Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Geldrop-Mierlo

Groenbeleidsplan 2014-2024 module Kaders

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGeldrop-Mierlo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGroenbeleidsplan 2014-2024 module Kaders
CiteertitelGroenbeleidsplan 2014-2024 module Kaders
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpGroenbeleidsplan 2014-2024 module Kaders

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

n.v.t.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-02-2014Nieuwe regeling

10-02-2014

Middenstandsbelangen, 26-02-2014

2013-0762

Tekst van de regeling

Intitulé

Groenbeleidsplan 2014-2024 module Kaders

 

 

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

Module Kaders - Groenbeleidsplan 2014-2024

Gemeente Geldrop-Mierlo | afdeling Ruimte | cluster Beheer |

vastgesteld door de raad op 10 februari 2014

1. Inleiding

1.1 Aanleiding

Geldrop-Mierlo is een aantrekkelijke groene gemeente met een grote diversiteit aan groen. In 2004 en 2005 zijn voor Geldrop en Mierlo aparte groenstructuurplannen opgesteld. Deze plannen hebben de afgelopen jaren gediend als toetsingskader bij nieuwe ontwikkelingen en bij het beheer en onderhoud. Alhoewel de plannen grotendeels nog actueel zijn, vindt nu een herziening plaats.

1.2 Doelstelling

Het nieuwe groenbeleidsplan wordt meer toegespitst op de huidige tijd. Er wordt gewerkt aan een duurzame, kwalitatief hoogwaardige groenstructuur waarbij de actuele (financiële) ontwikkelingen niet uit het oog worden verloren.

Het groenbeleidsplan is opgebouwd uit verschillende modules. Het dient als basisdocument voor de uitvoering van het ontwerpen, aanleggen, beheren en onderhouden van de groene openbare ruimte.

Elke module behandelt een specifiek onderwerp. De voorliggende module Kaders is de eerste module die wordt uitgewerkt. Hierin worden de kaders gesteld waarbinnen de inrichting en het beheer van het (openbaar) groen in de gemeente Geldrop-Mierlo verder ontwikkeld worden. De module Kaders dient hiermee als basis voor de andere modules die in een volgende fase worden uitgewerkt en wordt als enige module door de raad vastgesteld.

In de module Structuren worden de hoofd- en wijkgroenstructuur van de gemeente opgenomen. De module Bescherming beschrijft hoe wordt omgegaan met waardevolle bomen en de module Overlast laat zien hoe wordt omgegaan met verschillende vormen van overlast. In de module Inrichting zijn de eisen opgenomen die gesteld worden aan de inrichting van de groene openbare ruimte en worden richtlijnen hiertoe gegeven. In de module Bomenbeheer wordt de opbouw van het boombeheer beschreven en in de module Groenbeheer wordt aangegeven hoe de vastgestelde onderhoudsniveaus op de meest efficiënte en effectieve manier kunnen worden gerealiseerd.

Door de modulaire opbouw van het groenbeleidsplan is het eenvoudig om in de toekomst de modules afzonderlijk aan te passen en opnieuw vast te stellen. Daarnaast kan het groenbeleidsplan ook eenvoudig worden aangevuld met nieuwe modules.

1.3 Horizon en reikwijdte groenbeleidsplan

Het groenbeleidsplan gaat over het groen in gemeentelijk eigendom. Een uitzondering hierop is de module Bescherming, deze richt zich ook op particuliere bomen.

Bos– en natuurgebieden in eigendom van de gemeente maken geen onderdeel uit van het groenbeleidsplan. Deze gebieden zijn opgenomen in de Kadernota bos– en natuurbeheer 2012-2017.

Het groenbeleidsplan legt het belang van het groen voor de komende decennia vast en geeft voor de periode 2014 – 2024 richting aan de ontwikkeling en het beheer van het openbaar groen.

1.4 Leeswijzer

  • -

    In hoofdstuk 2 staan de waarden van groen voor de samenleving beschreven.

  • -

    Hoofdstuk 3 geeft weer hoe het op dit moment gesteld is met het groen in onze gemeente.

  • -

    In hoofdstuk 4 staat de richting aangegeven voor het groen in de toekomst met een vertaling hiervan in voorbeelden.

  • -

    De hieruit voortvloeiende kaders zijn te vinden in hoofdstuk 5.

  • -

    In hoofdstuk 6 tot slot, worden de vervolgstappen weergegeven.

2. De waarden van groen

Voor we kijken naar de huidige situatie in het groen binnen onze gemeente, is het goed om te kijken waarom groen zo belangrijk is voor de samenleving. De waarden van groen lijken vanzelfsprekend maar realiseren we ons eigenlijk wel op hoeveel zaken groen een positieve invloed heeft?

Bij de beleving van groen denken we in eerste instantie aan het visuele beeld. Maar ook het klimaat, de luchtvochtigheid, de beschaduwing, schone en zuurstofrijke lucht, geluiden van bladeren en dieren en de geur bepalen de beleving van de ruimte.

In een stad of dorp met een ruime mate van groen zullen de bewoners zich prettiger voelen.

Maar er zijn meer aspecten waarop groen een positieve invloed heeft.

Sfeer en beleving

Het welbevinden in stad of dorp hangt in belangrijke mate samen met de aanwezigheid van groen en water. Strak vormgegeven verharde ruimtes – bijvoorbeeld in het centrum – worden juist gewaardeerd in afwisseling met groen. Door toevoeging van groen aan overwegend verharde gebieden neemt de leefbaarheid toe.

Kleurrijke bloembollen en fris groen in de lente, volle groene bomenlanen en uitbundig bloeiende bloemen in de zomer, mooi verkleurend blad in de herfst, sierwaarde van beplanting in de winter. Groen kan in elk seizoen een belangrijke bijdrage leveren aan de sfeer en belevingswaarde van een dorp, wijk of straat. Het zorgt voor een prettiger woon- en leefomgeving en hiermee kan een gemeente zich in positieve zin onderscheiden van andere (buur)gemeenten.

