Organisatie | Rijswijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Schuldhulpverlening 2014 |
Citeertitel | Beleidsregels Schuldhulpverlening 2014 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Schuldhulpverlening |
Geen
Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-04-2017 | 01-10-2012 | Onbekend | 04-02-2014 gemeenteblad en Groot Rijswijk | 13.108164 |
Beleidsregels Schuldhulpverlening 2014
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rijswijk
-de bepalingen in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en de noodzaak om in beleidsregels
nader in te vullen hoe uitvoering wordt gegeven aan schuldhulpverlening.
-op de door het college daartoe verkregen bevoegdheid, als is vastgelegd in de Wet gemeentelijke
-de navolgende Beleidsregels Schuldhulpverlening 2014, met kenmerk 13.108164, vast te stellen, welke in werking treden een dag na de bekendmaking.
-Artikel 1: Begripsomschrijvingen
-Artikel 3: Algemene voorwaarden
-Om een beroep te kunnen doen op schuldhulpverlening dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan:
-Artikel 4: Algemene verplichtingen
-De verzoeker of aanvrager is verplicht het college de medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van de schuldhulpverlening, waaronder in elk geval verstaan wordt:
Een aanvraag voor een betalings- of schuldregeling wordt pas in behandeling genomen nadat naar het oordeel van het college in voldoende mate voldaan is aan het gestelde in artikel 4, en de aanvrager het inlichtingenformulier volledig heeft ingevuld, alle benodigde stukken heeft ingeleverd en het aanvraagformulier heeft ingevuld, ondertekend en ingediend;
-Artikel 6: Afwijzen of afsluiten verzoek en/of aanvraag
-Het college kan een verzoek of aanvraag afwijzen of afsluiten indien:
-Artikel 7: Rechten en plichten
-Artikel 8: Beëindiging schuldhulpverlening en/of betalings- of schuldregeling
-Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien toepassing van deze beleidsregels leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.
-Deze beleidsregels treden met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 oktober 2012.
-Deze beleidsregels worden aangehaald als Beleidsregels Schuldhulpverlening 2014.
-Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders in zijn van 4 februari 2014.
-Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rijswijk
-De secretaris, drs. A. de Baat
-De burgemeester, drs. Bezuijen
-TOELICHTING OP BELEIDSREGELS SCHULDHULPVERLENING
-Het college stelt zich ten doel om klanten ondersteuning te bieden om problematische schuldsituaties structureel op te lossen en waar dit niet haalbaar is, zet ze zich in om de situatie beheersbaar te maken. De klant is en blijft zelf verantwoordelijk voor de eigen financiële situatie. De gemeente spant zich – onder voorwaarden – in om de verzoeker of aanvrager te ondersteunen in geval van een problematische schuldsituatie, maar neemt de verantwoordelijkheid niet over.
-Met de invoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening op 1 juli 2012 is de schuldhulpverlening een wettelijke taak van de gemeente. Hier wordt, in samenwerking met haar partners, invulling aan gegeven middels preventie, ondersteuning in het stabilisatieproces, schuldregelen, trajectbegeleiding en nazorg.
-Schuldhulpverlening is het ondersteunend aanbod bij financiële problemen, wat kan bestaan uit advies, begeleiding, ondersteuning in de stabilisatiefase, of een betalings- of schuldregeling. Een verzoeker kan gebruik maken van advies of begeleidende producten. Indien nodig, wordt de klant ondersteund om de situatie te stabiliseren. Om toegelaten te worden voor een regelend product (betalings- of schuldregeling) waarbij de schuldhulpverlener een betalingsvoorstel doet aan alle schuldeisers, dient de klant een formele aanvraag in te dienen bij het college. Voordat een aanvrager in aanmerking komt voor een van de regelende producten, moet hij voldoen aan de daarvoor geldende voorwaarden.
-Ten behoeve van een betalings- of schuldregeling wordt middels een berekening van het Vrij Te Laten Bedrag (VTLB) vastgesteld hoe groot de afloscapaciteit is. Deze rekenmethodiek is opgesteld door de Recofa (werkgroep van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak) en wordt landelijk toegepast.
