Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Velsen

verbod voor het ontgassen van bepaalde stoffen door afgemeerde binnentankschepen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVelsen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingverbod voor het ontgassen van bepaalde stoffen door afgemeerde binnentankschepen
Citeertitelverbod voor het ontgassen van bepaalde stoffen door afgemeerde binnentankschepen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2012 (artikel 5.1 lid 5)
  2. Provinciale Milieuverordening Noord-Holland (artikel 7a.2 lid 1)

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-05-2017Onbekend

18-04-2017

Elektronisch gemeenteblad Jutter/Hofgeest 18 mei 2017

B17.0126

Tekst van de regeling

Intitulé

verbod voor het ontgassen van bepaalde stoffen door afgemeerde binnentankschepen

 

 

 

1. Het is de schipper verboden vanaf een afgemeerd binnentankschip een ladingtank te ontgassen met restladingdampen van:

a. benzeen (UN-nummer 1114);

b. ruwe aardolie (UN-nummer 1267) voor zover met meer dan 10% benzeen;

c. aardoliedestillaten N.E.G. met meer dan 10% benzeen of aardolieproducten N.E.G met meer dan 10% benzeen (UN 1268);

d. brandstof voor straalvliegtuigen met meer dan 10% benzeen (UN 1863);

e. brandbare vloeistoffen, N.E.G. met meer dan 10% benzeen (UN 1993); of

f. koolwaterstoffen, vloeibaar met meer dan 10% benzeen (UN 3295)

met dien verstande dat:

 

  • 1.

    van een restladingladingsdamp sprake is bij een concentratie groter dan of gelijk aan 10% van de onderste explosiegrens van de desbetreffende stof.

  • 2.

    het verbod niet van toepassing is indien kan worden aangetoond dat de drie voorafgaande ladingen in de desbetreffende ladingtank niet bestonden uit stoffen als bedoeld onder a tot en met f dan wel indien kan worden aangetoond dat de desbetreffende ladingtank bij de voorafgaande belading voor meer dan 95% gevuld was met een andere stof dan vermeld onder a tot en met f.

  • 3.

    het verbod niet van toepassing is, wanneer het ontgassen plaatsvindt:

    • a.

      om redenen van drukverevening die in verband met de veiligheid moet plaatsvinden;

    • b.

      tijdens of na een calamiteit met het binnenschip, indien het ontgassen om redenen van veiligheid noodzakelijk is.

2. Het college kan van het onder 1 gestelde verbod ontheffing verlenen.