Groen speelt vaak een versterkende rol bij de beleving van cultuurhistorische elementen in de stad. Soms is het groen zelf van cultuurhistorische waarde.

Sociale cohesie

Groen wordt ook ingezet om mensen bij elkaar te brengen. Groen geeft kleur aan de buurt, brengt leven in de buurt en brengt mensen bij elkaar. Onderzoek van onder andere Alterra (onderdeel van Wageningen UR)1 heeft het nu ook bevestigd, buurtgroen heeft een positief effect op de samenhang in de buurt. Het effect van groen blijkt groter te zijn naarmate een buurt sterker verstedelijkt is. Kleinschalig groen, zoals buurt- en wijkgroen, heeft een

groter effect op de sociale cohesie dan grote parken. Bovendien is de kwaliteit van het groen van grotere positieve invloed op de sociale cohesie dan de kwantiteit van het groen.

1 Streetscape greenery and health: Stress, social cohesion and physical activity as mediators, Alterra, Communication Science, NIVEL, S. de Vries et al., 2013

Een gezonder leefklimaat

De hoeveelheid groen in een stad of dorp heeft een weerslag op de gezondheid van de inwoners. Een groene woonomgeving nodigt uit tot bewegen. Mensen gaan eerder wandelen, hardlopen of fietsen. Met name voor kinderen is het belangrijk dat ze voldoende groene speelplekken in hun omgeving hebben waar ze zich flink kunnen uitleven. Dit is hard nodig want uit onderzoek van TNO blijkt dat 14% van de jongens en 17% van de meisjes te kampen heeft met zwaar overgewicht2. Opvallend is dat kinderen die in een groene woonomgeving wonen tussen de 10 en 15% meer buitenspelen dan kinderen die wonen in een omgeving met minder groen.3

De beleving van groen vermindert stress. Er zijn studies die een relatie aantonen tussen meer groen en minder overgewicht, depressies en ADHD. De effecten van warmte en fijn stof op de gezondheid komen hieronder aan de orde. Ook de verdamping van water door groen draagt bij aan een gezonder leefklimaat.

2 Overgewicht bij kinderen, TNO, 2006

3 Jeugd, overgewicht en groen, Alterra, S. de Vries et al., 2008

Het voorkomen van hittestress

De temperatuur in stedelijk gebied fluctueert sterker met de etmalen en seizoenen. Wegen en gebouwen vangen zonnestraling op en houden die warmte vast. In warme perioden krijgen mensen last van de hitte en ontstaan gezondheidsproblemen. Hoewel een direct verband niet kan worden aangetoond, neemt het aantal sterfgevallen tijdens hittegolven in Nederland met 12% toe. Groene gebieden met bomen en planten warmen veel minder op.

Zij weerkaatsen meer licht en staan warmte af door water te verdampen.

Bovendien, niet onbelangrijk, slaan bomen CO2 op. Dit draagt bij aan het verminderen van de opwarming van de aarde.

Verbeteren van de luchtkwaliteit

Fijn stof is één van de belangrijkste bedreigingen van de volksgezondheid. Het bestaat uit in de lucht zwevende microdeeltjes van verschillende herkomst en chemische samenstelling. Het is bij inademing schadelijk voor de gezondheid. In Nederland eist fijn stof meer slachtoffers dan het verkeer. Groen vangt fijn stof beter af en houdt het langer vast, terwijl verhardingen dit slechts in beperkte mate doen. Daarnaast zorgen groenzones voor een betere luchtcirculatie.

Een betere waterhuishouding

Steeds vaker hebben we te maken met periodes van hevige regenval afgewisseld door periodes van droogte. Dit heeft gevolgen voor de grondwaterstand. Tijdens droge periodes verdampt veel water terwijl de regen tijdens stortbuien direct wordt afgevoerd naar het riool.

Groene en dus onverharde terreinen kunnen regenwater opvangen en door de onverharde bodem langzaam naar het grondwater laten zakken. Hiermee gaat groen de verdroging in stedelijk gebied tegen doordat het grondwater wordt aangevuld. Dit is cruciaal voor bomen die grote verschillen in de grondwaterstand vaak niet aankunnen.

Piekafvoeren naar het oppervlaktewater zullen minder groot worden en de kans op wateroverlast neemt af.

Een betere ecologie

De ecologie in de stad bestaat uit de samenhang tussen verschillende dier- en plantensoorten verspreid over verschillende gebieden. Naarmate de afstanden tussen deze gebieden groter worden, zijn de overlevingskansen van verschillende soorten beperkter. Ook de beschikbaarheid van water in de bodem in droge perioden is een belangrijke factor voor de ontwikkeling van bomen, belangrijke dragers van de natuur in de stad. Meer groen in de stad zorgt voor betere migratie- en overlevingskansen van dier- en plantsoorten en daardoor voor rijkere en meer gevarieerde natuurwaarden in parken en groenzones.

Minder criminaliteit

Planten en bomen hebben in alle omgevingen een positief effect op de samenleving: in een plantrijke, groene stadsomgeving worden tot 48% minder vandalisme en 52% minder gewelddadige misdrijven gepleegd. Volgens onderzoekers hebben planten een positief effect op de gemoedstoestand van mensen en neemt de kans dat ze een misdrijf plegen daardoor af.

3. Huidige situatie

Voor we kijken naar het groen in de toekomst, werpen we eerst een blik op de huidige situatie. Met andere woorden: hoe is het op dit moment gesteld met het groen in onze gemeente?

Geldrop-Mierlo beslaat een oppervlakte van 3193 hectare. In dit gebied beheert de gemeente 59 hectare plantsoenen, 78 hectare gazon (inclusief sportvelden), 48 hectare bermen, 268 hectare bos en 32 hectare natuurterrein. Daarnaast heeft de gemeente ongeveer 23.000 bomen in beheer. Het totaal oppervlak aan groen is veel groter want in bovengenoemde cijfers is particulier groen niet meegenomen.

