Organisatie | Geertruidenberg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels subsidie Gemeente Geertruidenberg Versie 8 juli 2014 |
Citeertitel | Beleidsregels subsidie Gemeente Geertruidenberg Versie 8 juli 2014 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-07-2014 | 01-03-2018 | Nieuwe regeling | 08-07-2014 De Langstraat, 17 juli 2014 | Onbekend |
In de Subsidieverordening welzijn gemeente Geertruidenberg 2009 is bepaald dat het college van burgemeester en wethouders beleidsregels vaststelt. Die beleidsregels omvatten tenminste een omschrijving van de volgende zaken:
In dit document wordt op de eerste plaats in het kort aandacht besteed aan enkele essentiële bepalingen (normen) uit de geldende subsidieverordening en de daaruit voortvloeiende bevoegdheden die het college op basis van de geldende subsidieverordening heeft.
Vervolgens worden de uitgangspunten voor het subsidiebeleid beschreven die vertaald worden in een beoordelingsleidraad voor de te toetsen subsidieaanvragen. De te honoreren aanvragen vinden uiteindelijk hun vertaalslag in de vast te stellen subsidieprogramma’s.
Bij deze beleidsregels behorende bijlage A genaamd Subsidieprogramma Gemeente Geertruidenberg vormt een onderdeel van en is onlosmakelijk verbonden aan deze beleidsregels.
II. Bestaande subsidieverordening (in vogelvlucht)
De gemeentelijke subsidies vinden hun rechtsbron in de subsidieverordening, de beleidsregels voor subsidies en de vastgestelde subsidieprogramma’s. In die verordening worden enerzijds de voorwaarden aangegeven voor subsidie, de beleidsterreinen (reikwijdte), de soorten subsidies en de organisaties die voor subsidie in aanmerking komen. Anderzijds bevat zij bepalingen/verplichtingen omtrent de subsidieaanvraag/verlening/vaststelling en de daarvoor gestelde termijnen.
Een drietal elementen uit de verordening behoeven nadere aandacht. Dat zijn de voorwaarden voor subsidie, de reikwijdte van de verordening en de soorten subsidies.
In de verordening zijn vier randvoorwaarden opgenomen voor subsidie. Dat zijn:
Behalve deze voorwaarden, zijn ook de weigeringsgronden, genoemd in artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Naast de voorwaarden voor subsidie is het van belang de reikwijdte van de subsidieverordening helder in beeld te hebben. Die reikwijdte wordt bepaald door de 10 opgenomen beleidsterreinen in de verordening. Het betreft de volgende beleidsvelden:
Voor elk van deze beleidsterreinen dienen wij beleidsregels vast te stellen. Zij omvatten ten minste een omschrijving van:
De toepassing van de beleidsregels resulteert per beleidsveld in een of meer programma’s van gesubsidieerde activiteiten.
Op basis van de bestaande regelgeving zijn de subsidies te verdelen in budgetsubsidies, waarderingssubsidies en investeringssubsidies.
Budgetsubsidie: een subsidie voor de duur van één of meerdere jaren op grondslag van producten en prestaties.
Waarderingssubsidies: een subsidie voor een activiteit of activiteiten die wordt verstrekt om de waardering van de gemeente voor het ondernemen daarvan tot uitdrukking te brengen. Daaronder vallen ook (eenmalige) subsidies bij jubilea en eventuele activiteiten met een incidenteel karakter.
Investeringssubsidie: een subsidie in de kosten van aankoop, stichting of verbouwing van accommodaties binnen de gemeente, daaronder begrepen de onmiddellijk daarmee verband houdende inrichtingskosten.
