Organisatie | Tilburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Winkeltijdenverordening Tilburg 2017 |
Citeertitel | Winkeltijdenverordening Tilburg 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Winkeltijdenverordening die is vastgesteld op 13 juli 2015
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-04-2017 | Nieuwe regeling | 10-04-2017 | raad 2017_493 |
De raad van de gemeente Tilburg;
-gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
Vast te stellen de Winkeltijdenverordening Tilburg 2017 met als belangrijkste wijzigingen:
Winkeltijdenverordening Tilburg
In deze verordening wordt verstaan onder:
Artikel 3 Overdracht van de ontheffing
Artikel 4 Intrekken of wijzigen van de ontheffing
Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:
Artikel 5 Zon- en feestdagenregeling
1.Voor de in artikel 2, eerste lid onder a. en onder b., van de wet vervatte verboden, behoudens voor 4 mei na 19.00 uur en op Eerste Pinksterdag voor het Kernwinkelgebied en het Dwaalgebied in de binnenstad, geldt een algemene vrijstelling tussen 06.00 uur en 22.00 uur.
Artikel 6 Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor bijzondere situaties
Artikel 7a Incidentele openstelling tussen 22.00 en 06.00 uur
De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van:
winkels waar de bedrijfsactiviteit hoofdzakelijk bestaat uit het verhuren van voorbespeelde videobanden en andere voorbespeelde beelddragers, mits in die winkel geen andere goederen worden te koop aangeboden of verkocht dan videobanden en andere beelddragers, alsmede tijdschriften en catalogi, die betrekking hebben op het te huur aangeboden assortiment.
Artikel 8b Straatverkoop en markten
De in artikel 2, tweede lid, van de wet genoemde verboden, voor zover deze betrekking hebben op werkdagen, gelden niet voor het te koop aanbieden en verkopen van feestartikelen en speelgoed op een terrein waar een kermis wordt gehouden als bedoeld in de 'Verordening vaststelling plaatsen en tijden kermis 1997', gedurende de openingstijden van die kermis.
De in artikel 2, tweede lid van de wet genoemde verboden, gelden niet voor het te koop aanbieden en verkopen van snoepgoed, voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken, religieuze artikelen en souvenirs alsmede voor bloemen en planten op het voorterrein van de Hasseltse Kapel gedurende de maand mei.
Artikel 8e Culturele evenementen
De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van gebouwen, waar voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard plaatsvinden, en waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen die rechtstreeks verband houden met aldaar te houden voorstellingen, uitvoeringen en evenementen plegen te worden verkocht, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.
De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het ter gelegenheid van voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met die voorstellingen, uitvoeringen of evenementen, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.
De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van sportcomplexen, waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen worden verkocht, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.
De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het in of op het terrein van sportcomplexen te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.
De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten plegen te worden verkocht.
De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden in of op het terrein van bejaardenoorden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten.
De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang niet ten aanzien van winkels, waar brood en gebak wordt verkocht dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden, mits in die winkel dat brood en gebak ook pleegt te worden verkocht buiten de periode van de Ramadan.
De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van brood en gebak dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het college aangewezen ambtenaren.
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van haar bekendmaking.
Op deze dag vervalt de Winkeltijdenverordening Tilburg vastgesteld op 13 juli 2015.
Deze verordening kan worden aangehaald als 'Winkeltijdenverordening Tilburg 2017'.
TOELICHTING WINKELTIJDENVERORDENING
De Winkeltijdenverordening is gebaseerd op de Winkeltijdenwet (hierna: de wet). De hoofdlijnen van deze wet zijn:
Voor de omschrijving van het begrip feestdagen is aansluiting gezocht bij artikel 2 van de wet. Koningsdag is in de wet niet meer aangemerkt als een feestdag. De wet noemt eerste Paasdag en eerste Pinksterdag niet omdat deze altijd op zondag vallen.
In de praktijk worden verzoeken per omgaande beantwoord (binnen twee weken). Bij verzoeken die gevolgen kunnen hebben voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse van de winkel kan het nodig zijn advies van bijvoorbeeld de politie in te winnen. In die gevallen zal een beslissing langer op zich kunnen laten wachten.
