Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hollands Kroon

Handboek Bijzondere Bijstand Hollands Kroon 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHollands Kroon
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingHandboek Bijzondere Bijstand Hollands Kroon 2017
CiteertitelHandboek Bijzondere Bijstand Hollands Kroon 2017
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-03-201701-01-201701-04-2019Gewijzigd handboek

28-02-2017

Gemeentenieuws

Volgnummer 14

Tekst van de regeling

Intitulé

Handboek Bijzondere Bijstand Hollands Kroon 2017

 

 

HOOFDSTUK 1 AANLEIDING – STAND VAN ZAKEN

Het Handboek bijzondere bijstand Hollands Kroon 2015 2e versie is door het college vastgesteld met ingang van 01-01-2015. Paragraaf 3.5.a (schoonmaakondersteuning) is in juni 2015 toegevoegd.

De afhandeling van aanvragen met de snelbalie per medio 2015 heeft gevolgen voor de controle op de bewijsstukken. Dit is gedeeltelijk verwerkt in het Handboek en zal verder doorontwikkeld worden in de loop van 2017. Het Handboek zal daarop te zijner tijd worden aangepast. De wijze waarop de heronderzoeken naar inkomen en vermogen gedaan worden voor belanghebbenden die geen uitkering voor levensonderhoud van de gemeente ontvangen, staat in het Onderzoeksplan.

HOOFDSTUK 2 ALGEMEEN

2.1 Bijzondere bijstand is maatwerk

De mogelijkheid om bijzondere bijstand te verlenen voor bijzondere kosten is opgenomen in de Participatiewet. Er zijn situaties waarin het inkomen niet voldoende is om in bepaalde noodzakelijke en bijzondere kosten te voorzien. In het individuele geval moet het college de afweging maken of de situatie bijzonder is en of het inkomen voldoende is. Die afweging - in het individuele geval - maakt echter niet dat er geen beleidsregels opgesteld kunnen / moeten worden. Beleidsregels dragen bij aan rechtszekerheid en rechtsgelijkheid en zijn van belang voor een doelmatige uitvoering. De beleidsregels hebben in ieder geval betrekking op de wijze waarop er met inkomen en vermogen wordt omgegaan. De zogenaamde draagkrachtregels. Verder is het handig om afspraken te maken - en die vast te leggen – over een aantal kostensoorten. Er zijn namelijk bepaalde kosten die per definitie voortvloeien uit bijzondere omstandigheden. In de rechtspraak is ook voor een aantal kostensoorten een bepaalde lijn uitgezet. Bijvoorbeeld: Het feit dat een cliënt een eigen bijdrage rechtshulp moet betalen, duidt er op dat er sprake is van bijzondere omstandigheden, waarvoor bijstandsverlening op zijn plaats is. De beleidsregels zijn echter niet meer en niet minder dan een kader. In het individuele geval zal steeds een individuele afweging gemaakt moeten worden en kan er aanleiding zijn om van de beleidsregels af te wijken.

Bij iedere aanvraag moeten vier vragen worden beantwoord:

  • -

    Doen de kosten zich voor?

  • -

    Zijn de kosten in het individuele geval noodzakelijk?

  • -

    Vloeien de kosten voort uit bijzondere omstandigheden?

  • -

    Kunnen de kosten worden voldaan uit de bijstandsnorm, de individuele inkomenstoeslag, het vermogen en het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm?

Hoofdstuk I van dit handboek is opgebouwd aan de hand van deze vier vragen, Het is een aanvulling op datgene wat in het handboek Grip Op staat.

 

2.2 Categoriale bijzondere bijstand

Voor categoriale bijzondere bijstand is het voldoende om vast te stellen dat een persoon tot een bepaalde doelgroep behoort. Het enkele feit dat hij tot die doelgroep hoort, maakt dat er aangenomen kan worden dat er sprake is van bepaalde kosten. Die kosten hoeven niet te worden aangetoond en er hoeft dus ook geen onderzoek gedaan te worden naar de noodzaak van die kosten. Er moet alleen vastgesteld worden of er sprake is van draagkracht. Met ingang van 01-01-2015 is categoriale bijzondere bijstand alleen nog mogelijk voor de collectieve zorgverzekering.

 

2.3 Doen de kosten zich voor (aantoonbaarheid) en is bijstand met terugwerkende kracht mogelijk?

Om voor bijstand in aanmerking te komen moeten de kosten daadwerkelijk aanwezig zijn en moeten ze aantoonbaar zijn. Met de in gebruik name van de snel balie met ingang van 2015 is /wordt het opvragen van bewijsstukken bij de aanvraag tot een minimum teruggebracht. De hoofdregel is dat de bewijsstukken bewaard moeten worden voor een bepaalde periode en dat er steekproeven op worden toegepast. Deze werkwijze wordt in de loop van 2015 ingevoerd en doorontwikkeld in 2016.

 

2.4 De aantoonbaarheid van de kosten

Voor zover de kostensoorten beschreven zijn is daarbij aangegeven op welke wijze de kosten moeten worden aangetoond. Dat is afhankelijk van een aantal factoren. Het is afhankelijk van de voorwaarden waaronder de bijstand verleend wordt en of het om incidentele of periodieke bijstand gaat. De omvang van de kosten en de mate waarin je wil controleren is ook van belang.

 

Aantoonbaarheid van kosten

  • -

    In het algemeen geldt dat er een bewijs van de betaling (nota of afschrijving) ingeleverd moet worden bij de aanvraag.

  • -

    Met de ingebruikname van de snelbalie in 2015 en doorontwikkeling in 2016 zal per onderdeel kritisch bekeken worden welke bewijsstukken geleverd moeten worden.

  • -

    In de beschrijving per kostensoort is opgenomen of er afgeweken wordt van deze hoofdregel. Bij toekenning van bijstand – en als een bewijsstuk wel noodzakelijk is – wordt in de beschikking een redelijke termijn genoemd waarbinnen de nota moet worden ingeleverd.

    • 2.

      5 Terugwerkende kracht

Het uitgangspunt in de P-wet is dat de bijstand op aanvraag verleend wordt. Dat betekent dat er pas vanaf het moment van aanvraag bijstand verleend kan worden en dus niet met terugwerkende kracht. Dat geldt voor levensonderhoud en bijzondere bijstand. Voor de bijzondere bijstand is het echter niet wenselijk om daar te strikt mee om te gaan. De bijzondere omstandigheden zijn redenen om hier soepel mee om te gaan. Er moet wel een bepaalde relatie zijn tussen het moment dat de kosten gemaakt zijn en de aanvraag. De terugwerkende kracht beperkt zich in de regel tot een jaar. Bij het aanvragen via de snelbalie wordt gevraagd naar de datum van de nota. Als de datum niet kan worden ingevuld, omdat de nota niet meer aanwezig is, zal dat leiden tot een afwijzing. Terugwerkende kracht is niet mogelijk als de noodzaak van de kosten niet meer is vast te stellen.

Terugwerkende kracht

  • -

    Bijzondere bijstand kan worden toegekend met een jaar terugwerkende kracht.

  • -

    Bepalend is het moment waarop de kosten zijn gemaakt (datum betaling of nota).

  • -

    Voorwaarde is wel dat er nog een bewijs van betaling aanwezig is en dat de noodzaak nog is vast te stellen.

  • -

    Voor Meedoen Noordkop geldt dat het budget toegekend wordt voor een kalenderjaar. Of vooraf of tijdens het kalenderjaar.

2.6 Zijn de kosten in het individuele geval noodzakelijk?

Voor dit onderdeel verwijs ik naar het Handboek Grip Op, Bijstand > Bijzondere bijstand > 1. Recht op bijzondere bijstand >Vraag 2: Zijn de kosten in het individuele geval noodzakelijk?

Hierin staat een overzicht met voorbeelden van noodzakelijke en niet-noodzakelijke kosten en de afweging die gemaakt moet worden om tot een bepaalde conclusie te komen.

2.7 Vloeien de kosten voort uit bijzondere omstandigheden?

Er zijn een aantal kosten die per definitie het gevolg zijn van bijzondere omstandigheden. In die gevallen hoeven de bijzondere omstandigheden niet onderzocht te worden. Per concreet geval zal steeds de vraag beantwoord moeten worden of er in het individuele geval sprake is van bijzondere omstandigheden. Dat kan ook het geval zijn als er in het algemeen geen bijstand verleend wordt voor bepaalde kosten, omdat ze in het algemeen niet als bijzondere zijn aan te merken. Het kan echter zijn dat ze in een bepaalde situatie wel bijzonder zijn. Maatwerk is en blijft de hoofdregel.

Het bij wijze van individualisering afwijken van het vastgestelde eigen gemeentelijk beleid is op grond van wet en jurisprudentie toegestaan. Wanneer dit gebeurt is het college niet verplicht om vervolgens in andere gevallen ook van het eigen beleid af te wijken. Het gelijkheidsbeginsel gaat namelijk niet zo ver dat een incidentele afwijking van het beleid een verplichting schept om in andere gevallen ook af te wijken. De afwijking moet wel goed gemotiveerd zijn en zijn oorzaak hebben in de bijzondere omstandigheden.

2.8 Reservering

Ook de vraag of er wel of niet gereserveerd kan worden, maakt onderdeel uit van de vraag of er sprake is van bijzondere omstandigheden. Er kan in het algemeen van worden uitgegaan dat er 5% gespaard kan worden van een bijstandsuitkering. Dat wordt echter moeilijker naar mate de bijstandsuitkering langer duurt. De individuele inkomenstoeslag is bedoeld als aanvulling op de bijstandsnorm als er langdurig sprake is van een laag inkomen. In de Verordening Individuele inkomenstoeslag P-wet Hollands Kroon 2015 is opgenomen dat er recht op een individuele inkomenstoeslag is als het inkomen langer dan drie jaren lager is dan 105% van de bijstandsnorm. Er moet ook voldaan zijn aan de voorwaarden die opgenomen zijn in de Beleidsregel Individuele inkomenstoeslag P-wet Hollands Kroon 2015 Uit de memorie van toelichting bij de Wet decentralisatie langdurigheidstoeslag blijkt dat de langdurigheidstoeslag bedoeld is voor vervangingsuitgaven. Als er sprake is van vervangingsuitgaven mag er verwacht worden dat die betaald worden van de individuele inkomenstoeslag. Als er – ondanks het feit dat er een individuele inkomenstoeslag is toegekend – toch geen geld is voor vervangingsuitgaven, zal eerst gekeken moeten worden of er gespaard is en of dat mogelijk was. Er zijn situaties dat er wel gespaard had moeten worden, maar dat het niet gedaan is, terwijl er wel sprake is van noodzakelijk uitgaven. In dat geval is een lening bij de Kredietbank een voorliggende voorziening. Als dat ook niet mogelijk is dan is bijstand in de vorm van een lening mogelijk. Bij verwijzing naar de Kredietbank en bijstand in de vorm van een lening, moet gelet worden op de aflossing voor de lange termijn. Daarmee wordt bedoeld dat de lening bijvoorbeeld binnen een jaar -maar afhankelijk van de situatie – afgelost kan worden. Verder moet er geen situatie ontstaan van stapeling van schulden of nieuwe schulden als er net een schuldenregeling of WSNP is gestart.

Het ontbreken van reserveringsruimte in verband met het aflossen van schulden is niet aan te merken als een bijzondere omstandigheid waardoor niet gespaard kon worden. Echter ook daarbij geldt weer dat als er noodzakelijke uitgaven zijn, waarvoor belanghebbende zelf geen geld heeft, er bijzondere bijstand verleend kan worden. Verwijzing naar schuldhulpverlening is in die situatie de beste manier om tot een structureel betere situatie te komen.

Bijzondere omstandigheden, reservering en voorliggende voorziening

  • -

    Bijzondere omstandigheden is maatwerk.

  • -

    De bijstandsnorm voorziet in de noodzakelijke kosten van het bestaan en er kan geld opzij gelegd worden voor vervangingsuitgaven (5% van de norm).

  • -

    Bij een inkomen dat lager is dan 105% van de bijstandsnorm, is er na drie jaar recht op een individuele inkomenstoeslag. Daarvan kunnen vervangingsuitgaven bekostigd worden.

  • -

    Als er geen middelen beschikbaar zijn voor noodzakelijke uitgaven, terwijl er gereserveerd had moeten worden dan is een lening bij de Kredietbank Noord-West een voorliggende voorziening en als dat niet mogelijk is, is bijstand in de vorm van een lening op grond van artikel 48 lid 2 en artikel 51 van de P-wet mogelijk. Bij verwijzing naar de Kredietbank of het verstrekken van een lening moet het aangaan van een lening verantwoord zijn.

  • -

    Bij een inkomen van meer dan 100% van de bijstandsnorm wordt er van uitgegaan dat er 5% gespaard kan worden van het inkomen dat gelijk is aan de bijstandsnorm en dat het meer-inkomen volledig gespaard wordt voor algemene kosten.

  • -

    Het aflossen van schulden is geen excuus om niet te reserveren.

2.9 Draagkracht

2.10 De bijstandsnorm, de individuele inkomenstoeslag, het vermogen

De bijstandsnorm is bedoeld voor de noodzakelijke kosten van het bestaan. Het gaat om de kosten van levensonderhoud, wonen, vervanging van duurzame gebruiksgoederen en kleding. Er is geen vaste lijst van wat wel en wat niet onder de noodzakelijke kosten wordt verstaan.

Ik verwijs naar het hoofdstuk bijzondere bijstand van Grip Op voor een aantal voorbeelden uit de jurisprudentie. Zie Bijstand > Recht op bijzondere bijstand Vraag 4: Kunnen de kosten worden voldaan uit de aanwezige middelen?

Als er recht bestaat op een individuele inkomenstoeslag mag er verwacht worden dat de vervangingsuitgaven daarvan betaald worden (zie reservering)

2.11 Het inkomen boven de bijstandsnorm

Het college heeft besloten dat er bij een inkomen tot 110% van de bijstandsnorm geen draagkracht is voor bijzondere kosten. Van het meer-inkomen is 35% draagkracht en 65% van het meer-inkomen blijft vrij beschikbaar. Daarmee is er voldoende ruimte in het inkomen om de lagere inkomensafhankelijke voorzieningen als gevolg van het hogere inkomen op te vangen. Deze draagkrachtregel is ingegaan op 01-07-2012.

Draagkrachtpercentage algemeen noodzakelijke kosten

Bij een inkomen dat hoger dan de bijstandsnorm, is het meer-inkomen voor de volgende kosten voor 100% draagkracht: - woninginrichting; - babyuitzet; - kosten voor verhuizing en dubbele huur; - bijzondere bijstand voor kosten van levensonderhoud (overbrugging, zakgeld jongeren in inrichting etc); - bijstand voor huur en woonlasten eigen woning; - bijstand voor aanhouden van de woning tijdens een opname.

Draagkrachtpercentage bijzondere kosten

  • -

    Voor de bijzondere kosten van het bestaan is er bij een inkomen tot 110% geen draagkracht. Van het meer-inkomen is 35% draagkracht;

  • -

    Deze draagkrachtregel geldt voor aanvragen die op of na 01-07-2012 zijn ingediend.

Draagkrachtpercentage computer en Meedoen Noordkop

  • -

    De computer wordt in natura verstrekt. Een bijbetaling in de kosten op grond van draagkracht is daardoor moeilijk uitvoerbaar. De computer wordt verstrekt bij een inkomen tot 110% van de norm.

  • -

    Voor Meedoen Noordkop geldt dezelfde draagkrachtregel als voor de computer.

Categoriale bijzondere bijstandvoor deelname collectieve zorgverzekering en bijzondere bijstand voor verplicht eigen risico 2014

Met ingang van 01-01-2015 is de verplichte grens van 110% opgeheven. Het college heeft besloten dat de inkomensgrens voor deelname aan de collectieve zorgverzekering 130% van de bijstandsnorm is. Dit is eveneens van toepassing voor de bijzondere bijstand voor het eigen risico 2014.

2.12 Vaststelling bijstandsnorm voor vergelijking met inkomen

Uitgangspunt voor de draagkrachtberekening is het verschil tussen het inkomen en de bijstandsnorm waarop belanghebbende recht zou hebben als hij geen inkomen had. De bijstandsnorm is de norm zoals genoemd in de Participatiewet. Besloten is om de kostendelersnorm (artikel 20 lid 3 en 22 sub a, per 01-01-2016 artikel 19 sub a van de P-wet) niet toe te passen voor de bijzondere bijstand. In plaats daarvan wordt de norm die van toepassing is, verlaagd met 10% als er in de woning van belanghebbende andere meerderjarige personen wonen. Het aantal personen dat inwoont is niet van belang. Ook de uitzondering van studerenden en kamerbewoners – zoals bij de kostendelersnorm – is niet van toepassing. Er wordt geen rekening gehouden met inkomsten uit onderhuur. Deze systematiek komt overeen met de bepalingen van de Toeslagenverordening, zoals die van toepassing was voor de invoering van de kostendelersnorm.

De Beleidsregel lage woonlasten en commerciële huur P-wet Hollands Kroon 2015 is alleen van toepassing voor wat betreft de lage woonlasten.

Bovenstaande regels zijn met terugwerkende kracht van toepassing met ingang van 01-01-2015.Voor nieuwe aanvragen was de kostendelersnorm vanaf die datum van toepassing. Met de terugwerkende kracht wordt dit ongedaan gemaakt. Tot 01-07-2015 was het overgangsrecht van toepassing voor belanghebbenden die al een vergoeding op grond van de bijzondere bijstand ontvingen. De terugwerkende kracht is voor deze belanghebbende effectief vanaf 01-07-2015.

Vaststelling bijstandsnorm

  • 1.

    Voor de bepaling van het inkomen wordt de P-wet vanaf 01-01-2015 toegepast, zoals bij algemene bijstand behalve de kostendelersnorm. Als er in de woning van belanghebbende (een) meerderjarige perso(o)n(en) het hoofdverblijf heeft / hebben wordt 10% van de norm afgetrokken. Er wordt geen verschil gemaakt tussen medebewoning en onderhuur.

  • 2.

    Inkomsten uit onderhuur worden niet in mindering gebracht.

  • 3.

    De beleidsregel lage woonlasten en commerciële huur is van toepassing voor wat betreft lage woonlasten.

  • 4.

    Regels onder 1, 2 en 3 hebben terugwerkende kracht tot 01-01-2015.

2.13 Vaststelling inkomen

Het inkomen wordt op dezelfde wijze bepaald als in de P-wet Dat betekent dat artikel 31 lid 2 van de P-wet (vrijlating van bepaalde middelen) en artikel 33 lid 5 (vrijlating deel van pensioen) worden toegepast. Het inkomen dat wordt vrijgelaten, wordt dus ook niet als inkomen gezien. Dat betekent dat bij alleenstaande ouders het kindgebonden budget, inclusief de alleenstaande ouder kop niet als inkomen wordt aangemerkt.

In de P-wet is bepaald dat er moet worden uitgegaan van het inkomen waarover redelijkerwijs beschikt kan worden. Dat betekent bijvoorbeeld dat het bedrag dat afgelost wordt aan schulden, niet wordt afgetrokken van het inkomen. Op die regel zijn uitzonderingen, te weten: executoriaal beslag, WSNP en regelingen op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

Executoriaal beslag

Het deel van het inkomen waarop executoriaal beslag ligt, mag in het kader van de bijzondere bijstand niet tot het inkomen worden gerekend. Het is inkomen waarover hij feitelijk niet kan beschikken en hij heeft geen mogelijkheid om verandering in de situatie aan te brengen.(CrvB 28-03-2006, nr. 04/5465 NABW). Het is wel raadzaam om na te gaan bij de beslaglegger of de beslagvrije voet op correcte wijze is vastgesteld. Het kan ook zijn dat de beslagvrije voet laag is vastgesteld, omdat belanghebbende geen informatie heeft verstrekt aan de beslaglegger. In dat geval zal belanghebbende deze informatie alsnog moeten verstrekken aan de beslaglegger. De beslagvrije voet wordt dan aangepast. Verstrekt aanvrager geen gegevens aan de beslaglegger dan zal er voor de vaststelling van het inkomen uitgegaan worden van het inkomen minus het beslag dat op grond van de gegevens gelegd mag worden. Bijvoorbeeld: inkomen is € 2.000. Beslag € 1.000. Het beslag zou – als belanghebbende alle gegevens had verstrekt - € 750 moeten zijn. We gaan uit van een inkomen van € 2.000 minus € 750 = € 1.250, terwijl hij in werkelijkheid maar € 1.000 heeft.

