Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nijmegen

Beleidsregels aanwijzing belastingplichtigeen WOZ-belanghebbende (2015)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNijmegen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels aanwijzing belastingplichtigeen WOZ-belanghebbende (2015)
CiteertitelBeleidsregels aanwijzing belastingplichtigeen WOZ-belanghebbende (2015)
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpBelastingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2015Onbekend

16-12-2014

Gemeenteblad 2015/015

Reg. nr. 14.0013688

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels aanwijzing belastingplichtigeen WOZ-belanghebbende (2015)

Beleidsregels aanwijzing belastingplichtigeen WOZ-belanghebbende (2015)

Het College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen;

gelet op het bepaalde in:

 

  • -

    artikel 1 van de verordening onroerendezaakbelastingen;

  • -

    artikel 3 van de verordening rioolheffingen;

  • -

    artikel 4 van de verordening reinigingsheffingen;

  • -

    artikel 2 van de verordening hondenbelasting;

  • -

    hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken

besluit vast te stellen de navolgende

beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige en van een WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie

 

Algemeen

In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat meer personen belastingplichtig kunnen zijn voor één belastingobject (onroerende zaak, perceel, hond). In de gevallen waarin dat voorkomt mag de gemeente de aanslag ten name van één van de belastingplichtigen stellen. In die gevallen hanteert de gemeente Nijmegen een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt. Wanneer is een aanwijzing van de belastingplichtige nodig?

 

I. Bij de Onroerendezaakbelastingen eigenaar en de Rioolheffing eigenaar:

Als de onroerende zaak of het perceel eigendom is van meer dan één persoon.

II. Bij de Onroerendezaakbelastingen gebruiker en de Afvalstoffenheffing:

Als de onroerende zaak of het perceel wordt gebruikt door meer dan één persoon.

III. Bij de Hondenbelasting:

Als het huishouden dat de houder is van de hond uit meer dan één persoon bestaat.

IV. Bij de aanwijzing van een WOZ-belanghebbende:

Als voor één eigendom meer personen als (gelijksoortige, bijvoorbeeld in gemeenschap van goederen gehuwde echtgenoten) belanghebbende kunnen worden aangemerkt.

 

Ad I. Eigendomssituatie

Met betrekking tot het aanwijzen van de belastingplichtige voor het eigendom van de onroerende zaak zijn er bij de Onroerendezaakbelastingen en de Rioolheffingde volgende situaties mogelijk bij de aanwijzing van de genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht:

A. Er is sprake van verschillende categorieën genothebbenden. Hiervan is sprake als er meer dan één beperkt recht op de onroerende zaak gevestigd is. In deze situatie wordt achtereenvolgens als belastingplichtige aangewezen:

  • 1.

    de vruchtgebruiker cq. de gerechtigde krachtens recht van gebruik en bewoning;

  • 2.

    de opstaller;

  • 3.

    de erfpachter;

  • 4.

    de eigenaar of appartementsgerechtigde;

  • 5.

    degene die op andere wijze als genothebbende naar voren komt, daaronder begrepen de bezitter.

B. Als er meerdere genothebbenden binnen één categorie (zakelijke recht van dezelfde soort) zijn wordt achtereenvolgens als belastingplichtige aangewezen:

1.degene met het grootste aandeel;

Bij gelijke aandelen:

  • 2.

    de oudste in leeftijd;

  • 3.

    degene die het langst op dat adres staat ingeschreven in de basisregistratie personen;

  • 4.

    een natuurlijk persoon boven een rechtspersoon;

  • 5.

    de eerste gerechtigde in volgorde van het kadaster.

C. Ingeval van een economische eigendomsoverdracht wordt hier op verzoek rekening mee gehouden. Een kopie van de akte moet worden overgelegd en met ingang van het volgend belastingjaar wordt deze wijziging in het bestand verwerkt.

 

AD IIA. Gebruikssituatie Onroerendezaakbelastingen

Met betrekking tot het aanwijzen van een belastingplichtige voor het gebruik van een object onderscheiden we bij de Onroerendezaakbelastingen van gebruikers de volgende situaties:

A. Als een onroerende zaak als afzonderlijk object wordt gebruikt, wordt achtereenvolgens als belastingplichtige aangewezen:

  • 1.

    Degene die als eerste door de verhuurder als huurder wordt vermeld;

  • 2.

    Degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt.

B. Als een onroerende zaak bestaat uit meerdere niet zelfstandig te gebruiken eenheden, of als het onroerende zaak, bestaande uit zelfstandig of niet zelfstandig te gebruiken eenheden telkens voor korte perioden wordt verhuurd, wordt achtereenvolgens als belastingplichtige aangewezen:

 

  • 1.

    De verhuurder;

  • 2.

    Degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt.