-Gedurende de schuldhulpverlening, van advies tot en met de betalings- of schuldregeling, wordt begeleiding geboden. Na de schuldhulpverlening biedt het college nog een jaar nazorg. Met deze begeleiding ondersteunt het college klanten om uitval en recidive te voorkomen.
-Voor zelfstandigen is het ondersteunende aanbod beperkt. Uit de Memorie van toelichting op de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening blijkt dat gemeentelijke schuldhulpverlening niet toegankelijk zou kunnen zijn voor zelfstandigen met een functionerende onderneming. Toch vindt de gemeente Rijswijk een vorm van hulp wel wenselijk. Daarom is er voor deze doelgroep een beperkte toegankelijkheid, namelijk advisering en/of doorverwijzing. Dit heeft in de eerste plaats te maken met de complexiteit van een schuldenregeling in combinatie met het zelfstandig ondernemerschap.
-In deze beleidsregels is uitgewerkt aan welke regels de gemeente, de verzoeker en de aanvrager moeten voldoen.
-Artikel 1: Begripsomschrijvingen
-Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
-1)Bij financiële problemen is er een uitgebreid pakket aan ondersteuning op het gebied van schuldhulpverlening mogelijk.
-2)Bij zelfstandigen bestaat de dienstverlening uit advisering en/of doorverwijzing. Bij zelfstandigen is sprake van een afwijkende situatie o.a. vanwege wisselende inkomsten, andere belastingregelingen en boekhoudkundige vereisten. Voor zelfstandigen is andere passende ondersteuning mogelijk bij de oplossing van problematische schulden. Afgezien van mogelijkheden van bancaire leningen die een zelfstandige met een gezond bedrijf kan aanvragen, zal worden nagegaan in hoeverre het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) uitkomst kan bieden. Dit is een bijstandsregeling waarvoor voorwaarden voor toelating gelden. Zo is er bijvoorbeeld bij een te hoog inkomen van een partner geen toegang, net als wanneer het bedrijf als niet-levensvatbaar wordt aangemerkt. Als het bedrijf wel levensvatbaar is en de Bbz niet van toepassing, dan is doorverwijzing naar een gespecialiseerd bedrijf voor schuldhulpverlening voor ondernemers mogelijk. De hieraan verbonden kosten zijn voor de ondernemer en kunnen worden verdisconteerd in de schuldenregeling. In bepaalde gevallen kan de zelfstandige hiervoor bijzondere bijstand krijgen.
-Artikel 3: Algemene voorwaarden
-Er worden een aantal algemene voorwaarden gesteld om voor schuldhulpverlening in aanmerking te komen.
-Zelfstandig ondernemers met financiële problemen kunnen een beroep doen op het Besluit bijstandverlening zelfstandigen. Daar waar mogelijk worden zelfstandig ondernemers met financiële problemen van advies voorzien en actief doorverwezen naar de juiste samenwerkingspartner.
-A, b en c) Verzoekers en aanvragers dienen te beschikken over een geldig paspoort of identiteitsbewijs (een rijbewijs voldoet niet) en eventueel een verblijfsvergunning waarmee aanspraak gemaakt kan worden op de sociale voorzieningen, en moeten ingeschreven staan in de BRP van de gemeente Rijswijk. In het geval een aanvrager een tijdelijke verblijfsvergunning heeft, dient deze op het moment van aanvraag in ieder geval nog 3,5 jaar geldig te zijn om voor een regelend product in aanmerking te komen. Dit omdat een schuldregeling een termijn kent van maximaal 3 jaar.
-Verzoekers en aanvragers dienen te beschikken over een vaste woon- of verblijfplaats in de gemeente Rijswijk. Het woonadres dient juist en volledig in het BRP te zijn opgenomen. Per 6 januari 2014 heet de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) de Basisregistratie personen: BRP. Onder de Wet BRP geldt het uitgangspunt dat van iedere ingezetene ofwel een woonadres, ofwel een briefadres wordt opgenomen. Het college van burgemeester en wethouders wordt bevoegd om ambtshalve een briefadres op te nemen indien het woonadres ontbreekt en door de betrokken ingezetene geen aangifte wordt gedaan van een briefadres. Dit betekent dat de zogeheten centrumgemeenten niet langer verantwoordelijk zijn voor schuldhulpverlening aan een ingezetene zonder adres.
