 Subsidievormen structurele subsidie
De activiteiten- en budgetsubsidie uit de vorige subsidieverordening zijn vervangen door een drietal nieuwe subsidievormen waaronder de structurele subsidie. Voor de structurele subsidie is er een onderverdeling gemaakt op basis van de hoogte van het subsidiebedrag.
Artikel 2.3 Aan te leveren gegevens
Door middel van het activiteitenplan moet duidelijk worden wat met het subsidie gedaan gaat worden en welke doelen bereikt gaan worden.
De financiële stukken zijn nodig om een oordeel te kunnen vellen over het nut en de noodzaak van het subsidie.
Artikel 2.4 Subsidietoekenning
Het subsidiebedrag wordt verstrekt via voorschotten. Het toegekende subsidie wordt in vier termijnen uitbetaald.
Voor subsidies tot € 50.000 moet jaarlijks een inhoudelijke en financiële verantwoording worden afgelegd. Een accountantsverklaring wordt niet vereist.
Voor subsidies van € 50.000 en meer gelden de zelfde bepalingen als voor de vorige groep met als aanvulling dat er een overeenkomst wordt aangegaan en dat er een accountantsverklaring moet worden overlegd bij het indienen van de verantwoording.
Indien de gegevens te laat worden ingediend zal dit eerst schriftelijk gemeld worden bij de instelling met een hersteltermijn van vier weken. Indien nog niet aan de verplichtingen wordt voldaan kan er tot ambtshalve vaststelling worden overgegaan. Dit kan er toe leiden dat er subsidie wordt teruggevorderd.
Artikel 2.5 Ambtshalve vaststelling
Ambtshalve vaststellen houdt in dat het college overgaat tot subsidievaststelling zonder dat een (volledige) aanvraag is ingediend. De subsidie wordt vastgesteld op basis van de op dat moment beschikbare gegevens.
Artikel 2.7 Aanvraag reservevorming
Er wordt onderscheid gemaakt tussen een bestemmingsreserve en een egalisatiereserve. In artikel 1.1 wordt een definitie gegeven.
In artikel 4:41 van de AWB is de mogelijkheid van reservevorming toegestaan mits dit goed geregeld is in de verordening. In dit artikel wordt geregeld dat het toegestaan is een reserve te vormen als hiervoor een aanvraag wordt ingediend. De totale egalisatiereserve mag niet meer bedragen dan 10% van het toegekende subsidie per jaar. Het meerdere vloeit terug naar de gemeente.
Hoofdstuk 3 Incidentele subsidie
Naast de structurele subsidies is het mogelijk incidentele subsidies aan te vragen. Het zijn subsidies voor éénmalige activiteiten. In het subsidieprogramma en in het subsidieplafond staat een budget voor incidentele subsidies opgenomen. Het college zorgt voor de verdeling van dit budget. Voor de incidentele subsidies geldt ook een plafond.
In het kader van de lastenverlichting is er voor gekozen geen verantwoording in te laten dienen. In het algemeen zal er een vast bedrag worden toegekend en is subsidietoekenning tevens vaststelling. Als er vooraf geen vast bedrag kan worden toegekend zal in de beschikking worden aangegeven op welke manier de verantwoording plaats moet vinden.
Het niet doorgaan van een activiteit moet gemeld worden bij het college. Het college kan besluiten tot terugvordering over te gaan. Eventueel reeds gemaakte kosten zullen door het college bij de besluitvorming worden meegewogen. De reden van het niet doorgaan van de activiteit is bepalend voor het subsidiëren van gemaakte kosten.
Hoofdstuk 4 Waarderingssubsidie
De waarderingssubsidie is een nieuwe subsidievorm. Een waarderingssubsidie is bedoeld om een activiteit of meerdere activiteiten aan te moedigen of om de waardering daarvoor kenbaar te maken. Het verschil met een incidentele subsidie zit hem in het gegeven dat het bedrag van de waarderingssubsidie geen relatie heeft met de totale kosten van de activiteit(en).
In de programmabegroting staat een budget voor waarderingssubsidies. Het college draagt zorg voor de verdeling van dit budget.
In het kader van de lastenverlichting is er voor gekozen geen verantwoording in te laten dienen. Subsidieverlening is tevens subsidievaststelling.
Het niet doorgaan van een activiteit moet gemeld worden bij het college. Het college kan besluiten tot terugvordering over te gaan. Eventueel reeds gemaakte kosten zullen door het college bij de besluitvorming worden meegewogen. Van belang is dan wat de reden is waarom de activiteit niet is doorgegaan.
Er kunnen zich bijzondere omstandigheden voordoen die er toe leiden dat het college besluit ontheffing te verlenen van één of meerdere verplichtingen uit deze verordening.
Het college kan bij bijzondere omstandigheden afwijken van de bepalingen in deze verordening of de strikte toepassing hiervan versoepelen.
Dit artikel regelt de afhandeling van subsidies die zijn verleend over het jaar 2010 of eerdere jaren (voorzover die nog niet zijn vastgesteld). Deze subsidies worden nog op grond van de oude verordening afgehandeld.