III.Uitgangspunten van subsidiebeleid
Met inachtneming van het voorgaande hebben wij vorm gegeven aan het subsidiebeleid voor de komende jaren. Daarbij hebben wij ons laten leiden door een reeks uitgangspunten die zich als volgt laten indelen:
III-2. Algemene uitgangspunten subsidiebeleid
De volgende algemene uitgangspunten hebben hun stempel gedrukt op de vormgeving van het subsidiebeleid:
III-3. Inhoudelijke uitgangspunten
De inhoudelijke uitgangspunten voor subsidie luiden als volgt:
1. Subsidie wordt niet 'zomaar' verstrekt. Leidraad bij het verstrekken van subsidies zijn de doelen die de gemeente Geertruidenberg wil bereiken (bestuurlijke doeleinden). Door het gericht inzetten van subsidie wordt gestuurd op het realiseren van activiteiten die aan het bereiken van de bestuurlijke doeleinden ten grondslag liggen. De doelen zijn vastgesteld door de gemeenteraad en luiden als volgt:
Het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid van de woon- en leefomgeving door initiatieven voor en door inwoners van de gemeente. Cultuur en kunst
Het in staat stellen van ouderen om zo lang mogelijk zelfstandig te wonen en bevordering van mogelijkheden tot participatie aan de samenleving.
Het verbeteren van de mogelijkheden tot deelname aan het maatschappelijk leven door toeleiding naar arbeid en bevordering van de zelfredzaamheid.
Het bevorderen van de gezondheid van de inwoners.
Maatschappelijke dienstverlening
Het scheppen van voorwaarden tot stimulering van sportbeoefening door jongeren tot 18 jaar.
Het bevorderen van de toeristisch-recreatieve positie van de gemeente Geertruidenberg, waarbij het accent ligt op activiteiten ter bevordering van het cultuurhistorisch toerisme, de waterrecreatie en de routegebonden recreatie.
Bevorderen van de integratie van inwoners met een handicap in de samenleving.
2. Subsidieverstrekking dient een afgeleide te zijn van de kerntaken die de gemeente zich stelt. De kerntaken op welzijnsgebied zijn:
a. realiseren en instandhouden van algemene voorzieningen (professionele dienstverlening en ondersteuning) Dit deel van het beleid is het best zichtbaar. Het is gericht op het realiseren, instandhouden en optimaliseren van voorzieningen en heeft een preventieve functie. Doordat mensen er gebruik van maken wordt de sociale binding en leefbaarheid bevorderd en kunnen de mensen zich ontplooien. Voorbeelden zijn: muziekschool, bibliotheek, de SWOG en het algemeen maatschappelijk werk.
b. ontwikkelen en uitvoeren van gerichte (welzijns)activiteitenDit zijn activiteiten die zijn gericht op voorkomen, verminderen of oplossen van (welzijns) tekorten. Het beleid is gericht op groeperingen die (tijdelijk) meer dan gemiddelde ondersteuning, hulp of aandacht behoeven. Naast de preventieve functie kan er ook sprake zijn van een zorg- en opvangfunctie.
c. beleid realiseren m.b.t. nieuwe ontwikkelingen en gesignaleerde lacunes Op nieuwe initiatieven en gesignaleerde lacunes moet snel en adequaat kunnen worden ingespeeld. Overigens betekent dit niet dat elk initiatief onmiddellijk zal worden gesubsidieerd.
d. gelijke kansen voor mensen met een beperking.
Iedere burger moet kunnen deelnemen aan welzijnsactiviteiten. Dit betekent dat voorzieningen en activiteiten bereikbaar, toegankelijk en bruikbaar moeten zijn voor mensen met een functiebeperking.
III-4 Subsidie-technische uitgangspunten.
Door het vaststellen van beleidsregels en het subsidieprogramma hebben de instellingen in principe zekerheid over het ontvangen van subsidie en wordt een lijn uitgezet voor een langere periode. De gemeenteraad moet overigens wel de daarvoor jaarlijks benodigde gelden voteren. De gemeentelijke regiefunctie zal dan ook gericht zijn op de vastgelegde beleidsdoelstellingen.
De opzet is om een duidelijk, helder en eenvoudig subsidiesysteem vast te stellen. Per subsidieontvanger en/of groep van subsidieontvangers zullen de subsidiesoort en de eisen worden vastgesteld. De volgende uitgangspunten hebben meegespeeld in de afwegingen.