-De verzoeker kan minderjarig of meerderjarig zijn. Om op laagdrempelige wijze schuldhulpverlening te bieden, staat schuldhulpverlening open voor jongeren die voor het eerst in aanraking komen met (potentiële) schulden. Het college wil deze groep middels preventie kunnen benaderen, en indien nodig ook individueel adviseren over hun financiële situatie.
-De aanvrager dient meerderjarig (18 jaar of ouder) te zijn. Dit komt omdat een minderjarige geen overeenkomsten (bijv. lening of aankoop) kan aangaan zonder toestemming van ouders of voogd. Indien een minderjarige toch schulden heeft, kunnen overeenkomsten die zonder toestemming zijn aangegaan ontbonden worden. Indien wel toestemming is verleend, of wanneer er schulden zijn ontstaan doordat de minderjarige een ander schade heeft berokkend, zijn in principe de ouders of voogd financieel verantwoordelijk. Om een betalings- of schuldregeling te kunnen doorlopen is een inkomen ter hoogte van minimaal de voor die persoon van toepassing zijnde bijstandsnorm noodzakelijk. Wanneer de minderjarige de leeftijd van 18 jaar bereikt bestaat een zelfstandig recht op bijstand en kan dus een inkomen verworven worden waarmee de betalings- of schuldregeling doorlopen kan worden.
-Alle meerderjarige inwoners van de gemeente Rijswijk, met uitzondering van zelfstandig ondernemers, kunnen in aanmerking komen voor een betalings- of schuldregeling ongeacht de aard of hoogte van het inkomen, zolang dit minimaal het voor die persoon van toepassing zijnde bijstandsniveau heeft.
-Artikel 4: Algemene verplichtingen
-In de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening is in artikel 6 de inlichtingenplicht geregeld en in artikel 7 de medewerkingsplicht.
-a en b) Bij een verzoek voor schuldhulpverlening dient de verzoeker volledig inzicht te geven in zijn financiële situatie, dat wil zeggen alle inkomsten, uitgaven, spaartegoeden en vermogensbestanddelen, alsmede al zijn schulden en afbetalingsverplichtingen. Naast een inzicht in de financiële situatie dient de verzoeker ook inzicht te geven in zijn persoonlijke situatie voor zover dit van belang is voor de schuldhulpverlening. Middels een checklist wordt aan de verzoeker medegedeeld welke informatie overgelegd dient te worden. Deze verplichting geldt ook bij het indienen van een aanvraag.
-Alle noodzakelijke bewijsstukken dienen tijdig aangeleverd te worden.
-c) De verzoeker of aanvrager dient zich aan de gemaakte afspraken te houden. Hierbij kan men denken aan de opgelegde verplichting van het positief afronden van een budgetcursus of het verkopen van de auto. Wanneer een verzoeker of aanvrager tot twee keer toe niet op een afspraak verschijnt zonder zich af te melden, kan dit tot consequenties leiden. Bij het niet nakomen van de gemaakte afspraken kan dit een tijdelijke uitsluiting van schuldhulpverlening tot gevolg hebben.
-Wanneer de verzoeker of aanvrager een WWB-uitkering heeft en de schuldhulpverlening onderdeel van het re-integratietraject uitmaakt en de klant de afspraken niet nakomt, stelt het college vast of afstemming van de uitkering dient plaats te vinden. Om de uitkering in dergelijke gevallen af te kunnen stemmen dient op grond van artikel 55 WWB schuldhulpverlening als nadere verplichting te zijn opgelegd.
-d en e) De verzoeker of aanvrager is verplicht zich aantoonbaar in te spannen om het geheel of een zo groot mogelijk deel van de schulden af te lossen.
-a) Dit behoeft geen nadere toelichting.
-b) Afhankelijk van de situatie zal de aanvrager geïnformeerd worden of er een gezamenlijke aanvraag moet worden ingediend. Dit is bijvoorbeeld het geval als de aanvrager gehuwd is in gemeenschap van goederen. Het kan ook gelden als de aanvrager gehuwd is onder huwelijkse voorwaarden of samenwonend en er zijn bijvoorbeeld gezamenlijke schulden.
-c) Dit behoeft geen nadere toelichting.