WSNP

Tijdens het WSNP-traject is het Vrij Te Laten Bedrag (VTLB) beschikbaar voor levensonderhoud en vaste lasten. Het VTLB is gelijk aan 90% van de bijstandsnorm plus de gemiste toeslagen in verband met het werkelijke inkomen. Wij gaan ervanuit dat er in deze situatie geen draagkracht is boven de 110% van de bijstandsnorm. Wel is 5% van de norm beschikbaar voor het doen van vervangingsuitgaven. Het deel van het inkomen dat gespaard wordt voor aflossing van de schulden is geen inkomen.

De WSNP-bewindvoerder maakt de berekening VTLB. Bij de bijstandsaanvraag kan de verplichting opgelegd worden om de WSNP-bewindvoerder een hoger vrij te laten bedrag te laten berekenen. Dat is alleen zinvol voor de volgende kosten: huur hoger dan max-grens huurtoeslag, noodzakelijke kosten budgetbeheer, budgetbegeleiding en beschermingsbewind Gaat de bewindvoerder daar niet in mee dan kan belanghebbende zich rechtstreeks tot de rechter wenden (CrvB 01-02-2005, nr. 02/93 NABW). Het verzoek om een hoger VTLB te laten vaststellen heeft alleen zin als er een bedrag gereserveerd wordt voor de schuldeisers. Is dat niet het geval dat is er geen ruimte in het inkomen.

Regelingen op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

1 BudgetcoachingWat is het?Budgetcoaching is nodig omdat er ondersteuning nodig is om rond te komen van het inkomen. Wat doen we berekening van het inkomen?De gewone draagkrachtberekening is van toepassing, want er kan beschikt worden over het inkomen. Is er sprake van beslag of moet er geleefd worden van het VTLB , dan moet gekeken worden naar de reden voor het VTLB. Is dat vanwege WSNP of schuldenregeling, dan ga je uit van die situatie.

2 Duurzame financiële dienstverlening Wat is het? Een schuldregeling is niet mogelijk. De reden kan zijn: fraude, hennepplantage, verslaving, een eerdere schuldregeling, niet op te lossen boedelscheiding etc. Belanghebbenden leven dan vaak van de beslag vrije voet omdat er beslag op het inkomen ligt. Dit kan een vele jaren voortduren. Wat doen we met berekening inkomen? Met het feit dat er beslag ligt op het inkomen houden we rekening en we gaan voor de draagkrachtberekening voor de bijzondere bijstand dus uit van het inkomen minus beslag. Zie executoriaal beslag.

3 Stabilisatie ten behoeve van de schuldregelingWat is het? Dit is de voorbereiding op de schuldregeling. In deze situatie leven belanghebbenden vaak van de beslag vrije voet, omdat er beslag ligt op het inkomen. Het geld dat gereserveerd kan worden, moet gereserveerd worden voor de schuldeisers. Het doel van dit traject is om de situatie stabiel te krijgen zodat er gestart kan worden met een schuldregeling. Wat doen we met berekening van het inkomen? We houden rekening met het feit dat er executoriaal beslag ligt en we houden rekening met het bedrag dat gereserveerd wordt voor de schuldeisers. Het is belangrijk dat stabilisatie slaagt, zodat de schuldenregeling kan starten. Afwijzen van bijzondere bijstand voor noodzakelijke bijzondere kosten door geen rekening te houden met de reservering voor de schuldeisers, kan de stabilisatie frustreren en dat is niet wenselijk.

4 SchuldbemiddelingWat is het?De schuldenregeling loopt. Belanghebbende leven van het VTLB en het eventuele inkomen boven VTLB is voor de schuldeisers. Wat doen we met berekening van het inkomen?Hier wordt op dezelfde wijze mee omgegaan als bij een WSNP. Met dit verschil dat het VTLB niet is vastgesteld door de rechter, maar door de schulddienstverlener. Als er aanvragen zijn voor bijzondere kosten neemt de consulent inkomen contact op met de schulddienstverlener om na te gaan of er in het VTLB wel of geen rekening gehouden is of kan worden gehouden met de kosten. In geval van aanvragen voor vervangingsuitgaven (huisraad/witgoed) vraagt de consulent inkomen of er een bedrag opzij is gelegd voor de kosten. Toekenning aanvraag is afhankelijk van aanwezigheid reserve.

In alle gevallen waarin er sprake is van schulden – ook als belanghebbende de schulden zelf hebben geregeld – wordt verwezen naar schuldhulpverlening als belanghebbende daar nog niet bekend is. In geval van twijfel over noodzaak of nut van de verwijzing, wordt vooraf contact opgenomen met de schulddienstverleners.

Inkomen bij opname in een inrichting

In de situatie dat belanghebbende opgenomen is in een inrichting is de bijstandsnorm voor personen in een inrichting van toepassing. De eigen bijdrage op grond van de Wet langdurige zorg wordt niet tot het inkomen gerekend. Vanzelfsprekend wordt voor de eigen bijdrage geen bijzondere bijstand verleend.

Vaststelling inkomen

  • 1.

    Het deel van het inkomen waarop executoriaal beslag is gelegd, mag niet tot het inkomen worden gerekend, omdat er niet over beschikt kan worden. Belanghebbende moet medewerking verlenen aan de correcte vaststelling van de beslagvrije voet.

  • 2.

    Tijdens de WSNP-schuldsaneringsregeling mag het deel van het inkomen dat naar de boedel gaat en waarover niet beschikt kan worden, niet tot het inkomen gerekend worden. Het VTLB is in geen geval meer dan 110% van de bijstandsnorm. Er is wel ruimte om te reserveren voor vervangingsuitgaven. Bij de bijstandsaanvraag kan de verplichting worden opgelegd om het vrij te laten bedrag opnieuw te laten vaststellen. Deze verplichting heeft alleen zin bij bepaalde kosten en wanneer er gereserveerd wordt voor aflossing.

  • 3.

    Tijdens de periode van stabilisatie voorafgaand aan de schuldbemiddeling en de schuldbemiddeling op grond van de Wet schuldhulpverlening is het beschikbaar inkomen het VTLB. Net als bij WSNP is er geen draagkracht boven de 110% van de norm. Er is wel ruimte om te reserveren voor vervangingsuitgaven. Voor aanvragen voor bijzondere kosten moet nagegaan worden of er rekening mee is gehouden bij de vaststelling van het VTLB en of dit wel of niet mogelijk is.

  • 4.

    Bij opname in een inrichting op grond van de Wet langdurige zorg wordt de eigen bijdrage niet tot het inkomen gerekend.

2.14 De periode waarover rekening gehouden wordt met de draagkracht

De periode waarover rekening wordt gehouden met het inkomen is een jaar. Het draagkrachtjaar begint te lopen met ingang van de 1e dag van de maand waarin de kosten zich voordoen. Voor de berekening van de draagkracht wordt uitgegaan van het inkomen op het moment van aanvraag. Wel wordt aan de hand van digitale bronnen gecontroleerd of er tijdens het draagkrachtjaar sprake was van een aanzienlijke daling of stijging van het inkomen. Als dat zo is moeten de inkomens- en vermogensgegevens vanaf het begin van het draagkrachtjaar bekend zijn voor vaststelling van de draagkracht. Bij een aanvraag tijdens het lopende draagkrachtjaar wordt uitgegaan van de berekende draagkrachtruimte en de wel of niet gebruikte draagkracht in dat jaar.

Bijzondere kosten die tijdens de draagkrachtperiode door belanghebbende zijn gemaakt en waarvoor bijstand zou zijn verleend als er aangevraagd was, worden in mindering gebracht op de draagkracht.

De draagkrachtperiode

  • -

    De draagkracht wordt vastgesteld over de periode van een jaar. Er wordt voor het hele jaar uitgegaan van het inkomen op moment van aanvraag. Bij aanzienlijke verandering tijdens het draagkrachtjaar wordt er uitgegaan van het werkelijke inkomen.

  • -

    Het jaar vangt aan op de 1e van de maand waarin de kosten zich voordoen.

  • -

    Na afloop van het draagkrachtjaar wordt geen onderzoek gedaan naar de werkelijke draagkracht, tenzij belanghebbende daarvoor een verzoek indient.

Toegekende bijstand

Draag-

kracht?

Verrekening van draagkracht

Restant draagkracht

Periode toekenning

Incidenteel

Ja

In één keer

Met volgende toekenning

-

Periodiek

Ja

Maandelijks

-

Eén jaar

Periodiek

Nee

-

-

Onbeperkte duur

Periodiek + incidenteel

Ja

Maandelijks

-

Eén jaar

2.15 Aflossing van leenbijstand

Bijstand die in de vorm van een lening is verstrekt moet worden terugbetaald. De maximale aflossingstermijn is drie jaar, Met een inkomen gelijk aan de bijstand is het niet mogelijk om langer dan drie jaar af te lossen. Nadat er drie jaar trouw is afgelost, wordt de lening kwijtgescholden.

Aflossing van een lening kan tijdens de uitkering door inhouding van het aflossingsbedrag op de uitkering. Na beëindiging van de uitkering bewaakt het team Terugvordering en verhaal de aflossing. Wordt de aflossing niet meer nagekomen dan kan de lening omgezet worden in een vordering. Dat opent de mogelijkheid om beslag te leggen op het inkomen als de betalingsverplichting niet wordt nagekomen.

  • 1.

    Het bedrag van de aflossing is 5% van de bijstandsnorm. De maximale aflossingstermijn is 3 jaar. De hoogte en duur van de aflossing zijn niet afhankelijk van de reden waarom de bijstand in de vorm van een lening is verstrekt.

  • 2.

    De hoogte van de aflossing, de ingangsdatum en de termijn waarover afgelost moet worden, staan in de beschikking waarmee de lening wordt toegekend. Ook staat in de beschikking dat de lening wordt kwijtgescholden als er over de periode van 3 jaren regelmatig is afgelost.

  • 3.

    Bij een inkomen hoger dan 110% van de bijstandsnorm wordt 5% van de bijstandsnorm + 35% van het meer inkomen afgelost op de lening. Het percentage van 35% is afgeleid van het terugvorderingsbeleid.

  • 4.

    Op het moment dat de aflossing niet wordt nagekomen, wordt de lening omgezet in een terugvordering en zijn de terugbetalingsregels voor vorderingen van toepassing.

2.16 Vermogen

Het college bepaalt zelf of het aanwezige vermogen wordt vrijgelaten. Tot nu toe wordt het vermogen op dezelfde wijze vastgesteld als bij de algemene bijstand en wordt uitgegaan van de vrijlatingsgrenzen zoals genoemd in artikel 34 van de P-wet. Het vermogen is de waarde van de bezittingen waarover de alleenstaande, alleenstaande ouder of een gezin beschikt of kan beschikken, verminderd met de aanwezige schulden.

Vermogen

De vrijlatingsgrenzen van het vermogen zijn voor de bijzondere bijstand hetzelfde als voor de algemene bijstand (artikel 34 van de P-wet)

2. 17 Vermogen in de eigen woning

Op dit onderdeel is het beleid gewijzigd met ingang van 1 april 2011. Bij de vaststelling van het beleid in 2009 was uitgegaan van een vergissing. Er is abusievelijk vanuit gegaan dat er ook voor bijzondere bijstand in geval van vermogen in de eigen woning een lening verstrekt zou kunnen worden. Dat kan echter niet. Het kan alleen voor algemene bijstand (artikel 50 lid 2 van de P-wet). Als het niet mogelijk is om een lening af te sluiten bij een kredietverlenende instantie, moet bijstand worden toegekend en wel als een gift.

Vermogen in de eigen woning

  • 1.

    Het vermogen in de eigen woning wordt vrijgelaten conform het genoemde onder artikel 34, tweede lid onder d van de P-wet (op 1 juli 2016 € 49.900,--);

  • 2.

    In geval van overwaarde in de eigen woning wordt het overige aanwezige vermogen apart vastgesteld en daarop is de vrijlating van artikel 34 lid 3 van de P-wet van toepassing.

  • 3.

    In geval van overwaarde in de eigen woning wordt een lening bij een kredietverlenende instantie en de vestiging van een hypotheek beschouwd als een voorliggende voorziening.

  • 4.

    Mocht deze mogelijkheid ontbreken, dan wordt bijstand verleend in de vorm van om niet.

HOOFDSTUK 3 KOSTENSOORTEN

3.1 Bijstand voor jongeren van 18 tot en met 20 jaar, zelfstandig wonend

Omschrijving van de kosten

Jongeren van 18 tot en met 20 jaar die zelfstandig wonen, krijgen een lage norm. Er wordt vanuit gegaan dat de ouder(s) bijdra(a)g(en)t in de kosten van levensonderhoud. Als de ouders financieel niet kunnen of willen bijspringen dan kan er bijzondere bijstand verleend worden als aanvulling op de norm. De wettelijke basis hiervoor is artikel 12 van de P-wet.

Voorliggende voorzieningen

De voorliggende voorziening bestaat uit de onderhoudsplicht van de ouders. De jongere die een aanvulling op zijn uitkering aan komt vragen zal dus in eerste instantie zelf aan de ouders een bijdrage moeten vragen. Als dat niet mogelijk is, vanwege verstoorde verhoudingen, dan neemt de verhaalsambtenaar contact op met de ouders en informeert naar de financiële situatie en de bereidheid om op vrijwillige basis bij te dragen. Als ook dat contact niet mogelijk is vanwege ernstig verstoorde verhoudingen dan wordt er voorlopig afgezien van verhaal vanwege dringende redenen. Het onderzoek naar de verstoorde verhouding wordt gedaan door de consulent. Om de objectiviteit van het onderzoek te waarborgen wordt er, indien aanwezig, contact opgenomen met de hulpverlener.

Recht op bijzondere bijstand

Er is in ieder geval recht op aanvullende bijzondere bijstand als:

  • -

    De ouders van belanghebbende zich in een ver buitenland bevinden en niet bereikbaar zijn;

  • -

    de ouders van belanghebbende zijn overleden.

Er kan recht op aanvullende bijzondere bijstand zijn als:

  • -

    De relatie tussen de jongere en de ouders ernstig is verstoord (een grondig onderzoek is nodig, informatie van hulpverlener en/of wederhoor bij de ouders);

  • -

    de jongere al geruime tijd zelfstandig woont en in redelijkheid niet verwacht kan worden dat hij terug gaat naar de ouders (onderhoudsplicht geldt dan wel);

  • -

    andere situaties die het zelfstandig wonen noodzakelijk maken.

De opsomming kan niet limitatief zijn. De rechter heeft beleid - waarin de bijstand zich beperkt tot bepaalde situaties - afgekeurd.

De bijstand op grond van artikel 12 van de P-wet kan verstrekt worden aan:

  • -

    Alleenstaanden van 18 tot en met 20 jaar;

  • -

    alleenstaande ouders van 18 tot en met 20 jaar;

  • -

    gehuwden waarvan één van beide partners 18 tot en met 20 jaar is.

Noodzakelijke bewijsstukken voor beoordeling noodzaak van kosten

Het onderzoek naar het recht op bijzondere bijstand is gelijk aan een aanvraag voor levensonderhoud op grond van de P-wet. De gegevens die aanwezig zijn in verband met de toekenning van de uitkering levensonderhoud op grond van de P-wet kunnen gebruikt worden.

Hoogte bijzondere bijstand

De normen waarop recht zou bestaan als hij of beide partners 21 jaar zouden zijn (19 sub a van de P-wet) minus 15% van de norm . Het verschil tussen het minimum jeugdloon en de bijstand is anders te groot en de stimulans om te gaan werken klein. Deze aftrek op de normen is een afspiegeling van de systematiek op grond van de Toeslagenverordening van voor 01-01-2015. De eventuele bijdrage van de ouders die de jongere zelf ontvangt en de inkomsten van de jongere worden in mindering gebracht op de algemene bijstand.

Overgangsrecht aftrek 15%

De aftrek van 15% is met ingang van 01-07-2016 van toepassing voor degenen die op 31-12-2015 aanvullende bijzondere bijstand ontvangen.

Vorm bijzondere bijstand

De bijzondere bijstand voor levensonderhoud wordt om niet verleend en kan verhaald worden op de ouders.

Verplichtingen voor aanvrager bij toekenning van de bijstand

De inlichtingenplicht die geldt voor personen die een uitkering voor levensonderhoud ontvangen, is van toepassing. De bijstand voorziet immers in de kosten van levensonderhoud.

3.2 Bijstand voor jongeren van 18 tot en met 20 jaar in een inrichting

Omschrijving van de kosten

Jongeren van 18, 19 of 20 jaar die in een inrichting verblijven hebben geen recht op algemene bijstand op grond van artikel 13 lid 2 onder a van de P-wet De wetgever is van mening dat verstrekking van bijzondere bijstand in deze situatie geschikter is dan de verstrekking van een uitkering voor levensonderhoud. Het gaat bij verblijf in een inrichting om de kosten waarin niet voorzien wordt door de inrichting. Voor personen van 21 jaar en ouder is er een aparte norm bij verblijf in een inrichting.

Voorliggende voorzieningen

De voorliggende voorziening bestaat uit de onderhoudsplicht van de ouders. Dat de ouder een eigen bijdrage betaalt op grond van de Jeugdwet ontslaat hem niet van de onderhoudsplicht. De jongere die een aanvulling op zijn uitkering aan komt vragen zal in eerste instantie zelf aan de ouders een bijdrage moeten vragen. Als dat niet mogelijk, is vanwege verstoorde verhoudingen, dan neemt de verhaalsambtenaar contact op met de ouders en informeert naar de financiële situatie en de bereidheid om op vrijwillige basis bij te dragen. Als ook dat contact niet mogelijk is vanwege ernstig verstoorde verhoudingen dan wordt er voorlopig afgezien van verhaal vanwege dringende redenen. Het onderzoek naar de verstoorde verhouding wordt gedaan door de consulent. Om de objectiviteit van het onderzoek te waarborgen wordt er, indien aanwezig, contact opgenomen met de hulpverlener.

Recht op bijzondere bijstand

  • -

    Er is in ieder geval recht op bijzondere bijstand als:

  • -

    De ouders van belanghebbende zich in het buitenland bevinden en niet bereikbaar zijn;

  • -

    de ouders van belanghebbende zijn overleden.

Er kan recht op bijzondere bijstand zijn als:

-De relatie tussen de jongere en de ouders ernstig is verstoord (een grondig onderzoek is nodig, informatie van hulpverlener en/of wederhoor bij de ouders);

De opsomming kan niet limitatief zijn. De rechter heeft beleid - waarin de bijstand zich beperkt tot bepaalde situaties - afgekeurd.

De bijstand op grond van artikel 12 P-wet kan verstrekt worden aan:

  • -

    Alleenstaanden van 18 tot en met 20 jaar;

  • -

    alleenstaande ouders van 18 tot en met 20 jaar ;

  • -

    gehuwden waarvan één van beide partners 18 tot en met 20 jaar is. Als één van de partners buiten de inrichting verblijft, ontvangt die de norm die voor hem geldt (zie artikel 23 lid 3 van de P-wet).

Noodzakelijke bewijsstukken voor beoordeling noodzaak van kosten

-Bewijs van ingangsdatum van opname in de inrichting.

Hoogte en ingangsdatum bijzondere bijstand

  • -

    De hoogte is gelijk aan de normen die gelden voor alleenstaanden, alleenstaande ouders en gehuwden van 18 tot en met 20 jaar (artikel 20 lid 1 en 2 P-wet). Het is niet redelijk om jongeren die opgenomen zijn in een inrichting een hoger bedrag te verstrekken dan waar zij recht op zouden hebben als zij thuiswonend zouden zijn.

  • -

    Het bedrag aan bijzondere bijstand wordt aangevuld met het bedrag zoals genoemd in artikel 23 lid 2 van de P-wet. Dat is het bedrag voor betaling van de premie zorgverzekering minus de zorgtoeslag.