Het systeem dient, waar mogelijk en van toepassing, zekerheid te verschaffen. Wanneer het subsidieprogramma voor drie jaar wordt vastgesteld behoeven niet ieder jaar de activiteiten tegen elkaar te worden afgewogen. Verenigingen kunnen hun beleid ook afstemmen op de zekerheid van het beleid voor drie jaren.
Deze eisen moeten, samen met de beleidsinhoudelijke uitgangspunten, leiden tot een doelmatig en doeltreffend subsidiebeleid.
III-5. Uitgangspunt: doelmatig en doeltreffend subsidiebeleid
De doeltreffendheid van het verstrekken van subsidies wordt bevorderd door deze alleen in te zetten voor “gemeentelijke doelen” behorend bij de beleidsvelden waarvoor subsidies beschikbaar zijn. De doelmatigheid wordt bevorderd door subsidies te besteden aan activiteiten die passen bij elk van de beleidsdoelen.
Bij het verstrekken van subsidies opereert de gemeente in een spanningsveld:
-de gemeente wil een breed doel bereiken, maar beschikt over een budget dat zijn limieten kent;
-de gemeente wordt geconfronteerd met nieuwe initiatieven en ontwikkelingen, maar van de bestaande gesubsidieerde activiteiten vallen er vrijwel geen af;
-de kosten van activiteiten worden steeds hoger, mede door de eisen van de inwoners, terwijl het gemeentelijke budget niet evenredig stijgt.
Dit zal onvermijdelijk leiden tot het maken van duidelijke keuzes.
De effectiviteit en efficiency van het subsidiebeleid worden bevorderd door het werken met de volgende twee subsidievormen:
a. subsidie welke gekoppeld is aan activiteiten zonder nadere afspraken vooraf over de aard en omvang van te verrichten activiteiten of te leveren prestaties. Deze subsidievorm heet waarderingssubsidie. Zij wordt verstrekt voor een activiteit of activiteiten waarbij het primair gaat om de waardering daarvoor van de gemeente. Bij deze subsidievorm worden, met name in de sfeer van de verantwoording achteraf, lage eisen gesteld.
b. subsidie welke gekoppeld is aan afspraken vooraf over de aard en omvang van te verrichten activiteiten of te leveren prestaties. Deze subsidievorm heet budgetsubsidie. Bij deze subsidie worden met name in de sfeer van de verantwoording achteraf hogere eisen gesteld.
IV. Beoordelingsleidraad (toetsing aanvragen)
Subsidieverstrekking kent een spanning tussen vraag en aanbod d.w.z. dat er meer aanvragen om subsidie komen of dat de gevraagde subsidiebedragen hoger zijn dan de gemeenten kan of wil honoreren. Om een goede en objectieve afweging te kunnen maken dienen alle aanvragen getoetst te worden op basis van onderstaande criteria.
IV-1. Valt de aanvraag om subsidie onder de categorie algemene voorziening, gerichte (welzijns)activiteit of nieuwe ontwikkeling en zo ja, past het te bereiken doel binnen het gemeentelijk beleid?
Een algemene voorziening is een (professionele) instelling op het vlak van het maatschappelijk welzijn.
Een gerichte (welzijns)activiteit is een activiteit gericht op het voorkomen, verminderen, oplossen van (welzijns)tekorten op het vlak van:
1. activiteiten gericht op bestaanszekerheid en zelfredzaamheid (aanleren van sociale en verstandelijke vaardigheden);
2. activiteiten gericht op gemeenschapszin en integratie waarbij rekening gehouden wordt met de toegankelijkheid voor mensen met een functiebeperking;
3. activiteiten gericht op kunst, cultuur, sport, recreatie en toerisme
Een nieuwe ontwikkeling kan zowel een algemene voorziening zijn als een gerichte (welzijns)activiteit welke wordt aangeboden gedurende de periode van het lopende beleidsplan en waarvoor subsidie wordt aangevraagd.