-Artikel 6: Afwijzen of afsluiten verzoek en/of aanvraag
-In dit artikel is opgenomen op welke momenten het college het verzoek tot schuldhulpverlening of de aanvraag voor een betalings- of schuldregeling kan afwijzen of afsluiten.
-a, b en h) De eigen verantwoordelijkheid van de klant staat voorop. Daarbij is schuldhulpverlening in principe eenmalig. Dit wordt hiermee duidelijk uitgedragen naar de klant. Indien een aanvrager eerder een betalings- of schuldregeling met succes heeft doorlopen en een jaar nazorg heeft gehad, en dus schuldenvrij is geweest, is deze voor de duur van tien jaar uitgesloten van een nieuwe aanvraag. Deze termijn sluit aan op de WSNP en is conform de werkwijze van de NVVK.
-Wel kan deze klant een beroep doen op de schuldhulpverleningsproducten zoals advies of individuele begeleiding.
-c) Fysieke of verbale agressie jegens medewerkers die met de schuldhulpverlening zijn belast, is onaanvaardbaar. In geval van misdraging handelt het college conform het actuele agressieprotocol.
-d) Motivatie is onlosmakelijk verbonden met een hogere kans op succesvolle schuldhulpverlening. Het college spant zich in om ook op het oog onwillige klanten te doordringen van het besef nu te moeten handelen om erger te voorkomen. Motiveren, stimuleren en indien nodig afdwingen van bepaald gedrag van de klant past hierbij. Indien het college vaststelt dat de klant niet of onvoldoende gemotiveerd is, kan ze de schuldhulpverlening beëindigen zonder dat dit tot het gewenste resultaat heeft geleid. De klant is dan voor bepaalde duur uitgesloten van schuldhulpverlening. Motivatie is onder andere op te maken uit de mate en snelheid van medewerking van de klant, het actief deelnemen aan de budgetcursus, en het accepteren van flankerende hulpverlening.
-e en f) Om het VTLB te kunnen berekenen en een betrouwbaar voorstel aan de schuldeiser(s) te kunnen doen, is een stabiel inkomen van minimaal de voor die persoon van toepassing zijnde bijstandsnorm vereist.
-De schuldhulpverlener treedt op als bemiddelaar tussen de schuldenaar en de schuldeiser(s). Het is in beider belang dat de belangen van alle partijen worden meegewogen. Daarom is het noodzakelijk dat de aanvrager beschikt over een stabiele woon-, leef- en/of inkomenssituatie. Aanvragers bij wie de echtscheiding nog niet is uitgesproken, of die een partner hebben die geen geldig verblijfsdocument heeft, hebben geen stabiele woon-, leef- en/of inkomenssituatie. Het risico op bijvoorbeeld nieuwe schulden of uitval is dan te groot. De schuldeiser, en ook de aanvrager, is daar niet mee geholpen. Indien nodig wordt de klant ondersteund in de stabilisatiefase. Bij ongehuwde partners wordt per situatie onderzocht hoe de schulden geregeld kunnen worden.
-g) Om problemen bij de oorzaak aan te pakken en niet alleen aan symptoombestrijding te doen, vragen we van onze klanten dat ze actief aan de slag gaan met het aanpakken van de achterliggende oorzaak van hun financiële problematiek. Hiermee borgen we het beoogde duurzame karakter van onze dienstverlening.
-Artikel 7: Rechten en plichten
-a) Zowel voor de gemeente als voor de aanvrager zijn een aantal rechten en plichten van toepassing. Die worden opgenomen in de schuldregelingsovereenkomst. Bij het niet nakomen van de afspraken in de schuldregelingsovereenkomst kan dit tot voortijdige beëindiging van de regeling leiden.
-b en c) Het college bepaalt op basis van de situatie, mogelijkheden en capaciteiten van de aanvrager welke vorm van schuldregelen aangeboden wordt. De looptijd van een regeling gaat in vanaf het moment dat voor de eerste keer de volledig berekende afloscapaciteit wordt gereserveerd.
