Organisatie | Cromstrijen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Havenverordening Cromstrijen |
Citeertitel | Havenverordening Cromstrijen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet artikel 149
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-10-2010 | 01-01-2021 | nieuwe regeling | 28-09-2010 Het Kompas 10 oktober 2010 | onbekend |
De raad van de gemeente Cromstrijen;
overwegende dat het wenselijk is om voor het gebruik van openbaar water regels te stellen aan het ordelijk gebruik van de ligplaatsen voor schepen uit een oogpunt van veiligheid, gezondheid en het aanzien van de gemeente;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 augustus 2010;
gelet op artikel 147 van de Gemeentewet;
Hoofdstuk 1 Algemene en Procedure bepalingen
In deze verordening en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:
Schip: Elk vaartuig met inbegrip van een vaartuig zonder waterverplaatsing en een watervliegtuig dat feitelijk wordt gebruikt of geschikt is om te gebruiken of geschikt is om te worden gebruikt als middel tot verplaatsing te water; onder schip wordt mede verstaan drijvende werktuigen, zoals kranen, baggermolens, pontons of materieel van soortgelijke aard, alsmede woonboten, glijboten en ponten.
Lengte schip: de maximale afstand tussen voor- en achterkant van een schip.
Breedte schip: de maximale afstand tussen de zijkanten van het schip.
Diepte schip: de maximale afstand van kiel tot aan de waterlijn.
De maximale lengte van een schip mag maximaal 32 meter bedragen;
De maximale breedte van een schip mag maximaal 5,5 meter bedragen;
De maximale diepte van een schip mag maximaal 2,25 meter bedragen;
Niet in behandeling nemen van een aanvraag
Burgemeester en wethouders nemen de aanvraag niet in behandeling indien de aanvrager niet heeft voldaan aan het bepaalde in de geldende Legesverordening.
Schriftelijk of mondeling besluit
Weigering vergunning of ontheffing
Burgemeester en wethouders kunnen een vergunning of ontheffing, afgezien van de specifieke gronden, vermeld in de afzonderlijke bepalingen, weigeren in geval van strijd met de belangen die ten grondslag liggen aan de betrokken bepalingen, in geval van strijd met een bestemmingsplan of in geval van strijd met het havenbeleid.
Burgemeester en wethouders kunnen een vergunning intrekken of wijzigen, in het geval dat:
De houder van een vergunning en/of ontheffing is verplicht, deze op eerste vordering van degene die is belast met de handhaving of de zorg voor de naleving van een of meer bepalingen van deze verordening, ter inzage te geven.
De in deze verordening genoemde maten worden uitwendig gemeten, daar waar zij het grootst zijn. Ondergeschikte bouwdelen zoals lichtkoepels en antennes worden niet meegerekend (zie ook artikel 1.11).
Aanwijzing ligplaats en ligplaatsenkaart
Hoofdstuk 2 Bepalingen met betrekking tot het gebruik en beheer
Hoofdstuk 3 Bepalingen in het belang van ordening, openbare orde, veiligheid en milieu
1.Het is verboden, met of op een vaartuig of ander object te water overlast of hinder te veroorzaken dan wel op andere wijze de openbare orde te verstoren.
Voorwerpen in, op en boven het openbaar water
Onverminderd hun bevoegdheden als bedoeld in art. 3. van de Scheepvaartverkeerswet kunnen burgemeester en wethouders besluiten op of langs het openbaar water tekens te plaatsen, al of niet in samenhang met bijkomende tekens, die zijn opgenomen in bijlage 7 van het BPR.
Burgemeester en wethouders kunnen het plaatsen van een teken als bedoeld in het eerste lid achterwege laten indien het plaatsen van een teken niet doelmatig is; zij kunnen in plaats daarvan of in combinatie met het plaatsen van een teken het verbod, het gebod, de aanbeveling of de inlichting in een voorschrift opnemen.
Het is verboden, zonder ontheffing van burgemeester en wethouders te handelen in strijd met een teken of met een voorschrift als bedoeld in het tweede lid.
Gebruik van (verkeers)objecten
De schipper is op aanwijzing van de havenmeester verplicht om, indien hij niet wil dat in de nabijheid liggende vaartuigen over zijn vaartuig laden of lossen of dat personen zich voor het bereiken van die vaartuigen of de wal over zijn schip begeven, zijn ligplaats te verlaten.
Het is de schippers van de hierna bedoelde schepen verboden de haven binnen te lopen zonder toestemming door of namens burgemeester en wethouders:
De schipper of, bij zijn afwezigheid, de reder of de eigenaar van een gezonken vaartuig of gezonken voorwerp, is verplicht:
Het is verboden op of aan het water verbouwings-, herstel- of sloopwerkzaamheden te (laten) verrichten, waardoor gevaar, schade of hinder kan ontstaan; het verbod is ook van toepassing op het uitvoeren van werkzaamheden op plaatsen vanwaar de bij de werkzaamheden te gebruiken of vrijkomende stoffen rechtstreeks in het openbaar water terecht kunnen komen.
Bij ijsgang of dichtgevroren water in de haven is de schipper van een schip verplicht:
Het is verboden in de Dorpshaven te laden en te lossen.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod en kunnen hiervoor nadere regels vaststellen.
Zoeken naar voorwerpen in de haven
Het in lid 1 vervat verbod is niet van toepassing op het zoeken naar of op het droge brengen van een kort tevoren kennelijk verloren of zoekgeraakt voorwerp, waarvan de herkomst vaststaat, indien dit zoeken naar c.q. beredden van het voorwerp geschiedt door of met toestemming van de rechthebbende op het voorwerp en de werkzaamheden na beoordeling van de havenmeester geen bezwaar of belemmering opleveren voor de veiligheid of het verkeer in de haven.
Verhalen anders dan op eigen aanvraag
Hoofdstuk 4 Straf-, overgangs- en slotbepalingen
Overtreding van een artikel in deze verordening en de krachtens deze artikelen gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.
De opsporing van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.
Zij die belast zijn met de zorg voor de nakoming van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden van een vaartuig zonder toestemming van de bewoner.
Inwerkingtreding en citeertitel
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning of ontheffing -hoe ook genaamd- op grond van een verordening bedoeld in artikel 4.4, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt daarop de overeenkomstige bepaling van de onderhavige verordening toegepast.