Organisatie | OVER-gemeenten |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de Gemeenschappelijke Regeling OVER-gemeenten |
Citeertitel | Financiële verordening Gemeenschappelijke Regeling OVER-gemeenten |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet gemeenschappelijke regelingen, art. 19
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-06-2010 | 01-01-2010 | nieuwe regeling | 22-06-2010 - | - |
Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling OVER-gemeenten besluit,
gelet op artikel 19 van de Gemeenschappelijke Regeling,
Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de Gemeenschappelijke Regeling OVER-gemeenten
Titel 1 Begroting en verantwoording
Het Dagelijks Bestuur biedt uiterlijk 1 juli voorafgaand aan het begrotingsjaar de begroting aan het Algemeen Bestuur aan.
Het Dagelijks Bestuur draagt ten behoeve van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Uitvoering hieraan wordt gegeven door middel van een controle- en auditplan. Bij afwijkingen neemt het Dagelijks Bestuur maatregelen tot herstel.
Artikel 10 Waardering en afschrijving vaste activa
Aankoop en vervaardiging van activa met een meerjarig maatschappelijk nut worden onder aftrek van bijdragen van derden en bestemmingsreserves, ten laste van de exploitatie gebracht. Hiervan kan bij besluit van het Algemeen Bestuur worden afgeweken. In geval van activering bij besluit van het Algemeen Bestuur wordt het actief afgeschreven over de verwachte levensduur van het actief of een kortere, door het Algemeen Bestuur aan te geven tijdsduur.
Artikel 11 Voorziening voor oninbare vorderingen
Voor oninbare vorderingen wordt een voorziening gevormd op basis van een beoordeling op inbaarheid van de openstaande vorderingen ouder dan drie maanden.
Artikel 12 Reserves en voorzieningen
Het Dagelijks bestuur biedt op verzoek van het Algemeen Bestuur een nota reserves en voorzieningen ter vaststelling aan. Deze nota behandelt ten aanzien van reserves en voorzieningen de vorming, besteding en de toerekening en verwerking van de rente.
Artikel 13 Kostprijsberekening
Voor het bepalen van de bijdrage door gemeenten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Het uitgangspunt hierbij is integrale toerekening van kosten.
Artikel 14 Financieringsfunctie
Het Dagelijks Bestuur draagt bij de uitoefening van de financieringsfunctie zorg voor:
Artikel 15 Registratie bezittingen, activa en vermogen
Het Dagelijks Bestuur draagt er zorg voor, dat de registratie en de ontwikkeling van de bedrijfsmiddelen, bezittingen en het vermogen systematisch worden gecontroleerd, met dien verstande dat de voorraden, de (debiteuren-)vorderingen, de liquide middelen en de de (crediteuren-) schulden jaarlijks worden gecontroleerd.
Artikel 16 Weerstandsvermogen en risicomanagement
Het Dagelijks Bestuur geeft in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en van de jaarstukken de risico’s van materieel belang aan en maakt een inschatting van de kans dat deze risico’s zich voordoen. Daarnaast maakt het Dagelijks Bestuur in de paragraaf weerstandsvermogen de weerstandscapaciteit inzichtelijk en geeft aan in hoeverre schade en verliezen hiermee opgevangen kunnen worden.
Bij de begroting en de jaarstukken doet het Dagelijks Bestuur in de paragraaf financiering in ieder geval verslag van:
In de paragraaf bedrijfsvoering bij de begroting wordt ingegaan op actuele en tijdelijke aspecten betreffende de bedrijfsvoering. In de paragraaf bedrijfsvoering bij de jaarstukken wordt gerapporteerd over de in de begroting opgenomen onderwerpen en nieuwe ontwikkelingen in het achterliggende jaar.
In de paragraaf verbonden partijen bij de begroting en de jaarstukken wordt ingegaan op nieuwe, gewijzigde of beëindigde verbonden partijen, de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de verbonden partijen, de financiële en bestuurlijke inbreng van de veiligheidsregio en relevante actuele ontwikkelingen.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur van 22 juni 2010.
Voorzitter Secretaris
P.C. Tange W. van Twuijver
Toelichting bij de Financiële verordening Gemeenschappelijke Regeling OVER-gemeenten.
In dit artikel worden enkele algemene begrippen gedefinieerd. In het kader van het financieel beheer wordt gesproken over het uitoefenen van rechten. Het gaat hierbij in het bijzonder om het innen van de algemene inwonerbijdrage van de gemeenten.
In het Besluit begroting en verantwoording (het BBV) zijn voorschriften opgenomen ten aanzien van de inrichting van de begroting. Deze bepalingen zijn tot uitdrukking gebracht in dit artikel.
In het kader van het BBV wordt onderscheid gemaakt naar Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur voor wat betreft het financieel instrumentarium. In artikel 2 is bepaald dat voor het Algemeen Bestuur een begroting wordt opgesteld. Voor het Dagelijks Bestuur wordt gewerkt met een paragrafenraming. Ter verduidelijking is in het tweede lid een (algemene) definitie opgenomen van het begrip paragraaf.
