Organisatie | Nissewaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard houdende regels omtrent het vermoeden van integriteitsschendingen Regeling melding vermoeden Integriteitsschendingen Nissewaard |
Citeertitel | Regeling melding vermoeden Integriteitsschendingen Nissewaard |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door de Regeling melden vermoeden misstand Nissewaard.
Aanwijzingsbesluit interne vertrouwenspersonen Nissewaard
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-01-2015 | 01-01-2014 | 11-11-2016 | nieuwe regeling | 02-01-2015 | 14.B.00532 |
Artikel 2 Integriteitschending
Onder integriteitschending wordt verstaan de aantasting van de integriteit door ondere andere:
De melder meldt een vermoeden van een integriteitschending bij zijn leidinggevende, bij de vertrouwenspersoon of, indien daartoe aanleiding bestaat, rechtstreeks bij het meldpunt.
Een melding laat de wettelijke verplichting tot het doen van aangifte van een strafbaar feit onverlet.
Artikel 4 Melding door een gewezen ambtenaar
De gewezen ambtenaar die een vermoeden van een integriteitschending wil melden doet dit binnen een periode van twaalf maanden na zijn ontslag of beëindiging van zijn werkzaamheden voor de gemeente. Hij kan alleen een melding van een vermoeden van een integriteitschending doen als hij in de hoedanigheid van ambtenaar kennis heeft gekregen van dat vermoeden.
Voor de in dit artikel bedoelde gewezen ambtenaar zijn 5 tot en met 16 van deze regeling van overeenkomstige toepassing.
Artikel 5 Identiteit ambtenaar
De leidinggevende of de vertrouwenspersoon bij wie een melding wordt gedaan maakt de identiteit van de melder niet bekend zonder toestemming van de melder.
Diegenen die betrokken zijn bij de behandeling van een melding gaan op behoorlijke en zorgvuldige wijze met de identiteit van de melder om.
Artikel 6 Informeren van college
De leidinggevende of de vertrouwenspersoon bij wie een melding is gedaan draagt er zorg voor dat het college onverwijld op de hoogte wordt gesteld van de melding en van de datum waarop de melding ontvangen is.
Artikel 7Onderzoek door college
Het college stelt na ontvangst van de melding onverwijld een onderzoek in.
Het college zendt aan de melder dan wel, indien de melder heeft verzocht zijn identiteit niet bekend te maken, aan de leidinggevende of de vertrouwenspersoon, een ontvangstbevestiging. De ontvangstbevestiging bevat het gemelde vermoeden van een integriteitschending en het moment waarop de melder het vermoeden aan de leidinggevende of de vertrouwenspersoon heeft gemeld.
Het college informeert de persoon of personen op wie een melding betrekking heeft over de melding, tenzij daardoor het onderzoeksbelang kan worden geschaad.
Het college stelt de diegene bij wie de meldermelding heeft gedaan binnen twaalf weken schriftelijk op de hoogte van haarstandpunt omtrent het gemelde vermoeden van een integriteitsschending.
Indien niet binnen twaalf weken uitvoering kan worden gegeven aan het eerste lid wordt de leidinggevende of vertrouwenspersoon voordat deze termijn is verlopen daarvan schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte gesteld. Daarbij wordt de termijn aangegeven waarbinnen de leidinggevende of vertrouwenspersoon een kennisgeving als bedoeld in het eerste lid ontvangt.
De vertrouwenspersoon maakt jaarlijks een verslag van de aard en de omvang van het aantal interne meldingen. Dit verslag wordt aan het college en de Ondernemingsraad gestuurd en openbaar gemaakt.
Het meldpunt onderzoekt een door de melder gemeld vermoeden van een integriteitschendingen adviseert het college daarover.
Artikel 11 Melding bij het meldpunt
De ambtenaar kan het vermoeden van een integriteitschending binnen redelijke termijn melden bij het meldpunt, indien
Het meldpunt maakt de identiteit van de melderniet bekend zonder toestemming van de melder.
Artikel 12 Rechtstreekse melding bij het meldpunt
Indien zwaarwegende belangen de toepassing van de interne procedure in weg staan, kan de melder het vermoeden van een integriteitschending rechtstreeks melden bij het meldpunt.
Artikel 13 Ontvangstbevestiging en onderzoek
Het meldpunt bevestigt de ontvangst van een melding van een vermoeden van een integriteitschending aan de melder.
Het meldpunt draagt er zorg voor dat het college op de hoogte wordt gesteld van de melding bij het meldpunt.
Het college informeert de persoon of personen op wie een melding betrekking heeft over de melding bij het meldpunt, tenzij het onderzoeksbelang hierdoor kan worden geschaad.
Indien het meldpunt dit voor de uitoefening van zijn taak noodzakelijk acht, stelt het een onderzoek in.
Ten behoeve van het onderzoek genoemd in lid 4 van dit artikel is het meldpunt bevoegd bij het college alle inlichtingen in te winnen die het voor de vorming van zijn advies nodig acht. Het college verschaft het meldpunt alle inlichtingen.
Het meldpunt kan het onderzoek of gedeelten daarvan opdragen aan een deskundige.
Wanneer de inhoud van bepaalde door het college verstrekte informatie vanwege het vertrouwelijke karakter uitsluitend ter kennisneming van het meldpunt dient te blijven, wordt dit aan het meldpunt meegedeeld.
Artikel 14 Niet ontvankelijkheid
Het meldpunt verklaart de melding niet ontvankelijk indien:
Artikel 15 Advies van het meldpunt
Indien de melding ontvankelijk is, legt het meldpunt binnen twaalf weken zijn bevindingen neer in een advies aan het college. Het meldpunt zendt een afschrift van het advies aan de meldermet inachtneming van het eventueel vertrouwelijk karakter van de door het college aan het meldpunt verstrekte informatie.
Indien niet binnen twaalf weken een advies kan worden gegeven wordt de melder en/of de vertrouwenspersoon alsmede het college voordat deze termijn is verlopen daarvan schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte gesteld. Daarbij wordt de termijn aangegeven waarbinnen het advies als bedoeld in het eerste lid gereed is.
Artikel 16 Standpunt college naar aanleiding van het advies van het meldpunt
Het college stelt binnen twee weken na ontvangst van het advies van het meldpunt de melder alsmede het meldpunt schriftelijk op de hoogte van zijn standpunt.
De melder van wie de identiteit niet bekend is gemaakt door het meldpunt zal het college het standpunt via het meldpunt doen toekomen.
Jaarlijks wordt door de vertrouwenspersoon en/of het meldpunt een verslag opgemaakt.
Dit jaarverslag wordt aan het college en de Ondernemingsraad gestuurd en openbaar gemaakt.
Artikel 18 Bescherming van de ambtenaar
De melder zal als gevolg van de melding van een vermoeden van een integriteitsschending geen nadelige gevolgen ondervinden voor zijn rechtspositie.
Het college draagt er zorg voor dat de melder ook anderszins bij de uitoefening van zijn functie geen nadelige gevolgen van de melding ondervindt.
Het bepaalde in lid 1 en 2 van dit artikel geldt ook voor de ambtenaar die te goeder trouw een vermoeden van een integriteitschending meldt in een andere organisatie dan die van de gemeente, volgens een bij die organisatie geldende regeling. De bescherming geldt alleen als de ambtenaar:
Artikel 19 Bescherming van de vertrouwenspersoon
De vertrouwenspersoon geniet bescherming overeenkomstig het bepaalde in artikel 16 lid 1 en 2 tegen benadeling als gevolg van de hem bij deze regeling toebedeelde taken.