Organisatie | Vlissingen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Huisvestingsverordening 2017 |
Citeertitel | Huisvestingsverordening 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Geen
Artikel 2,4 lid 1 onder b, 21 t/m 27 en 35 Huisvestingswet 2014
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2017 | 29-03-2018 | Nieuw | 23-03-2017 Onbekend | Onbekend |
De raad van de gemeente Vlissingen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op de artikelen 2, 4, lid 1, onder b, 21 t/m 27 en 35 van de Huisvestingswet 2014;
vast te stellen de Huisvestingsverordening Vlissingen 2017, luidend als volgt:
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Het online aanbieden en boeken van (een gedeelte van een) woonruimte voor tijdelijke, kortstondige, verhuur en bewoning als recreatieve of zakelijke verblijfsaccommodatie.
Het permanent bewonen van een woonruimte en daar zijn hoofdverblijf heeft, zoals bedoeld in de Wet Gemeentelijke Basis Administratie (GBA).
Het college van burgemeester en wethouders van Vlissingen
Elke deur, die direct toegang geeft tot de zelfstandige woonruimte, bereikbaar via de straatzijde of vanuit een gemeenschappelijke verkeersruimte.
Degene die bevoegd is tot het in gebruik geven van een woonruimte of een gebouw.
Een werknemer met een buitenlands paspoort, die naar Nederland is uitgezonden voor het uitvoeren van werkzaamheden in tijdelijk dienstverband of op uitzendbasis bij een Nederlandse werkgever, tijdelijk in Nederland verblijft of andere daarmee gelijk te stellen personen.
Een werknemer, die via een uitzendorganisatie, een detacheringsbureau of als zzp’er (zelfstandige zonder personeel) ingeleend wordt om tijdelijk betaald werk te verrichten.
Een alleenstaande, of twee of meer personen, die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren of willen gaan voeren.
Woonruimte, die niet voldoet aan de begripsbepaling zelfstandige woonruimte.
De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
Het structureel aanbieden van zelfstandige woonruimte voor tijdelijke bewoning aan een huishouden of woongroep voor een aaneensluitende periode van tenminste één week en ten hoogste vier maanden.
12. Vergunning wijziging woonruimtevoorraad
Een vergunning als bedoeld in de artikelen 21 en 22 van de Huisvestingswet 2014.
De gebruiksoppervlakte als bedoeld in NEN 2580.
Douche- en/of badruimte, toilet en keuken, die tenminste bestaat uit een kraan/spoelbak en een opstelplaats voor elektrisch koken.
Samengesteld geheel van tenminste drie gestapelde woningen.
Samenlevingsverband, bestaande uit tenminste twee personen, tussen wie geen familierechtelijke relatie bestaat.
Besloten ruimte die, al dan niet samen met één of meer andere ruimten, ingevolge een bestemmingsplan of beheersverordening, bestemd is of geschikt is voor bewoning door een huishouden.
Woonruimte met een eigen toegang, die door een huishouden kan worden bewoond zonder dat het huishouden daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen, die met een ander huishouden moet worden gedeeld, en waarvoor een bouwergunning of omgevingsvergunning activiteit bouwen is vereist dan wel is verleend en aan de woonruimte, op grond van de Wet Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG), van gemeentewege een huisnummer is of moet worden toegekend.
HOOFDSTUK 2 WIJZIGING SAMENSTELLING WOONRUIMTEVOORRAAD
Het bepaalde in dit hoofdstuk is van toepassing op woningen, woonruimten en gebouwen, die woonruimten bevatten met een WOZ-waarde van en lager dan € 260.000,-.
Artikel 4 Aanvragen vergunning
De aanvraag voor een vergunning tot onttrekking, omzetting of woningvorming wordt ingediend bij burgemeester en wethouders, via een daartoe door hen beschikbaar te stellen formulier. Burgemeester en wethouders vermelden op of bij het aanvraagformulier welke gegevens of stukken de aanvrager moet verstrekken met het oog op de beoordeling van de aanvraag.