IV-2. Is het een basisvoorziening/activiteit of een wenselijke voorziening/activiteit?
Als tweede stap wordt een onderscheid aangebracht tussen basisvoorzieningen en wenselijke voorzieningen.
Basisvoorziening/activiteiten.
Dat zijn de voorzieningen en activiteiten, die in principe voor alle inwoners of voor een groot gedeelte daarvan beschikbaar moeten zijn, multifunctioneel zijn in gebruik en als noodzakelijk/elementair kunnen worden beschouwd binnen de sociale infrastructuur.
De gemeente legt zich de plicht op om (mede)verantwoordelijkheid te dragen voor de totstandkoming en instandhouding van een basisstructuur van deze voorziening en/of activiteit en bewaakt de continuïteit, de kwaliteit, de bereikbaarheid en de toegankelijkheid van de basisvoorziening en bevordert die. Subsidieverstrekking is een onderdeel van de instandhouding van basisvoorzieningen/activiteiten met groot bereik.
Wenselijke voorziening/activiteit.
Dat zijn de voorzieningen en activiteiten, die in principe niet openstaan voor alle burgers of een grote groep daarvan en grotendeels gericht zijn op eigen plezier, ontspanning en tijdverdrijf. Voor deze voorzieningen en activiteiten is in eerste instantie de burger zelf verantwoordelijk. Waar mogelijk wordt het profijtbeginsel (gebruiker betaalt) toegepast. Een voorbeeld van een wenselijke voorziening is het musiceren voor eigen plezier en ontspanning in verenigingsverband. Voor volwassenen geldt voor deze voorziening in principe het profijt-beginsel en wordt er geen subsidie verstrekt. Maar daar waar deze activiteiten bijdragen aan een gemeentelijk beleidsdoel (bijvoorbeeld een openbare toneeluitvoering) komen ze wel voor subsidie in aanmerking: ze hebben dan een publieksfunctie. Wenselijke activiteiten die een meerwaarde hebben in maatschappelijke zin ( b.v. straathoekwerk, belangenbehartiging voor ouderen) zijn activiteiten voor door de gemeente benoemde prioritaire doelgroepen (ouderen, jongeren en vrijwilligers).
Binnen de wenselijke voorzieningen wordt een onderscheid gemaakt tussen:
Voor het maken van onderscheid tussen basisvoorzieningen en wenselijke voorzieningen én tot nadere prioriteitstelling in de veelheid van voorzieningen en activiteiten zijn alle elementen die hiervoor aan de orde zijn gekomen, samengevat in een beoordelingschema.
In het kader van het subsidiebeleid zijn drie doelgroepen benoemd als prioritaire doelgroepen d.w.z. dat voor deze groepen bepaalde wenselijke voorzieningen wél worden gesubsidieerd (wenselijke voorzieningen met een maatschappelijke functie), te weten jeugdigen, ouderen en vrijwilligers.
Voor deze doelgroep worden wenselijke voorzieningen gesubsidieerd die te maken hebben met het deelnemen van jeugdigen aan activiteiten in verenigingsverband. Uitgangspunt daarbij is niet de betaalbaarheid, maar vooral het feit dat jongeren gestimuleerd worden deel te nemen aan het verenigingsleven. Dat is in het belang van de verenigingen (verjonging), in het belang van de jeugdigen (sociale vorming en ontwikkeling) en in het belang van de samenleving (toekomstige vrijwilligers die organisaties dragen).
Voor de doelgroep geldt eveneens dat de betaalbaarheid van de voorzieningen niet het oogmerk is van de subsidieverstrekking. Voor ouderen worden voorzieningen gesubsidieerd die bijdragen aan de zelfredzaamheid en die voorkomen dat ouderen in een isolement raken.