  • -

    In het geval de jongere al een uitkering op grond van de P-wet ontvangt is de ingangsdatum van de wijziging naar de bijzondere bijstand de 1e van de maand volgend op de volle maand van opname. De “Beleidsregel normwijziging bij verblijf in een inrichting” is wat dat betreft van toepassing.

Vorm bijzondere bijstand

De bijzondere bijstand voor levensonderhoud wordt om niet verleend en kan verhaald worden op de ouders.

Verplichtingen voor aanvrager bij toekenning van de bijstand

  • -

    De inlichtingenplicht die geldt voor personen die een uitkering voor levensonderhoud ontvangen, is van toepassing. De bijstand voorziet immers in de kosten van levensonderhoud.

  • -

    In de beschikking opnemen dat de datum van einde opname in ieder geval doorgegeven moet worden met het mutatieformulier.

3.3 Bijstand voor personen opgenomen op grond van de Wet BOPZ ((Wet bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen) of de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten

Omschrijving van de kosten

Personen die gedwongen zijn opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis zijn rechtens van hun vrijheid beroofd en daarom hebben zij geen recht op bijstand. De kosten van verblijf worden betaald op grond van de Zorgverzekeringswet of de Wet langdurige zorg. Doordat zij geen recht op bijstand hebben, hebben zij voor de persoonlijke uitgaven en de premie zorgverzekering geen geld. In de P-wet (artikel 13 lid 3, tweede zin) is voor de verstrekking van bijzondere bijstand een uitzondering gemaakt. Daarop bestaat wel recht.

Voorliggende voorzieningen

Er is geen voorliggende voorziening voor personen van 21 jaar en ouder.

Voor personen van jonger dan 21 jaar, zijn de ouders onderhoudsplichtig (zie hiervoor 3.1 en 3.2 van dit hoofdstuk)

Recht op bijzondere bijstand

Aangezien de situatie vergelijkbaar is met personen die in een inrichting verblijven, is de hoogte van de bijstand gelijk aan de normen genoemd in artikel 23 van de P-wet. Voor personen van 18 tot en met 20 jaar is de hoogte van de bijstand gelijk aan de normen genoemd in artikel 20 lid 1 onder 1 en 2. De bedragen worden aangevuld met de toeslag voor de premie zorgverzekering minus de zorgtoeslag (artikel 23 lid 2 van de P-wet).

Noodzakelijke bewijsstukken voor beoordeling noodzaak van kosten

-Bewijs van ingangsdatum van opname in de inrichting.

Vorm bijzondere bijstand

De bijzondere bijstand voor levensonderhoud wordt om niet verleend en kan voor de jongeren verhaald worden op de ouders. Zie wat dat betreft “3.2 Bijstand voor jongeren van 18 tot en met 20 die in een inrichting verblijven”.

Verplichtingen voor aanvrager bij toekenning van de bijstand

  • -

    De inlichtingenplicht die geldt voor personen die een uitkering voor levensonderhoud ontvangen, is van toepassing. De bijstand voorziet immers in de kosten van levensonderhoud.

  • -

    In de beschikking opnemen dat de datum van einde opname in ieder geval doorgegeven moet worden met het mutatieformulier.

3.4 Vaste lasten tijdens verblijf in inrichting

Omschrijving van de kosten

Als een belanghebbende wordt opgenomen in een inrichting ontvangt hij een norm voor zak- en kleedgeld. Uit dat normbedrag kunnen de vaste lasten van een woning niet betaald worden. Als de opname tijdelijk is en de woning wordt niet opgezegd lopen de kosten wel gewoon door.

De CrvB is van mening dat de volgende kosten in ieder geval niet van de norm voor zak- en kleedgeld betaald kunnen worden:

  • -

    Kosten internet- televisieabonnement inclusief eventueel vast telefoonabonnement;

  • -

    huur;

  • -

    nota gas en elektrisch;

  • -

    water (omgerekend naar maandbedrag);

  • -

    premie van de inboedelverzekering (omgerekend naar maandbedrag).

Daaraan valt op grond van beleid toe te voegen:

-Afvalstoffenheffing, omgerekend naar maandbedrag.

Als niet noodzakelijke kosten worden beschouwd: 

-Kosten van mobiele telefoon, huur van telefoon en televisie tijdens de opname.

Voorliggende voorzieningen

Er is geen voorliggende voorziening voor de kosten.

Recht op bijzondere bijstand

Er bestaat recht op bijzondere bijstand voor de bovengenoemde vaste lasten vanaf het moment dat de norm gewijzigd is naar de norm voor verblijf in een inrichting. Voorwaarde is dat het de bedoeling moet zijn om terug te keren naar de woning.

Het is lastig om een uitspraak te doen over wat een tijdelijk opname is. Het is relevanter om de vraag te stellen of terugkeer naar de woning een reële optie is. Indien mogelijk en op grond van de situatie noodzakelijk wordt hierover – met toestemming van belanghebbende – informatie gevraagd bij de behandelend arts.

Beëindiging van de bijzondere bijstand

Zodra bekend is dat de woning opgezegd wordt, worden de vaste lasten doorbetaald tijdens de opzegtermijn van de huur en daarna wordt de bijzondere bijstand beëindigd.

De bijzondere bijstand wordt eveneens beëindigd bij verlaten van de inrichting en wel met onmiddellijke ingang, tenzij het zo goed als zeker is dat het verblijf in de eigen woning zeer kort zal zijn. Er zal dan eventueel aanvullende bijzondere bijstand voor levensonderhoud verstrekt moeten worden.

Nota gas, licht en water

De gehele termijn van gas, licht en water komt voor vergoeding in aanmerking. Er wordt weliswaar niets verbruikt tijdens de periode van opname, maar voor gas, water en licht wordt een gemiddeld maandbedrag betaald, dat is gebaseerd op het hele jaarverbruik. In de zomer wordt als het ware te veel betaald in en in de winter te weinig. Het is handiger om het gehele termijnbedrag te betalen dan af te laten sluiten of het bedrag aan te laten passen.

Bewijsstukken voor beoordeling noodzaak van kosten

-Zo mogelijk en nodig een schriftelijke verklaring van de behandelend arts over mogelijkheid terugkeer naar de woning.

Hoogte en duur bijzondere bijstand en wijze van betaling

  • -

    De genoemde kosten worden volledig vergoed.

  • -

    De bijstand wordt periodiek per maand betaald.

N.B. Voor deze kostensoort geldt 100% draagkracht voor inkomen boven bijstandsniveau.

Vorm bijzondere bijstand

De bijzondere bijstand wordt verstrekt om niet.

Verplichtingen voor aanvrager bij toekenning van de bijstand

De beschikking moet vermelden, dat de belanghebbende verplicht is om:

  • -

    Wijzigingen in zijn situatie door te geven;

  • -

    de datum van einde van opname door te geven met het mutatieformulier;

  • -

    wijzigingen in de bedragen die betaald moeten worden, door te geven, omdat dit van invloed is op de hoogte van de bijstand;

  • -

    de afschriften van de bank waarop te zien is hoeveel er maandelijks betaald moet worden, tenminste één jaar te bewaren;

  • -

    bij wijze van info in de beschikking vermelden dat de bijstand voor de vaste lasten beëindigd wordt met ingang van de datum van ontslag en dat de norm dan gewijzigd wordt naar die voor iemand die zelfstandig woont.

3.5 Garantietoeslag voormalig alleenstaande ouder

Omschrijving van de kosten

Situatie vanaf 01-01-2015

Op het moment dat het jongste kind 18 jaar wordt, verliest de alleenstaande ouder het recht op het kind gebonden budget en de kinderbijslag. Het kind gebonden budget bedraagt voor een kind van 17 jaar € 364,-- per maand en de kinderbijslag is € 91,26 per maand (bedragen december 2014). In een aantal situaties is het zo dat het inkomen dat het kind gaat krijgen minder is dan dit inkomensverlies. Het wordt dan problematisch om rond te komen van het inkomen. Voor een aantal situaties is een aanvulling in de vorm van een toeslag mogelijk.

Voorliggende voorzieningen

Er is geen voorliggende voorziening voor dit inkomensverlies.

Recht op bijzondere bijstand

In volgende situaties is er recht op een toeslag:

  • -

    Het kind volgt onderwijs en krijgt een vergoeding op grond van de WTOS (bedrag voor levensonderhoud thuiswonend € 113,30,-- per maand, januari 2017);

  • -

    het kind ontvangt een uitkering als thuiswonende op grond van de P-wet (bedrag 01-07-2015 € 242,60 per maand incl.vt.) ;

In de volgende situaties is er geen recht op een toeslag: 

  • -

    Het kind volgt onderwijs en ontvangt een beurs op grond de WSF 2000 (hoger- en beroepsonderwijs);

  • -

    het kind ontvangt WAJONG;

  • -

    het kind werkt.

In bovenstaande situaties is het inkomen hoger dan of nagenoeg gelijk aan het bedrag van de inkomensachteruitgang. Een kind dat studiefinanciering ontvangt kan bijverdienen zonder dat het inkomen (tot een bepaalde grens) van de studiefinanciering wordt afgetrokken. Een kind dat vanwege beperkingen niet in staat is om bij te verdienen heeft op grond van de Verordening individuele studietoeslag P-wet Hollands Kroon 2015 in bepaalde situaties recht op een toeslag.

Noodzakelijke bewijsstukken voor beoordeling noodzaak van kosten

Bewijsstuk van het inkomen van het kind.

Hoogte en duur bijzondere bijstand

De toeslag bestaat uit het verschilt tussen het inkomen van het kind en het normbedrag voor een thuiswonende student in het MBO-onderwijs. Het normbedrag voor het schooljaar 2016-2017 is € 599,27 per maand. Uitgangspunt is dat dit gezamenlijke inkomen een toereikend inkomen is voor de kosten van levensonderhoud.

Dit betekent het volgende voor hoogte en duur (bedragen 01-01-2017): ◘ Toeslag voor ouder met kind met WTOS is € 599,27 minus € 113,30 = € 485,97. De inkomsten van het kind worden in mindering gebracht op de toeslag. De toeslag stopt op het moment dat het kind geen WTOS meer ontvangt. ◘ Toeslag voor ouder met kind met bijstandsuitkering thuiswonend is € 599,27 minus € 242,60356,67 De inkomsten van het kind worden in mindering gebracht op de uitkering van het kind. De toeslag stopt op het moment dat het inkomen van het kind hoger is dan € 599,27 of als het kind 21 jaar wordt.

Vorm bijzondere bijstand

De bijzondere bijstand wordt verleend om niet.

Verplichtingen en mededelingen voor aanvrager bij toekenning van de bijstand

In de beschikking moet worden vermeld dat:

  • -

    De ouder de gebruikelijke inlichtingenplicht heeft in verband met uitkering voor levensonderhoud;

  • -

    inkomsten van het kind en beëindiging van de WTOS moeten worden doorgegeven;

  • -

    de toeslag stopt op moment van beëindiging WTOS;

  • -

    de toeslag stopt zodra het inkomen van het kind hoger is dan het normbedrag voor levensonderhoud van een MBO-student.

Deze paragraaf is ingetrokken met ingang van 01-07-2016

3.5 a Schoonmaakondersteuning

3.6 Bijzondere bijstand voor huur

Omschrijving van de kosten

De huur moet betaald kunnen worden van de normbijstand en de huurtoeslag die de belanghebbende van de belastingdienst ontvangt. Er zijn situaties waarin er geen huurtoeslag is toegekend of waarin er voor een beperkte of blijvende periode geen recht op een huurtoeslag bestaat. Voor een aantal van deze situaties kan bijzondere bijstand verleend worden.

Voorliggende voorzieningen

Er bestaat geen recht op bijzondere bijstand als een beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening. De voorliggende voorziening is de huurtoeslag. De hoogte van de huurtoeslag is afhankelijk van de hoogte van het inkomen, de hoogte van de huur en de woonsituatie. Als er een medebewoner staat ingeschreven op het adres is de huurtoeslag lager, omdat uitgegaan wordt van het gezamenlijke inkomen. Kamerverhuur – die aan de belastingdienst is doorgegeven - heeft geen invloed op de huurtoeslag. Bij tussentijdse wijzigingen tijdens het huurtoeslagjaar wordt de hoogte van de huurtoeslag aangepast aan de nieuwe situatie, zodat er achteraf niet terugbetaald hoeft te worden. De wijziging moet wel door de huurder worden doorgegeven aan de belastingdienst.

Recht op bijzondere bijstand

Er kan een woonkostentoeslag voor een huurwoning verstrekt worden in de volgende situaties:

  • -

    De eerste maand huur van de woning is een gebroken maand. Is veelal het geval bij huisvesting statushouders en bij verhuizingen tijdens de bijstandsperiode. De verhuizing moet dan wel noodzakelijk zijn. Zie daarvoor onder verhuizingen.

  • -

    De huur is hoger dan maximum grens van de huurtoeslag. Er is geen andere woning beschikbaar en het valt de huurder niet te verwijten dat hij in een dure woning woont.

Als niet noodzakelijke wordt beschouwd: 

  • -

    De huur van een woning met een huurprijs boven de maximum huurprijs van de huurtoeslag, terwijl de woning geaccepteerd is tijdens de bijstandsperiode of kort daarvoor, terwijl bekend was dat huurder aangewezen zou raken op een uitkering. (Bij afwijzing voor een te hoge huur is het verstandig om de afwijzing te baseren op twee gronden: het feit dat de er bij een dergelijk hoge huur geen huurtoeslag verstrekt wordt (dus buiten de voorliggende voorziening is gelaten) en het ontbreken van bijzondere omstandigheden)

  • -

    Huur voor een niet zelfstandige wooneenheid. Een zelfstandige wooneenheid is een woning met een eigen toegangsdeur, die van binnen en buiten op slot kan. In de woning moeten op zijn minst aanwezig zijn: een eigen woon(slaap)kamer, een eigen keuken met aanrecht, aan- en afvoer voor water en een aansluitpunt voor een kooktoestel en een eigen toilet met waterspoeling

  • -

    De kosten verbonden aan het wonen in een stacaravan, pension, hotel of bed&breakfest. (De afwijzing voor deze situaties moet gebaseerd worden op grond van het feit dat er geen sprake is van bijzondere omstandigheden. Er kan niet verwezen worden naar het feit dat de huur voor deze situaties nadrukkelijk buiten de huurtoeslagwet is gelaten.

  • -

    De situatie dat de huurtoeslag te laat is aangevraagd, waardoor de huurtoeslag niet wordt toegekend of met ingang van een latere datum. (De afwijzing hiervoor moet gebaseerd worden op het feit dat er gebruik gemaakt kan worden van een voorliggende voorziening, die toereikend is en waarvan door eigen toedoen geen gebruik is gemaakt)

Toekenning voor in het algemeen gesproken niet noodzakelijke beschouwde kosten is alleen mogelijk in bijzondere omstandigheden, waarbij er geen sprake is van verwijtbaarheid en bij overmacht situaties.

Te bewaren bewijsstukken voor beoordeling noodzaak van kosten

  • -

    Een huurcontract voor de ingangsdatum van de huur. Dit is vooral belangrijk bij een gebroken maand.

  • -

    Een huurspecificatie

  • -

    Een beslissing van de belastingdienst als dat relevant is.

  • -

    Een bewijs van inschrijving bij woningbouwvereniging(en) als de voorwaarde van het zoeken naar goedkopere woonruimte aan de bijstand is verbonden.

Hoogte en duur bijzondere bijstand

Let op: Draagkrachtpercentage is 100%

De hoogte van de woonkostentoeslag bij een gebroken maand is dezelfde als de huurtoeslag waarop recht bestaat. De site van de belastingdienst wordt daarvoor gebruikt. Het bedrag wordt berekend op basis van het aantal dagen van de maand waarop recht bestaat op de woonkostentoeslag.

Bij een huur hoger dan maximumbedrag bedraagt de woonkostentoeslag in ieder geval het bedrag dat aan huurtoeslag toegekend kan worden bij een maximumhuur. De huur boven het maximumbedrag, wordt volledig vergoed.

De woonkostentoeslag wordt verstrekt voor de duur van een half jaar onder de voorwaarde dat er gezocht wordt naar goedkopere woonruimte. Verlenging is alleen mogelijk als huurder zich aantoonbaar maximaal heeft ingespannen om andere woonruimte te zoeken.

Er kan tijdelijk afgezien worden van de voorwaarde om goedkopere woonruimte te zoeken in geval van bijzondere omstandigheden.

De hoogte van de woonkostentoeslag moet per 1 juli van ieder jaar herberekend worden in verband met wijziging bedragen huurtoeslag. Dan zullen ook de bewijsstukken, voor zover nodig, geactualiseerd moeten worden.

Vorm bijzondere bijstand

De bijzondere bijstand wordt verstrekt om niet.

Bijstandsverlening in de vorm van een lening op grond van artikel 48 lid 2 onder b van de WWB is mogelijk als de bijstandsverlening noodzakelijk is als gevolg van tekort schietend besef van verantwoordelijkheid.

Verplichtingen voor aanvrager bij toekenning van de bijstand

  • -

    Bij bijstand voor huur boven maximum huurgrens zal belanghebbende zich aantoonbaar maximaal moeten inspannen om goedkopere woonruimte te zoeken.

  • -

    Bij bijstand in de vorm van een lening (te kort schietend besef van verantwoordelijkheid) moet de terugbetalingsverplichting in de beschikking worden opgenomen.

  • -

    Verhuizing moet vanzelfsprekend gemeld worden met het mutatieformulier.

  • -

    Bewaren van de volgende bewijsstukken gedurende een jaren voor steekproef - Een huurcontract voor de ingangsdatum van de huur. Dit is vooral belangrijk bij een gebroken maand. - Een huurspecificatie - Een beslissing van de belastingdienst als dat relevant is.

3.7 Bijstand voor woonkosten bij bewoning eigen woning

Omschrijving van de kosten

Net als huur moeten de woonlasten in verband met de eigen woning betaald kunnen worden van de bijstandsnorm.

Voorliggende voorzieningen

Bij betaling van rente voor hypotheek bestaat er recht op een belastingteruggave. Die teruggave kan achteraf na afloop van het kalenderjaar via de belastingteruggave worden ontvangen. De teruggave kan ook maandelijks via de voorlopige teruggave worden ontvangen. De teruggave voorziet slecht in een deel van de kosten.

Recht op bijzondere bijstand

De woonlasten voor de eigen woning worden vergeleken met de huur. Zou er in een huursituatie recht bestaan op een huurtoeslag dan wordt daarvoor in de plaats bij de eigen woning een woonkostentoeslag verstrekt. Bij woonlasten boven de maximale huurgrens geldt feitelijk hetzelfde als bij een huur boven de maximum huurgrens.

Bij “Bijzondere bijstand voor huur” (3.6) van dit Handboek staan situaties omschreven waarin geen recht op bijzondere bijstand bestaat. Dat is vergelijkbaar van toepassing voor woonlasten bij de eigen woning. Kortheidshalve wordt daarna verwezen.

Noodzakelijke bewijsstukken voor beoordeling noodzaak van kosten

De hoogte van de woonkostentoeslag is afhankelijk van de hoogte van de woonlasten. Om de woonlasten te berekenen zijn de volgende bewijsstukken nodig:

  • -

    De akte van de hypotheek + bewijs van maandelijks te betalen rente;

  • -

    de aanslag onroerende zaakbelasting;

  • -

    de gegevens over erfpachtcanon;

  • -

    de aanslag waterschapsheffing, eigenaarsdeel ;

  • -

    de rekening van de premie opstalverzekering;

  • -

    de rekening van de vereniging van eigenaren;

  • -

    de premies/subsidies die u krijgt omdat u een eigen huis heeft;

  • -

    de beslissing voorlopige teruggave van de belastingdienst.

Het gaat natuurlijk om de bewijsstukken van de kosten die ook werkelijk gemaakt worden.

