Organisatie | Krimpen aan den IJssel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpen aan den IJssel houdende Beleidsregels invordering privaatrechtelijke vorderingen 2017 |
Citeertitel | Beleidsregels invordering privaatrechtelijke vorderingen 2017 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-05-2017 | nieuwe regeling | 04-04-2017 | . |
1.2 Algemene uitgangspunten van het invorderingsbeleid
De beleidsregels met betrekking tot de privaatrechtelijke invordering bieden een duidelijk
kader ter ondersteuning van de dagelijkse praktijk. Daarnaast worden bedrijfsrisico’s beperkt voor inconsequente gedragslijnen met betrekking tot de invordering en financieel administratieve verantwoording van de facturen van de gemeente Krimpen aan den IJssel.
In aansluiting op artikel 67 van de Invorderingswet 1990, inzake de geheimhoudingsplicht,
mogen geen gegevens van een debiteur worden verstrekt aan derden, tenzij dit voor de
invordering van de schuld van betreffende debiteur van belang is. Met het oog op de privacy
moet tevens zorg worden gedragen voor een situatie waarin het voor derden onmogelijk is om
Met betrekking tot aansprakelijkgestelden en andere derden vindt de invordering voor een grootdeel op overeenkomstige wijze plaats ten aanzien van de debiteur. Ter wille van de leesbaarheid is op de daarvoor geëigende plaatsen vermeden tevens de aansprakelijkgestelden en andere derden te noemen, zonder dat hiermee wordt beoogd de toepasselijkheid van die voorschriften op de invordering met betrekking tot aansprakelijkgestelden en andere derden te beperken.
De invorderingsambtenaar dient bij het invorderen van de vorderingen altijd zorgvuldig, tactvol, objectief en correct te handelen. Daarbij dienen de algemene beginselen van behoorlijk bestuur als objectief en correct te handelen. Daarbij dienen de algemene beginselen van behoorlijk bestuur als uitgangspunt. Dit geldt in het bijzonder voor de volgende beginselen:
Ingevolge artikel 231 lid 2 onderdeel c. van de Gemeentewet is het hoofd van de afdeling Financiën en Control gemandateerd als gemeenteambtenaar belast met de invordering van gemeentelijke
belastingen. Hij is tevens de aangewezen ambtenaar belast met de private vorderingen.
De plaatsvervanger van de invorderingsambtenaar
Naast het hoofd van de afdeling Financiën en Control, als invorderingsambtenaar, is het plaatsvervangend hoofd van eerder genoemde afdeling als plaatsvervangend invorderingsambtenaar bevoegd om alle formele invorderingsbescheiden te ondertekenen en alle invorderingsactiviteiten uit te oefenen.
De invorderingsambtenaar is te allen tijde belast met de leiding van de invordering. Dit brengt met zich mee dat de gerechtsdeurwaarder voor de uitoefening van zijn taak niet van zijn wettelijke bevoegdheden gebruik maakt, zonder dat hij daartoe opdracht heeft gekregen van de invorderingsambtenaar.
De invorderingsambtenaar geeft vanuit de functiespecifieke taken opdracht aan het incassobureau om in geval van het onbetaald blijven van facturen de behandeling van het dossier over te nemen en via het gerechtelijke traject de debiteur tot betaling te dwingen. De invorderingsambtenaar is eindverantwoordelijk voor alle handelingen die in zijn naam ‘in opdracht’ (i/o) of ‘per order’ (p/o) ondertekend worden door de medewerker privaatrechtelijke invordering.
De medewerker privaatrechtelijke invordering.
De medewerker financieel beheer is bevoegd om zowel telefonisch, mondeling als schriftelijk op te treden namens de invorderingsambtenaar, waarbij op dezelfde wijze dient te worden opgetreden als ware hij de invorderingsambtenaar met uitzondering van de functiespecifieke taken.
De gemeente Krimpen aan den IJssel maakt gebruik van een externe incassopartij. Na het, ondanks verzending van als regel twee (of soms drie) betalingsherinneringen, onbetaald blijven van de vorderingen worden deze uit handen gegeven aan een door de invorderingsambtenaar aangewezen incassobureau, waar het gehele gerechtelijke invorderingstraject in behandeling wordt genomen.
2. Invordering in de eerste aanleg
Een factuur kan uitsluitend worden verstuurd aan een natuurlijk- of rechtspersoon. Betaling vindt plaats binnen 30 dagen na dagtekening, tenzij bij overeenkomst of verordening anders bepaald.
