Organisatie | Maasdriel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Maasdriel |
Citeertitel | Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Maasdriel |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet. art. 149, Telecommunicatiewet, art. 5.2 en art. 5.4, Belemmeringenwet privaatrecht, art. 1
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-05-2017 | nieuwe regeling | 20-04-2017 Gemeenteblad 2017, nr. 78240 | Onbekend |
De raad van de gemeente Maasdriel;
gelezen het voorstel van het college van 14 maart 2017,
overwegende dat het wenselijk is om een verordening vast te stellen met het oog op minimalisatie van overlast en maatschappelijke kosten, alsmede een efficiënt gebruik van de openbare ruimte met betrekking tot werkzaamheden aan kabels en/of leidingen;
gelet op artikel 1 van de Belemmeringenwet privaatrecht, artikelen 5.2 en 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en artikel 149 van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening: Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Maasdriel
In deze verordening wordt verstaan onder:
2 Aanvragen en melden van werkzaamheden
Voor het verrichten van spoedeisende werkzaamheden of werkzaamheden van niet ingrijpende aard is geen instemmingsbesluit, als bedoeld in het eerste lid, noodzakelijk, maar kan worden volstaan met een door het college goedgekeurde melding. De raad is bevoegd om redenen van veiligheid delen van het grondgebied aan te wijzen waarvoor het voorgaande niet van toepassing is.
Behoudens in geval van spoedeisende werkzaamheden is bij extreme weersomstandigheden het college bevoegd een breekverbod in te stellen. De vaststelling dat er sprake is van extreme weersomstandigheden is een bevoegdheid van het college. Tijdens door de gemeente vergunde evenementen geldt altijd een breekverbod. De termijnen zoals bedoeld in het derde en vierde lid worden automatisch verlengd met de periode van het breekverbod. Uiterlijk een dag voor beëindiging van het breekverbod, zal het college de betrokken uitvoerende partij(en) hierover informeren.
Voor het uitvoeren van de werkzaamheden dient een instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 4, bij het college te worden aangevraagd. De aanvraag tot instemming van voorgenomen werkzaamheden ten behoeve van een openbaar elektronisch communicatienetwerk geldt als melding als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onderdeel a van de Telecommunicatiewet.
Als de werkzaamheden ook betrekking hebben op openbare gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente en/of als er tevens een aanvraag voor een vergunning al dan niet bij een ander bestuursorgaan op grond van een andere wet is ingediend, dan stelt de aanvrager het college hiervan op de hoogte.
Spoedeisende werkzaamheden dienen voorafgaand aan de aanvang van de werkzaamheden gemeld te worden bij het college of bij een daartoe door hen gemachtigd ambtenaar. Als een melding vooraf niet mogelijk is, moet de melding uiterlijk binnen een werkdag na de aanvang van de uitvoering gemotiveerd worden gedaan.
Artikel 6 Gegevensverstrekking
Artikel 8 (Mede)gebruik van voorzieningen
Op verzoek van het college wordt bij de werkzaamheden zoveel mogelijk (mede)gebruik gemaakt van bestaande, hetzij door overige netbeheerders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde, voorzieningen indien dit technisch en economisch haalbaar is en medegebruik geen belemmering vormt voor de veiligheid, toegankelijkheid en leveringszekerheid.
De netbeheerder stelt het college onverwijld en schriftelijk in kennis van het in of uit gebruik nemen van een kabel en/of leiding dan wel dat een kabel en/of leiding niet langer ten dienste staat van een netwerk in of op openbare gronden. Het college kan hiervoor een overzicht van alle (niet) in gebruik zijnde kabels en/of leidingen verlangen.
4 Toezicht en handhavingsbepalingen
Artikel 14 Toezicht en handhaving
Indien het college vaststelt dat de verplichtingen van deze verordening niet zijn nagekomen, kan het college besluiten handhavend op te treden dan wel legalisatie achteraf van de ontstane situatie verlangen met inachtneming van de bepalingen zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht. Indien blijkt dat de uitgevoerde werkzaamheden zijn gemeld maar dat hiervoor een instemmingsbesluit is vereist, is dit artikel van overeenkomstige toepassing.