Een vergunning als bedoeld in artikel 4 wordt geweigerd, indien:
naar het oordeel van burgemeester en wethouders het te dienen algemene belang van behoud of samenstelling van de woonruimtevoorraad met het oog op de samenstelling van de woonruimtevoorraad of het belang van een geordend woon- en leefmilieu en van de leefbaarheid groter is dan het met de onttrekking, omzetting of woningvorming gediende individuele belang van aanvrager;
meer dan 5% van de tot bewoning bestemde panden in een gebied/straat met dezelfde postcode wordt gebruikt voor huisvesting in onzelfstandige woonruimte; als dezelfde postcode wordt gehanteerd de code met 4 cijfers en 2 letters;
niet wordt voldaan aan de leefbaarheidseisen- en maatregelen als bedoeld in artikel 6, daaronder begrepen de eisen en maatregelen, voorgeschreven in de op grond van artikel 6 door burgemeester en wethouders vastgestelde ‘ Beleidsnotitie en beleidsregels omzetten en splitsen zelfstandige woonruimte’;
indien de woonruimte is gelegen binnen het gebied 1, zoals dat is aangegeven op de bij deze verordening behorende tekening (bijlage 1) en als gevolg van de gevraagde vergunning meer dan 25% van de tot bewoning bestemde panden in de straat niet meer behoort tot de permanent bewoonde panden, met dien verstande, dat binnen de in dit gebied 1 gelegen woningcomplexen ten hoogste 50% van de in die complexen bestaande woonruimten (appartementen) aan de bestemming tot bewoning mogen worden onttrokken;
de woonruimte onderdeel uitmaakt van een woningcomplex, gelegen binnen het gebied 2, zoals dat is aangegeven op de bij deze verordening behorende tekening (bijlage 1) en als gevolg van de gevraagde vergunning minder dan 50% van de tot bewoning bestemde woonruimten (appartementen) niet meer behoort tot de permanent bewoonde woonruimten (appartementen), met dien verstande, dat binnen de in dit gebied 2 gelegen straten ten hoogste 25% van de tot bewoning bestemde panden, geen deel uitmakend van een woningcomplex, aan de bestemming tot bewoning mogen worden onttrokken;
Een vergunning als bedoeld in artikel 4 kan tevens worden geweigerd in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur; voordat hieraan toepassing wordt gegeven, kan het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingendoor het openbaar bestuur, bedoeld in artikel 8 van die wet om een advies als bedoeld in artikel 9 van dezelfde wet worden gevraagd.
In afwijking van het bepaalde in lid 1 kunnen burgemeester en wethouders aan de eigenaar van een woonruimte een specifieke vergunning tot onttrekking aan de bewoning verlenen voor de tijdelijke huisvesting van een expatriate of inleenkracht, mits voldaan worden aan de volgende voorwaarden:
de eigenaar, bij indiening van de aanvraag, een schriftelijke verklaring overlegt, dat na afloop van de termijn voor de tijdelijk te verrichten werkzaamheden, de woonruimte voor permanente bewoning zal worden aangewend, behoudens verlenging voor dezelfde persoon, eveneens blijkend uit een werkgeversverklaring; deze voorwaarde zal aan de vergunning worden verbonden;
Artikel 7 Financiële compensatie
De financiële compensatie voor bovenwijkse voorzieningen als bedoeld in artikel 5, onder e, voor een vergunning bestaat uit het, onmiddellijk voorafgaand aan het definitief verlenen van de vergunning, betalen van onderstaande bedragen:
€ 12.500,- voor het splitsen van woonruimte per toegevoegde woning ten opzichte van de oorspronkelijke, of een latere onherroepelijke, bouwvergunning/omgevingsvergunning bouwen; indien het betreft een tot bewoning bestemde, maar niet feitelijk-bouwkundig aanwezige woonruimte, wordt die tot woning bestemde ruimte als één woning beschouwd;
€ 4.000,- voor het omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte per gevormde onzelfstandige woonruimte onder aftrek van het ten tijde van de aanvraag aanwezige aantal woon- en slaapkamers met een grotere oppervlakte dan 12 m2 in de oorspronkelijke zelfstandige woonruimte (woning), zoals dat blijkt uit de geldende bouwvergunning of omgevingsvergunning bouwen.