Geldrop-Mierlo is een mooie groene gemeente. Er is veel groen, zowel binnen als buiten de bebouwde kom en het beeld is overwegend positief. Het onderhoudsniveau is redelijk en de beplanting divers. Wel hebben we te kampen met een aantal specifieke problemen, waarvoor oplossingen gevonden moeten worden:

opdrukkende bestrating door boomwortels,

bomen op of tegen erfgrenzen aan,

te grote bomen in te smalle straten en/of te dicht bij elkaar binnen een rij,

slechte groeiplaatsen van bomen,

te veel variatie in (kleine) beplantingsvakken; dit is lastig te beheren waardoor een rommelig beeld ontstaat,

onderhoudsintensieve beplanting op plaatsen met weinig publieksdruk; dit vraagt een grotere beheersinspanning terwijl niet evenredig veel inwoners hier de lusten van ervaren,

teruggang in biodiversiteit,

handhaving onderhoudsniveau; binnen de gemeente worden geen bestrijdingsmiddelen meer gebruikt bij onkruidbeheersing, maar hierdoor blijkt het steeds lastiger te zijn om een bepaald onderhoudsniveau te handhaven.

Daarnaast zijn er de meer algemene zaken als overlast door vallend blad, luizendrup, etc.

Een aantal problemen heeft een onderlinge relatie: als een boom een goede groeiplaats heeft, zal er (veel) minder wortelopdruk plaatsvinden. Bovendien is de boom dan gezonder waardoor deze aanzienlijk minder gevoelig is voor ziektes en plagen. Dit gaat ook de overlast van bijvoorbeeld druipende luizen tegen.

4. Groen naar de toekomst

4.1 Bestaand beleid

Om de richting te bepalen voor de ontwikkeling van het openbaar groen, is het van belang te weten welke reeds vastgestelde beleidsstukken hiervoor uitgangspunten bieden. Veel beleid is van invloed op groen maar omgekeerd heeft groen ook invloed op andere beleidsterreinen. Wat reeds is vastgesteld, maakt integraal onderdeel uit van het groenbeleidsplan. In bijlage 1 is een overzicht opgenomen van het relevante beleid met een korte toelichting.

Alhoewel het begrip groen niet overal letterlijk wordt genoemd in het reeds vastgestelde beleid, wordt er telkens gesproken over thema’s waarin groen een belangrijke rol heeft of die op zijn minst een relatie hebben met groen. Kwaliteit in groen, leefbaarheid en duurzaamheid zijn termen die eruit springen.

Groen en leefbaarheid, groen en welzijn, groen en gezondheid, groen en recreatie: het beïnvloedt elkaar en grijpt ook onderling in elkaar (zoals leefbaarheid en welzijn).

Natuurlijk, wie niet gezond is, wordt dat ook niet door een leefbare omgeving. Maar groen kan bijdragen aan leefbaarheid, hetgeen kan bijdragen aan welzijn, wat weer invloed heeft op gezondheid.

Leefbaarheid loopt hierbij als een rode draad door het bovengenoemde beleid. Want zorgvuldig omgaan met de leefomgeving; zorgen voor een aantrekkelijke groene woon- en leefomgeving; ruimtelijke kwaliteit: het heeft allemaal invloed op de leefbaarheid.

4.2 Richting

We willen een aantrekkelijke groene gemeente zijn met een grote aantrekkingskracht en een gezond klimaat.

Hierop zijn veel aspecten van invloed maar groen speelt hierin een belangrijke rol en dan met name groen van hoge kwaliteit. Met de nadruk op hoge kwaliteit, want hoe kunnen we als aantrekkelijk worden gezien wanneer wijken zouden verpauperen door een (te) laag onderhoudsniveau van de openbare ruimte en dus ook het groen? Willen mensen zich vestigen in een dorp waar de kwaliteit van dit groen te wensen over laat? Het is van groot belang om die aantrekkingskracht te behouden maar liever nog te vergroten. Hiermee onderscheiden we ons van omliggende gemeenten.

Openbaar groen van hoge kwaliteit heeft

een positieve invloed op de leefbaarheid.

Door de groene openbare ruimte duurzaam

in te richten en te beheren, kunnen ook

toekomstige generaties inwoners hiervan

de vruchten plukken.

Als gemeente hebben we de zorg voor een leefbare samenleving. Als het gaat om groen, betekent dit de keuze voor kwaliteit in groen in plaats van kwantiteit. Dit geldt zowel voor de inrichting als het onderhoud van openbaar groen. Niet alleen nu maar ook gericht op de toekomst.

4.3 Vertaling in voorbeelden

Leefbaarheid, kwaliteit, duurzaamheid; het zijn mooie woorden, maar het gaat natuurlijk om de vertaling van die woorden naar praktische uitvoering. De concrete uitwerking vindt plaats in de overige modules van het groenbeleidsplan maar het is wel belangrijk om te weten wat nu precies wordt bedoeld met woorden als kwaliteit, leefbaarheid en duurzaamheid in relatie tot groen. De begrippen hebben veelal een relatie met elkaar. Kwaliteit heeft meestal een hogere leefbaarheid tot gevolg maar betekent vaak ook duurzaamheid. Andersom geldt dat duurzaamheid meestal ook kwaliteit met zich meebrengt.

Hieronder een paar voorbeelden die betekenis geven aan deze woorden.

Bomenlaan langs doorgaande wegen

Kwaliteit in een bomenlaan…

… gaat om de conditie van de bomen in de laan en niet om het aantal bomen. Als bomen te dicht op elkaar staan, krijgen ze niet de ruimte om uit te groeien tot gezonde volwassen bomen. In tegendeel, ze worden elkaars concurrenten, groeien in elkaar waardoor er veel dood hout in de kroon ontstaat met alle veiligheidsrisico’s en extra beheerkosten van dien. Dus, in dit geval, minder bomen maar meer kwaliteit.