Artikel 3 Overdracht van de ontheffing
-De bepaling bindt de overdracht van de ontheffing aan de toestemming van het college. Deze tussenkomst geeft het college de gelegenheid om inzicht te krijgen in de handel en wandel van de opvolger.
Artikel 4 Intrekken of wijzigen van de ontheffing
In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is niet aangegeven in welke situaties een besluit ingetrokken kan worden. Dit moet dan ook in de verordening worden bepaald. Op het besluit tot intrekking van een ontheffing is de Awb van toepassing (bezwaar- en beroepsmogelijkheden).
Artikel 5 Zon- en feestdagenregeling
De wet geeft aan dat de gemeente bevoegd is om bij verordening af te wijken van het verbod op winkelopenstelling buiten werkdagen van 06.00u tot 22.00u. Ondanks de mogelijk negatieve effecten die verruiming van de openingstijden kan hebben voor individuele ondernemers, in de meeste gevallen zelfstandige ondernemers uit het midden- en kleinbedrijf, is het zeer aannemelijk dat dit over het geheel een positief effect heeft op het economisch functioneren van de stad. Om deze reden kiezen we voor het invoeren van een koopzondagenregeling, waarbij de winkels geopend mogen zijn van 06.00u tot 22.00u op alle zon- en feestdagen. Wel behouden we het verbod op openstelling van winkels op de avond van Dodenherdenking op 4 mei. Om organisatie van de Meimarkt mogelijk te maken, is voor het kernwinkelgebied en het Dwaalgebied een uitzondering gemaakt. Winkels in deze deelgebieden kunnen niet geopend zijn op Eerste Pinksterdag.
Artikel 6 Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor afzonderlijke situaties
Enerzijds gaat het in dit artikel over bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard, anderzijds gaat het over het uitstallen van goederen. In lid 2 van dit artikel worden de bijzondere gelegenheden nader gedefinieerd. Van dit artikel kan in bijzondere situaties gebruik worden gemaakt indien er reden is om op een van de in artikel 5 aangegeven feestdagen geopend te zijn of om af te wijken van de eveneens in artikel 5 vastgestelde openingstijden op zondag. Bij het verkrijgen van een ontheffing zal aangetoond moeten worden dat de gelegenheid, die als reden voor de aanvraag dient, van bijzondere aard is. Deze bijzondere gelegenheden van tijdelijke zullen moeten afwijken van de reguliere activiteiten die in de winkel, het winkelcentrum of het verkooppunt (zoals een vaste standplaats of marktkraam) plaatsvinden, om voor ontheffing in aanmerking te komen. Hierbij kan worden gedacht aan activiteiten die, onafhankelijk van de openstelling, zelfstandig publiek trekken. Zo is de ontheffingsmogelijkheid voor evenementen met name bedoeld voor de situatie waarin in het betreffende gebied een groot publieksaantrekkend evenement plaats vindt. De hierdoor gegenereerde bezoekersstroom kan voor de in het gebied gevestigde ondernemers aanleiding vormen een aanvraag in te dienen om geopend te mogen zijn. Het is niet de bedoeling ontheffing te verlenen voor een evenement dat uitsluitend ten doel heeft de openstelling van de winkels of verkooppunten mogelijk te maken. Naast deze ontheffingsmogelijkheid is er de mogelijkheid ontheffing te verlenen ten behoeve van specifieke winkels, verkooppunten of winkelcentra. Bijvoorbeeld als het gaat om een bestaansjubileum of een heropening.
In artikel 7 is wel een ontheffingsmogelijkheid opgenomen voor bijzondere verkoopacties op werkdagen tussen 22.00u en 06.00u. Dit sluit beter aan bij het doel van deze ontheffingsmogelijkheid, die gericht is op bijvoorbeeld openstelling van winkels ten behoeve van de wereldwijde uitgave van een boek of game of daarmee vergelijkbare acties.
Bij het verlenen van de ontheffing zal tevens een beoordeling plaatsvinden of de woonsituatie of leefsituatie, de veiligheid of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel. Als een ontheffing samenvalt met evenementen, leggen we het voorstel voor aan de medewerkers belast met veiligheid en handhaving.
