Organisatie | Terneuzen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel Bibob 2015 Gemeente Terneuzen |
Citeertitel | Beleidsregel Bibob 2015 Gemeente Terneuzen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | integriteit bestuur openbaar bevordering besluit |
Geen
Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door openbaar bestuur
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-06-2015 | Onbekend | 03-03-2015 ZVA | Onbekend |
Beleidsregel Bibob Gemeente Terneuzen 2015
De Burgemeester en het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Terneuzen, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;
Overwegende, dat de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) hen beleidsruimte verschaft bij de besluitvorming over het toepassen van hun uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden;
Gelet op het bepaalde in de Wet bevordering integriteitsbepalingen door het openbaar bestuur, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 3, 27, 30a en 31 van de Drank- en Horecawet, artikel 30b van de Wet op de Kansspelen, artikel 2 van de Verordening Speelautomatenhallen Terneuzen 2011, de artikelen 2.1 en 2.17 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de artikelen 2:25, 2:28 en 3:4 van de Algemene Plaatselijke Verordening
Beleidsregel voor de toepassing van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur 2015.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
eigen onderzoek: de wijze van behandelen van een aanvraag waarbij met toepassing van de wet door het bestuursorgaan wordt beoordeeld of er redenen aanwezig zijn om de aanvraag te weigeren, respectievelijk de beschikking in te trekken of te beëindigen, daaraan voorschriften te verbinden dan wel een advies bij het Bureau aan te vragen.
Hoofdstuk 2: Publiekrechtelijke beschikkingen
Artikel 2 Toepassingsbereik bij nieuwe beschikkingen
De toepassing van de wet zal door het bestuursorgaan op de hieronder aangeduide beschikkingen op de volgende wijze plaatsvinden:
Artikel 2.1 Bibob-toets bij elke aanvraag
Uitvoering van de Bibob-toets vindt in beginsel plaats bij elke aanvraag voor een beschikking als bedoeld in:
artikel 3 Drank- en Horecawet (Drank- en Horecavergunning); paracommerciële rechtspersonen als bedoeld in artikel 4 van de Drank- en Horecawet (zoals dorpshuis, clubhuis, kantine van een sportvereniging) waarvan de horeca in eigen beheer is en niet is verpacht, vallen in beginsel niet onder dit Bibob-beleid;
Artikel 2.2 Bibob-toets bij risico-indicatoren
Uitvoering van de Bibob-toets vindt bij onderstaande aanvragen voor een beschikking in beginsel plaats als zij vallen onder de daartoe aangewezen branche en/of gebied en de daarbij geldende risico-indicatoren.
Artikel 2.2.1 omgevingsvergunning bouwactiviteit
In het geval van een aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht blijft de toepassing beperkt tot de aanvragen met een bouwsom hoger dan € 500.000,00 of aanvragen die vallen onder specifieke risicocategorieën en/of risicogebieden dan wel waarbij sprake is van cumulatie van aanvragen (zie bijlage 1 bij deze beleidslijn).
Artikel 2.2.2 omgevingsvergunning inrichting Wet milieubeheer
1.In het geval van een aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een inrichting als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van die wet, blijft de toepassing beperkt tot de inrichtingen die behoren tot de risicocategorieën afval en vuurwerk en wordt deze in beginsel alleen uitgevoerd als:
er duidelijke aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen, dat bij de aanvraag sprake is van een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet.
Artikel 2.2.3 Omgevingsvergunning beperkte milieutoets
In het geval van een aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder i van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een activiteit waarvoor bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 2.17 van die wet is bepaald, dat de beschikking in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 Wet Bibob kan worden geweigerd, wordt de Bibob-toets in beginsel alleen uitgevoerd als bij de aanvraag:
er duidelijke aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen, dat bij de aanvraag sprake is van een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet.
Artikel 2.2.4 Evenementenvergunning
In het geval van een aanvraag als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening blijft de toepassing van de Bibob-toets beperkt tot de bij afzonderlijk besluit van de burgemeester aangewezen evenementenvergunningen.
Artikel 2.2.5 Bibob-toets bij vermoeden als bedoeld in artikel 3 van de wet
Uitvoering van de Bibob-toets vindt bij onderstaande aanvragen voor een beschikking in beginsel plaats, als er sprake is van ambtelijke informatie en/of informatie afkomstig van een van de partners uit het samenwerkingsverband RIEC, die een aanleiding vormen om te vermoeden dat de beschikking zal worden gebruikt als bedoeld in artikel 3 van de wet:
Artikel 2.3 Toepassing in bijzondere situaties bij aanvragen voor een beschikking
Artikel 2.4 Toepassingsbereik bij reeds verleende beschikkingen
bekend wordt dat tegen betrokkene in een andere gemeente bij een Bibob-toets een ernstige mate van gevaar is geconstateerd en aan betrokkene alhier een soortgelijke beschikking is verstrekt. In geval aan betrokkene in meerdere gemeenten binnen het samenwerkingsverband RIEC eerder al een soortgelijke beschikking is verleend, zal het bestuur het RIEC om coördinatie in de Bibob-toets verzoeken.
Hoofdstuk 3: Privaatrechtelijke transacties
Artikel 3.1 Toepassingsbereik bij aanbestedingen
Toepassing van Bibob is op grond van de wet mogelijk voor aanbestedingen in de bouw, ICT en milieu. Ook voor de inzet van het Bibob-instrumentarium geldt als algemene regel, dat het slechts als ultimum remedium dient te worden ingezet en het overheidsorgaan geboden is om nadrukkelijk eerst de mogelijkheden na te gaan, die reguliere wetgeving biedt. Op dat vlak is de Aanbestedingswet 2012 van nadrukkelijk belang. Deze wet regelt de invoering en toepassing van de z.g. eigen verklaring in de aanbestedingsprocedure. Het betreft hier een verklaring, die op verzoek aan een gegadigde kan worden verstrekt vanuit de dienst Justis van het Ministerie van Veiligheid en Justitie en een toetsing betreft van zijn/haar integriteit.