Hoogte en duur bijzondere bijstand

De woonlasten worden berekend aan de hand van bovengenoemde bewijsstukken + de onderhoudskosten eigen woning. De onderhoudskosten voor de eigen woning zijn per 01-07-2012 voor het laatst gepubliceerd in Schulinck. Vanaf die datum worden de laatst gepubliceerde bedragen verhoogd met het percentage van de consumentenprijsindex.

Als de teruggave van de belastingdienst op grond van een voorlopige teruggave wordt ontvangen dan wordt het direct op de rente in mindering gebracht. Wordt het achteraf uitbetaald na aangifte en aanslag dan moet het bedrag dat terugontvangen wordt voor de rente, teruggevorderd worden.

Let op: 100% draagkracht

Na vaststelling van de hoogte van de woonlasten wordt de woonkostentoeslag berekend als bij “Bijzondere bijstand voor huur” (zie 3.6). Bij een eigen woning gaat het om de verplichting dat het huis verkocht moet worden en dat er naar een huurwoning gezocht moet worden.

De hoogte van de woonkostentoeslag moet per 1 juli van ieder jaar herberekend worden in verband met wijziging bedragen huurtoeslag. Dan zullen ook de bewijsstukken, voor zover nodig, geactualiseerd moeten worden.

Vorm bijzondere bijstand

De bijzondere bijstand wordt verstrekt om niet.

De bijzondere bijstand wordt niet ten laste van de krediethypotheek gebracht. Zie artikel 50 lid 2 van de P-wet Dit is alleen mogelijk voor algemene bijstand.

Bijstandsverlening in de vorm van een lening op grond van artikel 48 lid 2 onder b van de P-wet is mogelijk als de bijstandsverlening noodzakelijk is als gevolg van tekort schietend besef van verantwoordelijkheid.

Verplichtingen voor aanvrager bij toekenning van de bijstand

  • -

    Bij bijstand voor woonlasten boven maximum huurgrens zal belanghebbende zich aantoonbaar maximaal moeten inspannen om de woning te verkopen en een huurwoning te zoeken waarvoor een huurtoeslag mogelijk is.

  • -

    Bij bijstand in de vorm van een lening moet de terugbetalingsverplichting in de beschikking worden opgenomen.

  • -

    Verhuizing moet vanzelfsprekend gemeld worden met het mutatieformulier.

  • -

    In die gevallen waarin de rente niet met een voorlopige teruggave wordt ontvangen, wordt de verplichting opgelegd om een kopie van de belastingaangifte te bewaren en deze samen met de beslissing van de voorlopige teruggave in te leveren voor 1 augustus van het jaar na het belastingjaar. Aan de hand daarvan wordt een deel van de woonkostentoeslag teruggevorderd.

3.8 Babyuitzet

Omschrijving van de kosten

De kosten van de aanschaf van een babyuitzet zijn kosten die uit de bijstandsnorm en/of individuele inkomenstoeslag betaald moeten kunnen worden.

Voorliggende voorzieningen

Als er geen spaargeld is om de kosten van te betalen is een lening bij de Kredietbank de voorliggende voorziening. t

Is een lening niet mogelijk dan moet de volgende afweging gemaakt worden:

  • -

    Bijstand in de vorm van een lening als er verwijtbaar niet (voldoende) gespaard is.

  • -

    Bijstand in de vorm van om niet als er geen sprake is van verwijtbaarheid.

Recht op bijzondere bijstand

Babybox 1 van de Stichting babyspullen www.stichtingbabyspullen.nl.

Inhoud van het pakket: kleertjes van maat 50 tot en met 65 en de meest noodzakelijke spullen zoals een fles met speen, een molton, een laken, een slaapzak, luiers etc.

De babybox kan op twee manieren worden geleverd:

  • -

    Uit voorraad als de gemeente de boxen in voorraad heeft;

  • -

    Door verzending van het verwijsformulier die op de website staat. De inkomensconsulent vult in en verstuurt de verwijsbrief. De babybox wordt thuis bezorgd. Voor de verzendkosten moet de ontvanger € 6,95 betalen.

In overleg met de aanstaande ouder(s) wordt bekeken wat er noodzakelijk is. Uitgangspunt is dat de onderstaande spullen tweedehands worden aangeschaft. Kan via Martkplaats, kringloopwinkel, Arker Boetje in Middenmeer, advertenties supermarkt etc.

Het gaat om de volgende artikelen:

  • -

    Bedje inclusief matras;

  • -

    Box maximaal;

  • -

    Kinderstoel maximaal;

  • -

    Combiwagen maximaal;

Er wordt geen bijstand verleend voor de spullen die al aanwezig zijn. Als het om een 2e of daaropvolgende kind gaat, mag er van worden uitgegaan dat er volstaan kan worden met het babypakket en eventueel een bedje (ligt aan leeftijd van het oudere kind).

Noodzakelijke bewijsstukken voor beoordeling noodzaak van kosten

Een verklaring van arts of verloskundige waarin zwangerschap en vermoedelijke bevallingsdatum staat.

Vorm bijzondere bijstand

Zie onder kopje voorliggende voorziening.

Verplichtingen voor aanvrager bij toekenning van de bijstand

  • -

    Het geld moet besteed worden waarvoor het bedoeld is.

  • -

    De nota’s van de uitgaven moeten achteraf worden ingeleverd.

Aanvullende afspraak, maar niet in beschikking

-Als het niet verantwoorde bedrag een kruimelbedrag is wordt het bedrag niet teruggevorderd.

3.9 Begrafenis- of crematiekosten

Omschrijving van de kosten

Alle kosten die verband houden met de begrafenis of crematie van een overledene, voor zover deze kosten noodzakelijk zijn en niet betaald kunnen worden uit de nalatenschap.

Voorliggende voorzieningen

Wanneer een uitvaart-, levens- of ongevallenverzekering onderdeel uitmaakt van de nalatenschap, moeten de kosten daaruit zoveel mogelijk worden voldaan.

Recht op bijzondere bijstand

Bijzondere bijstand voor uitvaartkosten kan verleend worden aan ouders, kinderen, behuwd kinderen, schoonouders en stiefouders (Zie artikel 392-396 van Boek 1 van het Burgerlijk wetboek) Het gaat om degenen die bij leven onderhoudsverplichting zouden zijn geweest voor de overledene. Bij de afhandeling van de aanvraag moet dus bepaald worden door hoeveel personen een bijdrage betaald kan worden. Alleen voor het aandeel in de kosten van aanvrager wordt bijstand verleend.

Er bestaat geen recht op bijstand voor de kosten van of in verband met een begrafenis in het buitenland (territorialiteitsbeginsel)

Hoogte bijzondere bijstand

De volgende kosten kunnen als noodzakelijk worden aangemerkt:

  • -

    legeskosten overlijdensakte – bedrag van de kosten

  • -

    50 rouwkaarten maximaal € 150,00

  • -

    werkzaamheden uitvaartverzorger € 1.200,00

  • -

    eenvoudige kist € 425,00

  • -

    grafrechten (voor een algemeen graf, niet voor een graf in eigendom) - bedrag van de kosten

  • -

    rouwauto met maximaal 1 volgauto € 360,00

  • -

    opbaren in rouwcentrum € 500,00

  • -

    eenvoudige grafzerk € 750,00

Totaal € 4.096,00

Als niet noodzakelijke kosten worden beschouwd: 

  • -

    rouwadvertentie

  • -

    kosten eredienst en/of kosten die voortvloeien uit culturele en religieuze achtergrond

  • -

    koffietafel etc.

Noodzakelijke bewijsstukken voor beoordeling noodzaak van kosten

  • -

    Raadplegen in BRP wie er naast aanvrager verplicht zijn om te betalen

  • -

    Nota van de uitvaartverzorger

Vorm bijzondere bijstand

De bijzondere bijstand voor uitvaartkosten wordt in beginsel om niet verleend. Een uitzondering wordt gemaakt in het geval de erfenis nog niet is vastgesteld en dat daaruit waarschijnlijk middelen beschikbaar komen (artikel 48 lid 2 onder b P-wet). Als bewijsstuk kan een kopie van de aangifte voor de successierechten worden opgevraagd.

Aan de bijstand verbonden verplichtingen

  • -

    Het geld moet besteed worden waarvoor het bedoeld is.

  • -

    Als bijstand in de vorm van een lening is toegekend moet de aanslag voor de successierechten worden ingeleverd, zodat bepaald kan worden welk deel uit de nalatenschap kan worden betaald.

3.10 Kosten kinderopvang (sociaal medische indicatie)

De kosten worden in de gemeenten Schagen en Hollands Kroon vergoed op grond van de Verordening voorschoolse educatie en kinderopvang SMI. Voor de gemeente Schagen vanaf 01-08-2014 en in Hollands Kroon vanaf 01-01-2016.

Overgangsrecht Hollands Kroon

Voor de gemeente Hollands Kroon is tot 01-07-2016 overgangsrecht van toepassing voor de lopende vergoedingen op 31-12-2015. Eventuele mutaties worden op de gebruikelijke manier verwerkt. De lopende vergoedingen worden op grond van de bijzondere bijstand beëindigd met ingang van 01-07-2015.

Aanvragen die voor 01-01-2016 zijn ingediend worden op grond van het bijzondere bijstandsbeleid dat geldt tot 01-01-2016 afgehandeld. Ook voor die vergoedingen is het overgangsrecht van toepassing.

Eigen bijdragen Voor de inkomensafhankelijke eigen bijdragen kan bijzondere bijstand verleend worden. Dat staat in paragraaf 3.17.

3.11 Voor- en vroegschoolse educatie (voorheen peuterspeelzaal)

Voor de eigen bijdrage in verband met kinderopvang op basis van VVE en peuterplaats wordt bijzondere bijstand verstrekt. Zie paragraaf 3.17.

3.12 Kleding, schoenen en/of beddengoed

Omschrijving van de kosten

De kosten van aanschaf en reiniging van kleding, schoenen en beddengoed zijn kosten die algemeen gebruikelijk zijn en die van de bijstandsuitkering betaald moeten kunnen worden. Er zijn bijzondere situaties dat de kosten in verband met kleding etc. hoger zijn dan gebruikelijk. Dat kan het gevolg zijn van ziekte of handicap.

Voorliggende voorzieningen

Ouders met een thuiswonend gehandicapt kind van 3 tot 18 jaar oud hebben recht op dubbele kinderbijslag als en voor het kind een CIZ-indicatie is afgegeven. De dubbele kinderbijslag is een voorliggende voorziening voor de extra kosten en kleding, schoenen en/of beddengoed.

Voor volwassenen kan een deel van de kosten in een bepaalde situatie deel uitmaken van het PGB. Dit zal per situatie beoordeeld moeten worden.

Recht op bijzondere bijstand

De volgende kosten kunnen als noodzakelijk worden aangemerkt:

  • -

    De kosten van het draaien van meer wassen;

  • -

    het meer dan één keer douchen per dag;

  • -

    het meer dan gemiddeld vervangen van kleding of beddengoed;

  • -

    de aanschaf van duurdere kleding.

Het moet in alle gevallen gaan om extra kosten ten opzichte van een gebruikelijke situatie en de kosten moeten noodzakelijk zijn. Voor de vaststelling van de noodzaak wordt advies gevraagd aan de GGD.

Noodzakelijke bewijsstukken voor beoordeling noodzaak van kosten

  • -

    de uitgaven voor kleding en beddengoed moeten achteraf worden verantwoord met bonnen. Dat is niet het geval als het gaat om kosten die een periodiek karakter hebben en die op een vast maandbedrag zijn vast te stellen.

  • -

    een advies van de GGD.

Hoogte en duur bijzondere bijstand

De hoogte van de bijzondere bijstand wordt vastgesteld met behulp van de prijzengids NIBUD. De duur van de periodieke bijzondere bijstand is afhankelijk van de duur van de indicatie.

Vorm bijzondere bijstand

De bijzondere bijstand wordt om niet verstrekt.

Verplichtingen voor aanvrager bij toekenning van de bijstand

In geval van incidentele toekenning moeten de uitgaven achteraf verantwoord worden door het inleveren van bonnen.

3.13 Verhuiskosten en dubbele huur

Omschrijving van de kosten

Het gaat om de kosten van de verhuizing van de inboedel en de kosten van de dubbele huur.

Voorliggende voorzieningen

Vanaf het moment dat bekend is dat er een noodzaak is om te gaan verhuizen, mag er verwacht worden dat er gespaard wordt voor de kosten. Ook de individuele inkomenstoeslag kan gebruikt worden voor de kosten. Als er geen spaargeld is om de kosten van te betalen is een lening bij de Kredietbank de voorliggende voorziening.

Is een lening niet mogelijk dan moet de volgende afweging gemaakt worden:

  • -

    Bijstand in de vorm van een lening als er verwijtbaar niet (voldoende) gespaard is en de noodzakelijke verhuizing daardoor niet mogelijk is.

  • -

    Bijstand in de vorm van om niet als er niet verwijtbaar niet (voldoende) gespaard is.

De Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) is een voorliggende voorziening als de woning waarin belanghebbende woont niet aangepast kan worden en verhuizing naar een aangepaste woning de oplossing is. In dat geval kunnen de verhuiskosten door de WMO vergoed worden.

Recht op bijzondere bijstand

Er bestaat recht op bijzondere bijstand als de verhuizing noodzakelijk is. Bij een medische indicatie moet de vraag beantwoord worden of het een verhuizing is die door de WMO kan worden vergoed. Is dat niet het geval dan kan er in bepaalde situaties een GGD-advies gevraagd worden. Er zijn echter ook situaties die zo duidelijk zijn dat een advies niet nodig is. De sociale noodzaak om te verhuizen kan divers zijn. De consulent motiveert in het rapport de noodzaak van de verhuizing.

De volgende kosten kunnen daarbij als noodzakelijk worden aangemerkt:

  • -

    Voor de verhuizing van de inboedel wordt de huur van een bus met laadlift vergoed. Prijsindicatie: Bij Middelbeek in Alkmaar zijn de kosten voor één dag huur inclusief 100KM € 110,00.

  • -

    Kosten van een verhuizing door een verhuisbedrijf zijn alleen als noodzakelijk aan te merken als er geen andere oplossing voor handen is.

  • -

    De kosten van dubbele huur bij een verhuizing binnen de gemeente.

Als niet noodzakelijke kosten worden beschouwd: 

-De kosten van dubbele huur bij een verhuizing buiten de gemeente.

Noodzakelijke bewijsstukken voor beoordeling noodzaak van kosten

  • -

    Bewijs van inschrijving bij de woningbouwvereniging of een ander document waaruit blijkt vanaf wanneer er gezocht/uitgezien is naar een andere woning.

  • -

    (Pro forma) nota van de huur van de bus of verhuisbedrijf.

  • -

    Huurcontract en huurspecificatie voor vaststelling van de hoogte van de dubbele huur.

Hoogte bijzondere bijstand

Zie onder recht op bijzondere bijstand.

Vorm bijzondere bijstand

Zie onder kopje voorliggende voorziening. Als de bijstand in de vorm van een lening wordt verstrekt dan is dat op grond van artikel 48 lid 2 onder b van de P-wet. Er is dan sprake van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid.

Verplichtingen voor aanvrager bij toekenning van de bijstand

Inlevering van de nota van de huur van de bus of verhuisbedrijf als deze nog niet aanwezig was op moment van toekenning.

3.14 Reiskosten in verband met medische behandelingen en bezoek gezinsleden

Omschrijving van de kosten

Het gaat om reiskosten in verband met:

  • -

    Bezoek aan gedetineerde of persoon die in AZC verblijft en die tot het gezin behoorde of kan gaan behoren;

  • -

    bezoek aan een in het ziekenhuis of inrichting opgenomen gezinslid;

  • -

    regelmatig bezoek aan een arts, ziekenhuis of andere hulpverlener waarvoor de zorgverzekering een vergoeding geeft of de behandelkosten vergoed worden door de gemeente;

Voorliggende voorzieningen

Het GemeentePakket Compleet kent de volgende vergoedingen:

-Met een specifieke medische indicatie worden reiskosten naar ziekenhuis en behandelaars vergoed. Er moet vooraf een machtiging worden gevraagd. Voor reizen met de eigen auto wordt € 0.31 per kilometer vergoed en de kosten van het openbaar worden volledig vergoed. De eigen bijdrage die betaald moet worden op grond van de basisverzekering wordt door GemeentePakket Compact vergoed.

Voor het overige zijn er geen voorliggende voorzieningen. Reiskosten zijn in het algemeen kosten die van de bijstandsuitkering betaald kunnen worden. De reiskosten zoals hier genoemd zijn kosten die het gevolg zijn van bijzondere omstandigheden.

Recht op bijzondere bijstand

In geval van detentie of verblijf AZC worden reiskosten vergoed wanneer:

  • -

    de gedetineerde vóór de detentie tot het gezin van aanvrager behoorde of in geval van verblijf AZC tot het gezin kan gaan behoren;

  • -

    de gedetineerde verblijft in een gesloten inrichting (= geen recht op verlof) en de inrichting binnen Nederland ligt;

  • -

    de bezoekfrequentie maximaal 1 keer per week per gezinslid is.

In geval van in ziekenhuis of inrichting opgenomen gezinsleden geldt het volgende:

  • -

    bij opname in ziekenhuis is de frequentie 1 keer per dag voor 1 gezinslid;

  • -

    bij opname in een inrichting is de frequentie 1 keer per week per gezinslid.

In geval bezoek aan arts etc. wanneer:

-Eén van de gezinsleden regelmatig vaker dan 1 keer per maand naar een arts, ziekenhuis of andere hulpverlener moet reizen. 

Als niet noodzakelijke kosten worden beschouwd: 

  • -

    Reiskosten naar gedetineerden die met weekendverlof kunnen;

  • -

    reiskosten in verband met een incidenteel bezoek aan een arts etc. Er moet duidelijk sprake zijn van een periodiek karakter.

Noodzakelijke bewijsstukken voor beoordeling noodzaak van kosten

In geval van bezoek aan AZC moeten de familiebanden gecontroleerd worden in GBA.

  • -

    Van bezoek aan gedetineerden moet een verklaring van de penitentiaire inrichting ingeleverd worden.

  • -

    Van bezoek aan gezinslid in ziekenhuis een verklaring van opname (begin en einddatum) in ziekenhuis.

  • -

    Van bezoek aan inrichting bij opname van gezinsleden moet een verklaring van de inrichting ingeleverd worden .

  • -

    Van bezoek aan artsen etc. moet een overzicht van afspraken worden ingeleverd.

Hoogte bijzondere bijstand

Voor alle reiskosten geldt dat er voor het reizen met de auto € 0,19 per kilometer wordt vergoed. Voor het reizen met het openbaar vervoer wordt de goedkoopste vorm van reizen vergoed.

Vorm bijzondere bijstand

De bijzondere bijstand wordt om niet verstrekt.

Verplichtingen voor aanvrager bij toekenning van de bijstand

  • -

    De bijstand wordt op declaratiebasis betaald.

  • -

    Nota’s moeten worden ingeleverd.

  • -

    De nota’s kunnen tot maximaal over één jaar worden opgespaard en ingediend. Nota’s van ouder dan een jaar worden niet betaald.

3.14 a Reiskosten schoolgaande kinderen in het voortgezet onderwijs

Omschrijving van de kosten

Het gaat om reiskosten in verband met:

-Het reizen van huis naar school van kinderen die na de basisschool onderwijs volgen en voor wie de reiskosten meer bedragen dan € 45,-- per maand.

Met ingang van schooljaar 2015 – 2016

Het gaat om reiskosten in verband met:

  • -

    Het reizen van huis naar school van kinderen die na de basisschool onderwijs volgen en voor wie de afstand van huis naar school meer is dan 15 kilometer enkele reis;

  • -

    de reiskosten meer bedragen dan € 45,-- per maand.

Voorliggende voorzieningen

Vanaf 1 januari 2017 is voor mbo-studenten onder de 18 jaar het studentenreisproduct (ov-jaarkaart) een voorliggende voorziening.

