Organisatie | Edam-Volendam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Edam-Volendam 2017 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Edam-Volendam 2017 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-05-2017 | 01-01-2017 | 09-01-2019 | Nieuwe regeling | 07-03-2017 Gemeenteblad, 11 mei 2017 | Geen |
Alle definities en begrippen in dit besluit hebben dezelfde betekenis als in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Verordening maatschappelijke ondersteuning Edam-Volendam 2016.
Artikel 2. Hoogte persoonsgebonden budget (pgb)
begeleiding/ dagbesteding/ kortdurend verblijf door een:
persoon uit het sociale netwerk van de cliënt bedraagt maximaal € 20,- per uur of dagdeel en maximaal € 30,- per etmaal (bij kortdurend verblijf), maar kan nooit hoger zijn dan 80% van het gecontracteerde tarief geldend op 1 januari van het betreffende kalenderjaar voor de betreffende zorg in natura;
aanpassing van de eigen auto bedraagt maximaal € 2.000,- indien de persoon met beperkingen geïndiceerd is voor het collectief systeem van aanvullend openbaar vervoer maar niet in aanmerking wil komen voor de collectieve voorziening. Deze autoaanpassing kan alleen worden verstrekt in plaats van het collectief vervoer als deze voor een periode van minimaal vijf jaar adequaat wordt geacht. In aanvulling op dit pgb kan geen pgb toegekend worden voor de kosten van gebruik eigen auto of (rolstoel)taxi. Het pgb wordt niet vaker dan eens per vijf jaar verstrekt. Het pgb geldt tevens als bijdrage voor het onderhoud en reparatie van de autoaanpassing.
Artikel 3. Bijdrage voor algemene voorzieningen
Een cliënt is voor alle in de gemeente aanwezige algemene voorzieningen de betreffende reguliere bijdrage in de kosten verschuldigd.
Artikel 4. Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen of pgb’s
Voor een maatwerkvoorziening of pgb ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige is geen bijdrage verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is afgewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt.
Artikel 6. Anti-speculatiebeding
De eigenaar-bewoner, die krachtens de verordening een woonvoorziening heeft ontvangen die leidt tot waardestijging van de woning, dient bij verkoop van deze woning binnen een periode van tien jaar na gereed melding van de voorziening, deze verkoop van de woning onverwijld aan het college te melden. De meerwaarde die door het treffen van de voorziening is ontstaan dient gedeeltelijk aan de gemeente te worden terugbetaald tot maximaal het door de gemeente gesubsidieerde bedrag voor de in de woning getroffen voorzieningen.
Burgemeester en wethouders van Edam-Volendam,
de secretaris, drs. MA.J.R. Hermans
de burgemeester, L.J. Sievers
Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Edam-Volendam 2017
Vanaf 1 januari 2015 is de Wmo 2015 in werking getreden en zijn gemeenten verantwoordelijk voor een belangrijk deel van de ondersteuning aan burgers die zelf onvoldoende zelfredzaam zijn of onvoldoende in staat zijn tot participatie. De verantwoordelijkheid van de gemeente is uitgebreid met taken vanuit de landelijke AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten).
In de Verordening maatschappelijke ondersteuning Edam-Volendam 2016 zijn gemeentelijke keuzes vastgelegd. In dit Besluit maatschappelijke ondersteuning zijn de financiële regels voor de uitvoering van de Wmo 2015 opgenomen. Dit Besluit is afgeleid van het landelijke Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. In dit besluit zijn nadere regels gesteld om te borgen dat in alle gemeenten een uniforme systematiek voor het vaststellen van inkomens- en vermogensafhankelijke bijdragen in de kosten worden gehanteerd.
Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven, worden hieronder behandeld.
Artikel 2. Hoogte persoonsgebonden budget (pgb)
Bij de diverse tarieven is rekening gehouden met de deskundigheid van de zorgaanbieder.
Desondanks komt een daartoe opgeleid persoon werkzaam bij een professionele organisatie danwel werkzaam als zelfstandige zonder personeel (zzp-er) niet voor vergoeding van hetzelfde tarief als zorg in natura in aanmerking. Elke zorgaanbieder die aan de voorwaarden voldoet kan in aanmerking komen voor een contract met de gemeente voor levering van ondersteuning. De ondersteuning wordt dan als zorg in natura geleverd. Door bij een pgb een lagere vergoeding toe te staan wordt voorkomen dat aanbieders geen contract tekenen om onder bepaalde voorwaarden uit te komen. Bovendien is een belangrijk argument voor de keuze van een lager percentage om te komen tot een systeemverandering. Met de gecontracteerde aanbieders wordt een transitieagenda opgesteld waarin op basis van partnerschap gewerkt wordt aan het transformeren van het systeem.
In de Wmo bestond de mogelijkheid om financiële tegemoetkomingen te verstrekken. In de Wmo 2015 is deze mogelijkheid niet opgenomen. De gedachte hierachter is dat er in alle gevallen maatwerk geleverd moet worden en daar past een financiële tegemoetkoming niet bij. In de praktijk is dit echter nagenoeg niet uitvoerbaar. Vandaar dat voor een aantal kosten de vergoeding in de vorm van een pgb wordt verstrekt.
Artikel 4. Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen of pgb’s
De rijksoverheid stelt jaarlijks in het Uitvoeringsbesluit Wmo de grenzen vast voor de maximaal op te leggen bijdrage. Het huidige beleid wordt voortgezet, waarbij de bijdrage wordt bepaald op basis van deze landelijk geldende regels. Deze zijn inkomensafhankelijk.
In artikel 12 lid 2 onder c van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Edam-Volendam 2016 is opgenomen dat het college bij nadere regeling kan bepalen of er een eigen bijdrage wordt opgelegd wanneer een woningaanpassing ten behoeve van een minderjarig kind nodig is. In dit artikel wordt uitvoering gegeven aan dit artikel en wel zo dat de eigen bijdrage niet wordt opgelegd.
Er wordt geen bijdrage opgelegd voor een pgb zoals genoemd onder artikel 2 lid 2 sub f, g, h, i, k, l, m, n en o van dit besluit. Het gaat hier namelijk om forfaitaire bedragen, zoals een verhuiskostenvergoeding, een auto- of taxikostenvergoeding. Dit forfaitaire bedrag betreft een tegemoetkoming, welke los van de werkelijke kosten en los van het inkomen wordt vastgesteld. Het is geen kostendekkend bedrag en wordt daarom niet op het inkomen van de aanvrager afgestemd.
Artikel 5. Klanttarief collectief vervoer
In dit artikel worden de tarieven aangegeven die een cliënt dient te betalen bij gebruikmaking van het collectief vervoer. Alleen in geval van eenmalige belangrijke gebeurtenissen in de privésfeer kan er gebruik gemaakt worden van een plus-rit. Dit zijn bijvoorbeeld inzegening van een huwelijk, begrafenis of een examen.
Artikel 6. Anti-speculatiebeding
Dit artikel geeft aan dat bij de verkoop van een aangepaste woning binnen tien jaar een eventueel bedrag, dat het gevolg is van de meerwaarde van de woning door de aanpassing, aan het college moet worden terugbetaald.