Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Westerveld

Verordening baatbelasting riolering zomerhuisjesterrein Beek en Brink

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWesterveld
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening baatbelasting riolering zomerhuisjesterrein Beek en Brink
CiteertitelVerordening baatbelasting riolering zomerhuisjesterrein Beek en Brink
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 222

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-12-200101-01-2013art. 3, 9

20-12-2001

Da's mooi, 27-12-2001

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening baatbelasting riolering zomerhuisjesterrein Beek en Brink

De raad van de gemeente Westerveld;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 november 2001;

gelet op artikel 222 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

vast te stellen de:

verordening tot wijziging van de “Verordening baatbelasting riolering zomerhuisjesterrein Beek en Brink”.

Aard van de belasting

Artikel 1

Onder de naam van baatbelasting wordt ter verkrijging van een billijke bijdrage in de ten laste der gemeente komende kosten van aansluiting op de riolering van het zomerhuisjesterrein “Beek en Brink” een belasting geheven van de onroerende goederen, die door dit werk zijn gebaat.

Belastingplichtigen

Artikel 2
  • 1.

    Belastingplichtig is degene, die krachtens een zakelijk recht het genot heeft van het onroerend goed.

  • 2.

    Als genothebbende wordt aangemerkt degene, die op 1 januari van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale leggers is aangewezen, tenzij kan worden aangetoond, dat een misstelling in die leggers heeft plaatsgehad, of dat vóór die datum plaats gehad hebbende veranderingen nog niet waren opgenomen, in welke gevallen met de gewijzigde toestand rekening wordt gehouden. Zijn er ten aanzien van enig onroerend goed twee of meer genothebbende, dan zijn allen hoofdelijk voor het gehele bedrag van de aanslag aansprakelijk, met dien verstande, dat betaling door de één de aansprakelijkheid van de ander of de anderen opheft.

Grondslag, tarief
Artikel 3

De belasting bedraagt per aansluiting per jaar € 40,62

Duur der belasting, belastingjaar

Artikel 4
  • 1.

    De belasting wordt geheven gedurende dertig achtereenvolgende jaren.

  • 2.

    Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Afkoop

Artikel 5

De belasting kan elk jaar over de nog niet verstreken belastingjaren op verzoek worden afgekocht.

De afkoopsom wordt berekend door de jaarlijks verschuldigde belastingsom te vermenigvuldigen met de hierna aangegeven factor.

 

Indien de afkoop plaatsvindt in:           factor:

1983=                                                   8.6938

1984=                                                   8.6501

1985=                                                   8.6016

1986=                                                   8.5478

1987=                                                   8.4881

1988=                                                   8.4217

1989=                                                   8.3481

1990=                                                   8.2664

1991=                                                   8.1757

1992=                                                   8.0751

1993=                                                   7.9633

1994=                                                   7.8393

1995=                                                   7.7016

1996=                                                   7.5488

1997=                                                   7.3792

1998=                                                   7.1909

1999=                                                   6.9819

2000=                                                   6.7499

2001=                                                   6.4924

2002=                                                   6.2065

2003=                                                   5.8892

2004=                                                   5.5370

2005=                                                   5.1461

2006=                                                   4.7122

2007=                                                   4.2305

2008=                                                   3.6959

2009=                                                   3.1024

2010=                                                   2.4437

 

Het bedrag van de afkoopsom wordt naar beneden op de cent afgerond.

De belasting verschuldigd over het jaar, waarin de afkoop geschiedt is begrepen in de afkoopsom. Indien de belasting over dat jaar reeds is betaald, wordt deze aangewend voor gedeeltelijke betaling van de afkoopsom.

Wijze van heffing

Artikel 6

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Betalingstermijnen
Artikel 7

De belasting is verschuldigd in één termijn die vervalt op de laatste dag der maand, volgende op die, waarin het aanslagbiljet is gedagtekend.

Afschrijving, uitstel

Artikel 8
  • 1.

    Bevoegd tot het verlenen van afschrijving van de belasting en van uitstel van betaling als bedoeld in artikel 17 van de Wet van 22 mei 1845, Stbl. 22, zijn burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Voor de berekening van de interest als bedoeld in genoemd artikel vinden krachtens dit artikel gegeven regelen inzake rijksbelastingen overeenkomstige toepassing.

Artikel 8a
  • 1.

    Artikel 17, tweede lid, van de Wet van 22 mei 1845 op de invordering van ’s Rijks directe belastingen (Stb. 1926, 334), zoals dat lid luidde voor de inwerkingtreding van de Wet van 26 maart 1987 tot berekening van rente inzake belastingen en premies volksverzekeringen (Stb. 1987, 120) blijft van toepassing tot 1 januari 1997.

  • 2.

    Voor de berekening van interest als bedoeld in de in het eerste lid bedoelde bepaling, vinden de krachtens die bepaling gegeven regelen inzake rijksbelastingen zoals die golden tot en met 31 maart 1987, overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    De artikelen 18 tot en met 18c van de Wet van 22 mei 1845 blijven buiten toepassing tot 1 januari 1997.

Inwerkingtreding

Artikel 9
  • 1.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2002.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van de raad van 20 december 2001.

de secretaris, de voorzitter,

J.P. Jorritsma A. Meijer