     

    Ad IIB.Gebruikssituatie Afvalstoffenheffing

    Met betrekking tot het aanwijzen van de belastingplichtige voor het gebruik van een perceel onderscheiden we bij de Afvalstoffenheffing de volgende situaties:

    A. Als een perceel als afzonderlijk geheel door een particuliere huishouding wordt gebruikt, wordt achtereenvolgens als belastingplichtige aangewezen:

    • 1.

      Degene, die de aanslag Onroerendezaakbelastingen eigenaar voor dit perceel ontvangt, indien deze tevens op dat adres staat ingeschreven in de basisregistratie personen;

    • 2.

      De bewoner die het langst op dat adres staat ingeschreven in de basisregistratie personen;

    • 3.

      Bij gelijktijdige vestiging: de oudste in leeftijd.

    • 4.

      Degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt.

    B. Als een perceel bestaat uit meerdere niet zelfstandig te gebruiken wooneenheden, of als het perceel, bestaande uit zelfstandig of niet zelfstandig te gebruiken eenheden telkens voor korte perioden wordt verhuurd, wordt achtereenvolgens als belastingplichtige aangewezen:

    • 1.

      De verhuurder;

    • 2.

      De bewoner die het langst op dat adres staat ingeschreven in de basisregistratie personen;

    • 3.

      Bij gelijktijdige vestiging: de oudste in leeftijd.

    • 4.

      Degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt.

    C. Bij Wet van 17 maart 2011, Stb 183 is artikel 15.33 van de Wet milieubeheer gewijzigd. Dit om problemen met de heffing van afvalstoffen bij kamerverhuur en volgtijdig gebruik op te lossen. De Wet maakt de heffing van afvalstoffenheffing doelmatiger door de aanslag bij kamerbewoning bij de verhuurder neer te leggen.

    In artikel 15.33 van de Wet milieubeheer is het begrip ‘feitelijk’ geschrapt. In het nieuwe tweede lid wordt een nadere omschrijving gegeven van het begrip gebruik. In drie gevallen wordt een specifieke gebruiker aangewezen als belastingplichtige:

    • -

      bij gebruik door meer leden van een huishouden: een lid van een huishouden;

    • -

      bij gebruik van delen van een perceel: degene die de delen van het perceel in gebruik heeft gegeven;

    • -

      bij ter beschikking stellen voor volgtijdig gebruik: degene die het perceel voor volgtijdig gebruik ter beschikking heeft gesteld.

       

    Ad III. Hondenbelasting

    Met betrekking tot het aanwijzen van de belastingplichtige voor de Hondenbelasting geldt het onderstaande:

    Per huishouden wordt vastgesteld of er een of meerdere honden door leden van het huishouden worden gehouden. De leden van een huishouden zijn alle personen die naar de omstandigheden beoordeeld deel uitmaken van een gezamenlijke huishouding. Achtereenvolgens wordt als belastingplichtige aangewezen:

    • 1.

      degene die het langst op dat adres staat ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie;

    • 2.

      bij gelijktijdige vestiging de oudste in leeftijd.

       

    Ad IV. WOZ-belanghebbende

    In de gevallen dat er een keuzesituatie bestaat met betrekking tot de tenaamstelling van een beschikking ingevolge hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken zijn de beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie, voor zover zij betrekking hebben op de onroerendezaakbelastingen van overeenkomstige toepassing.

     

    Algemeen

    In deze beleidsregels zijn een aantal voorwaarden voor de meest voorkomende gevallen geformuleerd die bij de aanwijzing van de belastingplichtige of voor de toezending van ‘verplichte’ WOZ-beschikkingen in acht moeten worden genomen. Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op een doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn. De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming.

    Voor zover de belasting wordt geheven over een belastingtijdvak, is bij de toepassing van de voorkeursvolgorde beslissend de situatie bij de aanvang van dat tijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

    Aangezien de voorkeursvolgorde er mede op is gericht de aanslag op te leggen aan een belastingplichtige die in staat geacht mag worden om de belasting te betalen, kan ook tot een andere keuze gekomen worden dan uit de voorkeursvolgorde zou volgen.

    Ingeval van een schriftelijk verzoek om de belastingaanslag op naam van een ander te stellen (inclusief schriftelijk erkenning tot voldoening van de belastingschuld) kan, indien reeds een aanslag aan een belastingplichtige is opgelegd, aan dit verzoek pas met ingang van het eerstvolgende belastingjaar worden tegemoetgekomen. Met betrekking tot onvolledige of foutieve gegevens in de basisregistratie personen of naar aanleiding van een ingediende bezwaarschrift wordt onderzoek ingesteld naar de feitelijke situatie. Indien, door welke oorzaak dan ook, een aanslag wordt opgelegd in afwijking van deze volgorde, heeft dit niet tot gevolg dat de opgelegde aanslag ongeldig of onrechtmatig jegens de aangeslagen belastingplichtige is.

     

    Deze regels zijn vastgesteld op 16 december 2014 en treden in werking op 1 januari 2015.

     

    College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen,

    De Gemeentesecretaris,

    drs. B van der Ploeg

    De Burgemeester,

    drs. H.M.F. Bruls