-Een betalings- of schuldregeling kan in verschillende vormen worden ingevuld:
Betalingsregeling: de schuld wordt volledig afgelost. Soms zijn aanvragers in staat om binnen 36 maanden hun schulden af te betalen maar hebben ze hulp nodig bij het realiseren van de betalingsafspraken. Er zijn ook situaties denkbaar waarbij een schuldregeling niet mogelijk is (zoals mogelijk bij een boete of een fraudevordering). De aanvrager kan geholpen worden bij het treffen van haalbare betalingsafspraken, waarbij een looptijd langer dan 36 maanden tot de mogelijkheden behoort.
Saneringskrediet: door middel van een door de schuldregelende instelling te verstrekken krediet worden de schulden van de aanvrager geheel of gedeeltelijk tegen finale kwijting voldaan. De aanvrager betaalt maandelijks de lening terug aan de kredietverstrekker, de looptijd van het krediet is 36 maanden;
Financieel beheer: dit is een verplicht onderdeel van een schuldregeling waarbij de afloscapaciteit wordt veiliggesteld. Het kan ook worden verplicht in geval van een betalingsregeling. De aanvrager dient daartoe een overeenkomst met daarin alle verplichtingen en afspraken te ondertekenen. Beëindiging van het financieel beheer is verbonden aan de, eventueel voortijdige, beëindiging van het bijbehorende aanbod;
WSNP: indien een minnelijke schuldregeling niet slaagt, geeft het college een WSNPverklaring af. De klant kan met een WSNP-verklaring bij de rechtbank een wettelijke regeling aanvragen. Deze regeling duurt minimaal 12 en maximaal 60 maanden, maar doorgaans geldt een termijn van 36 maanden. Na deze periode is de klant schuldenvrij. Een belangrijk verschil tussen een minnelijk en wettelijk traject is dat schuldeisers bij een minnelijk traject op vrijwillige basis meewerken en bij de WSNP daartoe verplicht zijn.
-d) Bij het opzetten van een schuldregeling werkt de schuldhulpverlener conform de gedragscode van de NVVK. Dat betekent dat de klant alsook de schuldeiser er van verzekerd is dat diens belangen behartigd zijn.
-e) Het kan voorkomen dat de kredietverstrekker een borgstelling vraagt. Indien de aanvrager een inkomensniveau heeft van maximaal 110% van de voor die persoon van toepassing zijnde bijstandsnorm, kan het college dit verzorgen. Het college sluit hierbij aan op haar minimabeleid. Indien een aanvrager een hoger inkomensniveau heeft, staat het hem vrij de borgstelling bij een andere instelling of private partij te regelen. Indien dit niet mogelijk is, zal het college een andere vorm van schuldregeling aanbieden om de schuld te regelen.
-Artikel 8: Beëindiging schuldhulpverlening en/of betalings- of schuldregeling
-In dit artikel is beschreven in welke gevallen het college kan besluiten om de schuldhulpverlening en/of de betalings- of schuldregeling te beëindigen.
-1)a en b) Beide behoeven geen nadere toelichting.
-c) Bij een verhuizing uit de gemeente Rijswijk zal de schuldhulpverlening worden beëindigd. De klant kan een verzoek tot schuldhulpverlening indienen bij het college van de nieuwe woongemeente.
-Indien de schuldregeling getroffen is en loopt, kan deze op verzoek van de klant in Rijswijk worden voortgezet. Het college bepaalt of aan dit verzoek tegemoet gekomen wordt. Zo ja, dan blijven deze beleidsregels van toepassing op de regeling en zal de regeling worden beëindigd indien er sprake is van lid a, b, d, e of f van artikel 8.
-d) Dit behoeft geen nadere toelichting.
-e) Het kan voorkomen dat gezien de situatie, vaardigheden en mogelijkheden van de verzoeker en/of aanvrager een schuldenvrije toekomst niet tot de mogelijkheden behoort. Het staat de gemeente in die situaties vrij de schuldhulpverlening te beëindigen. Daarbij zal ze zich inspannen om te komen tot een acceptabele situatie, waarbij andere professionals, vrijwilligers of particulieren de inwoner verder ondersteunen.
-f) Dit behoeft geen nadere toelichting.
-2)Dit behoeft geen nadere toelichting.
-Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
Schuldhulpverlening: de ondersteuning bij het vinden van een integrale oplossing gericht op de aflossing van schulden, indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede preventie en nazorg;