Organisatie | Bedum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Woonschepenverordening Bedum 1999 |
Citeertitel | Woonschepenverordening Bedum 1999 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 149
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-07-1999 | Nieuwe regeling | 01-07-1999 Gemeenteblad, 2-7-1999 Noorderkrant, 7-7-1999 | Onbekend |
De raad van de gemeente Bedum;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 juni 1999;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet,
overwegende dat het wenselijk is om voor het gebruik van het openbaar water regels te stellen aan het ordelijk gebruik van de ligplaatsen voor woonschepen uit een oogpunt van veiligheid, gezondheid en het aanzien van de gemeente,
Aangewezen ligplaatsen op ligplaatsenkaart
De plaatsen waar woonschepen ligplaats mogen hebben, zijn aangewezen op de ligplaatsenkaart, die als bijlage 1a, 1b bij deze verordening is opgenomen. Als ligplaats, door woonschepen bij verblijf binnen de gemeente Bedum in te nemen zijn aangewezen:
het gedeelte van het Boterdiep oostzijde ten zuiden van de plaats Zuidwolde tussen de gemeentegrens en de hoek van de Beyumerweg en ws Boterdiep O.Z., m.u.v. een strook, welke zich uitstrekt van 7,5 meter ten noorden van de noordelijke gevel tot 7,5 meter ten zuiden van de zuidelijke gevel van het pand Beyumerweg 1, langs het perceel kadastraal bekend gemeente Bedum, sectie L, nr. 664.
Een ligplaatsvergunning wordt geweigerd indien:
het woonschip langer is dan aangegeven op de ligplaatsenkaart, die als bijlage 1a, 1b bij deze verordening is opgenomen en breder is dan 5,00 meter; voor de ligplaatsen, aangewezen in artikel 5, eerste lid onder sub. a het woonschip een hoogte boven de waterlijn heeft van meer dan 3,50 meter; voor de ligplaatsen, aangewezen in artikel 5, eerste lid onder sub. b het woonschip een hoogte boven de waterlijn heeft van meer dan 3,10 meter. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen met betrekking tot de onder sub. b en sub. c genoemde afmetingen;
het uiterlijk van het woonschip afbreuk doet aan het aanzien van de gemeente of het landschap verstoort. De aanvraag voor een ligplaatsvergunning wordt ter toetsing voorgelegd aan de Commissie voor Welstands- en monumentenzorg Groningen. Beoordelingscriteria voor de toetsing zijn als bijlage 2 bij deze verordening opgenomen. Artikel 9, derde lid is hierbij van overeenkomstige toepassing.
het niet aannemelijk is dat de aanvrager of de gebruiker van het woonschip binnen twaalf weken na het indienen van de aanvraag met het woonschip de plaats waarvoor de ligplaatsvergunning is aangevraagd, voor permanente bewoning kan innemen conform de voorschriften van de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (GBA) Bedum.
Wachtlijst ligplaatsvergunning
Indien één van de op grond van artikel 5, eerste lid, aangegeven plaatsen vrijkomt, stellen burgemeester en wethouders de op de wachtlijst geplaatste gegadigden, te beginnen met de hoogst geplaatste in de gelegenheid een nieuwe aanvraag van een ligplaatsvergunning in te dienen. In deze gevallen kan de ligplaatsvergunning slechts worden geweigerd op grond van de omstandigheden, vermeld in artikel 6, derde lid, onder b tot en met h.
Wijziging ligplaatsvergunning, wijziging uiterlijk van het woonschip
Wanneer de aangevraagde wijziging een verandering van het uiterlijk van het woonschip betreft, wordt een aanvraag tot wijziging van het woonschip ingediend. Bij het indienen van de aanvraag maakt de aanvrager gebruik van de door of namens burgemeester en wethouders vastgestelde formulieren. Daarbij wordt het volgende in acht genomen:
Voordat op een aanvraag, als bedoeld in het derde lid wordt beslist, wordt de aanvraag ter toetsing voorgelegd aan de Commissie voor Welstands- en monumentenzorg te Groningen. De toetsing vindt plaats op grond van de beoordelingscriteria voor welstandstoetsing, die als bijlage 2 bij deze verordening zijn opgenomen.
De eigenaar of gebruiker van een woonschip, gelegen op een ligplaats als bedoeld in artikel 5, is tevens verplicht de grond in de onmiddellijke omgeving van het woonschip te onderhouden, een en ander in overeenstemming met de toepasselijke bepalingen van de Keur van het waterschap Noorderzijlvest van 10 juni 1997.
De opsporing van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.
Zij die belast zijn met de zorg voor de nakoming van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woonschip zonder toestemming van de bewoner.