Artikel 7a Incidentele openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur
Artikel 7 van de wet geeft de mogelijkheid om de openingstijden op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur te reguleren.
Bij een ontheffing voor een incidentele openstelling moet aangetoond worden dat de gelegenheid, die als reden voor de aanvraag dient, van bijzondere aard is.In dit artikel is een ontheffingsmogelijkheid voor bijzondere verkoopacties tussen 22.00u en 06.00u opgenomen. Hierbij kan gedacht worden aan ontheffingen ten behoeve van openstelling van winkels bij bijvoorbeeld een wereldwijde uitgave van een boek of game of daarmee vergelijkbare acties.
Bij het verlenen van de ontheffing vindt tevens een beoordeling plaats of de woon- of leefsituatie, de veiligheid of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel. Als ontheffing samenvalt met evenementen, dan leggen we het voorstel voor aan de medewerkers belast met veiligheid en handhaving.
Met het mogelijk maken van avondwinkels kunnen consumenten, op momenten dat het hen uitkomt, voorzien in de belangrijkste behoeften gedurende een ruimer deel van de dag. Ook krijgen ondernemers hiermee de mogelijkheid om in te spelen op veranderend consumentengedrag. Een ontheffing kan alleen worden verleend aan winkels die zijn gevestigd op een locatie waar het bestemmingsplan een winkel toestaat.
Avondwinkels hebben vooral een functie voor consumenten voor het doen van vergeten of spontane boodschappen. Om deze reden is ervoor gekozen om alleen avondwinkels met een assortiment van hoofdzakelijk eet- en drinkwaren toe te staan. Dit zijn de producten waar consumenten direct behoefte aan kunnen hebben. Daarbij is een beperkt hoofdassortiment voldoende om te voorzien in deze behoefte. Een maximum oppervlakte van maximaal 500 m2 wvo wordt als voldoende gezien om dit assortiment te kunnen voeren.
Door avondwinkels toe te staan in de grote centra Binnenstad, Wagnerplein, Westermarkt of Heyhoef, de bedrijvige linten en in de omgeving van stations, zijn er mogelijkheden voor exploitanten verspreid over de stad. In de opgenomen gebieden is de woonfunctie minder aanwezig dan in de kleinere centra en is er toch al sprake van ruime functiemenging, waardoor vestiging van avondwinkels hier passend is.
Vanwege het grotere risico op overlast is horeca aan meer regels gebonden dan detailhandel. Dit blijkt onder meer uit het feit dat er voor horeca een aparte categorie is opgenomen in bestemmingsplannen. Overlast zal met name in de avonduren worden ervaren. Bij de vaststelling van de beleidsregels voor ondersteunende horeca, was er nog geen sprake van openstelling van winkels in de late avonduren. Gelet op potentiële overlast van horeca-activiteiten, is het niet wenselijk om ondersteunende horeca-activiteiten in avondwinkels toe te staan. Daarom zal als voorwaarde in de ontheffing worden opgenomen, dat er geen sprake mag zijn van ondersteunende horeca. Dit betekent dat er in avondwinkels dus geen zitgelegenheid mag worden geboden. Omdat het toestaan van avondwinkels tot doel heeft consumenten de mogelijkheid te bieden vergeten of spontane boodschappen te doen, is het ook niet passend dat er ondergeschikte horeca aanwezig is.
Met een sluitingstijd op alle dagen van uiterlijk 02.00u, is er voldoende onderscheid met andere winkels die uiterlijk tot 22.00u geopend mogen zijn. Eventuele overlast in het overige deel van de nacht wordt bovendien op deze manier beperkt. Het toestaan van ruimere openingstijden zou de sluitingstijd van winkels richting de sluitingstijd van de horeca in de binnenstad brengen, waardoor overlast zou kunnen toenemen. Daarbij is ook van belang dat na 22.00u geen verkoop van alcohol mag plaatsvinden in de droge horeca. Daardoor kan het aantrekkelijk zijn om te veranderen naar een avondwinkel als voor avondwinkels dezelfde sluitingstijd zou gelden als voor (droge) horeca. Door een verschil in sluitingstijd te hanteren tussen horeca en avondwinkels, is het voor horecaondernemers minder aantrekkelijk om van bedrijfsvoering te veranderen. Zelfs als bij het starten van een avondwinkel er geen Bibob-toetsing plaatsvindt.