Kwaliteit in een bomenlaan…

… gaat ook over de kwaliteit van de groeiplaatsen. Als de groeiplaats slecht is ingericht of domweg te klein is (weinig ruimte voor de wortels, weinig voeding in de grond, etc.), betekent dit ook een slechte conditie van de bomen wat de kans op ziektes en plagen vergroot. Bovendien zien we bij bomen langs wegen en fietspaden, dat een slecht ingerichte groeiplaats zorgt voor wortelopdruk van de verharding. Dit moet natuurlijk verholpen worden: wortels worden weggehaald waarmee een aanslag op de conditie van de boom wordt gepleegd. Om zich te herstellen, vormt de boom nieuwe wortels die ook weer het fietspad opdrukken vanwege de slechte groeiplaats, ook deze wortels moeten worden verwijderd, en zie daar, een vicieuze cirkel is ontstaan die bovendien verre van duurzaam is. Een vicieuze cirkel waarbij het streefbeeld dat we willen bereiken met een bomenlaan, niet zal worden bereikt en bovendien de beheerkosten voor het telkens weer opnieuw bestraten en asfalteren, de pan uitrijzen. Ook vanuit ecologisch oogpunt is een gezonde boom waardevoller dan een boom met een matige conditie.

Kwaliteit in een bomenlaan…

… is ook meteen duurzaamheid. Want door bomen direct op de juiste afstand van elkaar te planten en een goede groeiplaats in te richten, creëren we een bomenlaan die niet alleen nu bijdraagt aan een mooie groene buitenruimte maar dat ook in de toekomst zal doen. Dit brengt bovendien een aanzienlijke besparing in de beheerkosten met zich mee (minder bomen = minder beheerkosten, gezondere bomen = minder beheerkosten, goede groeiplaatsen en dus minder wortelopdruk = minder beheerkosten).

Kwaliteit in een bomenlaan…

… zorgt voor een andere groenbeleving dan een bomenlaan met slecht groeiende bomen met een matige conditie. Kwaliteit in een bomenlaan past bij een aantrekkelijke groene gemeente met aantrekkingskracht en het verhoogt de leefbaarheid.

Groen in woonstraten

Wat opgaat voor een bomenlaan, geldt voor een groot deel ook voor bomen in woonstraten.

Maar in woonstraten heeft het groen (bomen en plantsoenen) een directer effect op de leefbaarheid. Waar een bomenlaan langs een toegangsweg maar af en toe wordt ervaren, wordt het groen in woonstraten elke dag beleefd en misschien zelfs wel een groot gedeelte van die dag. Ongezonde, slecht groeiende bomen of een slechte staat van onderhoud van de beplanting, geven een rommelig beeld en werken verpaupering in de hand.

Kwaliteit in woonstraten…

… is op een aantal plaatsen in een woonstraat ruimte creëren voor bomen en groen. Boven de grond moet voldoende ruimte beschikbaar zijn voor de boom, waarbij natuurlijk voor de juiste soort gekozen moet worden (in een smalle woonstraat geen boom die 25 meter hoog kan worden). Onder de grond moeten goede groeiplaatsen worden ingericht zodat de bomen optimale groeiomstandigheden krijgen en geen overlast veroorzaken in de vorm van wortelopdruk.

Kwaliteit in woonstraten…

… is bewoners betrekken bij de inrichting. Zij zijn de gebruikers, zij ‘beleven’ het groen. Door bewoners te betrekken bij de inrichting van het groen, wordt het gevoel van betrokkenheid vergroot.

Kwaliteit in woonstraten…

… is ook de leefbaarheid verhogen door het voorkomen en wegnemen van klachten die te maken hebben met groen en bomen.

Algemeen

Voorgaande voorbeelden zijn uiteraard niet uitputtend maar geven een idee hoe nadere uitwerking er uit kan zien. Bij de invulling van de modules zijn kwaliteit, leefbaarheid en duurzaamheid leidend.

Bij dit alles mag het financiële aspect niet uit het oog worden verloren. Wanneer alle bomen in een straat of laan moeten worden aangepakt, wordt zoveel mogelijk meegelift met civieltechnische reconstructies of onderhoudswerkzaamheden.

Maar het betekent ook: individuele bomen met slechte conditie kappen en, als daar ruimte voor is, nieuwe planten. Niet eerst jaren tijd en geld verspillen met het snoeien van dergelijke bomen om deze uiteindelijk toch te moeten kappen, maar direct actie ondernemen. Verjongen door meteen een nieuwe boom te planten, die ook weer bijdraagt aan een evenwichtig opgebouwd bomenbestand.

5. Kaders

5.1 Doelen

Het reeds vastgestelde beleid en de ontwikkelingsrichting voor het groen zoals beschreven in het vorige hoofdstuk leiden tezamen tot onderstaande doelen.

  • ·

    zorgen voor een duurzaam ingerichte en onderhouden openbare ruimte;

  • ·

    zorgen voor een aantrekkelijke groene woon- en leefomgeving (= ruimtelijke kwaliteit);

  • ·

    vergroten van de leefbaarheid;

  • ·

    versterken van cultuurhistorische waarden;

  • ·

    vergroten recreatieve aantrekkingskracht met behulp van groen;

  • ·

    burgers te betrekken bij het groenbeleid door groenstroken aan hen te verkopen waar mogelijk.