Voor het overige zijn er geen voorliggende voorzieningen. De bijdrage op grond van WTOS en het kindgebonden budget zijn geen voorliggende voorzieningen (zie CRvB 27-01-2009, nr. 07/5172 WWB en Rechtbank Arnhem van 29-01-2008, nr. AWB 07/3591).Het kindpakket Meedoen Noordkop is ook geen voorliggende voorziening. Het is niet bedoeld voor reiskosten van en naar school. Van ouders mag verwacht worden dat zij een bepaald bedrag per maand besteden aan de reiskosten. Dat bedrag is bepaald op € 45,-- per maand per gezin en is gebaseerd op wat er normaliter voor woon-school-verkeer wordt uitgegeven per gezin.

Recht op en hoogte van bijzondere bijstand

  • -

    Er is recht op bijzondere bijstand voor de reiskosten van huis naar school en retour voor zover ze meer bedragen dan € 45,-- per maand voor het eerste kind. Vanaf schooljaar 2015-2016 geldt de extra eis dat de afstand meer dan 15 KM moet zijn.

  • -

    De school is de dichtstbijzijnde school, waar het passende onderwijs gevolgd kan worden.

  • -

    Voor de tweede en daarop volgende kinderen worden de reiskosten volledig vergoed.

  • -

    Er wordt verwacht dat er gebruik gemaakt wordt van de goedkoopste manier van reizen. Dat wil zeggen dat er gebruik gemaakt wordt van de korting op maand- of jaarkaarten. Zie OV9292 “Abonnementen op je OV chipkaart”.

  • -

    Tijdens de schoolvakanties wordt geen vergoeding gegeven.

  • -

    De bijstand wordt per maand betaald gedurende 10 maanden per jaar.

  • -

    Bij de start van het schooljaar (of de maand waarin de vergoeding start) wordt berekend hoe hoog de kosten gemiddeld per maand zijn. Daarvoor worden de websites van de vervoerders geraadpleegd of wordt een bewijsstuk van de scholier gevraagd.

Vorm bijzondere bijstand

De bijzondere bijstand wordt om niet verstrekt.

Verplichtingen voor aanvrager die opgenomen worden in de beschikking

  • -

    De bewijsstukken van de betalingen moeten tot 3 maanden na afloop van het schooljaar worden bewaard.

  • -

    Achteraf wordt gecontroleerd of de kosten daadwerkelijk zijn gemaakt.

3.15 Reiskosten in verband met re-integratie, participatie en tegenprestatie

Omschrijving van de kosten

Het gaat om reiskosten in verband met:

  • -

    inburgeringstrajecten (inclusief intake en examen)

  • -

    proefplaatsingen en leerwerkstages (als werkgever niet vergoedt)

  • -

    vrijwilligerswerk en tegenprestatie (als organisatie niet vergoedt)

  • -

    hulpverlening

  • -

    woon- werkverkeer (als de werkgever niet vergoedt).

Voorliggende voorzieningen

Er is geen voorliggende voorziening voor de kosten.

  • -

    Wel wordt nagegaan of de afstand lopend of fietsend kan worden afgelegd. Als dat het geval is dan wordt er geen reiskostenvergoeding verstrekt.

  • -

    In geval van proefplaatsingen, leerwerkstages, woon- werkverkeer, vrijwilligerswerk en tegenprestatie is vergoeding van reiskosten uitzondering. Er wordt van uitgegaan dat de werkgever of organisatie de kosten vergoedt. Alleen als dat niet mogelijk is, worden de reiskosten vergoed.

Recht op bijzondere bijstand

Er is recht op bijzondere bijstand voor de reiskosten als:

  • -

    er een bewijs van deelname aan een inburgeringstraject is, met daarin de ingangsdatum,

  • -

    een besluit is verstuurd (evt. inclusief plan van aanpak) en daarin is opgenomen dat de reiskosten in verband met de uitvoering van de re-integratie-activiteiten worden vergoed;

  • -

    overeenkomst voor proefplaatsing of leerwerkstage is afgesloten en de werkgever de kosten niet vergoedt;

  • -

    bewijs van een dienstverband is ingeleverd en gecontroleerd is dat de werkgever de kosten woon- werkverkeer niet vergoedt;

  • -

    er een besluit is verstuurd waarmee toestemming is gegeven voor het vrijwilligerswerk en in dat besluit (evt. inclusief plan van aanpak) is opgenomen dat de reiskosten worden vergoed;

  • -

    er een besluit is verstuurd waarmee de tegenprestatie is opgelegd;

  • -

    in een besluit (evt. inclusief plan van aanpak) is opgenomen dat hulpverlening onderdeel uitmaakt van de re-integratie of participatie en dat de reiskosten worden vergoed.

Hoogte en duur bijzondere bijstand en wijze van betaling

  • -

    De totale reisafstand wordt vergoed. Voor het inburgeringstraject worden de reiskosten vergoed naar een school die ligt in de driehoek Den Helder, Alkmaar en Hoorn. De inburgeraar die kiest voor een school buiten dit gebied zal de meerkosten van de reis buiten het gebied zelf moeten betalen. Hiermee is er voldoende vrijheid in de schoolkeuze.

  • -

    De vergoeding wordt toegekend voor de duur van de training, leerwerkstage etc. en wordt maandelijks vooraf betaald.

  • -

    Incidentele betaling op basis van inlevering van bewijsstuk is uitzondering.

  • -

    Als het traject, de training etc. langer dan een jaar duurt dan wordt in de berekening rekening gehouden met de schoolvakanties. De wijze waarop is verwerkt in de documenten.

  • -

    de vergoeding bedraagt bij het gebruik van de eigen auto of brommer € 0,19 per kilometer en de afstand wordt bepaald met gebruik van www.routenet.nl.

  • -

    voor de vergoeding bij gebruik van het openbaar vervoer wordt uitgegaan van de informatie zoals beschikbaar op www.9292ov.nl.

  • -

    voor woon- werkverkeer worden de kosten vergoed als de reiskosten niet meer bedragen dan de helft van het inkomen dat verdiend wordt Afwijking van deze regel is mogelijk op grond van de omstandigheden van de werknemer (afstand tot de arbeidsmarkt, mogelijkheden om het werk uit te breiden etc). Aan de verstrekking van de bijzondere bijstand wordt in ieder geval de voorwaarde verbonden dat werk gezocht en aanvaard wordt, dichterbij huis of bij een werkgever die de kosten wel vergoed.

Let op: - de draagkrachtgrens is 100%!! Het vermogen wordt op de gebruikelijke wijze vrij gelaten; - voor kosten woon- werkverkeer in geval van een dienstverband zijn de draagkrachtregels van toepassing. Tot 110% geen draagkracht en van het inkomen daarboven 35% draagkracht.

Beëindiging van de bijzondere bijstand

  • -

    De maandelijkse vergoeding wordt gestopt als de uitkeringsgerechtigde langer dan een maand niet heeft deelgenomen aan het traject, de training etc.

  • -

    De teveel betaalde bijstand van die maand wordt niet teruggevorderd.

Noodzakelijke bewijsstukken voor beoordeling noodzaak van kosten

  • -

    De noodzaak van de kosten is vastgesteld met het besluit over deelname aan een activiteit etc. of een bewijs van deelname aan een inburgeringstraject.

  • -

    Er zijn geen kopieën van reisbescheiden nodig.

Vorm bijzondere bijstand

De bijzondere bijstand wordt verstrekt om niet.

Verplichtingen voor aanvrager bij toekenning van de bijstand

In de beschikking is een verwijzing opgenomen met een verwijzing naar de website waarmee wijzigingen moeten worden doorgegeven op een mutatieformulier. Het gaat dan om voortijdig stoppen met het traject, wijzigingen in woon- of werkplek etc. Als de wijzigingen niet op tijd worden doorgegeven en de vergoeding loopt daardoor langer dan een maand door, dan wordt de teveel betaalde bijstand teruggevorderd.

3.16 Vervoersvoorzieningen in verband met re- integratie

Omschrijving van de kosten

Het gaat om de kosten van aanschaf van:

  • -

    Auto;

  • -

    brommer;

  • -

    scooter;

  • -

    fiets;

  • -

    rijlessen en examenkosten voor een rijbewijs of brommer- scootercertificaat.

Voorliggende voorzieningen

Er is geen voorliggende voorziening voor de kosten. Het gaat om kosten die als algemeen gebruikelijk worden gezien en van de uitkering betaald moeten kunnen worden.

Recht op bijzondere bijstand

Vervoersvoorzieningen

Er is recht op vergoeding van een vervoersvoorziening als:

  • -

    de aanwezigheid van een auto, brommer of scooter of fiets noodzakelijk is voor woon- werkverkeer. Of door het ontbreken van openbaar vervoer en/of doordat het werk op onregelmatige tijden (’s avonds, ‘s nachts en in de weekenden) gedaan moet worden;

  • -

    er een baan beschikbaar is en voor 100% zeker is dat de cliënt de baan accepteert of geaccepteerd heeft en daardoor uit kan stromen uit de bijstand;

  • -

    er geen auto, brommer of scooter aanwezig is in het gezin (zo mogelijk controle via Suwi);

  • -

    de cliënte in het bezit is van een geldig rijbewijs of brommer- scootercertificaat.

Bij wijze van hoge uitzondering wordt een auto, brommer, scooter of fiets vergoed als cliënt parttime werk aanvaardt of in verband met deelname aan een re-integratie- of participatietraject. Zolang de uitkering voortduurt heeft een fiets, brommer, scooter de voorkeur boven een auto, omdat de maandelijkse lasten van een auto hoog zijn en moeilijk op te brengen zijn van een uitkering.

Bij wijze van uitzondering kan ook besloten worden om een aanwezige auto, brommer, scooter of fiets te laten repareren. Er moet dan wel kritisch gekeken worden naar de hoogte van de kosten en de technische staat van het vervoermiddel.

Rijlessen en rijexamens

Wanneer cliënt niet in het bezit is van een rijbewijs voor een auto is het vergoeden van rijlessen en het examen feitelijk geen optie. De kosten bedragen (bij een eerste keer slagen) ongeveer € 1.200,--. Daarna volgt dan nog de aanschaf van een auto. Het totale pakket is erg kostbaar. Als er een auto aanwezig is in het gezin, maar één van de gezinsleden heeft geen rijbewijs, kan overwogen worden om rijlessen en het examen te vergoeden.

De kosten van het halen van een brommer- of scootercertificaat zijn veel lager. In totaal ongeveer € 400,--. Gelet op de kosten en de grotere kans van slagen, is deze vergoeding in bepaalde gevallen een meer reëel optie.

Hoogte van de vergoeding en wijze van betaling

  • -

    Voor een tweedehands auto wordt maximaal € 3.000,-- vergoed. De auto moet recent APK-gekeurd zijn. De auto kan gekocht worden bij een garage of particulier.

  • -

    Voor een nieuwe brommer of scooter wordt maximaal € 1.000,-- vergoed. Dat is inclusief het eerste jaar WA-verzekering en beperkt casco.

  • -

    Voor een fiets wordt maximaal € 250,-- vergoed.

  • -

    Er moet altijd vooraf overleg zijn tussen medewerker Uitstroomunit en cliënt over de aanschaf van de auto etc. Op het moment dat de cliënt naar een geschikt vervoermiddel gaat zoeken is in feite al beslist dat de auto vergoed gaat worden. De medewerker Uitstroomunit informeert de cliënt uitgebreid over de voorwaarden en de mogelijkheden en cliënt beslist pas over de aanschaf na overleg met de trainer.

  • -

    Er wordt betaald aan de cliënt aan de hand van een nota waarop staat dat de nota betaald is. Als cliënt niet kan voorschieten wordt er rechtstreeks betaald aan de leverancier.

Let op: de draagkrachtgrens is 100%!! Het vermogen wordt op de gebruikelijke wijze vrij gelaten.

Noodzakelijke bewijsstukken

  • -

    De nota

  • -

    Bewijs van verzekering

Vorm bijzondere bijstand

De bijzondere bijstand wordt verstrekt om niet.

Verplichtingen voor aanvrager bij toekenning van de bijstand

In de beschikking wordt opgenomen dat:

  • -

    De kosten van wegenbelasting, verzekering en onderhoud voor rekening van cliënt zijn;

  • -

    hierover wordt van te voren met cliënt gesproken en er wordt ook een inschatting gemaakt van de haalbaarheid van de uitgaven ten opzichte van het inkomen.

3.17 Kosten in verband met kinderopvang – eigen bijdragen en overblijfkosten

Omschrijving van de kosten

Het gaat om de kosten van:

  • -

    De eigen bijdrage die de ouder moet betalen op grond van de Wet kinderopvang;

  • -

    de eigen bijdrage die de ouder moet betalen voor kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie;

  • -

    de eigen bijdrage die de ouder moet betalen voor kinderopvang op grond van de Voor- en vroegschoolse indicatie;

  • -

    De eigen bijdrage voor de peuteropvang die aangeboden wordt door de kinderopvangcentra voor maximaal 7 uren per week;

  • -

    het inschrijfgeld bij de kinderopvangorganisatie;

  • -

    de kosten van bemiddeling van de gastouderorganisatie;

  • -

    overblijfkosten op school.

Voorliggende voorzieningen

Er is geen voorliggende voorziening voor de kosten.

Recht op bijzondere bijstand

De kosten van de eigen bijdragen worden vergoed ongeacht de reden waarvoor er gebruik gemaakt wordt van de kinderopvang. Het inschrijfgeld en de bemiddelingskosten die gemaakt worden voor de gastouderorganisatie worden in bovengenoemde gevallen eveneens vergoed.

Overblijfkosten

De overblijfkosten die gemaakt worden als de ouders de kinderen in verband met werk, re-integratie of inburgering tussen de middag niet thuis kunnen opvangen, worden vergoed. In bijzondere omstandigheden worden de kosten ook vergoed als de reisafstand naar de basisschool voor de ouder te groot is om het kind heen en weer te brengen. De situatie van de ouder waardoor die – vanwege bijzondere omstandigheden – niet in staat is om het kind tussen de middag thuis op te vangen, kan ook reden zijn om de kosten te vergoeden.

Geen recht op bijstand

Er is geen recht op bijstand voor de kosten die betaald moeten worden door de ouder, omdat de kinderopvangorganisatie een tarief in rekening brengt dat hoger is dan het maximumtarief voor kinderopvang dat door het Rijk wordt vastgesteld.

Hoogte van de vergoeding, duur van de toekenning en wijze van betaling

  • -

    De hoogte van de vergoeding van de eigen bijdrage in verband met de Wet kinderopvang en kinderopvang op grond van SMI en VVE is gelijk aan de kosten die de ouder(s) zelf moet(en) betalen (behalve kosten boven maximumtarief). De bijzondere bijstand wordt voor maximaal een kalenderjaar toegekend.

  • -

    Het inschrijfgeld en de bemiddelingskosten gastouder worden eveneens volledig vergoed.

  • -

    De vergoeding wordt betaald aan de ouder zelf als deze zelf de rekening van de kinderopvang betaalt en aan de kinderopvangorganisatie als de toeslag op grond van de Wet kinderopvang aan de kinderopvangorganisatie wordt betaald.

  • -

    De overblijfkosten worden volledig vergoed. De bijzondere bijstand wordt toegekend voor maximaal een schooljaar en wordt met ingang van het nieuwe schooljaar opnieuw toegekend.

Noodzakelijke bewijsstukken

Voor kinderopvangen buitenschoolse opvang

  • -

    Beslissing van de dienst Toeslagen over de vergoeding van de kinderopvang of

  • -

    gegevens van het inkomen en het contract met de kinderopvangorganisatie op grond waarvan met een proefberekening de vergoeding van de dienst Toeslagen kan worden berekend;.

  • -

    Nota van het inschrijfgeld en nota of bewijsstuk van de kinderopvangorganisatie waarin staat hoeveel bemiddelingskosten betaald moeten worden.

Voor kinderopvang op grond van VVE en SMI

  • -

    Contract met de kinderopvangorganisatie

  • -

    Nota van de kinderopvangorganisatie waarin staat wat de ouder moet betalen

Voor overblijfkosten

-Nota van de school waarin staat hoeveel er betaald moet worden en hoe vaak het kind of de kinderen overblijven.

Vorm bijzondere bijstand

De bijzondere bijstand wordt verstrekt om niet.

Verplichtingen voor aanvrager bij toekenning van de bijstand

In de beschikking wordt opgenomen dat:

  • -

    De ouder de gemeente op de hoogte moet houden van wijziging of beëindiging van de kinderopvang of overblijven op school;

  • -

    de eigen bijdrage in verband met de Wet kinderopvang wordt maandelijks uitbetaald. Een nota hoeft niet te worden ingeleverd.

  • -

    er steeksproefsgewijs gecontroleerd wordt en dat daarvoor bewijsstukken een jaar bewaard moeten worden.

3.18 Kosten uit huis geplaatste kinderen

Omschrijving van de kosten

De plicht van de ouder(s) om zorg te dragen voor hun kind(eren) blijft bestaan ook als het kind uit huis is geplaatst (artikel 69 tot en met 76 van de Wet op de Jeugdzorg).

Eigen bijdrage

Met ingang van 01-01-2016 is de eigen bijdrage op grond van de Jeugdwet voor kinderen die opgenomen zijn, afgeschaft.

Afwijkende norm

Vanaf 01-01-2015 (en voor het overgangsrecht vanaf 01-07-2015) is er geen grond meer voor toekenning van een afwijkende norm voor de dagen dat het kind thuis verblijft. De norm voor alleenstaande ouder is er niet meer.

Voogdij

Voogden krijgen een vergoeding op grond van de Jeugdwet voor de kosten van levensonderhoud van het kind. Voor bijzondere kosten kan een vergoeding aangevraagd worden op grond van de Jeugdwet bij het wijkteam. Toekenning van bijzondere bijstand aan de pleegouders (of de instantie die de voogdij heeft) is niet mogelijk. Het zijn in de zin van de Participatiewet geen ten laste komen kinderen.

3.19 Computers

Omschrijving van de kosten

In het kader van de actie “Kinderen doen mee” van het Ministerie van SZW worden aan gezinnen met schoolgaande kinderen computers in natura verstrekt. Kinderen uit arme gezinnen moeten dezelfde kansen krijgen als kinderen uit ander gezinnen. Zodra kinderen voldoende leesvaardigheid hebben is het goed voor hun ontwikkeling dat ze thuis op een computer kunnen werken.

Voorliggende voorzieningen

Een computer is in de regel een artikel dat van een bijstandsuitkering gekocht moet kunnen worden. Voor schoolgaande kinderen is het evident dat er een computer aanwezig is. In verband daarmee wordt er niet geëist dat er voor gereserveerd moet worden. Bij een inkomen tot 110% van de bijstandsnorm wordt een computer verstrekt. Bij een inkomen hoger dan 110% van de bijstandsnorm niet.

Recht op bijzondere bijstand

  • -

    Het gezin met schoolgaande kinderen vanaf het 3e jaar basisonderwijs tot 18 jaar heeft recht op één computer.

  • -

    Inschrijving bij de school is bepalend voor het recht bij toekenning. Het schooljaar waarin het kind 18 jaar wordt is het laatste jaar waarin een computer kan worden toegekend.

  • -

    Er kan eens in de vijf jaar een computer verstrekt worden.

  • -

    De computer wordt in natura verstrekt door More for Less te Schagen.

  • -

    Verstrekking bestaat uit een computer met basisprogramma Word, Excel en Powerpoint en printer.

  • -

    De computer wordt door de leverancier thuis geplaatst.

  • -

    Betaling aan More for Less wordt gedaan na inlevering van de nota.

Als niet noodzakelijke kosten worden beschouwd: 

-De vervanging van een computer die niet ouder is dan vijf jaren.

Noodzakelijke bewijsstukken voor beoordeling noodzaak van kosten

  • -

    Verklaring van de school waar het kind onderwijs volgt. Of info van bij bureau Leerplicht.

  • -

    Zo mogelijk bewijs van aanschaf huidige computer. Afwezigheid van dit bewijsstuk is overigens geen grond voor afwijzing.

Hoogte bijzondere bijstand

De computer wordt in natura verstrekt. De prijs is € 699,--.

Vorm bijzondere bijstand

De bijzondere bijstand wordt in de vorm van om niet verstrekt.

Verplichtingen voor aanvrager bij toekenning van de bijstand

De computer met de nodige zorgvuldigheid gebruiken.

