Organisatie | Vervoerregio Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Tijdelijke regeling subsidies gedragsbeïnvloeding verkeersveiligheid |
Citeertitel | Tijdelijke regeling subsidies gedragsbeïnvloeding verkeersveiligheid |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
De gemeenschappelijke regeling Stadsregio Amsterdam heeft met ingang van 1 januari 2017 de naam gewijzigd in “Vervoerregio Amsterdam”. De geldende regelgeving van de Stadsregio Amsterdam in de periode van 1 januari 2014 tot 1 januari 2017 is terug te vinden onder regelgeving van de Vervoerregio Amsterdam.
Algemene wet bestuursrecht, titel 4.2
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-07-2017 | 01-01-2017 | Wijziging naar aanleiding van wijziging naam Stadsregio Amsterdam in Vervoerregio Amsterdam | 07-03-2017 | BBV/2017/3697 | |
21-12-2005 | 01-01-2017 | Nieuwe regeling | 13-12-2005 Nieuws uit het DB / Regiojournaal | 2005/26 |
Subsidies voor projecten op het gebied van gedragsbeïnvloeding kunnen worden aangevraagd door of namens een bevoegd bestuursorgaan van
Aanvragen van de onder 1, sub c. genoemden dienen tevoren bekend te zijn bij de betrokken gemeente(n).
De projecten op het terrein van gedragsbeïnvloeding waarvoor subsidie kan worden verleend zijn vermeld in de bijlage, welke deel uitmaakt van deze regeling. zie IDV bijlage, categorieën I, IV en V. Hieraan worden de volgende activiteiten toegevoegd: anticiperen, resp. aanhaken op landelijke campagnes in het kader van categorie V
Het subsidieplafond voor het jaar 2006 voor het totaal van de te verstrekken subsidies voor gedragsbeïnvloeding bedraagt maximaal 40% van de aan de Vervoerregio toegekende BDU-gelden, vermeerderd met eventuele rente.
De Regioraad stelt op hoofdlijnen het programma van projecten op het terrein van gedragsbeïnvloeding en het subsidieplafond voor het jaar 2006 vast. De Regioraad delegeert aan het Dagelijks Bestuur de bevoegdheid tot het verlenen van de subsidies op grond van het door de Regioraad vastgestelde programma op hoofdlijnen en binnen het kader van deze regeling.
Het ambtelijk Vervoerregio-verkeersveiligheidsberaad adviseert de Vervoerregio-portefeuillehouder Verkeer ten aanzien van het opstellen van het aan de Regioraad voor te leggen ontwerp programma op hoofdlijnen van projecten op het terrein van gedragsbeïnvloeding.
Bij onvolledige aanvragen wordt de aanvrager binnen een termijn van vier weken na indiening in de gelegenheid gesteld de aanvraag aan te vullen.
Beoordeling van de aanvraag vindt plaats door toetsing aan het RVVP en het Uitvoeringsprogramma RVVP en deze regeling.
Het Vervoerregio-verkeersveiligheidsberaad adviseert de Vervoerregio-portefeuillehouder Verkeer ten aanzien van de beoordeling van de aan het dagelijks bestuur voor te leggen subsidieaanvragen.
Voor het berekenen van de subsidie worden de volgende kostenposten van een project voor gedragsbeïnvloeding in aanmerking genomen (subsidiabele kosten):
Voor alle subsidiabele kostenposten geldt dat deze getoetst worden aan de eisen van soberheid en doelmatigheid.
De beschikking tot subsidieverlening vermeldt in ieder geval:
Tot de verplichtingen behoren in ieder geval:
De verleende subsidie wordt in beginsel door middel van een voorschot van 50% van de verleende subsidie betaald.
Zolang de subsidie niet is vastgesteld overeenkomstig artikel 19 kan de beschikking waarbij subsidie is verleend worden ingetrokken of gewijzigd indien:
De subsidieontvanger doet binnen een termijn van 2 maanden na afronding van een project daarvan mededeling aan het dagelijks bestuur. De mededeling gaat vergezeld van een aanvraag tot definitieve vaststelling van de subsidie. De termijn kan op verzoek binnen de eerstgestelde termijn éénmaal met 2 maanden worden verlengd;
Indien blijkt dat, in het geval dat de subsidie verleend is op basis van de werkelijk te maken kosten, door afwijkingen betreffende de uitvoering van het project de werkelijk gemaakte kosten minder bedragen dan de raming waarop de verleende subsidie is gebaseerd, wordt de subsidie naar evenredigheid op een lager bedrag vastgesteld;