5.2 Uitgangspunten

Bij het realiseren van de doelen gelden de volgende uitgangspunten:

aantallen loslaten

Het gaat om kwaliteit en niet om kwantiteit. Liever één gezonde grote boom in een straat, dan tien bomen met een slechte conditie;

goede groeiplaatsen inrichten

Met een goed ingerichte groeiplaats krijgen bomen en planten de kans om uit te groeien tot gezonde exemplaren. Dit draagt bij aan een duurzame, aantrekkelijke woonomgeving, vermindert overlast en verhoogt de leefbaarheid;

juiste boomkeuze

De juiste boom op de juiste plaats betekent een boom planten die qua grootte past bij zijn standplaats, maar betekent ook dat rekening wordt gehouden met vruchtval en dergelijke. Door de juiste boom op de juiste plaats te planten, kunnen bomen uitgroeien tot gezonde volwassen exemplaren, waardoor ze minder overlast voor de bewoners veroorzaken;

juiste beplantingskeuze

Bij de beplantingskeuze mag het beheeraspect niet uit het oog verloren worden. Zo veel mogelijk kiezen voor beplanting die een vak sluitend dichtgroeien. Onderhoudsintensieve beplanting kan, maar dan op plaatsen met een hoge publieksdruk;

vergroten biodiversiteit

In Nederland is de biodiversiteit, afgemeten aan kwaliteit en kwantiteit van natuur, afgenomen tot ca. 15% van de oorspronkelijke situatie. Het laatste decennium is, mede door natuurontwikkeling, de afname in biodiversiteit afgeremd. Openbaar groen kan hieraan een positieve bijdrage leveren.

rekening houden met klimaat

Groen kan onderdeel zijn van oplossingen voor problemen die samenhangen met het klimaat en de veranderingen die hierin worden verwacht. Bij beslissingen die de hoeveelheid groen (binnen een gebied) raken, moet de invloed van groen op het klimaat altijd als afweging worden meegenomen. Dit geldt voor nieuwe ontwikkelingen maar ook voor inrichting en beheer van groen.

bewoners betrekken bij inrichting

Bewoners zijn de gebruikers, zij beleven het groen. Door bewoners te betrekken bij de inrichting, wordt het gevoel van betrokkenheid vergroot;

bomen met slechte conditie kappen

Niet eerst jaren tijd en geld verspillen met het snoeien van dergelijke bomen om deze uiteindelijk toch te moeten kappen, maar direct actie ondernemen. Verjongen door (indien mogelijk) meteen een nieuwe boom te planten, die ook weer bijdraagt aan een evenwichtig opgebouwd bomenbestand;

tegengaan overlast door bomen op erfgrenzen

Bomen op of tegen erfgrenzen zijn een veel voorkomende vorm van overlast binnen de gemeente. Daar staat tegenover dat deze bomen wel het mooie groene beeld van Mierlo en Geldrop vormen. Voor deze overlast moet een oplossing worden gevonden zonder dat hierbij

het groene beeld geweld wordt aangedaan;

behouden cultuurhistorisch waardevolle groenelementen

Cultuurhistorie is de verbinding tussen het verleden en de toekomst. Naast het belang voor de identiteit van onze dorpen, heeft cultuurhistorisch groen vaak een hoge (recreatieve)

gebruikswaarde;

waar mogelijk meeliften met civieltechnische reconstructies of onderhoudswerkzaamheden

Zowel vanuit financieel oogpunt als om overlast voor omwonenden zoveel mogelijk te beperken.

In de volgende tabel is in één oogopslag de onderlinge relatie tussen de doelen en de uitgangspunten te zien.

Doelen

Duurzaamheid

Ruimtelijke kwaliteit

Leefbaarheid

Cultuurhistorie

Recreatie

Uitgangs-punten

Aantallen loslaten

 

 

 

 

 

Goede groeiplaats

 

 

 

 

 

Juiste boomkeuze

 

 

 

 

 

Juiste beplantings-keuze

 

 

 

 

 

Biodiversiteit

 

 

 

 

 

Klimaat

 

 

 

 

 

Bewoners

 

 

 

 

 

Kappen en nieuw planten

 

 

 

 

 

Bomen op erfgrenzen

 

 

 

 

 

Cultuur-historie

 

 

 

 

 

Meeliften

 

 

 

 

 

6. Vervolgstappen

De uitwerking van de doelen en uitgangspunten vindt plaats in de overige modules van het groenbeleidsplan. De modules kunnen in willekeurige volgorde worden uitgewerkt. Hieronder volgt per module een globale toelichting.

Module Structuren

Hierin wordt de hoofdgroenstructuur van de kern Geldrop en de kern Mierlo opgenomen en per wijk de wijkgroenstructuur. De structuren uit de reeds bestaande groenstructuurplannen worden grotendeels overgenomen met hier en daar een kleine aanpassing of aanvulling. De structuur wordt weergegeven op kaartmateriaal en er wordt een omschrijving gegeven van de structuur en zijn karakteristiek. Er worden aanbevelingen gedaan om structuren te versterken zoals historische of recreatieve structuren, of nieuwe structuren aan te brengen. De groenstructuren die zijn opgenomen in het Duurzaam Ruimtelijk Structuurbeeld worden ook in deze module opgenomen.

Module Bescherming

De bescherming van waardevolle bomen wordt hierin opgenomen. Ook de bescherming zoals deze in de bomenverordening is geregeld, wordt hierin beschreven.

Daarnaast wordt beschreven hoe bomen beschermd moeten worden tijdens bouwwerkzaamheden en hoe wordt omgegaan met de afhandeling van schades.

Module Overlast

Bijna dagelijks hebben we te maken met meldingen van overlast of vragen hierover. Geregeld bestaan deze meldingen uit verzoeken om een gemeentelijke boom te snoeien of rooien vanwege de overlast die de boom veroorzaakt. Vaak gaat het hier om individuele belangen maar het is de taak van de gemeente om hierbij het algemeen maatschappelijk belang niet uit het oog te verliezen.

De module Overlast heeft tot doel om te komen tot een eenduidige objectieve behandeling van deze meldingen waarbij de boomwaarde en boombezwaren op basis van meetbare criteria worden bepaald en afgewogen.

