Organisatie | Nissewaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard houdende regels omtrent fiscale bestedingsmogelijkheden Regeling fiscale bestedingsmogelijkheden Nissewaard |
Citeertitel | Regeling fiscale bestedingsmogelijkheden Nissewaard |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-01-2015 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 02-01-2015 | 14.B.00532 |
De doelen waarvoor de medewerker de Regeling fiscale bestedingsmogelijkheden gemeente Nissewaard mag inzetten zijn:
De ambtenaar maakt vóór 1 december kenbaar dat hij van de uitruil met betrekking tot de betaling van de vakbondscontributie gebruik wenst te maken.
Indien de aanstelling van de ambtenaar eerder dan de maand december wordt beëindigd en de aanstelling drie maanden of langer aaneengesloten heeft geduurd dient hij uiterlijk zes weken voorafgaand aan de beëindiging een verzoek in bij de werkgever.
De ambtenaar kan door uitruil van bronnen een fiscaal vrijgestelde uitkering voor reiskosten woon-werkverkeer ontvangen.
Om dit doel te verwezenlijken wordt van de fiscale ruimte de door hem of haar in de loop van het kalenderjaar ontvangen vergoedingen voor reiskosten woon-werkverkeer en dienstreizen aan het eind van het kalenderjaar in mindering gebracht. Voor het saldo van de fiscale ruimte vindt een uitruil plaats van een bruto loonbestanddeel tegen een onbelaste vergoeding.
Artikel 8 Berekening fiscale ruimte
De fiscale ruimte wordt berekend volgens onderstaande formule:
Aantal kilometers woon-werkverkeer heen en terug per dag x € 0,19 x (gemiddeld aantal reisdagen per week gedeeld door 5) x 214 werkdagen per jaar
Er wordt uitgegaan van een gemiddeld aantal reguliere werkdagen op jaarbasis, volgens bepalingen van de Belastingdienst. Het aantal kilometers en reisdagen wordt door de werkgever bepaald conform de regeling reiskostenvergoeding woon-werkverkeer.
Met betrekking tot het aantal kilometers woon-werkverkeer geldt een maximum van 150 kilometer per retourreis.
Artikel 9 Berekening uit te ruilen bedrag
Voor ambtenaren die in de loop van het jaar dienstreizen hebben gedeclareerd, geldt dat op de fiscale ruimte eerst de bovenmatige vergoedingen voor dienstreizen in mindering wordt gebracht. Deze verrekening op de fiscale ruimte blijft achterwege indien de bovenmatige reiskostenvergoeding reeds gebruteerd uitbetaald wordt. Vervolgens wordt de ontvangen reiskostenvergoeding woon-werkverkeer in mindering gebracht op de berekende fiscale ruimte. Het saldo dat nog resteert in de maand december komt vervolgens in aanmerking voor uitruil met de eindejaarsuitkering.
De bron die voor de ambtenaar geheel of gedeeltelijk kan worden ingezet voor het uitruilen van zijn reiskosten woon-werkverkeer is: de eindejaarsuitkering.
Artikel 11 Toepassing regeling en afstandsverklaring
Voor elke ambtenaar wordt de uitruil van reiskosten automatisch door de werkgever toegepast in de maand van uitbetaling van de eindejaarsuitkering (december). Indien de ambtenaar géén gebruik wil maken van de uitruil van de reiskosten wordt dit door de medewerker aangegeven op het toebehorende formulier.
Artikel 12 Wijzigingen reispatroon
De ambtenaar verplicht zich verandering van reispatroon en woonadres zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de werkgever door te geven. Het aantal reisdagen wordt voor de berekening van de fiscale ruimte aangepast.
Indien de ambtenaar in een kalenderjaar langdurig afwezig is (meer dan 6 weken), wordt het aantal reisdagen voor de berekening van het fiscale vergoedingsbedrag aangepast. Er wordt op dat moment uitgegaan van het feitelijk aantal werkdagen van de ambtenaar.
Artikel 13 Indiensttreding en beëindiging aanstelling
Bij indiensttreding vindt berekening van de fiscale ruimte naar rato plaats vanaf de datum van indiensttreding van de ambtenaar tot aan het einde van het kalenderjaar.
Bij beëindiging van de aanstelling vindt op dat moment de verrekening (naar rato) met de bron plaats.
Indien de (fiscale) wet- en regelgeving wijzigt handelt de werkgever conform die wijziging en past deze regeling met de nieuwe wet- en regelgeving toe.
Indien aan de belastingvrije uitbetaling van een doel door de Belastingdienst bijzondere voorwaarden worden verbonden is de ambtenaar gehouden aan deze voorwaarden te voldoen en dit desgewenst aan te tonen. Een eventuele naheffing en daarmee gepaard gaande kosten komen voor rekening van de ambtenaar.
Indien bij een controle door de Belastingdienst blijkt dat het gebruik van de voorzieningen en vergoedingen voortvloeiend uit deze regeling niet voldoen aan de zakelijke bepalingen en voorwaarden zoals die zijn geformuleerd in de fiscale wetgeving, en dientengevolge naheffing bij de werkgever plaatsvindt, dan komt deze naheffing (inclusief eventuele rente en boete) voor rekening van de ambtenaar.
In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet kan werkgever een bijzondere voorziening treffen.