In het kader van het BBV wordt de kaderstellende rol van de raad versterkt. In de uitwerking van dit artikel is deze lijn ook voor het Algemeen Bestuur
Artikel 5 Uitvoering begroting
In dit artikel zijn bepalingen opgenomen die moeten waarborgen dat de uitvoering van de begroting conform de door het Algemeen Bestuur vastgestelde kaders plaatsvindt. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het Besluit regeling budgetbeheer en begrotingsdiscipline.
Naast de kaderstellende rol is de controlerende rol van het Algemeen Bestuur met de invoering van het BBV versterkt. Een goede interne controle is een belangrijke basisvoorwaarde voor het waarborgen van de rechtmatigheid.
De inbedding van de interne controle in de bedrijfsvoering wordt verzekerd door te bepalen dat hieraan een controle- en auditplan ten grondslag ligt, waarin de nadere instructies voor de interne controle en de (interne) audits zijn vastgelegd.
Artikel 7 Tussentijdse rapportage en informatie
Een wezenlijk onderdeel van de planning en controlcyclus vormen de tussentijdse rapportages. In de verordening is bepaald dat tweemaal per jaar tussentijds wordt gerapporteerd door de organisatie aan het Dagelijks Bestuur en vervolgens door het Dagelijks Bestuur aan het Algemeen Bestuur. De eerste rapportage richt zich vooral op de ontwikkelingen die hebben plaatsgevonden in de periode tussen vaststelling van de begroting (medio het voorgaande jaar) en het moment van tussenrapportage. In de tweede rapportage wordt het lopende begrotingsjaar in ogenschouw genomen, waarbij ook vooruitgekeken wordt naar verwachte ontwikkelingen in de nog resterende periode van dat jaar.
De tussenrapportages hebben een herkenbare structuur doordat aansluiting wordt gezocht bij de opzet van de begroting. Inhoudelijk hebben de rapportages het karakter van ‘management by exception’. Dat betekent dat slechts gerapporteerd wordt over afwijkingen ten opzichte van het vastgestelde beleid (in de begroting). Daarnaast worden de tussenrapportages gebruikt als vast moment voor het formaliseren van begrotingswijzigingen.
Eventuele tussentijdse begrotingswijzingen kunnen slechts worden voorgesteld op basis van de tussenrapportage(s).
Ten aanzien van de jaarstukken (jaarverslag en jaarrekening) is nadrukkelijk aansluiting gezocht bij het BBV.
Het lopende jaar is in de regel het jaar dat volgt op de jaar, waarover de jaarstukken zijn uitgebracht.
In de leden 1 en 2 van dit artikel wordt aangegeven welke elementen als onderdeel van de financiële positie in de begroting inzichtelijk worden gemaakt.
In het derde lid is bepaald dat met de vaststelling van de begroting door het Algemeen Bestuur de voorgestelde investeringen zijn geautoriseerd. Dit betekent dat het Dagelijks Bestuur binnen deze kaders uitvoering kan geven aan de voorgenomen investering en in principe niet tussentijds voor instemming terug hoeft naar het Algemeen Bestuur.
Artikel 10 Waardering en afschrijving vaste activa
Om te voorkomen dat in de verordening een opsomming van alle mogelijke vaste activa wordt opgenomen, wordt verwezen naar een bijlage.
Artikel 11 Voorziening voor oninbare vorderingen
De gestelde termijn is vooralsnog op 3 maanden gesteld.
Artikel 12 Reserves en voorzieningen
In de verordening is vooralsnog in het midden gelaten op welk moment de reserves en voorzieningen ten behoeve van het Algemeen Bestuur inzichtelijk worden gemaakt. De nota zal niet als een separaat stuk worden opgesteld, maar binnen de bestaande planning en controlcyclus een plek krijgen.
Artikel 13 Kostprijsberekening
In dit artikel is opgenomen de wijze waarop kostentoerekening plaats zal vinden.
Artikel 14 Financieringsfunctie
De bepalingen in dit artikel vormen een algemene kapstok voor de financieringsfunctie. Een verdere uitwerking kan plaatsvinden in een Treasurystatuut.
Artikel 15 Registratie bezittingen, activa en vermogen
Naast de registratie van bezittingen e.d. wordt in dit artikel voorgeschreven dat voor de vervanging van de activa gewerkt wordt met meerjarige plannen. Activa die hiervoor in aanmerking komen zijn ICT-apparatuur, meubilair en vervoermiddelen. Na het opstellen van het vervangingsplan vindt ieder jaar in het kader van het opstellen van de begroting een actualisatie plaats.
Artikelen 16 t.e.m. 19 Verplichte paragrafen
In het kader van het BBV zijn een zevental paragrafen verplicht voorgeschreven. De bepalingen in de artikelen 16 tot en met 19 komen overeen met bepalingen in het BBV.
Artikelen 20 en 21 Financiële administratie
Met deze artikelen wordt aansluiting gezocht bij de huidige regelgeving.
Artikel 22 Financiële organisatie en administratie
In het kader van dit artikel zal in de loop van 2010 aan het Dagelijks Bestuur het Besluit regeling budgetbeheer en nota begrotingsdiscipline worden voorgelegd.