Zoals gezegd, zijn bomen op of tegen erfgrenzen een veel voorkomende vorm van overlast binnen de gemeente. Daar staat tegenover dat deze bomen wel het mooie groene beeld van Mierlo en Geldrop vormen. Vaak is er in de huidige indeling van de betreffende straten geen ruimte om bomen terug te planten. Het aanpakken van deze straten zou een kaalslag betekenen. Voor bomen die tegen woningen aangroeien of eigendommen beschadigen, moet een oplossing worden gevonden maar voor het overige is het uitgangspunt:

handhaven tot er reconstructies worden uitgevoerd en ruimte voor nieuwe bomen kan worden ingepast of tot de bomen aan vervanging toe zijn vanwege gezondheid en conditie. Bewoners kunnen tegemoet worden gekomen door bijvoorbeeld extra veeg- of snoeirondes uit te voeren, hetgeen wel extra geld kost.

In de module Overlast zal dit verder worden uitgewerkt.

Module Inrichting

In deze module worden technische richtlijnen opgenomen voor inrichting van de groene openbare ruimte. Er is aandacht voor groeiplaatsen, zowel boven- als ondergronds. Om een duurzaam bomenbestand op te bouwen en te behouden, is het van belang dat bomen zowel boven- als ondergronds voldoende ruimte krijgen. Groeiplaatsen moeten bovendien met de juiste materialen worden ingericht.

In de openbare ruimte zijn veel partijen actief (denk aan leveranciers van kabels en leidingen). Afstemming tussen deze partijen is van belang om te weten wanneer werkzaamheden zullen plaatsvinden en wat de impact is van deze werkzaamheden.

In deze module wordt groen in relatie tot veiligheid beschreven.

Ook omlooptijden van bomen worden opgenomen; in het buitengebied hebben bomen over het algemeen een langere omlooptijd dan in stedelijk gebied. Dit heeft weer gevolgen voor de groeiplaatsinrichting.

Een belangrijk onderdeel van de module Inrichting is biodiversiteit. Bij het kiezen van sortiment moet gekeken worden naar eigenschappen zoals bloem- en vruchtdracht, afgestemd op de omgeving zodat een wijk op elk moment wat te bieden heeft voor vogels en insecten.

Bij de toepassing van soorten moet gekozen worden voor duurzame soorten (de juiste boom op de juiste plaats), maar ook rekening worden gehouden met beheer en het voorkomen van overlast.

Module Bomenbeheer

In maart 2008 is een concept beheerplan door de raad vastgesteld dat als basis moest dienen voor een beheerplan voor de periode 2010 – 2020. Dit beheerplan is niet tot stand gekomen. De module Bomenbeheer komt hier nu voor in de plaats. Delen uit het conceptplan worden opgenomen in de modules Bescherming, Overlast en Inrichting.

In de module Bomenbeheer wordt de opbouw van het boombeheer beschreven en wordt aandacht besteed aan boomveiligheidscontrole.

De aanbevelingen uit de module Structuren worden hier verder uitgewerkt.

Het is belangrijk dat bij nieuwe aanleg of reconstructies, het gewenste eindbeeld wordt vastgelegd. Met het beheer en onderhoud kan dan naar dit eindbeeld worden toegewerkt.

Biodiversiteit is ook onderdeel van de module Bomenbeheer. Door bij het onderhoud rekening te houden met bloei en vruchtdracht (niet snoeien vlak voor of tijdens de bloei) wordt een positieve bijdrage geleverd aan de biodiversiteit.

Module Groenbeheer

In 2011 heeft de raad de onderhoudsniveaus (beeldkwaliteit) van het openbaar groen voor de jaren 2012 tot en met 2015 vastgesteld. In de module Groenbeheer kan worden opgenomen op welke manier deze onderhoudsniveaus op de meest efficiënte en effectieve manier gerealiseerd kunnen worden.

We gebruiken binnen de gemeente geen bestrijdingsmiddelen meer bij onkruidbeheersing, maar hierdoor blijkt het steeds lastiger te zijn om een bepaald onderhoudsniveau te handhaven. Dit vraagt om creativiteit in het omgaan met inrichting en beheer om te voorkomen dat de kwaliteit van het groen verslechtert in plaats van verbetert.

Net als bij de module Bomenbeheer geldt hier dat bij nieuwe aanleg of reconstructies, het gewenste eindbeeld moet worden vastgelegd. Met het beheer en onderhoud kan dan naar dit eindbeeld worden toegewerkt.

Ook in de module Groenbeheer is biodiversiteit een belangrijk onderdeel. Door bij het onderhoud van de beplanting rekening te houden met bloei en vruchtdracht (niet snoeien vlak voor of tijdens de bloei) wordt een positieve bijdrage geleverd aan de biodiversiteit. Maar ook gefaseerd snoeien en rekening houden met schuilplaatsen voor dieren, levert een positieve bijdrage.

Bijlage 1 - Beleidskader

Gemeentelijk beleid

Provinciale Structuurvisie Ruimtelijke Ordening

Op 1 oktober 2010 is de Provinciale Structuurvisie Ruimtelijke Ordening vastgesteld door Provinciale Staten. Deze structuurvisie geeft de hoofdlijnen weer van het provinciaal ruimtelijk beleid tot 2025. Meer dan voorheen gaat de provincie duurzaam en zorgvuldig om met de leefomgeving en de ruimte. Redenen hiervoor zijn trends als klimaatverandering, achteruitgang van biodiversiteit en afname van bevolkingsgroei.

Structuurvisie gemeente Geldrop-Mierlo

In de Structuurvisie die door de gemeenteraad is vastgesteld op 13 december 2010, is een Duurzaam Ruimtelijk Structuurbeeld (DRS) opgenomen. Dit geeft voor de lange termijn richting aan duurzame perspectiefrijke ruimtelijke ontwikkelingen.

Voor het stedelijk gebied staat beschreven dat leefbaarheid de basis is voor wijkontwikkelingsplannen waarin wordt bepaald wat wenselijk is op het gebied van woonomgeving en groen. Daarnaast zijn een zorgvuldige inrichting en beheer van de openbare ruimte van belang voor een samenhangend beeld in de woonomgeving en het gevoel van veiligheid.

