Organisatie | Nijmegen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling ter uitvoering van de artikelen 2.48 en 2.49 van de Wet BRP |
Citeertitel | Regeling ter uitvoering van de artikelen 2.48 en 2.49 van de Wet BRP Onbekend |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-10-2014 | Onbekend | 26-08-2014 Gemeenteblad 2014/077 | Reg. nr. 14.007278 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen;
de artikelen 1.1, 2.38, 2.39, 2.43, 2.45, 2.48 en 2.49 van de Wet basisregistratie personen,
artikel 30 van het Besluit basisregistratie personen
de circulaire: procedure bij aangiftenvan verblijf en adres, adreswijziging en vertrek die niet door de
betrokken persoonzelf zijn gedaan (BPR2005U58068) van de Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties (BZK) van 30 juni 2005,
de circulaire: uitschrijving personen uit de GBA bij vermoeden van achterlating in het land van herkomst (BPR2012-0000371368) van de Minister van BZK van 5 juli 2012
de circulaire: Handelwijze bij vermoedens van huwelijksdwang en achterlating,
onttrekking van kinderen aan overheidstoezicht en aangifte van geboorteen medische verklaring (BRP2014-0000354950) van de Minister van BZK van 7 juli 2014.
Overwegende dat het noodzakelijk is om een beleidsregel vast te stellenmet betrekking tot de aangifte van verblijfen adres,
van adresverandering en van vertrekom het oneigenlijke gebruik van de verplichting of bevoegdheid tot het doen
Regeling ter uitvoering van de artikelen 2.48 en 2.49 van de Wet BRP
Artikel 2 Categorieën van personen die verplicht zijn tot het doen van aangifte van Adreswijziging en vertrek
Artikel 3 Categorieën van personen die bevoegd zijn tot het doen van aangifte van adreswijziging en vertrek
het hoofd van een instelling voor gezondheidszorg voor een in die instelling verblijvende persoon die wegens de toestand van zijn gezondheid niet in staat kan worden geacht aan zijn verplichtingen te voldoen of een machtiging daartoe af te geven, dan wel de echtgenoot, de geregistreerde partner of andere levensgezel of de bloed- of aanverwanten tot en met de tweede graad van een zodanig persoon, onder overlegging van een schriftelijke verklaring ter zake van het hoofd van de betreffende instelling.
Artikel 5 Aanvullende voorwaarden bij vertrek naar het buitenland van een partner eventueel met kinderen terwijl aangever zelf ingeschreven blijft op een adres in Nederland
Artikel 6 Aanvullende voorwaarden bij vertrek naar het buitenland van kinderen terwijl aangever en partner zelf ingeschreven blijven op een adres in Nederland
Artikel 7 Aanvullende voorwaarden bij verhuizing van kinderen van het adres van de ene ouder naar het adres van de andere ouder
Als vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van het bepaalde in deze regeling zou leiden tot een onbillijkheid kan worden afgeweken van het bepaalde in deze regeling.
De regeling “Regeling ter uitvoering van de artikelen 73 en 74 van de Wet GBA gemeente Nijmegen 2013” wordt ingetrokken
Indien een persoon aangifte doet van vertrek waarbij niet iedereen van dit adres vertrekt naar het buitenland, dan is deze verplicht in persoon te verschijnen (artikel 2.49 Wet BRP). Dit levert voor de gemeente Nijmegen op als het gaat om studentenhuisvestiging en verzorgingshuizen.
Door de toevoeging “en een gezinsrelatie met de aangever” in lid 3 onder b wordt voorkomen dat personen die buiten de scoop van deze regeling vallen ‘in persoon’ moeten verschijnen.
Als het hele gezin vertrekt kan één persoon aangifte doen voor vertrek voor dit gehele gezin (artikel 2.49 Wet BRP). Om er zeker van te zijn dat de partner uit eigen wil is vertrokken vanuit Nederland is het van belang dat de partner zelf aangifte doet van vertrek naar het buitenland. Deze aanvullende eis is legitiem gezien de bevoegdheid van een gemeente om aanvullende bewijsstukken te vragen die van belang zijn voor de bijhouding van de basisadministratie (artikel2.45 Wet BRP).
Om te voorkomen dat de aangever de aangifte van de partner kan vervalsen – de aangever is vaak in het bezit van het identiteitsbewijs van de partner – wordt het verzoek tot het doen van aangifte door de gemeente Nijmegen gestuurd naar de partner naar het adres dat op de aangifte vermeld is. Het adres van de partner wordt in onderzoek genomen.
Heeft de partner de wens geuit te willen terugkeren naar Nederland wordt de Nederlandse autoriteiten in het land waar de partner met eventueel de kinderen verblijven, gevraagd bijstand te verlenen bij een mogelijke terugkeer naar Nederland.
Ouders zijn verplicht voor minderjarige kinderen tot 16 jaar aangifte van vertrek te doen (artikel48 Wet BRP).Voor de overige kinderen hebben de ouders de bevoegdheid om aangifte van vertrek te doen (artikel 2.49 Wet BRP). Om er zeker van te zijn dat het vertrek van de kinderen in overeenstemming is met de wens van beide ouders is het van belang dat de andere ouder verklaart in te stemmen met het vertrek van het kind/de kinderen naar het buitenland. Deze aanvullende eis is legitiem gezien de bevoegdheid van een gemeente om aanvullende bewijsstukken te vragen die van belang zijn voor de bijhouding van de basisadministratie (artikel
Ouders zijn verplicht voor minderjarige kinderen tot 16 jaar aangifte van adresverandering te doen (artikel 2.48 Wet BRP).Voor de overige kinderen hebben de ouders de bevoegdheid om aangifte van vertrek te doen (artikel 2.49 Wet BRP). Ouders kunnen op verschillende adressen wonen. Kinderen kunnen op beide adressen verblijven waarbij de ouders hebben afgesproken op welke dagen het kind/de kinderen op welk adres verblijft/verblijven. Het is van belang dat het kind/de kinderen ingeschreven staan op het adres waarvan beide ouders hebben afgesproken dat het kind/de kinderen zullen worden ingeschreven in de BRP.
Om er zeker van te zijn dat de wijziging van het adres in overeenstemming is met de wens van beide ouders is het van belang dat de andere ouder verklaart in te stemmen met de adresverandering van het kind/de kinderen. Deze aanvullende eis is legitiem gezien de bevoegdheid van een gemeente om aanvullende bewijsstukken te vragen die van belang zijn voor de bijhouding van de basisadministratie (artikel 2.45 Wet GBA).