3.20 Kosten in verband met inburgering

Omschrijving van de kosten

Het volgen van een inburgeringstraject brengt een aantal kosten met zich mee, die voor een deel te beschouwen zijn als bijzondere kosten van het bestaan. Het gaat om:

  • §

    Reiskosten in verband met de inburgering → Zie 3.15 Reiskosten in verband met re-integratie, participatie en tegenprestatie

  • §

    Kosten in verband met kinderopvang → Zie 3.17 Kosten in verband met kinderopvang op grond van de wet Kinderopvang

  • §

    Kosten keuring worden in deze paragraaf behandeld

Kosten keuring vrijstelling in verband met lichamelijke/psychische gebreken

Kosten van de keuring komen in aanmerking voor vergoeding op grond van de bijzondere bijstand.

Let wel:

  • ·

    Het gaat om inburgeraars die geen uitkering hebben van de gemeente en voor wie het inburgeringstraject niet aangemerkt wordt als een re-integratievoorziening. Als dat laatste het geval is, worden de kosten vergoed uit het Participatiebudget op grond van artikel 10 P-wet.

  • ·

    Keuringen kunnen alleen nog aan de orde zijn voor inburgeringstrajecten die voor 1 januari 2013 gestart zijn of die na 1 januari 2013 gestart zijn maar waarvan de datum van toekenning verblijfsdocument vóór 1 januari 2013 ligt en de inburgering niet onder nieuwe regeling via de DUO valt.

Noodzakelijke bewijsstukken voor beoordeling noodzaak van kosten

-Nota van de keuring.

Kosten keuring

§De kosten voor eventuele vrijstelling van de inburgeringsverplichting in verband met lichamelijke/psychische gebreken worden vergoed. Voorwaarde is wel dat de gemeente opdracht heeft gegeven aan de heer C. van Vliet van Medivak te Medemblik voor de keuring. De gemeente geeft alleen opdracht als daar aanleiding voor is.

Noodzakelijke bewijsstukken voor beoordeling noodzaak van kosten

-Nota van de keuring.

Vorm bijzondere bijstand

De bijzondere bijstand wordt om niet verleend.

Verplichtingen voor aanvrager bij toekenning van de bijstand Geen. De nota wordt rechtstreeks betaald aan Medivak.

3.21 Kosten woninginrichting

Omschrijving van de kosten

Kosten van woninginrichting kunnen bestaan uit:

  • -

    Een volledige inrichting, meest voorkomend bij toewijzing van een woning aan statushouders;

  • -

    een gedeeltelijke inrichting na verhuizing of echtscheiding;

  • -

    vervanging van inboedel of stoffering in geval van slijtage.

Voorliggende voorzieningen

De kosten van woninginrichting zijn kosten die betaald kunnen worden van de bijstandsnorm en/of de langdurigheidstoeslag. Als er geen spaargeld is om de kosten van te betalen is een lening bij de Kredietbank de voorliggende voorziening.

Is een lening niet mogelijk dan moet de volgende afweging gemaakt worden:

  • -

    Bijstand in de vorm van een lening als er verwijtbaar niet (voldoende) gespaard is en de noodzakelijke verhuizing daardoor niet mogelijk is.

  • -

    Bijstand in de vorm van om niet als er niet verwijtbaar niet (voldoende) gespaard is.

Statushouders

Van statushouders die zich vanuit een Asielzoekerscentrum in een woning vestigen, kan niet verwacht worden dat zij reserveren. Zij krijgen een volledige inrichting. Een deel wordt in natura verstrekt en een deel in de vorm van geld. Het deel dat in de vorm van geld wordt verstrekt, moet worden terugbetaald. Er moet maximaal over een periode van drie jaren 5% van de bijstandsnorm inclusief vakantiegeld worden terugbetaald. Nadat aan de aflossingsverplichting is voldaan, wordt het restantbedrag kwijtgescholden. Dit wordt vermeld in de toekenningsbeschikking.

Bedragen in euro’s met ingang van 1 maart 2014.

Gezinssamenstelling

Totaal = 50% van het bedrag voor volledige inrichting Nibud-prijzengids

Waarde pakket in natura.

Ex. BTW

Waarde pakket in

natura.

Incl. BTW

Rest

bedrag in

de vorm van een lening

Alleenstaande

3.800

690

762,45

3.037,55

Echtpaar

4.300

790

872,95

3.427,05

Alleenstaande ouder met 1 kind

4.300

780

861,90

3.438,10

Alleenstaande ouder met 2 kinderen

4.600

870

961,35

3.638,65

Alleenstaande ouder met 3 kinderen

5.300

960

1.060,80

4.239,20

Alleenstaande ouder met 4 kinderen

5.600

1.050

1.160,25

4.439,75

Echtpaar met 1 kind

4.770

880

972,40

3.797,60

Echtpaar met 2 kinderen

5.200

970

1.071,85

4.128,15

Echtpaar met 3 kinderen

5.600

1.060

1.171,30

4.428,70

Echtpaar met 4 kinderen

6.000

1.150

1.270,75

4.729,25

Door Rataplan wordt in natura geleverd:

Witgoed

Wasmachine € 150

Koelkast (tweedeurs, met vriesvak) of op verzoek € 125 tafelmodel indien voorradig

Stofzuiger (nw) € 50

Gasfornuis (dat is dus inclusief oven) of op verzoek € 75 een kookplaat, eventueel met tafeltje als er voor een tweedeurs koelkast gekozen is.

Totaal € 400

Meubelpakket

Ledikant + matras 1 persoons € 65

Ledikant + matras 2 persoons (standaard 1.40) € 125

Beddengoed voor 1 persoon bestaande uit

1 kussen, 1 dekbedhoes, 1 sloop en 1 onderlaken (nw) € 25

Beddengoed voor 2 personen bestaande uit

2 kussens, 1dekbed, 1 dekbedhoes 2 slopen en

1 onderlaken (nw) € 65

Bezorgen en installeren € 200

Op tweedehands goederen staat 6 maanden garantie. Op nieuwe goederen 2 jaar. Als het kapot gaat binnen de garantietermijn dan wordt het gemaakt door Rataplan. Meestal wordt het kapotte apparaat opgehaald en wordt er een vervangend apparaat geleverd. Is het apparaat kort na de garantietermijn kapot dan beoordeelt Rataplan of reparatie zinvol is of dat er een nieuw apparaat geleverd moet worden. In geval er kosten worden gemaakt kan een aanvraag voor bijstand worden ingediend.

Afspraken met Rataplan en Vluchtelingenwerk:

  • ·

    Zodra bekend is bij de gemeente dat een statushouder zich gaat vestigen in het werkgebied, wordt Rataplan gebeld en de gezinssamenstelling wordt doorgegeven. Telefoonnummer van Rataplan is: 0224 290956. Alleen dit nummer gebruiken.

  • ·

    Tijdens het gesprek op de regeldag wordt een lijst ingevuld met daarop het pakket dat door Rataplan geleverd wordt. Er is een voorgedrukte lijst beschikbaar. Alle velden op de lijst worden volledig ingevuld (bijvoorbeeld mobiel nummer van cliënten en naam vrijwilliger). Als onderdelen van het pakket niet nodig zijn, omdat ze overgenomen kunnen worden van de vorige bewoner, dan wordt dat op de lijst gezet. Het uit te betalen bedrag aan bijzondere bijstand wordt dan verhoogd met het bedrag dat anders aan Rataplan betaald zou worden.

  • ·

    Cliënten maken zelf een afspraak met Rataplan over dag en tijdstip van levering. Er moeten twee dagen zitten tussen telefoontje en gewenste dag van levering.

  • ·

    Een kopie van de lijst wordt meegegeven aan de cliënten. De lijst wordt zo snel mogelijk gemaild naar Rataplan. Mailadres r.bos@rataplan.nl.en d.wardenaar@rataplan.nl (beide in verband met eventuele afwezigheid van één van de twee). Rataplan kan het pakket dan samenstellen.

  • ·

    Als de statushouder het pakket bij Rataplan vooraf komt bekijken en hij wenst afwijking van het standaardpakket of er is discussie over de kwaliteit, dan heeft de medewerker van Rataplan ruggenspraak met de bedrijfsleider. De bedrijfsleider of zijn vervanger beoordeelt of het nodig is om contact op te nemen met de gemeente, te weten de consulenten Jolien Kroezen of Ria Hoek.

  • ·

    Rataplan levert het pakket op afgesproken dag en tijdstip. De bedrijfsleider is aanwezig bij de aflevering. De wasmachine, gasfornuis of kookplaat en koelkast worden aangesloten en er wordt een gebruiksaanwijzing geleverd.

  • ·

    Medewerker Rataplan laat tekenen voor ontvangst. Dat bewijs van ontvangst wordt meegestuurd met de nota.

  • ·

    Als cliënten op dag van levering niet aanwezig zijn dan neemt de medewerker van Rataplan telefonisch contact op met cliënten. Heeft dit geen resultaat dan wordt het pakket niet geleverd.

  • ·

    Medewerker van Rataplan neemt vervolgens contact op met Vluchtelingenwerk, Monique Korpershoek, om te melden dat cliënten niet aanwezig waren en er wordt een nieuwe afspraak gemaakt.

  • ·

    Als er bij levering discussie is over de kwaliteit of samenstelling van het pakket en partijen worden het niet eens dan worden de spullen mee teruggenomen door Rataplan. Als de kwaliteit volgens Rataplan voldoende is en de statushouder vindt de kwaliteit onvoldoende, dan wordt Ria Hoek of Jolien Kroezen van het team inkomensconsulenten gebeld en wordt er een afspraak gemaakt om de kwaliteit te beoordelen.

Recht op bijzondere bijstand

  • -

    Volledige woninginrichting voor statushouders. Zie hierboven onder Statushouders

  • -

    Bij gedeeltelijke inrichting na verhuizing of echtscheiding en vervanging van inboedel wordt de hoogte van het noodzakelijke bedrag bepaald aan de hand van de prijzengids van NIBUD.

In het algemeen geldt dat wanneer er sprake is van nalatigheid aan de zijde van aanvrager (niet gereserveerd of onverantwoordelijk omgegaan met spullen) dan kan er bij de bijstandsverlening uitgegaan worden van de goedkoopst mogelijke oplossing.

Geen recht op bijzondere bijstand

Voor de 1e woninginrichting wordt geen bijstand verleend. Er mag van worden uitgegaan dat iedereen daarvoor geld opzij legt.

Noodzakelijke bewijsstukken voor beoordeling noodzaak van kosten

  • -

    In bepaalde gevallen de nota van aanschaf van het goed dat versleten is.

  • -

    In bepaalde gevallen een pro forma nota.

  • -

    Voor het overige is het opvragen van bewijsstukken voor bepaling noodzaak, maatwerk.

Hoogte bijzondere bijstand

Zie onder “Recht op bijzondere bijstand”.

Vorm bijzondere bijstand

Zie voorliggende voorziening en statushouders

Verplichtingen voor aanvrager bij toekenning van de bijstand

De beschikking moet vermelden, dat de belanghebbende verplicht is om:

  • -

    Het geld te besteden aan het doel waarvoor het verleend is;

  • -

    bij betaling op basis van een pro forma nota de aankoopnota in te leveren;

Voor statushouders geldt het volgende:

-Voor statushouders geldt dat het deel dat in de vorm van geld wordt betaald niet verantwoord hoeft te worden.

3.22 Overbruggingsuitkering

Omschrijving van de kosten

In de praktijk kan zich de situatie voordoen dat een bijstandsgerechtigde in acute financiële problemen raakt en daardoor de periode tot de volgende uitbetaling niet meer kan overbruggen. Oorzaken hiervan zijn bijvoorbeeld het verlies of diefstal van de portemonnee of een fors negatief saldo op de bankrekening. Ook kan het gaan om de wijziging van een weekbetaling naar een maandbetaling. De P-wet biedt geen mogelijkheid om voorschotten te verstrekken aan belanghebbenden die reeds een bijstandsuitkering ontvangen. Het inkomen – uit werk of een uitkering – is voldoende om in de kosten van levensonderhoud te voorzien.

Voorliggende voorzieningen

Het reguliere inkomen is toereikend. Als hoofdregel geldt dat een overbruggingsuitkering niet mogelijk is. Een overbruggingsuitkering is dus altijd een uitzondering. In bepaalde situaties kan er een beroep gedaan worden op de Voedselbank. Zie de info daarover op Intranet.

Recht op bijzondere bijstand

Er is één situatie waarin een overbrugging standaard verstrekt wordt. Dat is voor de statushouder die zich vanuit een asielzoekerscentrum in de gemeente vestigt en die een uitkering op grond van de P-wet gaat ontvangen. Er is dan sprake van de overgang van een laag wekelijks inkomen naar een maandelijks inkomen.

Bij de start van de uitkering moet verplicht na 4 weken een voorschot worden verstrekt. Het voorschot wordt in de regel in één keer verrekend met de uitkering. In de situatie dat er bij de start van de uitkering geen geld beschikbaar is voor levensonderhoud en de verrekening in één keer tot problemen leidt, kan er voor gekozen worden om het voorschot in termijnen te verrekenen.

Tijdens de uitkering kan er bij wijze van hoge uitzondering besloten worden om het gereserveerde vakantiegeld uit te betalen.

Noodzakelijke bewijsstukken voor beoordeling noodzaak van kosten

  • -

    De statushouder moet een bewijs van zijn wekelijkse inkomsten tonen of bij het COA moeten gegevens opgevraagd worden over het inkomen.

  • -

    In alle andere gevallen gaat het om een noodsituatie die moet worden aangetoond met afschriften van de bank, waaruit blijkt dat er geen reserve is.

Hoogte bijzondere bijstand

  • -

    De statushouder ontvangt een overbrugging die gelijk is aan één maanduitkering zonder vakantiegeld. Op de overbruggingsuitkering wordt de eerste maand huur ingehouden en doorbetaald aan de verhuurder.

  • -

    In de overige situaties is de hoogte van het bedrag maatwerk.

Vorm bijzondere bijstand

De overbruggingsuitkering wordt altijd om niet verstrekt. Bijstand in de vorm van een lening op grond van artikel 48 lid 2 van de P-wet, is in de jurisprudentie, uitgesloten.

Verplichtingen voor aanvrager bij toekenning van de bijstand

De beschikking moet vermelden, dat de belanghebbende verplicht is om de uitkering te besteden voor de kosten van levensonderhoud.

3.22a Kindgebonden budget alleenstaande ouder kop

Omschrijving van de kosten

De alleenstaande ouder die een bijstandsuitkering ontvangt op grond van de P-wet heeft vanaf 01-01-2015 recht op een alleenstaande ouderkop (alo-kop) op het kind gebonden budget. Deze alleenstaande ouderkop is in de plaats gekomen van de norm voor een alleenstaande ouder. De alleenstaande ouder heeft vanaf 01-01-2015 recht op de norm voor een alleenstaande. De alleenstaande ouderkop is een voorziening die bedoeld is voor de kosten van levensonderhoud. Het recht op het kind gebonden budget wordt beoordeeld op grond van de Algemene wet inkomensregelingen (Awir) en het wordt uitbetaald door de belastingdienst Toeslagen.

Voorliggende voorzieningen

De alleenstaande ouderkop is een voorliggende voorziening ten opzichte van de P-wet voor de kosten van levensonderhoud. Er zijn echter situaties dat de alleenstaande ouder geen recht heeft op de alo-kop en in die situaties wordt bijzondere bijstand verleend voor de kosten van levensonderhoud in aanvulling op de normbijstand voor een alleenstaande.

Recht op bijzondere bijstand

Er is recht op bijzondere bijstand in plaats van de alo-kop in de volgende situaties:

  • 1.

    De alleenstaande ouder heeft op grond van de bepalingen van de Awir een toeslagpartner en heeft daardoor geen recht op de alo-kop. De toeslagpartner kan als medebewoner onderdeel uitmaken van het huishouden van de alleenstaande ouder, maar kan ook een partner zijn die elders woont (duurzaam gescheiden maar er is nog geen verzoek om echtscheiding bij de rechtbank ingediend, opgenomen in een inrichting). Door gebruik te maken van de rekenhulp op de site van de belastingdienst Toeslagen kan worden vastgesteld of er een Toeslagpartner is.

  • 2.

    Er is recht op de alo-kop, maar het recht gaat in op de eerste van de maand volgend op de maand waarin de bijstand voor levensonderhoud is toegekend. Daarvan kan sprake zijn bij een nieuwe toekenning of een mutatie tijdens de uitkering.

Hoogte en duur van de bijzondere bijstand

In de situatie onder 1:

  • -

    De hoogte van de bijzondere bijstand is gelijk aan de alo-kop en wordt als periodiek bijzondere bijstand betaald.

  • -

    De bijstand wordt gestopt, zodra er geen toeslagpartner meer is of de partner die elders verblijft zich weer bij het gezin voegt.

  • -

    Controle op wijziging van de situatie vindt plaats door uitwisseling gegevens met gemeente BRP.

In de situatie onder 2:

  • -

    De hoogte van de bijzondere bijstand is gelijk aan de alo-kop over het deel van de maand waarover recht op bijstand voor levensonderhoud bestaat.

  • -

    De bijstand wordt uitbetaald als incidentele bijstand.

Noodzakelijke bewijsstukken voor beoordeling noodzaak van kosten

-Het onderzoek en de vaststelling van het recht is gelijk aan de aanvraag levensonderhoud.

Vorm bijzondere bijstand

De bijstand wordt om niet verstrekt. Het gaat in de situatie onder 1 om belaste bijzondere bijstand omdat het om kosten van levensonderhoud gaat en periodiek wordt betaald.

Verplichtingen die in de beschikking moeten staan:

  • -

    In geval van periodieke bijstand moet de inlichtingenplicht;

  • -

    met het mutatieformulier moeten wijzigingen worden doorgegeven die van invloed zijn op recht op bijstand.

3.22 b Kind gebonden budget alleenstaande ouder kop in geval van minderjarigen (<18)

Omschrijving van de kosten - Kosten van levensonderhoud van de baby van een tienermoeder die bij haar ouders inwoont. - Kosten van levensonderhoud van een weggelopen minderjarige die inwoont bij familie of vrienden en niet wordt onderhouden door de ouders en de mensen bij wie hij inwoont.

Voorliggende voorzieningIn beide gevallen is de Jeugdwet de voorliggende voorziening en is verwijzing naar het wijkteam de aangewezen weg. Vanaf 01-01-2015 wordt de wet op de Jeugdzorg uitgevoerd door de gemeente.

TienermoederVoor de baby van de tienermoeder is de onderhoudsplicht van de vader een voorliggende voorziening. De ouders van de tienermoeder zijn niet onderhoudsplichtig voor de baby (kleinkind). Er is geen recht op de alo-kop, omdat de ouders toeslagpartner zijn. De eventuele onderhoudsbijdrage die de tienermoeder ontvangt van de vader wordt in mindering gebracht op de bijstand.

Weggelopen minderjarigeVoor de weggelopen minderjarige die inwonend is, is de onderhoudsplicht van de ouder de voorliggende voorziening. Er wordt alleen bijstand verleend als zij de onderhoudsplicht niet of niet voldoende nakomen. De eventuele onderhoudsbijdrage die de minderjarige ontvangt van de vader wordt in mindering gebracht op de bijstand. Er zijn nog twee ander voorliggende voorzieningen: PleeggeldVoor het kind dat niet bij de ouders kan wonen, kan door de verzorgers een pleeggeldvergoeding worden aangevraagd bij het Bureau Pleegzorg Nederland. Het bureau beoordeelt of er een indicatie is en als dat het geval is ontvangt de verzorger een pleeggeldvergoeding. VoogdijVoogdij is gezag over een minderjarig kind dat niet door de ouders wordt uitgeoefend, maar door iemand anders. De voogd neemt het recht en de plicht om voor een kind te zorgen over van de ouder(s). Voogdij kan door 1 voogd of door 2 voogden samen worden uitgeoefend. Als de voogdij door twee voogden wordt uitgeoefend zijn de voogden onderhoudsplichtig. In geval van één voogd is de voogd niet onderhoudsplichtig.