Mensen met een functiebeperking tengevolge van een lichamelijke en/of geestelijke handicap of chronische ziekte
Voor deze doelgroep geldt dat veel voorzieningen en activiteiten niet toegankelijk zijn omdat hiermee in de opzet geen rekening is gehouden. Om ook bij deze doelgroep de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie te vergroten dient bij de subsidieverstrekking expliciet aandacht te zijn voor de bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid voor mensen met een functiebeperking.
Vrijwilligers worden beschouwd als prioritaire doelgroep omdat zij fungeren als de motor waarop het gemeentelijk welzijnsbeleid draait.
Aanvragen voor subsidies die niet zijn opgenomen in het subsidieprogramma, kunnen gedurende de subsidieperiode alleen worden gehonoreerd als incidentele subsidies.
Bij de beoordeling van nieuwe subsidieaanvragen worden de volgende vragen gesteld:
Deze beslisregels – met name tweede - zijn van dien aard dat niet met veel precisie vooraf kan worden bepaald welke omstandigheden en hun weging zullen leiden tot een positief of negatief oordeel over een subsidieaanvraag. Wel kunnen niet-limitatief factoren worden genoemd die – op zichzelf dan wel in combinatie – meewegen in de beoordeling van de aanvragen:
Afhankelijk van de antwoorden op deze vragen zullen wij bepalen of de voorziening in aanmerking komt voor subsidie.
Muziek/theaterevenementen zijn evenementen waarbij artiesten solo of in groepsverband, al dan niet tegen betaling, optreden voor het publiek. Dergelijke evenementen kunnen in aanmerking komen voor een eenmalig waarderingssubsidie van ten hoogste € 750 indien de beoordeling van subsidieaanvraag leidt tot een positief oordeel. Dit criterium is uitsluitend van toepassing op muziek/theaterevenementen die in de gemeente voor de eerste keer plaatsvinden en die (mede) worden georganiseerd door een culturele organisatie die gevestigd is in onze gemeente. Latere, identieke of vergelijkbare, edities zijn uitgesloten van subsidiëring.
V Investeringsubsidies en jubilea
Ingevolge de subsidieverordening kan ons college investeringssubsidies verstrekken. Dit zijn subsidies in de kosten van aankoop, stichting of verbouwing van accommodaties binnen de gemeente, daaronder begrepen de onmiddellijk daarmee verband houdende inrichtingskosten. Op investeringsubsidies is de 1/3 regeling van toepassing. Deze regeling houdt in dat 1/3 deel voor rekening van de aanvrager/instelling dient te komen, 1/3 deel door derden dient te worden ingebracht (sponsoring e.d.) en 1/3 deel door de gemeente. Het maximum gemeentelijk aandeel is € 5000. Alleen instellingen die op basis van de subsidieverordening al een meerjarige financiële relatie met de gemeente hebben, komen voor een investeringssubsidie in aanmerking.
V-2. Waarderingsubsidies bij jubilea
Ingevolge de subsidieverordening kan ons college waarderingsubsidies bij jubilea verstrekken. De financiële bijdrage is bedoeld voor activiteiten die openstaan of bestemd zijn voor de gehele bevolking van de gemeente Geertruidenberg, recepties uitgezonderd. Het subsidie is een vast bedrag waarvan de hoogte afhankelijk is van de aard van het jubileum:
-bij 12,5 jaar bestaan € 75,00 (carnaval 11 jaar bestaan)
-bij 25 jaar bestaan € 150,00 (carnaval 22 jaar bestaan)
-bij 50 jaar bestaan € 250,00 (carnaval 44 jaar bestaan)
-bij 75 jaar bestaan € 400,00 (carnaval 77 jaar bestaan)
-bij 100 jaar bestaan € 500,00 (carnaval 99 jaar bestaan)
en vervolgens bij een veelvoud van telkens 25 respectievelijk 22 jaar tot een maximum van € 500,-.
Alleen instellingen die op basis van de subsidieverordening al een meerjarige financiële relatie met de gemeente hebben, komen voor een jubileumsubsidie in aanmerking.