Om te voorkomen dat er zwaar alcoholische drank wordt verkocht en het gebruik in het openbaar gebied plaatsvindt, kunnen slijterijen geen gebruik maken van de ontheffingsmogelijkheid.
Om de effecten op de omgeving te beoordelen, wordt de ontheffing in eerste instantie voor een periode van een jaar verleend. Na deze periode wordt, mede op basis van overlastmeldingen, besloten of de ontheffing kan worden omgezet in een ontheffing voor langere of onbepaalde tijd.
Met de wijziging van de Winkeltijdenwet zijn een substantieel aantal bepalingen uit het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet van rechtswege vervallen. Het gaat onder meer om vrijstellingen voor snackbars, ijscomannen, videotheken, (bloemen)winkels bij begraafplaatsen en in bejaardenoorden, evenals openstellingen bij bijzondere gelegenheden van religieuze aard.
Voor een aantal bepalingen uit de modelverordening van de VNG is door het toestaan van openstelling van winkels op zondag van 08.00 tot 18.00u geen noodzaak meer om deze op te nemen. Dit geldt onder meer voor openstelling ten behoeve van de verkoop van bloemen nabij begraafplaatsen en tijdens Allerzielen en Allerheiligen, voor openstelling anders dan voor verkoop (bv. toetreding van een lunchroom via een winkel of fietsverhuur) en voor openstelling van feestartikelenwinkels tijdens carnaval.
Daar waar ruimere openingstijden nodig zijn, zoals voor cafetaria's of videotheken, zijn deze opgenomen in de verordening. Een aantal bepalingen, zoals straatverkoop, kermissen en verkoop bij de Hasseltse Kapel stonden reeds in de verordening.
Artikel 8b Straatverkoop en markten
Met toepassing van lid 1 en 2 wordt het mogelijk gemaakt om vrijstelling te verlenen voor verkoop van goederen vanuit een standplaats, marktkraam en dergelijke, op andere tijden dan de reguliere openingstijden op werkdagen en zaterdagen tussen 06.00u en 22.00u.
Met het bepaalde in lid 3 wordt een beperking gegeven aan de vrijstelling opgenomen in artikel 8a van de verordening. Daarmee wordt vrijstelling verleend voor straatverkoop van directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken op zon- en feestdagen. In de nacht van zaterdag op zondag is er geregeld sprake van overlast bij straatverkoop na sluiting van horeca-inrichtingen. Daarom is voor deze periode een beperking van deze vrijstelling opgenomen.
De verkopers van directe consumptie geschikte eetwaren vielen voor de wijziging van de winkeltijdenwet onder de vrijstelling van artikel 12 van het Vrijstellingenbesluit. In de huidige verordening is dit geregeld in artikel 8a. De verkoop van snoepgoed (zuurstokken, kaneelstokken enz. enz.) vallen hier niet onder. Daarom wordt aan kermisexploitanten, conform het eerste lid, toegestaan tot sluitingstijd snoepgoed aan de man te brengen.
Het tweede lid van dit artikel biedt aan kermisexploitanten, die feestartikelen en speelgoed verkopen, de mogelijkheid dit op werkdagen na 22.00 uur tot sluitingstijd van de kermis te doen.
In de maand mei vinden in Tilburg jaarlijks gebedsdiensten plaats in de Hasseltse Kapel. Voor deze lokale traditionele Mariaverering kan, op basis van artikel 20 van het Vrijstellingenbesluit geen vrijstellen worden verkregen. Daarom is dit artikel opgenomen.
Deze bepaling geeft het college de mogelijkheid om ambtenaren aan te wijzen, die toezicht houden op naleving van de verordening. Te denken is aan ambtenaren van de afdeling Handhaving. Daarnaast is op grond van het Wetboek van Strafvordering de Politie al bevoegd op te treden tegen wetsovertredingen en overtredingen van de op de wet gebaseerde verordening.
Deze verordening zal worden bekendgemaakt op de wettelijk voorgeschreven wijze.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 10 april 2017.