Beoordeling van het recht en behandeling van aanvraagTienermoederVoor bijstand aan de baby van de tienermoeder hoeft er geen sprake te zijn van dringende redenen. Er moet worden onderzocht of de baby financieel onderhouden wordt. Is dat niet het geval dan is daarmee de noodzaak van de bijstand aangetoond. Aanvraag en beslissing- De uitkering wordt toegekend aan de baby. - Het verzoek van de moeder om bijstand voor haar baby te ontvangen, wordt ambtshalve opgevat als een aanvraag van de baby. - De moeder moet het inlichtingenformulier voor een aanvraag levensonderhoud invullen en ondertekenen. - Tijdens de afhandeling van de aanvraag wordt de moeder geattendeerd op het feit dat zij haar kind moet aanmelden bij de zorgverzekering. Dit wordt bij wijze van info in de beschikking opgenomen. Weggelopen minderjarigeDringende redenenAlleen in geval van zeer dringende redenen kan er bijstand verleend worden. Na een gesprek met de jongere zal dan allereerst bekend moeten worden of er een beroep gedaan kan worden op de jeugdhulpverlening en zo nee waarom niet. Daarvoor wordt de jongere verwezen naar het wijkteam. Vervolgens zal nagegaan moeten worden met welke hulpverleners er contact is en zal er informatie over de situatie ingewonnen moeten worden bij de hulpverleners. Als de jongere daar geen toestemming voor geeft, betekent het feitelijk dat er geen bijstand verleend kan worden. De jongere heeft feitelijk geen goed argument voor het weigeren van contact met een hulpverlener. Ook contact met de ouders is belangrijk. Het verhaal van de jongere is één kant van het verhaal. Er zullen jongeren zijn die niet willen dat er contact met de ouders wordt opgenomen, omdat zij bijvoorbeeld niet willen dat de verblijfplaats bekend wordt. De jongere kan daarvoor redenen hebben, maar dat moet dan wel met een geloofwaardig verhaal worden onderbouwd. Voordat bij wijze van hoge uitzondering tot bijstandsverlening wordt overgegaan, zal de gehele situatie goed in beeld gebracht moeten worden. De leeftijd van de jongere speelt natuurlijk ook nog een rol.

Recht op bijzondere bijstand Er is recht op bijzondere bijstand in plaats van de alo-kop in de volgende situaties: - De tienermoeder wordt onderhouden door haar ouders. Als de ouders van de tienermoeder de baby niet onderhouden dan kan er bijstand verleend worden aan de baby voor het gemis van de alo-kop. Het bedrag van de alo-kop is het bedrag dat extra nodig is in het gezin door aanwezigheid van de minderjarige. De tienermoeder heeft geen recht op de alo-kop, omdat de ouder(s) toeslagpartners zijn (is). De tienermoeder heeft wel recht op kinderbijslag maar dit is geen voorliggende voorziening voor de kosten van levensonderhoud. - In de situaties dat de minderjarige inwoont en de mensen bij wie hij inwoont geen recht op de alo- kop hebben is er recht op bijzondere bijstand voor het gemis van de alo-kop. Het bedrag van de alo- kop is het bedrag dat extra nodig is in het gezin door aanwezigheid van de minderjarige.

Hoogte en duur van de bijzondere bijstand- De hoogte van de bijzondere bijstand is gelijk aan de alo-kop en wordt als periodieke bijzondere bijstand betaald. - De onderhoudsbijdrage van de vader van de baby of de ouders van de weggelopen minderjarige die betaald wordt aan belanghebbende wordt in mindering gebracht op de bijstand. - De bijstand voor de baby wordt betaald aan de tienermoeder. De bijstand voor de weggelopen minderjarige wordt betaald aan de minderjarige. - De bijstand wordt gestopt op het moment dat belanghebbende 18 jaar wordt of verhuisd. - Controle op wijziging van de situatie vindt plaats door uitwisseling gegevens met gemeente BRP. Verplichtingen voor aanvrager bij toekenning van de bijstand Met het mutatieformulier moeten wijzigingen worden doorgegeven die van invloed zijn op recht op bijstand.

3.23 Broodnoodvoorziening voor jongeren tijdens zoektijd van 4 weken

Relevante artikelen, wetten, verordeningen en Handboeken

  • -

    P-wet artikel 41, met name het 4e, 6e, 8e en 9e lid.

  • -

    P-wet artikel 52 (verrekening voorschot verstrekt op grond van artikel 41, 9e lid.

De doelgroep

Personen van jonger dan 27 jaar, kunnen niet eerder dan 4 weken na datum melding een aanvraag indienen. In de zoektijd (1e zoektijd of na verlenging) is er nog geen aanvraag voor levensonderhoud en geen mogelijkheid om een voorschot te verstrekken.

Een voorschot is alleen mogelijk voor jongeren die vallen onder het begrip uitgenodigde vluchteling of statushouder (artikel 41, 8e lid P-wet).

Jongeren die uit de WW komen, kunnen zich 4 weken voor afloop van de WW-uitkering melden. De aanvraag kan dan worden ingediend op het moment dat de WW-uitkering stopt. Als de WW-er zich niet 4 weken voor afloop van de WW meldt, doet dezelfde situatie zich voor,

Recht op bijzondere bijstand

Er is geen saldo aanwezig op de rekeningen van de aanvrager. De laatste afschriften moeten worden getoond of er moet digitaal inzage gegeven worden. Er kan geen beroep gedaan worden op ouders, gezinsleden of familie voor een bijdrage.

De hoofdregel is dat er geen bijstand verstrekt wordt als er nog geen aanvraag voor levensonderhoud is. De broodnoodvoorziening wordt bij wijze van uitzondering verstrekt. Het is duidelijk dat er rekening gehouden wordt met de persoonlijke omstandigheden van de aanvrager. De aanwezigheid van kinderen is een omstandigheid waarmee in ieder geval rekening gehouden zal moeten worden.

De hoogte van de broodnoodvoorziening

Het bedrag dat verstrekt wordt is bedoeld voor de eerste levensbehoeften en is zo laag mogelijk.

In ieder geval wordt niet meer verstrekt dan 90% van de bijstandsnorm waarop de aanvrager waarschijnlijk recht heeft.

N.B.

In bepaalde situaties kan er een beroep gedaan worden op de Voedselbank. Zie de info daarover op Intranet.

Vorm van bijstand en afhandeling

De broodnoodvoorziening wordt verstrekt in de vorm van een lening op grond van artikel 48, 2e lid onder a van de P-wet. Aanvrager wordt geïnformeerd over het feit dat het bedrag moet worden terugbetaald. Terugbetaling vindt plaats door verrekening van het bedrag ineens met de toe te kennen uitkering. Bij wijze van uitzondering kan in termijnen worden terugbetaald. Als de uitkering voor levensonderhoud na de zoektijd niet wordt toegekend wordt de zaak overgedragen aan Team Terugvordering en Verhaal voor incasso. Na wanbetaling wordt de lening op de gebruikelijke wijze omgezet in een vordering.

3.24 Bewindvoering, mentor en curatele

Omschrijving van de kosten

Als een belanghebbende vanwege persoonlijke eigenschappen of financiële omstandigheden niet in staat is om zijn financiële belangen zelf te behartigen kan de kantonrechter een bewindvoerder, mentor of curator aanwijzen om de belangen te behartigen.

Voorliggende voorzieningen

Er is geen voorliggende voorziening voor deze kosten. De noodzaak van de kosten moet worden aangenomen. De rechter heeft bepaald dat er een bepaalde vorm van belangenbehartiging nodig is en dan kan er niet getornd worden aan de noodzaak. Dit blijkt uit constante jurisprudentie.

Recht op bijzondere bijstand

Er is recht op de kosten van de beloning van de bewindvoerder, mentor of curator.

Met ingang van 01-01-2015 is de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren van toepassing. De kantonrechter bepaalt de beloning op basis van deze Regeling.

Er zijn ‘familiecuratoren, -bewindvoerders en -mentoren’, of ‘familievertegenwoordigers’ en ‘professionele curatoren, bewindvoerders en mentoren’, of ‘professionele vertegenwoordigers.

De “familievertegenwoordigers” zijn bijvoorbeeld de partner, een familielid, vriend of buurvrouw, terwijl de “professionele vertegenwoordigers” ten minste drie personen onder hun hoede moeten hebben en aan kwaliteitseisen moeten voldoen.

Naast de jaarbeloning kunnen professionele vertegenwoordigers in voorkomende gevallen tevens aanspraak maken op een forfaitaire beloning voor bepaalde incidentele werkzaamheden, zoals werkzaamheden in verband met een verhuizing. De beloning voor deze extra werkzaamheden wordt toegekend door de kantonrechter.

De regeling is zeer gedetailleerd. In geval van problematische schulden (bewind en curator) en extra problematiek bij jeugdigen (mentor) wordt een hogere beloning toegekend.

Als aan een bewindvoerder of curator een hogere beloning is toegekend vanwege problematische schulden moet nagevraagd worden of er gebruik gemaakt wordt van schuldhulpverlening door de gemeente voor dezelfde werkzaamheden. De consulent of schuldhulpverlener neemt in dat geval contact met de bewindvoerder om de zaak te bespreken en afspraken te maken over de werkzaamheden.

Als niet noodzakelijke kosten worden beschouwd: 

-WSNP-bewindvoerder De vergoeding voor de WSNP-bewindvoerder moet betaald worden door de saniet. De bewindvoerder berekent aan de hand van de Recofa-methode over welk deel van het inkomen de saniet zelf moet kunnen blijven beschikken. Uit het meerdere wordt de vergoeding voor de bewindvoerder betaald. Als er niet genoeg over is voor het betalen van de bewindvoerder is er geen betalingsverplichting voor de saniet. De CrvB heeft op 29 juni 2010 (nr. 07/5153) uitgesproken dat er geen plaats is voor bijstandsverlening voor de bewindvoerder, omdat er geen noodzaak is voor betaling van de vergoeding.

Noodzakelijke bewijsstukken voor beoordeling noodzaak van kosten

De beschikking van de rechter

Hoogte en ingangsdatum bijzondere bijstand - De door de rechter vastgestelde vergoeding

-De ingangsdatum is de datum van de beschikking van de kantonrechter. Dit wijkt af van de Regeling. Daarin staat dat de beloning op de 1e of de 16e van de maand ingaat. Hierover is contact geweest met de afdeling bewind van de rechtbank. Zij bevestigen dat de ingangsdatum van de Regeling niet werkbaar is.

Vorm bijzondere bijstand

De bijzondere bijstand wordt om niet verleend.

Verplichtingen voor aanvrager bij toekenning van de bijstand

De beschikking moet vermelden, dat de belanghebbende verplicht is om:

  • -

    wijzigingen in de financiële situatie en andere omstandigheden door te geven;

  • -

    einde van de curatele, bewindvoering (mentorschap) of overname door een andere bewindvoerder (mentor) door te geven.

N.B.

  • -

    Correspondentie moet gericht worden aan de curator, bewindvoerder (mentor) en belanghebbende.

  • -

    De bijstand wordt toegekend voor onbepaalde duur. Eens per jaar wordt gecontroleerd of de bewindvoering nog actief is door contact te leggen met de bewindvoerder.

3.25 Budgetbeheer

Omschrijving van de kosten

Als een belanghebbende vanwege persoonlijke eigenschappen of financiële omstandigheden niet in staat is om zijn zaken zelf goed te regelen kan hij een beroep doen op een persoon of instelling om zijn zaken te behartigen. Voor het budgetbeheer worden kosten in rekening gebracht.

Voorliggende voorzieningen

Er is geen voorliggende voorziening aanwezig. De kosten kunnen worden aangemerkt als bijzondere kosten van het bestaan waarvoor bijstand verleend kan worden als er geen draagkracht is.

Recht op bijzondere bijstand

Er is recht op bijstand voor de kosten van budgetbeheer als het budgetbeheer noodzakelijk is en de belanghebbende niet in staat is om zelf de zaken te regelen. Anders dan bij bewindvoering kan er niet zonder meer van worden uitgegaan dat de kosten noodzakelijk zijn. De noodzaak van budgetbeheer moet worden vastgesteld aan de hand van de situatie van belanghebbende. Voor degenen die door Plangroep Solution geholpen worden kan aangenomen worden dat de noodzaak voor budgetbeheer aanwezig is. Dit op grond van de samenwerking tussen de gemeente en Plangroep.

De budgetbeheerder moet een professioneel en betrouwbaar werkende instelling zijn. Hij beheert immers de gelden van de belanghebbende. Het is niet eenvoudig om vast te stellen wat een betrouwbare budgetbeheerder is. Leden van de PBI (Professionele bewindvoerders en inkomensbeheerders) zijn in ieder geval betrouwbaar. Voor niet aangesloten budgetbeheerders is de tenaamstelling van de budgetbeheerrekening een belangrijke indicatie. Deze rekening moet op naam de belanghebbende staan en niet op naam van de budgetbeheerder.

Noodzakelijke bewijsstukken voor beoordeling noodzaak van kosten

-Ondertekend contract tussen budgetbeheerder en belanghebbende

Hoogte bijzondere bijstand

De hoogte van de bijzondere bijstand is gelijk aan de kosten die door Plangroep in rekening worden gebracht. Kiest belanghebbende voor een budgetbeheerder die hogere kosten in rekening brengt dan zal hij het meerdere zelf moeten betalen. Zijn de kosten lager, dan wordt uitgegaan van de werkelijke kosten. Voor de lopende zaken wordt de vergoeding per 01-01-2018 aangepast. De budgetbeheerder en belanghebbende ontvangen uiterlijk op 01-10-2017 informatie over de aanstaande wijziging.

Tarieven per 01-01-2017

Intake € 305,90 eenmalig

1 persoon € 50,80 per maand

2 personen € 63,40 per maand

Tarieven per 01-01-2016

Intakekosten € 300,80 eenmalig

1 persoon € 49,95 per maand

2 personen € 62,35 per maand

Vorm bijzondere bijstand

De bijzondere bijstand wordt om niet verleend.

Verplichtingen voor aanvrager bij toekenning van de bijstand

De beschikking moet vermelden:

  • -

    Dat belanghebbende verplicht is om zich te houden aan afspraken en verplichtingen die in het contract zijn vastgelegd. Stopzetting van budgetbeheer vanwege het niet nakomen van de verplichtingen leidt tot stopzetting van de bijstandsverlening.

  • -

    Dat belanghebbende en budgetbeheerder verplicht zijn om de beëindiging van het budgetbeheer te melden.

  • -

    De vergoeding voor de budgetbeheerder wordt maandelijks betaald.

N.B. Correspondentie moet gericht worden aan de budgetbeheerder en belanghebbende.

3.26 Rechtsbijstand en griffierecht

Omschrijving van de kosten

De Wet op de rechtsbijstand kent de volgende voorziening voor personen met een laag inkomen:

  • -

    Rechtsbijstand tijdens een spreekuur. Dit is kosteloos;

  • -

    rechtsbijstand in vervolg op een spreekuur. Hiervoor geldt een eigen bijdrage;

  • -

    rechtsbijstand op basis van een toevoeging. Hiervoor geldt een eigen bijdrage.

De raad voor de rechtsbijstand beoordeelt aan de hand van bepaalde criteria of een

procedure (en dus toevoeging) noodzakelijk is.

Voorliggende voorzieningen

Er bestaat geen recht op bijzondere bijstand als een beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening. De Wet op de rechtsbijstand is een voorliggende voorziening voor de kosten van rechtsbijstand, maar voor de eigen bijdrage en het griffierecht is er geen voorliggende voorziening. De CrvB (uitspraak 31-10-2006 nr. 06/3262 WWB) is van mening dat de eigen bijdrage en griffiekosten gezien kunnen worden als bijzondere noodzakelijke kosten van het bestaan waarvoor bij het ontbreken van draagkracht, bijzondere bijstand kan worden verleend. De noodzaak van de kosten staat vast op grond van de beoordeling van de Raad voor de rechtsbijstand.

Het Juridisch Loket

Het Juridisch Loket verleent gratis rechtshulp en kan veel juridische problemen oplossen of voorkomen zonder dat de toevoeging van een advocaat nodig is. Als er toch toevoeging van een advocaat nodig is, verstrekt het Juridisch Loket een diagnosedocument. Als de cliënt met dit diagnosedocument bij een advocaat komt, wordt de eigen bijdrage voor rechtsbijstand met € 50,-- verlaagd. Het is belangrijk dat cliënten gebruik maken van de gratis rechtshulp bij het Juridisch Loket.

Als een cliënt niet eerst naar het Juridisch Loket gaat, maar rechtstreeks naar een advocaat en daardoor een hogere eigen bijdrage moet betalen, dan verlenen wij bijstand voor die hogere eigen bijdrage. Wij zeggen dus niet standaard dat het verwijtbaar is als de cliënt niet eerst naar het Juridisch Loket gaat. Niet iedereen is op de hoogte van deze mogelijkheid en de advocaat zal niet in alle gevallen terugverwijzen naar het Juridisch Loket.

Recht op bijzondere bijstand

De volgende kosten kunnen als noodzakelijk worden aangemerkt:

-De eigen bijdrage op grond van de Wet op de rechtsbijstand en de griffiekosten. Zie ook onder Juridisch Loket bij voorliggende voorziening.

Als niet noodzakelijke kosten worden beschouwd: 

  • -

    Kosten rechtsbijstand waarvoor de Raad voor de rechtsbijstand een afwijzing heeft afgegeven om dat de procedure als niet noodzakelijk is aangemerkt op grond van de criteria;

  • -

    kosten rechtsbijstand van procedures die voortvloeien uit uitoefening van zelfstandig bedrijf en beroep. Afwijzing op grond van P-wet op grond van artikel 15, omdat deze kosten in de Wet rechtsbijstand als niet noodzakelijk zijn aangemerkt;

  • -

    vertaalkosten die nodig zijn voor de procedure komen niet voor bijzondere bijstand in aanmerking omdat de advocaat gebruik kan maken van het gesubsidieerde vertaalbureau;

  • -

    reiskosten van belanghebbende naar en van de zitting, omdat het niet noodzakelijk is dat belanghebbende aanwezig is.

Het komt voor dat een bezwaar- of beroepsprocedure gevoerd wordt tegen de gemeente. Op grond van het Besluit proceskosten kan een verplichting bestaan om de proceskosten te vergoeden. Als de rechter de gemeente veroordeelt tot betaling van de proceskosten dan wordt in dat besluit meegenomen dat de gemeente de griffierechten moet vergoeden aan belanghebbende. Als wij al bijzondere bijstand hebben betaald voor die kosten dan is dat dubbel. De juridisch kwaliteitsmedewerker die de beroepszaak afhandelt, controleert of er bijzondere bijstand verstrekt is. Als dat het geval is, wordt het griffierecht niet voor de 2e keer betaald.

Noodzakelijke bewijsstukken voor beoordeling noodzaak van kosten

Geen bewijsstuk als er bijstand gevraagd wordt voor de wettelijk vastgestelde bedragen.

Nota waarin staat dat er afwijkende bedragen in rekening zijn gebracht en betaald moeten worden.

Hoogte bijzondere bijstand

De hoogte is gelijk aan de wettelijk vastgestelde bedragen. Voor meer-kosten moet beoordeeld worden of deze voor vergoeding in aanmerking komen..

Voor gesubsidieerde rechtsbijstand gelden per 01-07-2016 de volgende inkomensgrenzen en eigen bijdragen (de eigen bijdragen personen- en familierecht staan tussen haakjes):Fiscaal jaarinkomen 2013 alleenstaanden

Fiscaal jaarinkomen 2013 gehuwden/samenwonenden/ eenoudergezinnen met minderjarige kinderen

Eigen bijdrage

€|0,00 t/m €|18.200,-

€|0,00 t/m €|25.400,-

€|196,- (€|340,-)

€|18.201,- t/m €|18.900,-

€|25.401,- t/m €|26.300,-

€|360,- (€|412,-)

€|18.901,- t/m €|19.900,-

€|26.301,- t/m €|27.600,-

€|514,- (€|566,-)

€|19.901,- t/m €|21.800,-

€|27.601,- t/m €|30.800,-

€|669,- (€|720,-)

€|21.801,- t/m €|25.800,-

€|30.801,- t/m €|36.400,-

€|823,- (€|849,-)

De eigen bijdrage voor mediation van vier en meer is bij een inkomen tot € 16.000 (alleenstaanden) en € 36.800 (echtparen en alleenstaande ouders) € 53,00.