VI. Overige bepalingen subsidiebeleid/programma
Voor de in de verordening genoemde beleidsterreinen zijn doelstellingen vastgesteld welke vertaald zijn in de bijlage A. Met behulp van de beoordelingsleidraad (Bijlage B) worden de ingediende aanvragen getoetst. Instellingen die activiteiten organiseren welke niet onder de gemeentelijke beleidsdoelen vallen, geen binding met de gemeente hebben of geen direct gemeentelijk belang omvatten ontvangen geen subsidie.
2. Eerlijke/transparante/eenvoudige verdeling subsidie
De opzet is om voor met name organisaties met eenzelfde doel een rechtvaardige verdeling van de subsidies te verwezenlijken en de verdeling eenvoudig te houden. Bij instellingen met leden wordt in principe als uitgangspunt genomen een bedrag per (jeugd)lid. Bepalend is daarbij het aantal (jeugd)leden op 1 januari van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarvoor subsidie wordt verstrekt. Verder wordt gewerkt met vaste bedragen, bedragen per inwoner/per kern en met goed te keuren begrotingen van de instellingen.
De (meerjarige) subsidieverstrekkingen voor de instellingen worden in principe budgettair neutraal uitgevoerd. Daarbij vormt het jaarlijks in de gemeentebegroting opgenomen bedrag het subsidieplafond.
Waar wordt gesproken over ouderen wordt bedoeld inwoners uit onze gemeente vanaf 55 jaar.
Waar wordt gesproken over jeugdleden wordt bedoeld jongeren tot en met 17 jaar.
6. Financiële positie gemeente
Indien de gemeentelijke financiële situatie daartoe aanleiding geeft kunnen de subsidies worden verlaagd.
In principe kan bij het bepalen van de hoogte van de subsidies rekening worden gehouden met de eigen middelen waarover de instellingen beschikken. Daarbij kan tevens rekening gehouden worden met de middelen die eventueel zijn ondergebracht in de egalisatiereserve en de bestemmingsreserves. Bestemmingsreserves, herleidbaar naar een actueel onderhouds- en investeringsplan worden in principe buiten beschouwing gelaten bij de beoordeling van een subsidieaanvraag.
Aan de in de bijlage Subsidieprogramma opgenomen bedragen kunnen geen rechten worden ontleend. Zij vormen slechts de grondslag en basis voor de primaire berekening van het subsidie. Na de primaire berekening van de subsidie en een eventuele toepassing van de vermogenstoets kan dat resulteren in een lager dan wel geen subsidie.
Het college kan door hem aan te wijzen subsidies dan wel componenten daarvan jaarlijks bijstellen op basis van een door hem vast te stellen indexeringsgetal. De gemeenteraad moet daarvoor wel de benodigde gelden beschikbaar hebben gesteld.
9. Onvoorziene of niet geregelde situatie
In situatie waarin deze beleidsregels niet voorzien beslist het college van burgemeester en wethouders nadat overleg heeft plaatsgevonden met de b elanghebbende(n) organisatie(s).
Vastgesteld in de vergadering van 8 juli 2014
burgemeester en wethouders van Geertruidenberg,
de secretaris,
de burgemeester,
R.C.J. Nagtzaam
W. van Hees
Subsidieprogramma behorende bij de beleidsregels subsidiegemeente Geertruidenberg
Beleidsveld 1: samenlevingsopbouw
Door de raad vastgesteld gemeentelijk doel: het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid van de woon- en leefomgeving door initiatieven voor en door inwoners van de gemeente.