Deze verklaring kan een sterke rol vervullen in het selectieproces, waardoor inzet van het Bibob-instrument veelal niet meer noodzakelijk is.
Ook door de gemeente Terneuzen wordt aan inschrijvers een eigen verklaring gevraagd. Er is daarom voor gekozen om de aanbestedingen vooralsnog niet op te nemen in dit Bibob-beleid.
Artikel 3.2 Toepassingsbereik bij vastgoedtransacties
Er zijn momenteel nog de nodige haken en ogen aan het invoeren van de Bibob-toets voor vastgoedtransacties. Dit heeft te maken met de specifieke juridische omgeving waarbinnen vastgoedonderhandelingen zich afspelen (het privaatrecht). Vanuit het RIEC wordt hiervoor een conceptbeleid ontwikkeld. Vooralsnog zijn vastgoedtransacties daarom niet opgenomen in dit Bibob-beleid.
Alvorens het eigen onderzoek naar het zich voordoen van weigeringsgronden als bedoeld in artikel 3 van de wet wordt gestart, zal een aanvraag eerst beoordeeld worden conform de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de reguliere weigeringsgronden vanuit de onderliggende regelgeving van de desbetreffende vergunning.
In geval een van het Bureau ontvangen adviesverzoek leidt tot het voornemen om een gevraagde beschikking te weigeren dan wel een eerder verleende beschikking in te trekken, wordt aan betrokkene een kopie van het adviesrapport ter hand gesteld. Betrokkene wordt daarbij door het bestuursorgaan gewezen op zijn geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 28 van de wet.
Indien het bestuursorgaan een advies aanvraagt bij het Bureau, wordt op grond van artikel 31 van de wet de wettelijke termijn waarbinnen de beschikking dient te worden gegeven, opgeschort voor de duur van de periode die begint met de dag waarop het advies door het Bureau in behandeling wordt genomen en eindigt met de dag waarop het advies is ontvangen, met dien verstande dat deze opschorting niet langer duurt dan de termijn, zoals genoemd in artikel 15, eerste lid, van de wet.
Bijlage 1: toepassingcriteria geldend voor de uitvoering van de Bibob-toets bij de aanvraag voor een beschikking als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (omgevingsvergunning bouwactiviteit).
Uitgaande van het doel van de Wet Bibob, het waarborgen van de integriteit van het bestuursorgaan en het voorkomen van ongewild faciliteren van criminele activiteiten en daarmee het tegenhouden van vergunningen waarbij een bepaalde mate van criminele beïnvloeding te verwachten valt, zal de uitvoering van de Bibob-toetsing plaatsvinden bij aanvragen die vallen onder een van de hierna genoemde gevallen:
in geval van een aanvraag voor een omgevingsvergunning-bouwactiviteit, waarbij sprake is van een bouwsom van meer dan € 500.000,- (exclusief btw). De bouwsom wordt door de gemeente berekend.
indien de bouwsom meer bedraagt dan € 50.000,- (exclusief btw) en minder bedraagt dan of gelijk is aan € 500.000,- (exclusief btw) en waarbij sprake is van een of meerdere onderstaande risicocategorieën.
Inrichtingen waarin bedrijfsmatig, in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet: - logies wordt verstrekt (waaronder hotels, kamerverhuurbedrijven, pensions), - dranken worden geschonken (waaronder horecabedrijven), of - rookwaren of spijzen (waaronder coffeeshops) voor directe consumptie worden verstrekt;
Voor het publiek toegankelijke, besloten ruimten waarin bedrijfsmatig, in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet seksuele handelingen worden verricht, seksuele diensten worden aangeboden of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden (waaronder prostitutiebedrijven, darkrooms, seksbioscopen, sekswinkels, erotische massagesalons);
Vrijplaatsen (locaties waar en/of groepen waartegen een effectief overheidsoptreden wordt belemmerd, leidend tot een maatschappelijk ongewenste situatie, waarbij aanwijzingen bestaan voor het aanwezig zijn van strafbare gedragingen waaronder (fiscale) fraude en waarbij we spreken over handhavingsknelpunten. De belemmering betreft soms een bestaande of vermeende dreiging, soms een sociaal-culturele hindernis);
NB.: Bovenstaande opsomming van risicocategorieën is niet limitatief. Deze risicocategorieën kunnen, indien nieuwe ontwikkelingen dit noodzakelijk maken, door het college van burgemeester en wethouders worden aangepast.
vanaf de 4e aanvraag op jaarbasis van dezelfde aanvrager en/of betrokkene met een bouwsom van meer dan € 50.000,- (exclusief btw) en minder dan € 500.000,- (exclusief btw).
In geval reeds aanvang is genomen met de realisatie van een vergunningplichtig bouwwerk, zonder dat daarvoor de vereiste vergunning is aangevraagd, en de bouwsom meer bedraagt dan € 50.000,- (exclusief btw) en minder bedraagt dan of gelijk is aan € 500.000,- (exclusief btw).
indien de bouwsom meer bedraagt dan € 50.000,- (exclusief btw) en minder bedraagt dan of gelijk is aan € 500.000,- (exclusief btw) en de aanvraag een locatie betreft die gelegen is in een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen risicogebied.