Organisatie | Krimpenerwaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling Gesprekscyclus gemeente Krimpenerwaard 2017 |
Citeertitel | Regeling Gesprekscyclus gemeente Krimpenerwaard 2017 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst (CAR/UWO) van de gemeente Krimpenerwaard
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-04-2017 | 01-01-2020 | Nieuwe regeling | 04-04-2017 | Onbekend |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpenerwaard;
overwegende dat het voor een goed personeelsbeleid gewenst is een regeling voor de gesprekscyclus vast te stellen;
gelet op de instemming van de Ondernemingsraad van 26 januari 2017
gelet op de betreffende artikelen van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst (CAR/UWO) van de gemeente Krimpenerwaard;
De jaarcyclus bestaat uit een planningsgesprek,voortgangsgesprek en resultaatgesprek.
Deze gesprekken hebben een wederzijds karakter. Voor het nemen van rechtspositiemaatregelen wordt een beoordeling opgemaakt. De beoordeling heeft een eenzijdig karakter. Dit maakt onderdeel uit van het resultaatgesprek. De gesprekken worden verdeeld over een periode van twaalf maanden.
De gehele gesprekscyclus wordt verzorgd door de direct hiërarchischleidinggevende (in het vervolg aangeduid als ‘leidinggevende’). Hij houdt zowel de plannings-, voortgangs- als resultaatgesprekken. De leidinggevende kan gebruik maken van een informant (coördinator, seniormedewerker, mentor of voorman). De leidinggevende maakt de formelebeoordeling op.
Twee formele momenten per jaar
Leidinggevende en medewerker komen aansluitend op het resultaatgesprek tot nieuwe planningsafspraken voor de komende jaarcyclus. Het resultaatgesprek en het planningsgesprek worden hierdoor een gecombineerd gesprek. In de praktijk zijn er dus twee formele gespreksmomenten; een gecombineerd resultaat/planningsgesprek en halverwege de periode een voortgangsgesprek.
De medewerker neemt in principe initiatief tot het opstellen van de plannings-, voortgangs en resultaatgesprekken en het opstellen van eventuele ontwikkelafspraken (POP). Hiermee stimuleert de werkgever de werknemer om de regie voor zijn loopbaan in eigen handen te nemen. Dit past bij het personeelsbeleid van de gemeente.
De cyclus start met het in het gespreksformulier vastleggen van de afspraken voor de komende periode. Het gaat om:
Verder komen onderwerpen aan de orde die het functioneren van de medewerker beïnvloeden. Hieruit voortvloeiende afspraken worden vastgelegd. Mogelijke gespreksonderwerpen zijn onder andere: Relatie medewerker - leidinggevende, relatie met collega’s, positie binnen het team, werkdruk, balans werk/privé, werksfeer en arbeidsomstandigheden.
Halverwege de gesprekscyclus maken leidinggevende en medewerker in een voortgangsgesprek de tussenbalans op. Er wordt gesproken over wat goed gaat of beter kan en over het tussentijds bijstellen van afspraken. Dit gesprek vindt eenmaal per jaar plaats, maar wanneer nodig vaker. De afspraken uit dit gesprek worden vastgelegd in het gespreksformulier.
De leidinggevende dateert en tekent het gespreksformulier, de medewerker tekent voor akkoord of eventueel voor gezien. Met de ondertekening van de leidinggevende is de beoordeling formeel vastgesteld en is het een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hiertegen kan binnen zes weken bezwaar worden aangetekend bij burgemeester en wethouders.