Financiële compensatie is niet verschuldigd, indien een pand, dat feitelijk in gebruik is overeenkomstig een geldende omzettingsvergunning, wordt omgevormd (gesplitst) in ten hoogste het aantal zelfstandige woningen, dat op grond van de fysieke eisen in de door burgemeester en wethouders vastgestelde ‘Beleidsnotitie en beleidsregels omzetten en splitsen zelfstandige woonruimte’ mogelijk is; de omzettingsvergunning wordt per dezelfde datum als de datum van verlening van de voor de woningvorming vereiste splitsingsvergunning en/of de omgevingsvergunning bouwen ingetrokken.
Aan het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 worden door burgemeester en wethouders voorwaarden verbonden over:
aan een onttrekkingsvergunning wordt in ieder geval de voorwaarde verbonden, dat de woning uitsluitend mag worden bewoond door het huishouden van de vergunninghouder en niet mag worden aangewend en gebruikt voor, short stay, airbnb of voor verhuur ten behoeve van recreatieve of permanente bewoning dan wel ten behoeve van een andere, al dan niet bedrijfsmatige, functie.
aan een onttrekkingsvergunning als bedoeld in artikel 5, lid 2, wordt tevens de voorwaarde verbonden, dat, na afloop van de uit de werkgeversverklaring blijkende termijn voor het verrichten van de tijdelijke werkzaamheden door de expatriate of inleenkracht, de woonruimte weer voor permanente bewoning in gebruik zal worden genomen.
Artikel 9 Intrekken en vervallen
De vergunning, als bedoeld in artikel 3, kan door burgemeester en wethouders worden ingetrokken, indien:
in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur; voordat hieraan toepassing wordt gegeven, kan het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur om een advies als bedoeld als bedoeld in die wet worden gevraagd;
De vergunning, als bedoeld in artikel 3 vervalt van rechtswege, indien:
de woning, woonruimte of het gebouw, waarvoor de vergunning geldt, uiterlijk twee jaren, nadat het door brand of een vergelijkbare calamiteit is verwoest, vernield of beschadigd, niet zodanig is hersteld, dat weer van de vergunning, overeenkomstig alle daarin gestelde voorwaarden, gebruik wordt gemaakt;
Overtreding van de verboden, bedoeld in de artikelen 21 of 22 van de Huisvestingswet 2014, artikel 2 van deze verordening of het handelen in strijd met de eisen en voorwaarden, bedoeld in de artikelen 5, 6 (leefbaarheidseisen) en 8 (voorwaarden vergunning) van de verordening, kan worden beboet met een bestuurlijke boete.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in gevallen, waarin deze verordening niet voorziet of waarin onverkorte toepassing voor één of meer belanghebbenden tot ongekende hardheid of grote onbillijkheid zou leiden in verhouding tot de met deze verordening te dienen doelen, een gemotiveerd besluit te nemen om van deze verordening af te wijken, waarbij zij zich primair laten leiden door overwegingen, die betrekking hebben op de bescherming van de woningvoorraad en/of op de bescherming van een geordend woon- en leefmilieu ten behoeve van de leefbaarheid in het desbetreffende specifieke geval.
Artikel 13 Intrekking en overgangsbepaling
Geldende omzettingsvergunningen op grond van de Huisvestingsverordeningen Vlissingen 2013 en 2015 moeten binnen één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening worden gereviseerd, waartoe de vergunningenhouder tenminste zes maanden, voorafgaand aan dat tijdstip, in de gelegenheid wordt gesteld.
Deze verordening kan worden aangehaald als de “Huisvestingsverordening Vlissingen 2017”.
Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering d.d. 23 maart 2017