Activiteiten waarbij de nadruk ligt op het verbeteren van de woon-en leefomgeving en beheer/exploitatie van buurthuis De Schelf. | |
Exploiteren en onderhouden kinderboerderij, speelterrein, en groenstrook Organiseren 20 educatieve activiteiten voor kinderen en voor ouderen | |
Beleidsveld 2: cultuur en kunst
Door de raad vastgesteld gemeentelijk doel:
Het organiseren van de carnavalsoptochten en culturele festiviteiten rondom carnaval. | |
6.0560.203/4.2002/Carnaval Stichting Geertruidenberg en SRK Raamsdonk | |
Organiseren culturele uitvoeringen voor de jeugd Organiseren van creatieve en ontspannende jeugdacti-viteiten | |
€ 113 per uitvoering voor de jeugd (2 uitvoeringen) | |
Maken en uitzenden van radioprogramma’s; Verzorgen van nieuws en informatie via tekst-TV; Verzorgen van live uitzendingen bij evenementen en bijeenkomsten op cultureel, muziekaal en sportgebied. | |
Beheren, onderhouden en tentoonstellen van oudheidkundige voorwerpen incl. huur De Roos | |
6.0511.303/4.2002 /6.0541.303/4.2002/Stichting museum de Roos. | |
Door de raad vastgesteld gemeentelijk doel: het in staat stellen van ouderen om zo lang mogelijk zelfstandig te wonen en bevordering van mogelijkheden tot participatie aan de samenleving.
Het organiseren van activiteiten in de sfeer van ontmoeting, ontspanning en educatie voor zover deze bijdragen aan het doel van de gemeente op het terrein van het ouderenbeleid. | |
Het in stand houden van de bereikbaarheidsdienst van het mobiele verpleeghuiszorgteam in het kader van de sociale alarmering. | |
Beleidsveld 4: volwasseneneducatie
Door de raad vastgesteld gemeentelijk doel: het verbeteren van de mogelijkheden tot deelname aan het maatschappelijk leven door toeleiding naar arbeid en bevordering van de zelfredzaamheid.
Beleidsveld 5: volksgezondheid
Door de raad vastgesteld gemeentelijk doel: het bevorderen van de gezondheid van de inwoners.
Beleidsveld 6: maatschappelijke dienstverlening
Door de raad vastgesteld gemeentelijk doel:
Het verzorgen van algemeen maatschappelijk werk. Het verzorgen van een 24-uurs bereikheidsdienst ten behoeve van crisisgevallen. | |
Waarnemen, registeren en onderzoek problematiek, overleg, begeleiding en verwijzing. | |
Activiteiten obv de wet inburgering zoals intake, maatschap-pelijke begeleiding, trajectbegeleiding en doorgeleiding alsmede handhaving | |
Afname van een basispakket waaronder: 1.bemensing servicepunt vrijwilligers in de gemeentewinkel; | |
Door de raad vastgesteld gemeentelijk doel: het scheppen van voorwaarden tot stimulering van sportbeoefening door jeugd tot 18 jaar.
Organiseren jaarlijkse schoolsportdag voor de leerlingen van de basisscholen in de gemeente Geertruidenberg | |
Door de raad vastgesteld gemeentelijk doel:
6.0650.003/42099/Stichting Peuterspeelzalen Raamsdonk/ Stichting Peuterspeelzaal De Paddestoel | |
Beleidsveld 9: toerisme en recreatie
Door de raad vastgesteld gemeentelijk doel: het bevorderen van de toeristisch-recreatieve positie van de gemeente Geertruidenberg, waarbij het accent ligt op activiteiten ter bevordering van het cultuurhistorisch toerisme, de waterrecreatie en de routegebonden recreatie.
Beleidsveld 10: gehandicaptenbeleid
Door de raad vastgesteld gemeentelijk doel: bevorderen van de integratie van inwoners met een handicap in de samenleving.
Het organiseren van activiteiten in de sfeer van sport en ontspanning voor hulpbehoevenden en gehandicapte inwoners | |
Het organiseren van activiteiten in de sfeer van sport en ontspanning voor hulpbehoevenden en gehandicapte inwoners | |
€ 95 per gehandicapt lid uit gemeente Geertruidenberg. Waarderingssubsidie | |
Het organiseren van activiteiten in de sfeer van sport en ontspanning voor hulpbehoevenden en gehandicapte inwoners | |