Organisatie | Moerdijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels gebruik van gemeentelijke grond door derden gemeente Moerdijk |
Citeertitel | Beleidsregels gebruik van gemeentelijke grond door derden gemeente Moerdijk |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-07-2008 | Nieuwe regeling | 24-06-2008 De Moerdijkse Bode02-07-2008 | 128334 |
Het college van burgemeester en wethouders, in haar vergadering van 24 juni 2008,
gelet op de Gemeentewet, Titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2.1.5.1 (Het
plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie van de weg) van de
Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Moerdijk 2007.
vast te stellen de volgende beleidsregel:
BELEIDSREGELS GEBRUIK VAN GEMEENTELIJKE GROND DOOR DERDEN GEMEENTE MOERDIJK.
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Gedacht kan worden aan bijvoorbeeld de parken, plantsoenen, speelweiden, bossen en gazons.
Indien gebruik wordt gemaakt van de openbare weg of een gedeelte hiervan, moeten de nodige borden/markeringen worden geplaatst voor de veiligheid van het verkeer. Tevens moeten er maatregelen worden genomen om te zorgen dat voetgangers op een deugdelijke manier gebruik kunnen maken van de openbare weg, conform het Handboek CROW wegafzettingen 96b.
Uiterlijk 14 dagen na oplevering van het bouwwerk moeten zowel het bouwterrein en opslagterrein, schoon en vrij van bouwmateriaal en materieel worden opgeleverd. Indien dit niet het geval is, en het betreft gemeentelijk grond, dan zal het Gemeentelijke Aannemingsbedrijf worden ingeschakeld en zullen de kosten op de overtreder worden verhaald.
Artikel 5 Afwijkingsbevoegdheid
Indien de beleidsregel voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen, zijn college en burgemeester bevoegd om bepalingen uit de beleidsregel buiten toepassing te laten of daarvan af te wijken.