Organisatie | Terneuzen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Samen verder. Coalitieakkoord 2014 - 2018 |
Citeertitel | Coalitieakkoord 2014 - 2018 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | gemeenten samenwerking partij raad |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-04-2014 | 09-05-2018 | Onbekend | 10-04-2014 Onbekend | Onbekend |
Als lijsttrekker van TOP/Gemeentebelangen, de grootste fractie in de gemeenteraad na de verkiezingen van 19 maart jl., heeft de heer drs. F.O. van Hulle, fungerend als formateur op zaterdag 22 maart en maandag 24 maart oriënterende gesprekken gevoerd met de tien in de raad vertegenwoordigende partijen. Na bestudering van de resultaten heeft de formateur een eerste conclusie getrokken.
Breed gedragen wordt dat de partijen TOP/Gemeentebelangen, CDA en PvdA de eerst aangewezenen zijn om een coalitie te vormen. Een minderheid heeft een voorkeur voor een andere combinatie uitgesproken.
Op dinsdag 25 maart zijn de gesprekken tussen deze drie partijen gestart. Hierbij is de volgende aanpak gehanteerd.
Aangezien er verschillend tegen het aantal benodigde wethouders aangekeken werd, is dit als eerste aan de orde geweest en dat heeft geleid tot de gezamenlijke keuze voor vier wethouders (twee TOP/Gemeentebelangen, één CDA en één PvdA).
Tevens zijn afspraken vastgelegd over de communicatie binnen de coalitie.
Vervolgens zijn van de drie partijen de vijf belangrijkste thema’s uit de drie verkiezingsprogramma’s aan de orde geweest. Nadat op deze thema’s consensus bereikt was, zijn de drie verkiezingsprogramma’s behandeld. Ook is gekeken naar thema’s uit de programma’s van de overige partijen. Deze aanpak is afgerond op vrijdag 4 april.
Tevens is op 4 april de belangstelling voor de diverse portefeuilles geïnventariseerd en daaruit is een eerste portefeuilleverdeling gekomen.
Op 9 april bereiken de fracties overeenstemming over het coalitieakkoord, het aantal wethouders en de portefeuilleverdeling. Bij brief van 10 april informeert de formateur de Raad en, op grond van artikel 35 lid van de Gemeentewet, de Burgemeester. Deze wordt dan in de gelegenheid gesteld zijn opvattingen over de voorstellen ten behoeve van het coalitieakkoord kenbaar te maken.
De verdere uitwerking van het coalitieakkoord en de inbreng van de ambtelijke organisatie vormen de agenda voor het collegeprogramma. Hierbij worden ook nog betrokken de opvattingen van de Burgemeester en van de gemeenteraad.
Het coalitieakkoord wordt formeel aangeboden voor de raadsvergadering van 17 april. Het is niet de bedoeling om het akkoord op dat moment inhoudelijk te bespreken. Wel kan uit de fracties een reactie gegeven worden op de door de formateur gevolgde werkwijze.
De inhoudelijke bespreking kan in een opiniërende raadsvergadering plaatsvinden. Een nader procedurevoorstel wordt voorbereid.
Tot slot willen wij nog opmerken dat voor het overige de ingezette lijn wordt voortgezet.
Bij dienstverlening gaat het ons niet om organisaties maar om organiseren, in dynamische netwerken en blijvend afgestemd op wat burgers vragen en/of nodig hebben.
Wij richten ons op digitale service, maar hechten tevens belang aan persoonlijk contact. Maatwerkdienstverlening organiseren we dichtbij burgers (in wijken en aan keukentafels) en bedrijven.
De contacten met wijk- en dorpsraden vinden wij belangrijk en onderhouden we op een eigentijdse wijze.
Op het gebied van sociale veiligheid werken wij samen met onder andere woningbouwcorporaties, welzijns- en jeugd(zorg)instellingen, het veiligheidshuis, brandweer, politie (met een bijzondere rol voor de wijkagent), onderwijs en bedrijven. Dit proces wordt op initiatief van de gemeente verder ontwikkeld.
Daar waar bewoners een rol hebben of kunnen vervullen, worden zij vanzelfsprekend betrokken en indien nodig gefaciliteerd.
Goed afgewogen en toekomstgerichte ontwikkeling van de detailhandel in het centrum van Terneuzen, te verwoorden in de detailhandelsvisie. De huidige plannen voor de Kop van Noordstraat en de Kennedylaan West worden als een gegeven beschouwd. Terneuzen-Zuid verder ontwikkelen met in skihal ruimte voor sport en leisure gerelateerde detailhandel.
