Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Breda

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent heffing markt- en reclamegelden Verordening markt- en reclamegelden Breda 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBreda
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent heffing markt- en reclamegelden Verordening markt- en reclamegelden Breda 2017
CiteertitelVerordening markt- en reclamegelden Breda 2017
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening marktgelden Breda 2017.

De datum van ingang van de heffing is 1 mei 2017.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

art. 229 lid 1 Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-05-201701-01-2018nieuwe regeling

06-04-2017

Gemeenteblad 2017, 68646

45571

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van markt- en reclamegelden Breda 2017

De raad van de gemeente Breda;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders en met overname van de daarin vermelde overwegingen; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

 

besluit vast te stellen:

 

Verordening op de heffing en de invordering van markt- en reclamegelden Breda 2017

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    activiteitencommissie: enkele marktkooplieden en anderen die belast zijn met de organisatie van activiteiten ter promotie van de markt.

  • b.

    dagplaats: een marktplaats die voor één dag beschikbaar wordt gesteld aan de natuurlijke persoon als vergunninghouder;

  • c.

    maand: een kalendermaand;

  • d.

    markt: de markt die plaatsvindt op de, bij of krachtens artikel 3 vastgestelde dag, tijd en plaats;

  • e.

    marktterrein: het gehele grondoppervlak dat door het college is aangewezen als plaats waar de markt gehouden wordt;

  • f.

    marktplaats: de ruimte die voor de duur van de markt op het marktterrein is aangewezen voor het uitoefenen van markthandel voor een onderneming die in het handelsregister is ingeschreven met standaard bedrijfsindeling markthandel;

  • g.

    meeloper: een vergunninghouder die (nog) geen vaste-marktplaats heeft op de markt;

  • h.

    seizoens-marktplaats: een marktplaats waarop tijdens een gedeelte van het jaar (seizoensgebonden) producten worden verkocht;

  • i.

    vaste-marktplaats: een marktplaats die voor een bepaalde maximale periode of tot de eerstvolgende periode beschikbaar wordt gesteld aan de natuurlijke persoon als vergunninghouder;

  • j.

    vergunninghouder: eenieder aan wie door het college een vergunning, niet zijnde een organisatievergunning, is afgegeven;

Artikel 2 Aard van de heffing / belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam 'marktgeld' wordt een recht geheven voor het gebruik maken van een marktplaats op de voor de openbare dienst bestemde, als marktterrein aangewezen plaatsen.

  • 2.

    Onder de naam ‘reclamegeld’ wordt een recht geheven voor het gebruikmaken van door de activiteitencommissie verstrekte diensten.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Het marktgeld wordt geheven van de meeloper, de vergunninghouder voor een dagplaats indien meer dan twee standaard marktplaatsen worden ingenomen, seizoens-marktplaats en vaste-marktplaats.

  • 2.

    Het reclamegeld wordt geheven van de vergunninghouder van een vaste-marktplaats van een markt waar een activiteitencommissie voor die markt is ingesteld.

Artikel 4 Heffingsmaatstaf, tijdvak en tarief

  • 1.

    Het marktgeld bedraagt voor het op kramen, in wagens of anderszins uitstallen of ten verkoop voorhanden hebben van waren, goederen en andere voorwerpen van handel op de voor elke in de lengterichting gemeten strekkende meter, of een gedeelte daarvan ingenomen standaard marktruimte (4 meter lengte x 3,20 meter diepte), of minder:

    • a)

      Voor een meeloper, seizoens- en vaste-marktplaats, per markt, per maand: € 12,75

    • b)

      Voor een dagplaats voor elke in de lengterichting gemeten strekkende meter of een gedeelte daarvan, vanaf 8 meter, per dag of gedeelte van een dag: € 3,40

  • 2.

    De grondslag, waarnaar het marktgeld wordt geheven, is het aantal strekkende meter dat is opgenomen in de verleende vergunning dan wel het aantal m² dat wordt ingenomen, waarbij het aantal m² wordt omgerekend naar strekkende meters (lengte x diepte : 3,20). Bij de berekening van het marktgeld wordt een gedeelte van een strekkende meter voor gehele meter gerekend.

  • 3.

    De grondslag, waarnaar het reclamegeld wordt geheven, is de aanwezigheid van een vergunning voor en marktplaats op de betreffende markt waar een reclamecommissie is ingesteld.

  • 4.

    Het reclamegeld bedraagt per markt per maand: €    10,00

Artikel 5 Wijze van heffing

Het markt- en reclamegeld wordt maandelijks geheven bij wege van aanslag.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld

De bij wege van aanslag geheven markt- en reclamegelden zijn verschuldigd bij de aanvang van de maand.

Artikel 7 Termijnen van betaling

Het markt- en reclamegeld moet worden betaald binnen een maand na de dagtekening van de aanslag.

Artikel 8 Teruggaaf

Indien de belastingplichtige aantoont dat hij ten gevolge van ziekte gedurende een aaneengesloten periode van twee maanden of meer van een vaste-marktplaats geen gebruik heeft kunnen maken en dit tijdig heeft gemeld, wordt op een daartoe strekkend verzoek restitutie verleend van het markt- en reclamegeld over de periode dat hij de marktplaats niet heeft ingenomen.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van markt- en reclamegeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het markt- en reclamegeld.

Artikel 11 Overgangsrecht en inwerkingtreding

  • 1.

    De ‘Verordening marktgelden Breda 2017’, vastgesteld bij raadsbesluit van 22 december 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 mei 2017.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 mei 2017.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening markt- en reclamegelden Breda 2017’.

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 6 april 2017.

 

, voorzitter.

, griffier.