De invorderingsambtenaar draagt zorg voor de verzending van de facturen door gebruik te maken van de diensten van een postbedrijf. De dagtekening van de factuur geldt als de datum van vaststelling van de betreffende factuur. In verband met de betaaltermijn(en) ligt de dagtekening van de factuur waar mogelijk na de datum waarop de factuur door de debiteur wordt ontvangen. Indien gegevens op de factuur onjuist zijn of achterwege zijn gebleven, moet dit aan degene die de factuur heeft vervaardigd, worden gemeld. Deze kan daarop besluiten om de betreffende factuur te crediteren en eventueel een verbeterende factuur te versturen.
Facturen ten name van een debiteur van wie bekend is dat hij/zij in staat van faillissement verkeert dan wel in geval de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen van toepassing is verklaard, worden, indien de openstaande schuld binnen het faillissement of de wettelijke schuldsaneringregeling valt, dan wel een boedelschuld vormt, ter verificatie bij de curator respectievelijk de bewindvoerder aangemeld.
Facturen ten name van een debiteur van wie bekend is dat hij/zij is overleden, worden gezonden aan de executeur, de bewindvoerder over de nalatenschap of de erfgenamen. De invorderingsambtenaar zal in alle gevallen nastreven, binnen de grenzen van redelijkheid en billijkheid, deze omzetting op zo’n kort mogelijke termijn af te wikkelen.
Wanneer een factuur niet binnen de daartoe gestelde termijnen wordt betaald, wordt overgegaan tot vervolging van de debiteur middels het uit handen geven van de vordering aan het incassobureau.
De invorderingsambtenaar tracht voor zover mogelijk de onderstaande volgorde van maatregelen ten behoeve van de invordering aan te houden.
Wanneer na de 2e betalingsherinnering de factuur nog niet is voldaan, wordt de vordering uit handengegeven aan het incassobureau. Inzet van het incassobureau strekt zich tot reguliere inningactiviteiten en indien noodzakelijk, op expliciet verzoek van de invorderingsambtenaar, tot het nemen van gerechtelijke stappen.
Om de ontvangsten te maximaliseren is het van belang om de openstaande facturen goed te volgen. Door tijdig de herinneringen te verzenden, zullen de ontvangsten worden gemaximaliseerd en het oninbare bedrag worden beperkt.
3.3. De betalingsherinneringen
De betalingsherinnering is op naam gesteld van de natuurlijke- of rechtspersoon die op de factuur is vermeld of zijn/haar wettelijke vertegenwoordiger. Voor het versturen van een betalingsherinnering is geen minimum bedrag vastgesteld.
Als na de vervaldag van de factuur het verschuldigde bedrag niet of in onvoldoende mate is voldaan, verzendt de medewerker financieel beheer na 30 dagen na de vervaldatum van de factuur de 1e herinnering. De vervaldatum van de 1e herinnering is 14 dagen na dagtekening. De 2e betalingsherinnering wordt na 30 dagen na versturen van de 1e herinnering verstuurd en kent een vervaldatum van 7 dagen na dagtekening.
3.4. De telefonische herinnering
In geval van effectiviteit en wenselijkheid heeft de medewerker financieel beheer de mogelijkheid om, naast het schriftelijke herinneringsproces, op elk moment van het invorderingstraject voorafgaand aan het incassobureau, over te gaan tot telefonisch manen.
Na 20 dagen na het onbetaald blijven van de 2e betalingsherinnering wordt soms een 3e betalingsherinnering verzonden en/of wordt daarna de vordering ter verdere inning uit handen gegeven aan het incassobureau. Vanaf deze invorderingsfase worden de wettelijke rente en overige vervolgingskosten bij de debiteur in rekening gebracht.
Hierbij geldt dat de kosten van invordering zoveel mogelijk worden verhaald op de nalatige debiteur. Redenen hiervoor liggen in het beginsel van gelijke behandeling en het ‘uitstralingskarakter’ door duidelijk te laten blijken dat de gemeente elke vordering gelijk bewaakt.
Indien vooraf blijkt dat in redelijke mate vaststaat dat de opbrengsten niet op zullen wegen tegen de kosten wordt de vordering als niet te incasseren beschouwd en zal het incassobureau de vordering teruggeven aan de invorderingsambtenaar als zijnde oninbaar.
4.1 Toerekening betaling/afboeken kleine bedragen
Als tijdstip van betaling geldt de datum van bijschrijving op de rekening van de gemeente (of bij het incassobureau) dan wel de ontvangstdatum in geval van een kasbetaling.