Bij het aanbieden van voorzieningen is het op een duurzame en financieel verantwoorde wijze verzorgen van basisbehoeften het uitgangspunt waarbij natuurlijke clustering wordt ondersteund. Daar waar dat mogelijk is op basis van maatschappelijk initiatief en daar waar dat niet aanwezig is, maar wel nodig, onder regie van de gemeente.
Met het Masterplan Voorzieningen in de hand komen tot heldere keuzes over welke voorzieningen onder de huidige omstandigheden in stand moeten blijven of geclusterd kunnen worden of niet langer door de gemeente ondersteund worden. Om tot deze keuzes te komen een afwegingsproces opstellen en dit keuzeproces binnen 1 jaar afronden.
Kennisinnovatie is belangrijk. Daartoe de samenwerking tussen Ondernemers, Onderwijs en Overheid intensiveren. Deze samenwerking biedt tevens de mogelijkheid om jongeren te behouden en/of aan te trekken (bijvoorbeeld door het aanbieden van stages). De gemeente heeft in dat kader een voorbeeldfunctie.
Wij hechten aan de aanwezigheid van kwalitatief goed basis-, speciaal-, voortgezet-en middelbaar (beroeps) onderwijs in onze gemeente. Wij streven hierbij naar een evenwichtige spreiding van scholen, waarbij we anticiperen op een teruglopend leerlingenaantal. Speciale aandacht hebben wij voor de aanpak van laaggeletterdheid.
Vanaf 1 januari 2015 is de gemeente Terneuzen volledig verantwoordelijk voor alle preventie en hulp voor jeugdigen. Dat betekent dat wij naast het preventieve jeugdbeleid ook verantwoordelijk worden voor de jeugdzorgtaken. Voor de nieuwe (integrale) nota jeugdbeleid zullen jongeren actief gevraagd worden om mee te denken. Jongerenparticipatie heeft als doel jongeren te informeren, mee te laten denken en beslissen, actieve betrokkenheid/participatie en burgerschapsvorming. Deze actieve vorm van jongerenparticipatie wordt na het opstellen van het jeugdbeleid structureel gecontinueerd en uitgevoerd door de nieuwe uitvoeringsorganisatie in samenwerking met het Centrum voor Jeugd en Gezin.
De gemeente heeft samen met het bedrijfsleven een taak om zoveel mogelijk medewerkers van Dethon te herplaatsen. Voor de medewerkers van Dethon die niet te herplaatsen zijn blijft Dethon als beschutte werkomgeving bestaan. Daar waar bedrijven niet (kunnen) voldoen aan de plaatsingsplicht stimuleert de gemeente deze bedrijven om hun verplichting via het beschutte werkbedrijf in te vullen.
Bij alle projecten (fysieke en infrastructuur) passen het systeem van Social Return On Investment toe. Social Return on Investment wordt niet wenselijk geacht voor de aanbesteding in het kader van de decentralisaties in de zorg ter voorkoming van een extra aanslag op de beschikbaar gestelde budgetten.
Werkzoekenden proberen we zo snel mogelijk aan een baan te helpen. Als dat niet kan, zoeken we naar andere mogelijkheden. Wij streven er naar dat iedereen actief blijft, bijvoorbeeld met stages, door het doen van onbetaald werk of het volgen van (bij)scholing. Hiermee willen we sociale uitsluiting voorkomen.
Bij het aanbieden van voorzieningen is het op een duurzame en financieel verantwoorde wijze verzorgen van basisbehoeften het uitgangspunt waarbij natuurlijke clustering wordt ondersteund. Daar waar dat mogelijk is op basis van maatschappelijk initiatief en daar waar dat niet aanwezig is, maar wel nodig, onder regie van de gemeente.
Met het Masterplan Voorzieningen in de hand komen tot heldere keuzes over welke voorzieningen onder de huidige omstandigheden in stand moeten blijven of geclusterd kunnen worden of niet langer door de gemeente ondersteund worden. Om tot deze keuzes te komen een afwegingsproces opstellen en dit keuzeproces binnen 1 jaar afronden.
Met betrekking tot de openbare ruimte wordt een gedifferentieerd beleid gevoerd waarbij aan de functie aangepaste kwaliteit wordt geleverd, met een realistische inzet van middelen en zo nodig aangepaste beheerplannen (maatwerk naar gebruik en gebruikers). De inzet van burgers bij het verrichten van gemeentelijke taken is daarbij een optie.