Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bergen op Zoom

Verordening rechtspositie raads- en duo-burgerleden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBergen op Zoom
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening rechtspositie raads- en duo-burgerleden
CiteertitelVerordening rechtspositie raads- en duo-burgerleden
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpGemeentelijke Organisatie (Intern)

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 95, lid 1 en 2
  2. Gemeentewet, art. 96, lid 1 en 2
  3. Gemeentewet, art. 97
  4. Gemeentewet, art. 99
  5. Gemeentewet, art. 147

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-09-2018Gewijzigde verordening

07-06-2018

gmb-2018-192121

RVB18-0038
11-05-201718-09-2018Nieuwe regeling

20-04-2017

Gemeenteblad 2017, nr. 73204

RVB17-0012

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening rechtspositie raads- en duo-burgerleden

De raad van de gemeente Bergen op Zoom;

 

gezien

- de ledenbrief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten van 14 juni 2016, nummer Lbr. 16/041;

- het voorstel van de voorzitter van de gemeenteraad van 24 maart 2017, nummer RVB17-0012;

gelet op

- de artikelen 95, leden 1 en 2, 96, leden 1 en 2, en 97, 99 en 147 van de Gemeentewet en

- het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;2017, nr. RVB17-0012;

 

B E S L U I T:

 

vast te stellen de Verordening rechtspositie raads- en duo-burgerleden :

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: commissie ingesteld op grond van de artikelen 82, 83 of 84 van de Gemeentewet;

  • b.

    burgerlid : de persoon die daartoe aangewezen door de gemeenteraad, die een raadslid vervangt tijdens de commissie vergaderingen.

 

Artikel 2 Vergoeding burgerlid

Een burgerlid ontvangt voor het bijwonen van een vergadering van een raadscommissie de vergoeding vermeld in tabel IV, gemeenteklasse 4, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

 

Artikel 3 Reis- en verblijfkosten

De vergoeding voor reis- en verblijfkosten als bedoeld in de artikelen 96, eerste lid, en 97 van de Gemeentewet is:

voor wat betreft de reiskosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel a en b, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde;

b.voor wat betreft de verblijfkosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel c, van deRegeling rechtspositie wethouders bepaalde.

 

Artikel 4 Buitenlandse excursie of reis

1 De gemeenteraad kan een delegatie uit de gemeenteraad of een raadscommissie toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland als deze door of vanwege de gemeente wordt georganiseerd.

2 De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.

3 De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente.

 

Artikel 5 Scholing

1 Raads- of burgerleden die willen deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van de functie van raads- of burgerlid, dienen daartoe vooraf een gemotiveerde

aanvraag in bij de griffier.

2 De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    De griffier beslist op de aanvraag op basis van bewijsstukken, overeenkomstig het tweede lid.

  • 4.

    In voorkomende gevallen beslissen de fractievoorzitters van alle in de raad vertegenwoordigde politieke partijen op basis van meerderheid van stemmen.

 

Artikel 6 Aanschaf tablet of laptop

  • 1.

    Aan het raadslid wordt op zijn verzoek een tegemoetkoming van maximaal € 700,00 per zittingsperiode van vier jaar verstrekt voor de aanschaf van een tablet of laptop, toebehoren en verzekering voor de uitoefening van het raadslidmaatschap.

  • 2.

    Aan een burgerlid wordt op zijn verzoek een tegemoetkoming van maximaal € 350,- per zittingsperiode van vier jaar verstrekt voor de aanschaf van een tablet of laptop, toebehoren en verzekering voor de uitoefening van het burgerlidmaatschap.

  • 3.

    De tablet of laptop dient minimaal te voldoen aan de van gemeentewege gestelde technische specificaties.

  • 4.

    Aan het raadslid en burgerlid wordt de actuele vergaderapplicatie beschikbaar gesteld.

5. (vervallen)

  • 6.

    Indien het verzoek om een tegemoetkoming als bedoeld in lid 2 wordt gedaan gedurende de zittingsperiode van 4 jaar, vindt bijstelling van de tegemoetkoming plaats naar evenredigheid van de zittingsduur van het burgerlid. Bij tussentijdse aanvaarding, dan wel beëindiging van het burgerlidmaatschap vindt eveneens bijstelling c.q. verrekning van de in lid 2 bedoelde tegemoetkoming plaats naar evenredigheid van de zittingsduur van het burgerlid.

 

Artikel 7 Aanwijzing als eindheffings-bestanddeel

Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 13a van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

 

Artikel 8 Betaling vaste vergoedingen

  • 1.

    De betaling van de vergoeding voor werkzaamheden en de onkostenvergoeding aan een raadslid geschiedt maandelijks of in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op

    jaarbasis, tenzij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden anders bepaalt.

  • 2.

    De vergoeding voor bijwoonde commissievergaderingen door burgerleden wordt uitbetaald na opgave van de bijgewoonde commissievergadering(en)

     

Artikel 9 Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    De betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen vindt plaats door:

    betaling uit gemeentelijke middelen op basis van een rechtstreekse aan de gemeente toegezonden factuur, of betaling vooruit uit eigen middelen.

  • 2.

    Declaratie geschiedt

    a op basis van een declaratieformulier en bewijsstukken en

    b vóór de 8e van de derde maand na factuurdatum of betaling.

  • 3.

    Een declaratie wordt ingediend bij en getoetst door de griffier.

 

Artikel 10 Inwerkingtreden

1 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na afkondiging.

2 Met ingang van de in lid 1 bedoelde datum wordt de Verordening rechtspositie Raads- en duo-burgerleden,

vastgesteld bij besluit van 26 maart 2015 ingetrokken.

 

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raads- en burgerleden.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 20 april 2017

De griffier, De voorzitter,

C.J.M. Terstappen Dr. F.A. Petter