Binnen Geldrop bevinden zich drie belangrijke groenstructuren die verschillende groengebieden koppelen. Deze zijn in het DRS opgenomen vanwege hun belangrijke functie en mogen niet worden aangetast.

Recreatie en toerisme vormen een economische drager. Groen kan een bijdrage leveren aan de ruimtelijke kwaliteit, de recreatieve aantrekkelijkheid en de herkenbaarheid van het gebied door bijvoorbeeld het behoud van laanbeplanting en hakhoutwallen ter versterking van oude wegenstructuren.

Intergemeentelijke Structuurvisie Rijk van Dommel en Aa

Op 4 juli 2011 heeft de gemeenteraad de Intergemeentelijke Structuurvisie Rijk van Dommel en Aa vastgesteld. Het Rijk van Dommel en Aa moet als robuust landschapspark de Brainportbewoner een aantrekkelijke groene woon- en leefomgeving bieden waarin gerecreëerd kan worden. Ontwikkeling van een robuuste groen-blauwe structuur, het maken van ecologische en recreatieve verbindingen en behoud van het agrarisch cultuurlandschap geven de hoofdrichting aan. Het stedelijk gebied valt buiten het plangebied.

Daarnaast zijn in de Intergemeentelijke Structuurvisie ruimtelijke beleidsuitgangspunten van de regio opgenomen die van belang zijn voor de intergemeentelijke structuurvisie. Deze uitgangspunten zijn ook van belang voor het Groenbeleidsplan.

Op het gebied van wonen worden ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid van de woonomgeving genoemd als speerpunten. Versterking van cultuurhistorische waarden speelt in het hele Rijk van Dommel en Aa. Het Rijk van Dommel en Aa moet een belangrijke groene en recreatieve bijdrage leveren aan een regio waar het goed wonen, werken en recreëren is.

Het beleid van Samenwerkingsverband Regio Eindhoven is gericht op een duurzame toekomst voor de inwoners.

Strategische agenda 2020

In de Strategische agenda 2020 staat dat in 2020 Geldrop-Mierlo een uitstekende gemeente is om te wonen, te werken, naar school te gaan en te recreëren. Daarvoor hebben we een gezond klimaat nodig. Een klimaat dat helpt om actuele thema’s met succes aan te pakken: van leefbaarheid tot werkgelegenheid, van zelfredzaamheid tot welzijn en individuele gezondheid. Een klimaat met grote aantrekkingskracht op jonge gezinnen, actieve ouderen en jonge bedrijven.

Dit wordt verder uitgewerkt in de programmalijnen Zorg, Sport en In Beweging. De pijlers van deze programmalijnen hebben in meer of mindere mate een belangrijke relatie met groen. Hieronder worden de belangrijkste er uit gelicht.

Zorg – pijler Sterke en gezonde wijken

Sociale cohesie blijkt onder andere uit de openbare ruimte en veiligheid. De openbare ruimte is zo ingericht dat deze uitnodigt om er te verblijven en elkaar te ontmoeten. Aantrekkelijk groen en uitnodigende speel- en verblijfruimten kenmerken de wijken.

Sport – pijler Gezonde leefstijl

Beweging in de breedste zin maakt deel uit van een gezonde leefstijl. De groene openbare ruimte en het brede aanbod aan sportmogelijkheden nodigen uit om in beweging te komen en te zijn.

In Beweging – pijler Welkom

In de programmalijn In Beweging is de relatie met groen het minst duidelijk. Toch geldt ook hier dat een gezond vestigingsklimaat samenhangt met een aantrekkelijke groene leefomgeving. Dit trekt gezinnen, kenniswerkers en professionals aan die op hun beurt bijdragen aan het gezonde vestigingsklimaat dat ondernemers nodig hebben.

Kadernota bos- en natuurbeheer 2012 – 2017

Op 29 januari 2013 heeft het college de kadernota bos- en natuurbeheer vastgesteld. Recreatie en natuurontwikkeling vormen de belangrijkste functies in de gemeentelijke bossen en natuurgebieden. Uitgangspunten voor het beheer zijn: het realiseren en in stand houden van afwisselende bosgebieden met meerdere vormen van extensieve recreatie, en het in stand houden en waar mogelijk verhogen van de aanwezige natuurwaarden.

Klimaatbeleid

Gemeente Geldrop-Mierlo heeft geen apart lokaal beleid vastgesteld met betrekking tot het klimaat. In plaats daarvan worden de afspraken gevolgd die Nederland heeft gemaakt op internationaal en nationaal (landelijk, provinciaal en regionaal) niveau om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Deze afspraken zijn vastgelegd in wetgeving en klimaatakkoorden tussen Rijk, provincies, VNG en waterschappen. Gemeenten zijn belangrijke partijen in het behalen van de klimaatdoelstellingen, omdat zij dichtbij de burgers en bedrijven staan en daarnaast ook een voorbeeldfunctie hebben. De gemaakte afspraken zijn geenszins vrijblijvend.

We vinden het als gemeente belangrijk om een bijdrage te leveren aan schone en duurzame energie. Niet alleen vanwege de klimaatverandering, maar vooral ook vanwege de uitputting van de fossiele brandstofvoorraden, betaalbaarheid, gezondheid en afhankelijkheid.

Waar mogelijk willen we daarom het gebruik van energie zoveel mogelijk beperken en hernieuwbare energie inzetten.

Erfgoedkaart Geldrop-Mierlo

Om een zorgvuldig erfgoedbeleid te kunnen voeren, moet in een gemeente kennis voorhanden zijn over het grondgebied, waar daarin de lacunes zijn, wat de waarde van de bekende archeologische en historische terreinen en relicten is. Hiertoe is de erfgoedkaart Geldrop-Mierlo opgesteld die in procedure is gebracht om te worden vastgesteld door de raad.