De betalingen, waarvan de bestemming is aangegeven, worden afgeboekt overeenkomstig de bedoeling van de betaler. Een ongerichte betaling, waartoe geen bestemming is aangegeven, wordt afgeboekt op de oudste openstaande vordering dan wel op de voor de debiteur meest bezwarende factuur, met dien verstande dat de aard van betreffende factuur aanleiding kan zijn om, met inachtneming van de preferenties, hiervan af te wijken. Een teveelbetaling wordt aangemerkt en behandeld als een ongerichte betaling. De belastingplichtige wordt niet schriftelijk op de hoogte gebracht van een afboeking van een betaling.
Van een eventuele verrekening tussen privaatrechtelijke facturen onderling wordt de debiteur schriftelijk op de hoogte gesteld. In geval verrekening gewenst is tussen een privaatrechtelijke vordering met een openstaand bedrag van een publiekrechtelijke vordering, wordt de debiteur hiervoor om toestemming gevraagd. Geen reactie op het verzoek kan worden verstaan als zijnde een toestemming tot verrekening. Indien er geen toestemming verleend wordt, zal er niet eerder tot terugbetaling worden overgegaan dan wanneer er geen bedrag meer als te ontvangen in de administratie is opgenomen.
Kosten van vervolging die op meer dan één factuur betrekking hebben (zoals beslagkosten) worden toegerekend aan een van de betreffende facturen. In alle gevallen waarin betaling plaatsvindt aan de kas of de deurwaarder, wordt een kwitantie afgegeven. Indien een ontvangst volgt zonder dat er vorderingen open staan zal het bedrag teruggestort worden op hetzelfde bankrekeningnummer als waarvan de betaling is verricht.
Uitstel in geval van een geschil.
Indien er sprake is van een gemeld geschil, zulks ter beoordeling van de verantwoordelijke afdeling, en het geschil niet op korte termijn verholpen kan worden, wordt uitstel van betaling verleend voor het in geschil zijnde bedrag. Hieruit volgt dat het bedrag, waarover geen geschil is, binnen de gestelde termijn dient te zijn voldaan. Uitstel voor het geschil kan niet eerder ingaan dan door de medewerker financieel beheer verleend.
In het geval dat er reeds vervolgingskosten in rekening zijn gebracht beslist de (plaatsvervangend) invorderingsambtenaar over het al dan niet te verlenen uitstel.
Een debiteur die een betalingsregeling wenst voor zijn betalingsachterstand, kan hier zowel telefonisch als schriftelijk om verzoeken. Als stelregel geldt in principe dat de betalingsregeling binnen een redelijke termijn voltrokken dient te zijn, afhankelijk van het totaalbedrag. In het geval van regelmatige verzoeken om een betalingsregeling van dezelfde debiteur kan schriftelijk om meer informatie verzocht worden aangaande de persoonlijke situatie van betrokkene. Te denken valt aan inkomsten- en vermogensspecificaties.
Indien een betalingsregeling niet conform overeenkomst wordt nagekomen, komt deze per direct te vervallen. Aan de debiteur wordt schriftelijke medegedeeld dat de regeling per direct buiten behandeling is gesteld, waarna het invorderingstraject wordt hervat.
Minimaal eens per half jaar maakt de medewerker financieel beheer een lijst op van openstaande facturen die, ondanks alle mogelijke invorderingsmaatregelen, niet te innen zijn.
Alvorens het voorstel ter parafering zal worden voorgelegd aan het hoofd van de afdeling Financiën en Control, wordt de betreffende afdeling, waarvan de factuur afkomstig is, gehoord. De invorderingsambtenaar dient vervolgens het voorstel tot oninbaar verklaren in bij het college van burgemeester en wethouders.
Het daartoe strekkende besluit ontheft de invorderingsambtenaar van de wettelijke plicht verdere pogingen tot invordering te doen.
Hierbij geldt dat naast een totaaltelling per factuursoort, in het voorstel alle gegevens op factuurniveau moeten worden aangegeven, inclusief de van toepassing zijnde argumentatie.
De college lijdt de betreffende posten al dan niet oninbaar, waarna de betreffende factuurbedragen in de financiële administratie worden afgeboekt.
Redenen voor oninbaar lijden zijn:
Indien er opnieuw verhaalmogelijkheden zijn, wordt de invorderingsprocedure weer opgestart.