Organisatie | Grave |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels voor het aanvragen, verlenen en gebruiken van ontheffing van de parkeerschijfzone (blauwe zone) binnenstad |
Citeertitel | Beleidsregels voor het aanvragen, verlenen en gebruiken van ontheffing van de parkeerschijfzone (blauw zone) binnenstad |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | geen |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-05-2014 | Nieuwe regeling | 29-04-2014 Maasdriehoek d.d. 20 mei 2014 | Onbekend |
Burgemeester en wethouders van Grave;
gelet op artikel 1:3, lid 4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), artikel 149 van de Wegenverkeerswet en artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV);
besluiten vast te stellen de volgende beleidsregels:
Beleidsregels voor het aanvragen, verlenen en gebruiken van ontheffing van de parkeerschijfzone (blauwe zone) binnenstad
Deze beleidsregels verstaan onder:
a. blauwe zone: de parkeerschijfzone als bedoeld in artikel 25 RVV, aangeduid met de borden E10 (zone) en E11 (zone) en een blauwe streep langs de parkeervakken;
b. bewoner: persoon die staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie op een adres binnen de blauwe zone en in het bezit is van een rijbewijs;
i. inrit: een verbinding tussen een openbare weg en een particulier terrein, die geschikt is voor gebruik voor motorvoertuigen. Hierdoor kunnen motorvoertuigen van de openbare weg naar particulier terrein rijden, zonder daarbij het trottoir of de berm te beschadigen. Indien dit nodig is wordt, voor rekening van de aanvrager, door de gemeente een uitritconstructie aangelegd, het trottoir aangepast en eventueel straatmeubilair verplaatst. De aanvrager zorgt zlf voor de voor de inrit vereiste aanpassingen op het erf, zoals het ter plaatse verwijderen van de erfafscheiding en het aanbrengen van verharding op eigen erf.
Aanvragen voor een ontheffing kunnen doorlopend ingediend worden met behulp van een daarvoor beschikbaar gesteld aanvraagformulier.
Bij de aanvraag van een ontheffing dient, in het geval er sprake is van een motorvoertuig die permanent door werkgever permanent aan de aanvrager beschikbaar is gesteld voor woon-/werkverkeer, een verklaring van de werkgever of het leasebedrijf te worden meegezonden waaruit blijkt dat het betreffende motorvoertuig door de aanvrager wordt gebruikt voor woon/-werkverkeer.
Bij het afhalen de toegekende ontheffing of een duplicaat dient een legitimatie te worden getoond.
Indien eerder een ontheffing is verleend, dient deze ontheffing te worden ingeleverd.
De te betalen vergoeding voor een ontheffing, het verstrekken van een duplicaat dan wel het wijzigen van een ontheffing is geregeld in de legesverordening.
De ontheffing dient bij gebruik duidelijk zichtbaar achter de voorruit van het motorvoertuig te zijn geplaatst.
De ontheffinghouder geeft wijzigingen die relevant zijn voor de ontheffing zo spoedig mogelijk door aan de gemeente.
Door of namens burgemeester en wethouders kan een parkeerontheffing ingetrokken of gewijzigd worden:
De door burgemeester en wethouders aangewezen parkeercoördinator kan in het geval dat niet meteen op een aanvraag een besluit kan worden genomen een tijdelijke ontheffing afgeven met een geldigheidsduur van maximaal twee maanden.
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van deze beleidsregels.
op een aanvraag om ontheffing die is ingediend voor het tijdstip waarop deze beleidsregels van kracht worden, zijn de beleidsregels van toepassing zoals deze luidden vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregels, tenzij de aanvrager de wens te kennen geeft dat de bepalingen van deze beleidsregels worden toegepast.