In de inventarisatie voor de erfgoedkaart is ook het historisch groen meegenomen. Deze groenelementen en –structuren zijn veelal door ingrepen van de mens ontstaan. Meestal omwille van functionaliteit, denk maar aan houtwallen, heggen, grienden, hakhout en bomenrijen. Daarnaast zijn er groenelementen uit esthetische/culturele overwegingen ontstaan, zo kennen we parken, pastorietuinen, dreven en bepaalde solitaire bomen. Beide groepen vormen ons levende erfgoed.

Groene ontmoetingsplek op de rand van de Brainport

In januari 2011 heeft de raad dit beleidsstuk vastgesteld. Buitenrecreatie is het belangrijkste motief om gemeente Geldrop-Mierlo te bezoeken. Ruim 70% van de dagtochten heeft betrekking op ontspanning in de groene omgeving, bezienswaardigheden en de recreatieve uitloopmogelijkheden (wandelen, fietsen, sporten etc.). De gewenste groeistrategie is onder andere gericht op meer omgevingsgericht toerisme. De heide wordt als verbindend icoon gezien.

Landelijk en provinciaal beleid

Natuur en landschap

Natura 2000

Natura 2000 richt zich op het behoud en de ontwikkeling van natuurgebieden in Europa. De gebieden die onder Natura 2000 vallen, worden aangeduid in de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn. Binnen de gemeente Geldrop-Mierlo zijn geen Natura 2000- gebieden.

Natuurbeschermingswet

De gebieden die in de Natuurbeschermingswet worden genoemd, kennen een streng beschermingsregime. Binnen de gemeente Geldrop-Mierlo zijn dit soort gebieden niet aanwezig, maar direct ten zuiden van de Rijksweg ligt de Strabrechtse Heide. Omdat dit gebied als Natuurbeschermingswetgebied ook een extern beschermingsregime kent, strekt de invloed hiervan zich uit over het grondgebied van de gemeente Geldrop-Mierlo. Bij eventuele nieuwe ontwikkelingen in de zone noordelijk van de Rijksweg zal getoetst moeten worden of deze geen negatieve effecten hebben voor de Strabrechtse Heide.

Flora- en Faunawet

De Flora- en Faunawet stelt dat een ieder een zorgplicht heeft. Daarnaast bevat de wet een aantal verboden. Hieruit vloeit indirect een onderzoeksplicht voort, de bewijslast ligt bij de initiatiefnemer. Indien een ruimtelijke ontwikkeling in strijd is met de verboden, kan ontheffing worden aangevraagd. Er wordt alleen ontheffing verleend indien er voldoende compenserende en/of mitigerende maatregelen worden genomen.

De Molenheide valt onder de Flora- en Faunawet als eekoorntjeshabitat.

Water

Waterwet

Om te kunnen voldoen aan de eisen die het waterbeheer van de toekomst aan ons land stelt, is op 22 december 2009 de Waterwet in werking getreden. Deze wet heeft acht oude waterwetten samengevoegd. Dus: één wet in plaats van allemaal afzonderlijke wetten.

De Waterwet sluit goed aan op de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro), waardoor de relatie met het ruimtelijke omgevingsbeleid wordt versterkt. Met één integrale wet is ook het uitvoeren van Europese waterrichtlijnen eenvoudiger geworden. Dat geldt onder meer voor de Kaderrichtlijn Water die uitgaat van internationale stroomgebieden en watersystemen (rivieren, meren en delta’s), de richtlijn over beoordeling en beheer van overstromingsrisico’s en de Kaderrichtlijn mariene strategie.

Cultuurhistorie

CultuurHistorische Waardenkaart

De in Geldrop-Mierlo aanwezige cultuurhistorische waarden zijn door de provincie Noord-Brabant samengebracht in de CultuurHistorische Waardenkaart (CHW). Voor de provincie is de CHW een hulpmiddel om het cultuurhistorisch erfgoed van bovenlokaal belang te behouden. Zo staan er onder meer monumenten, oude bomen, archeologisch erfgoed en vestingwerken op de kaart. De kaart is ook een hulpmiddel om te toetsen of om te inspireren, bijvoorbeeld bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, plannen en projecten.

Modernisering Monumentenwet

Sinds 1 januari 2012 is de Modernisering van de Monumentenwet van kracht. Deze legt de verantwoordelijkheid voor het gehele cultuurhistorische erfgoed bij de gemeente neer. Dat betekent dat gemeenten een analyse moeten verrichten van de cultuurhistorische waarden in een bestemmingsplangebied en daar conclusies aan moeten verbinden die in een bestemmingsplan verankerd worden. De gemeente moet daarbij beoordelen wat de concrete effecten zijn van een ontwikkeling op de geïnventariseerde cultuurhistorische waarden, en zal gemotiveerd moeten aangeven op welke wijze in het bestemmingsplan wordt omgesprongen met deze waarden.

Verkeer

Bereikbaarheidsprogramma Zuidoostvleugel Brabantstad

Op 17 april 2007 is er een bestuurlijk akkoord bereikt over een samenhangend totaalpakket van voorstellen voor de slepende bereikbaarheidsproblemen in het zuidoostelijk deel van de provincie.

De versterking van de bereikbaarheid van en binnen de regio Zuidoostvleugel BrabantStad moet ook worden gezien in het licht van een optimaal woon- en leefklimaat en een ‘groene kwaliteitsimpuls’. De beleving van de kwaliteit van de woon- en leefomgeving en de ecologische kwaliteit zijn bepalende factoren voor het vestigingsklimaat van de regio, zowel voor bedrijven als (hooggeschoolde) werknemers. Werknemers en bewoners moeten prettig kunnen vertoeven in de regio. Ter verhoging van de kwaliteit van het woon- en leefklimaat in de regio moet worden ingezet op:

  • -

    hoogwaardig woon- en leefklimaat in het Middengebied Eindhoven – Helmond;

  • -

    hoge kwaliteit van natuurwaarden en ecologische structuur in het gehele gebied.