Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | Landsbesluit van de Regering van Sint Maarten houdende regels ter uitvoering van artikel 21 van de Landsverordening toezicht trustwezen Landsbesluit kosten toezicht trustwezen |
Citeertitel | Landsbesluit kosten toezicht trustwezen |
Vastgesteld door | Minister van Financiën |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De oorspronkelijke regeling is gepubliceerd in P.B. 2004, no. 81. Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.
artikel 21 Landsverordening toezicht trustwezen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-03-2017 | 10-10-2010 | nieuwe regeling | 02-03-2017 AB 2017, GT nr. 16 | . |
In dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt verstaan onder:
Landsverordening :de Landsverordening toezicht trustwezen
Kosten :de kosten die de Bank maakt voor de uitvoering van
zijn toezichthoudende taken en bevoegdheden op
grond van de landsverordening;
Balanstotaal : het balanstotaal zoals dat blijkt uit de in het eerste
kalenderkwartaal van het lopende ramingsjaar bij de
Bank in te dienen gegevens, of indien die gegevens niet
Met inachtneming van de hiernavolgende bepalingen, brengt de Bank aan de verleners van beheersdiensten de kosten in rekening op een zodanige wijze dat die kosten structureel worden gedekt uit de in rekening gebrachte bedragen.
Aan de trustkantoren die per 31 december van het aan het ramingsjaar voorafgaande jaar in het register als bedoeld in artikel 10 van de
landsverordening zijn ingeschreven en ook aan de personen met een
ontheffing, wordt, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 6
en 7, vóór 1 juli van het lopende ramingsjaar jaarlijks een bedrag in
De Bank deelt het door het trustkantoor en de persoon met een ontheffing te betalen bedrag als bedoeld in artikel 5 schriftelijk aan deze mee, onder vermelding van het in aanmerking genomen aantal buitengaatse ondernemingen waaraan beheersdiensten wordt verleend en van het bedrag, bedoeld in artikel 6, onder b, respectievelijk het in aanmerking genomen balanstotaal en van het bedrag, bedoeld in artikel 7, onder b, alsmede de wijze waarop en het tijdstip waarvóór de betaling moet geschieden.
Aan het trustkantoor of de persoon met ontheffing waaraan na 1 januari van het lopende ramingsjaar een vergunning is verleend wordt het in artikel 6, onder a, en artikel 7, onder a, bedoelde vaste bedrag naar evenredigheid van het aantal maanden van het jaar dat de betrokkene een vergunning of ontheffing heeft, in rekening gebracht.
Aan een trustkantoor of persoon met een ontheffing waarvan de vergunning respectievelijk de ontheffing is ingetrokken wordt het bedrag, bedoeld in artikel 5, terugbetaald naar evenredigheid van het aantal maanden van het ramingsjaar dat de vergunning of de ontheffing is ingetrokken. Terugbetaling vindt niet plaats ingeval van intrekking van de vergunning op grond van artikel 5, eerste lid, onder c, onder g of onder h, van de landsverordening.