Organisatie | Amersfoort |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent de werkwijze en de vergaderingen van de stadsbouwmeester en de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit, inclusief de CRK-subcommissie Erfgoed (Reglement van Orde Stadsbouwmeester, Commissie Ruimtelijke Kwaliteit en CRK-subcommissie Erfgoed Amersfoort) |
Citeertitel | Reglement van Orde Stadsbouwmeester, Commissie Ruimtelijke Kwaliteit en CRK-subcommissie Erfgoed Amersfoort |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-06-2020 | artikel 2.2 | 24-03-2020 | |||
19-05-2017 | 04-06-2020 | nieuwe regeling | 09-05-2017 | 5475784 |
Burgemeester en wethouders van gemeente Amersfoort;
Gelet op artikel 147 van de Gemeentewet, artikel 8 van de Woningwet, artikel 15 van de Monumentenwet 1988 en artikel 9.6 van de Bouwverordening 2013;
het Reglement van Orde voor de werkwijze en de vergaderingen van de stadsbouwmeester en de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit, inclusief de CRK-subcommissie Erfgoed;
Hoofdstuk 2 Taken en bevoegdheden
Indien de stadsbouwmeester of een lid van de CRK in enige vorm betrokken is bij een te beoordelen plan maakt de stadsbouwmeester of het lid deze betrokkenheid tijdig kenbaar en wordt het plan behandeld door de plaatsvervanger van de stadsbouwmeester, dan wel zonder inbreng van het betreffende lid. Van deze formele stap wordt in het advies melding gemaakt. Indien de voorzitter van de commissie dit nodig acht wordt het betreffende lid vervangen door een invaller .
Artikel 2.2 Taakomschrijving Stadsbouwmeester
De stadsbouwmeester heeft tot taak op verzoek van het college of uit eigen beweging aan het college:
Niet wettelijk verplichte taken
De stadsbouwmeester denkt gevraagd en ongevraagd mee over ruimtelijk beleid en beleidontwikkelingen, zoals ruimtelijke plannen en voorwaarden. Het betreft meedenken over ruimtelijke plannen op het gebied van welstandszorg, monumentenzorg, archeologie, cultuurhistorie, architectuur, stedenbouw, landschapsarchitectuur en openbare ruimte, indien en voor zover een en ander wezenlijke gevolgen heeft voor de ruimtelijke en visuele kwaliteit van het stadsbeeld.
Artikel 2.3 Taakomschrijving Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (CRK)
De CRK heeft tot taak – op verzoek van de stadsbouwmeester - welstandsadvies uit te brengen over omgevingsvergunningaanvragen met de activiteit bouwen als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en over andere aspecten die voor het uiterlijk van de stad van belang zijn; het gaat dan om bij de stadsbouwmeester ingediende plannen met groot maatschappelijk belang en/of groot/complex en/of in ieder geval van de orde dat deze naar het oordeel van de stadsbouwmeester in bredere kring besproken moet worden.
Niet wettelijk verplichte taken
De CRK heeft tot taak - op verzoek van het college, van de stadsbouwmeester of uit eigen beweging - advies uit te brengen aan het college over beleidsmatige of uitvoeringsgerichte aangelegenheden die van belang zijn voor de bevordering en instandhouding van de ruimtelijke kwaliteit en het cultuurhistorisch erfgoed.
Artikel 2.4 Taakomschrijving van de CRK-subcommissie Erfgoed
In afwijking van het bepaalde in lid 1 kan de CRK-subcommissie Erfgoed in geval van twijfel of bij gevallen met een bijzonder karakter het verzoek om advies alsnog voorleggen aan de CRK; in dat geval dienen in ieder geval enkele deskundigen als bedoeld in artikel 15 van de Monumentenwet 1988 vertegenwoordigd te zijn.
Artikel 2.7 Voordracht, benoeming, zittingsduur
Benoemingen van de leden CRK gelden voor een periode van drie jaar met een mogelijkheid tot herbenoeming voor een periode van nog een maal drie jaar. Omwille van de continuïteit worden de leden van de commissie benoemd en herbenoemd in een alternerend (=elkaar afwisselend) systeem. Hiertoe wordt door de ambtelijk ondersteuner een rooster van aftreden bijgehouden van de leden van de CRK. Drie maanden voor het verstrijken van de benoemingstermijn doet het college een voorstel tot herbenoeming aan de raad.
Hoofdstuk 3 Werkwijze en wijze van adviseren
De stadsbouwmeester, de CRK en de CRK-subcommissie Erfgoed regelen hun werkwijze met inachtneming van de bepalingen van dit reglement en in overleg met de ambtelijke ondersteuning.
Artikel 3.2 Verantwoordelijkheden van de voorzitter
De voorzitter geeft leiding aan de vergadering en bewaakt de voortgang van de agenda. In de discussies draagt hij of zij er zorg voor dat alle commissieleden hun mening voldoende naar voren kunnen brengen. Na de discussie geeft de voorzitter een samenvatting van het uit te brengen advies, als basis voor de verslaglegging.
Artikel 3.4 Advies stadsbouwmeester, CRK en CRK-subcommissie erfgoed
De conclusie van het formele welstandsadvies kan zijn:
Principeplan aanvaardbaar, mits: wordt gebruikt bij vooroverleg. De stadsbouwmeester, CRK en/of CRK-subcommissie Erfgoed staan positief tegenover de ontwikkeling van het schetsplan, mits het plan op ondergeschikte punten wordt aangepast. Deze punten worden vastgelegd. Het uit te werken plan moet in een later stadium terugkomen voor een definitief advies;
De CRK subcommissie erfgoed kan zaken van minder gewicht of zaken met een uitvoerend karakter mandateren aan één van de leden van de CRK subcommissie erfgoed, een ambtelijk adviseur of aan het ambtelijk secretariaat. De gemandateerde voert de taak uit onder verantwoordelijkheid van en namens de stadsbouwmeester.
Hoofdstuk 4 Jaarlijkse verantwoording en slotbepalingen
Artikel 4.2 Jaarlijkse rapportage college aan de gemeenteraad
Het college stelt jaarlijks een verslag op voor de gemeenteraad over de wijze waarop zij met het welstandsbeleid is omgegaan. In de rapportage komt ten minste aan de orde:
op welke wijze het college is omgegaan met de in het jaarverslag van de stadsbouwmeester aangegeven (evaluatie van) welstandsadviezen. In gevallen waarin het college het advies van respectievelijk de stadsbouwmeester, de CRK, de CRK-subcommissie Erfgoed niet hebben overgenomen wordt de reden om af te wijken gemotiveerd onderbouwd;
In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van het reglement beslist het college, of in spoedeisende gevallen, de stadsbouwmeester.