Voor de eigen bijdrage bij een hoger inkomen zie: http://www.rvr.org/nieuws/2015/december/inkomen-vermogen-en-eigen-bijdrage-2016.html

Voor griffierecht gelden per 01-01-2016 de volgende bedragen:

Civiele zaken: € 79,-- voor onvermogenden. Zie voor meer informatie www.rechtspraak.nl civiele zaken griffierecht tarieven 2017.

Bestuursrecht: Zaken voor uitkering of huursubsidie € 46,-- en voor andere bestuursrechtelijke zaken € 168,--.

Vorm bijzondere bijstand

De bijzondere bijstand wordt om niet verleend.

Verplichtingen voor aanvrager bij toekenning van de bijstand

  • -

    De beschikking moet vermelden, dat de belanghebbende verplicht is om de bijstand te gebruiken voor de kosten.

  • -

    Bewijsstukken moet gedurende een jaar worden bewaard in verband met steeksproefsgewijze controle.

3.27 Kindpakket “Meedoen Noordkop”

Omschrijving van de kosten

Met de afschaffing van de categoriale bijzondere bijstand komt de verordening “Participatie schoolgaande kinderen” te vervallen. Hiervoor in de plaats komt het kindpakket. Het is een website met een aanbod waaruit ouders en kinderen een keuze kunnen maken voor de kinderen, waardoor die kinderen kunnen meedoen. Het kindpakket wordt gefaseerd ingevoerd. De 1e fase gaat op 01-01-2015. Het gaat om kosten in verband met sport. Het jeugdsportfonds is opgezegd met ingang van 01-01-2015. De kosten in verband met school worden vanaf 01-07-2015 vergoed op grond van het kindpakket.

Het gaat om de volgende kosten:

  • -

    Lidmaatschap van sportverenigingen

  • -

    Sportkleding, sportschoenen

  • -

    Diplomazwemmen

  • -

    Culturele activiteiten zoals theater- en zangles of lidmaatschap culturele organisatie

  • -

    Hobbycursussen

  • -

    Dierentuin, pretparken en musea (in de regio)

  • -

    Bioscoop en schouwburg (in de regio)

  • -

    Schoolactiviteiten zoals scholreisjes

  • -

    Minima (vakantie)kampen

  • -

    Scouting

  • -

    Kleding

  • -

    Fiets (en onderhoud ervan)

Doelgroep

  • -

    Kinderen in de leeftijd van 4 tot 18 jaar, die onderwijs volgen.

  • -

    Inkomen tot 110% van de bijstandsnorm.

Voorliggende voorziening

Er is geen voorliggende voorziening.

Hoogte, duur en betaling van de bijzondere bijstand- Per kalenderjaar kan € 350,-- per kind besteed worden op de website.

  • -

    De toegang tot de website wordt niet in de loop van het jaar beëindigd. Ook niet als de situatie van de ouders wijzigt.

  • -

    Er is keuzevrijheid binnen het budget.

  • -

    Dit bedrag kan binnen het kalenderjaar van toekenning besteed worden.

  • -

    Het positieve saldo aan het einde van het kalenderjaar komt te vervallen.

  • -

    Het bestede bedrag wordt betaald aan de aanbieder van het product.

  • -

    Als het nog te besteden bedrag niet voldoende is voor de gewenste activiteit (bijvoorbeeld aan het einde van het jaar) zal de ouder bij moeten betalen of de besteding uitstellen tot het volgende jaar.

Wijze van afhandeling van de aanvraag

  • -

    Ouders waarvan bekend is bij de gemeente dat ze een bijstandsuitkering ontvangen of een inkomen hebben tot 110% van de bijstand, krijgen in december een besluit met inlogcode waarmee zij toegang krijgen tot de website met ingang van de eerste januari van het volgende kalenderjaar.

  • -

    Zolang bekend is dat ouders tot de doelgroep behoren wordt er ieder jaar opnieuw een besluit met inlogcode gestuurd.

  • -

    Ouders waarvan bij de gemeente niet bekend is dat zij tot de doelgroep horen, kunnen een aanvraag indienen.

Noodzakelijke bewijsstukken

  • -

    Gegevens van inkomen en vermogen

  • -

    Bewijs van school dat het kind naar school gaat. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de gegevens die bekend zijn bij leerplicht.

Vorm bijzondere bijstand

-De bijstand wordt om niet verstrekt.

Verplichtingen voor aanvrager bij toekenning van de bijstand

-Er zijn geen bijzondere verplichtingen.

HOOFDSTUK 4 CATEGORIALE BIJZONDERE BIJSTAND

4.1 Algemeen

Het bijzondere van categoriale bijzondere bijstand is gelegen in het feit dat het toegekend kan worden aan personen die tot een bepaalde categorie behoren. Er hoeft niet onderzocht te worden of er feitelijk sprake is van bepaalde kosten en ook niet waaraan de bijstand besteed wordt. Wel moet het gaan om kosten die niet bestreden kunnen worden uit de algemene bijstand. Met ingang van 01-01-2015 is categoriale bijzondere bijstand alleen nog mogelijk voor deelname aan een collectieve zorgverzekering en de vergoeding van (een deel van) de premie van die verzekering (artikel 35 lid 3 van de P-wet). De bijdrage voor schoolgaande kinderen voor het schooljaar 2014-2015 blijft nog bestaan tot 01-07-2015 op grond van het overgangsrecht.

4.2 Univé collectieve zorgverzekering gemeenten Categorie Personen met een inkomen tot 130% van de bijstandsnorm en een vermogen van minder dan de vermogensgrens zoals genoemd in de P-wet.

De verzekering

Het aanbod van Univé bestaat voor nieuwe verzekerden vanaf 01-01-2016 uit twee pakketten:

  • -

    Compact;

  • -

    Compleet +

Belangrijkste verschillen:

In pakket Compact zit geen: - dekking verplicht eigen risico - vergoeding eigen bijdrage WMO en Wlz tot € 375,-- per jaar - geen orthodontie - geen uitgebreide voetzorg - minder fysiotherapie

Belanghebbenden die op 31-12-2015 gebruik maken van pakket Compleet kunnen daarvan gebruik blijven maken. Vanaf 2016 wordt Compleet niet meer aangeboden.

De voordelen van de collectieve zorgverzekering gemeenten

  • -

    De inhoud van het pakket.

  • -

    Korting van 6% op de premie van de basisverzekering door Univé.

  • -

    Korting op het aanvullende pakket door de gemeente.

  • -

    Univé geeft een betalingsachterstand door aan de gemeente en bij achterstand wordt de premie op de uitkering ingehouden en doorbetaald aan Univé. Voor cliënten zonder periodieke uitkering van de gemeente is deze dienstverlening niet mogelijk.

De duur van de deelname aan de verzekering

  • -

    Zolang het inkomen lager is dan 130%van de bijstandsnorm.

  • -

    Gebruik maken van de collectieve verzekering bij een hoger inkomen is niet mogelijk, omdat er dan niet meer gesproken kan worden van een minimum inkomen.

HOOFDSTUK 5 MEDISCHE EN GEZONDHEIDSGERELATEERDE KOSTEN

5.1 Medische kosten

5.1.2 Algemeen

Medische kosten worden betaald door de zorgverzekeraar als de vergoeding is opgenomen in het basispakket of de aanvullende verzekering. De vergoeding op grond van de basisverzekering is een voorliggende voorziening ten opzichte van de P-wet. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van belanghebbende om zich aanvullend te verzekeren.

Om te kunnen bepalen of bijzondere bijstand mogelijk is voor bepaalde kosten, moeten de volgende vragen worden beantwoord.

  • 1.

    Is er een vergoeding op grond van de Zvw mogelijk? Zo ja: geen bijzondere bijstand mogelijk.

  • 2.

    Is de kostensoort bewust buiten de voorziening gehouden omdat het niet noodzakelijk is? Zo ja: geen bijzondere bijstand mogelijk. Voorbeelden hiervan zijn geneesmiddelen die niet vergoed worden op grond van het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS) en medicijnen die niet erkend zijn.

  • 3.

    Worden de kosten tot een bepaald maximum bedrag of maximaal aantal behandelingen vergoed? Zo ja: geen bijzondere bijstand mogelijk, de vergoeding is passend en toereikend.

Niet of onvoldoende verzekerd

Iedere Nederlander is verplicht om een basisverzekering voor ziektekosten af te sluiten. Als iemand niet verzekerd is kan hij een boete krijgen. Het is niet verplicht om een aanvullende verzekering af te sluiten Dat is een eigen keuze. Het afsluiten van een aanvullende verzekering wordt wel tot de verantwoordelijkheid van de belanghebbende gerekend. Gelet op het inkomen is het onverantwoord om niet aanvullend verzekerd te zijn. Als belanghebbende niet of onvoldoende verzekerd is en hij doet een beroep op de bijzondere bijstand voor kosten die hij heeft als gevolg van het niet of onvoldoende verzekerd zijn, is er sprake van een tekort schietend besef van verantwoordelijkheid. De beslissing op deze aanvraag kan – afhankelijk van de situatie - divers zijn.

  • -

    De aanvraag wordt afgewezen, omdat er sprake is van tekort schietend besef van verantwoordelijkheid. De aanvraag kan niet worden afgewezen vanwege het feit dat er een beroep gedaan kan worden op een voorliggende voorziening (artikel 15 van de P-wet). De voorliggende voorziening is immers niet beschikbaar omdat belanghebbende niet verzekerd is.

  • -

    De aanvraag kan worden toegekend, omdat belanghebbende weliswaar niet verzekerd is, maar het volstrekt niet verwijtbaar is en er sprake is van kosten die medisch gezien noodzakelijk zijn.

  • -

    Is het verwijtbaar dat belanghebbende niet verzekerd is, dan kan er bijzondere bijstand worden verstrekt als er sprake is van medisch noodzakelijke kosten. De bijstand kan worden verstrekt in de vorm van een lening in verband met een tekort schietend besef van verantwoordelijkheid (artikel 48 lid 2 onder b van de P-wet). Bij bijstandsverlening in de vorm van een lening moet er wel aandacht zijn voor de aflossingscapaciteit op de korte en de lange termijn. Stapeling van leningen is niet de oplossing.

Voorwaarde van schuldhulpverlening in geval van premieachterstand In geval er bijzondere bijstand verleend wordt, omdat belanghebbende in verband met een premieachterstand niet verzekerd is, is het van belang dat de premieachterstand betaald wordt, waarna verzekering weer mogelijk is. Immers zolang de premieachterstand blijft bestaan, is de kans aanwezig dat er in de toekomst opnieuw een beroep gedaan moet worden op de bijstand voor noodzakelijk te maken kosten. Dit patroon moet worden doorbroken.

Toelating tot de aanvullende verzekering is niet mogelijk zolang belanghebbende geregistreerd staat bij het Zorginstituut Nederland. Na een schuldenregeling wordt de registratie ongedaan gemaakt en is verzekering voor een aanvullende verzekering weer mogelijk.

Aan de bijstandsverlening moet derhalve de voorwaarde verbonden worden of om zelf de achterstand in te lopen en als dat niet mogelijk is hulp te zoeken. Verwijzing naar het wijkteam voor een verzoek om schulphulpverlening is de aangewezen weg. In de beschikking opnemen dat er bij een volgende aanvraag voor medische kosten gecontroleerd wordt of er gebruik gemaakt is van schuldhulpverlening. Als dat niet het geval is kan dat een reden zijn voor afwijzing van de aanvraag.

Vrije keuze voor verzekeraar – vergoeding conform pakket Compact+

Iedere Nederland is vrij in de keuze van de zorgverzekering en het pakket dat hij kiest. Van belanghebbende met een laag inkomen wordt verwacht dat hij een verzekering kiest met een aanvullend pakket. Als hij geen aanvullend pakket afneemt is er sprake van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid en op grond van de bijzondere bijstand worden geen kosten vergoed die hij vergoed zou kunnen krijgen op grond van een aanvullende verzekering. Als de aanvullende verzekering die hij heeft afgesloten bij een andere verzekering minder vergoedt dan pakket Compact, wordt de vergoeding aangevuld tot de vergoeding die gegeven wordt op grond van pakket Compact.

5.1.3 Verplicht en vrijwillig eigen risico

  • -

    Het bedrag van het verplichte eigen risico kan met ingang van 01-01-2015 worden meeverzekerd met Compleet+.

  • -

    Univé-verzekerden die er voor kiezen om zich niet te verzekeren voor Compleet +, hebben geen recht op bijzondere bijstand voor het eigen risico. Zij hebben bewust de inschatting gemaakt om die kosten niet mee te verzekeren en een lagere premie te betalen.

  • -

    Belanghebbenden die niet bij Univé verzekerd zijn en ook niet aanvullend verzekerd zijn voor het verplicht eigen risico, hebben ook geen recht op vergoeding van het eigen risico.

  • -

    Het vrijwillig eigen risico is een keuze. Tegenover het eigen risico staat een lagere premie. Kosten in verband met het vrijwillige risico komen niet voor vergoeding in aanmerking.

5.1.4 De uitzonderingen

In de onderstaande paragrafen worden de volgende onderwerpen toegelicht:

  • -

    5.1.5. dringende redenen

  • -

    5.1.6. bijzondere omstandigheden

  • -

    5.1.7. inkomensafhankelijke eigen bijdragen

5.1.5 Dringende redenen

Bijstand voor medische kosten is niet mogelijk als de kosten bewust buiten de voorliggende voorziening zijn gelaten. Indien er sprake is van dringende redenen kan er afgeweken worden van deze regel (artikel 16 P-wet). Er is geen algemene regel voor het begrip dringende reden. In ieder geval moet er sprake zijn van een bepaalde vorm van “lijden” die in het individuele geval niet te dragen is. Ook moet duidelijk zijn dat er geen alternatief voorhanden is. Bijstandsverlening is de enig mogelijke oplossing. Verder is ook nog van belang om wat voor soort kosten het gaat. Als het bijvoorbeeld gaat om medicijnen die niet op de Geneesmiddelenvergoedingslijst staan en daarom niet vergoed worden, kan er alleen bijstand verleend worden na inwinning van een medisch advies. Bijstandsverlening voor medicijnen of hulpmiddelen die nog niet erkend zijn als medicijn is feitelijk in het geheel niet mogelijk. In artikel 14 sub e van de P-wet staat dat kosten van medische handelingen en verrichtingen die gerekend kunnen worden tot de ontwikkelingsgeneeskunde als bedoeld in de Wet op bijzondere medische verrichtingen, uitgesloten zijn van vergoeding.

5.1.6 Bijzondere omstandigheden

Van bijzondere omstandigheden kan sprake zijn als er bijvoorbeeld een opeenstapeling van kosten is die slechts gedeeltelijk vergoed worden en daardoor in het bijzondere geval niet betaald kunnen worden van het inkomen. Ook kan de situatie waarin belanghebbende verkeert, bijzonder zijn. Dat kan een reden zijn om het feit dat iemand niet aanvullend verzekerd is, te pardonneren en bijstand te verlenen. Het is en blijft maatwerk.

5.1.7 Inkomensafhankelijke eigen bijdragen

Voor een inkomensafhankelijke bijdrage kan een vergoeding gegeven worden op grond van de bijzondere bijstand. Ook als bij een inkomen dat gelijk is aan de bijstand, een eigen bijdrage is verschuldigd. Dat blijkt uit een uitspraak van de CrvB over een geschil over de eigen bijdrage voor rechtsbijstand. In dat geval heeft de Centrale raad van Beroep een uitspraak gedaan in een zaak waarin een gemeente een verzoek voor de eigen bijdrage had afgewezen, omdat de eigen bijdrage is afgestemd op het inkomen. Deze afwijzing kon volgens de Centrale raad van Beroep niet in stand blijven, omdat er sprake is van bijzondere kosten die voortvloeien uit bijzondere omstandigheden. Het is niet redelijk om te verwachten dat de kosten bestreden kunnen worden uit de bijstandsnorm. Als de Centrale raad van Beroep voor de eigen bijdrage op grond van de Wet op de rechtsbijstand tot deze conclusie komt, gaat dat ook op voor de eigen bijdragen op grond van de WMO en de Wlz. Er is bij eigen bijdragen geen sprake van een situatie dat de aanvraag afgewezen kan worden met een beroep op artikel 15 van de P-wet. In artikel 15 P-wet staat dat bijstand niet mogelijk is als een vergoeding bewust buiten een andere regeling is gelaten is. De noodzaak van de kosten is dan niet aanwezig (CrvB 17-11-2009, nr 08/6559 WWB en noot in Grip Op en CrvB 31-10-2006, nr 06/3262 en noot in Grip Op). In het geval van eigen bijdragen gaat het juist om kosten die wel noodzakelijk zijn en bijstandsverlening is op zijn plaats.

5.2 Eigen bijdrage WMO

Voorliggende voorziening

Vanaf 01-01-2012 wordt de eigen bijdrage WMO voor huishoudelijke hulp vergoed door Univé op grond van het PakketCompleet. Vanaf 01-01-2014 zijn er ook voor de ander WMO-voorzieningen (uitgezonderd rolstoelen) eigen bijdragen verschuldigd. Vanaf 01-01-2016 zijn alle eigen bijdragen voor de WMO opgenomen in het PakketCompleet en Compleet+. Vanaf 01-01-2017 wordt er geen bijzondere bijstand meer verleend voor de eigen bijdrage WMO. Het is een bewuste keuze om dat risico niet mee te verzekeren.

Recht op bijzondere bijstand

Voor de eigen bijdragen grond van de WMO kan tot 01-01-2017 bijzondere bijstand verleend worden voor degenen die niet deelnemen aan Pakket Compleet of Compleet+ van Univé. Als een andere zorgverzekering de kosten (gedeeltelijk) vergoed, wordt die vergoeding als toereikend beschouwd.

Noodzakelijke bewijsstukken voor beoordeling noodzaak van kosten tot 01-01-2017.

Beslissing of eerste nota van het Centraal Administratie Kantoor (CAK) waarop de eigen bijdrage te zien is.

Hoogte en duur van de bijzondere bijstand tot 01-01-2017

De hoogte is gelijk aan de kosten.

De bijstand wordt beëindigd op het moment dat de toekenning op grond van de WMO afloopt.

Een maand voor datum beëindiging neemt de consulent het initiatief om te bekijken of de bijstand kan worden voortgezet. Op dat moment wordt belanghebbende geïnformeerd over de mogelijkheid om de eigen bijdrage mee te verzekeren. De eigen bijdrage wordt dan gestopt met ingang van de 1e van het volgende kalenderjaar. Belanghebbende heeft dan voldoende tijd om een keuze te maken voor een ander pakket / andere verzekering.

Vorm bijzondere bijstand tot 01-01-2017

De bijzondere bijstand wordt om niet verleend.

Verplichtingen voor aanvrager bij toekenning van de bijstand tot 01-01-2017

Wijzigingen die van invloed zijn op de bijstand moeten worden doorgegeven aan de gemeente.

5.3 Gezondheidsgerelateerde kosten

Er zijn kosten die te maken hebben met de gezondheid, maar die niet van dien aard zijn dat ze opgenomen zijn in de zorgverzekering. Het gaat echter wel om bijzondere en noodzakelijke kosten die voortvloeien uit bijzondere omstandigheden.

De volgende kosten komen voor vergoeding in aanmerking:

  • -

    meerkosten maaltijdvoorziening;

  • -

    pedicure;

  • -

    abonnement Wonen plus Welzijn.

5.4 Meerkosten maaltijdvoorziening

Recht op bijzondere bijstand

De meerkosten van de warme maaltijd ten opzichte van de prijzen in de NIBUD-prijzengids.

Noodzakelijke bewijsstukken voor beoordeling noodzaak van kosten

De brief of nota waaruit blijkt dat er gebruik gemaakt wordt van de maaltijdvoorziening.

Hoogte, duuren betaling bijzondere bijstand

  • -

    De hoogte is gelijk aan de kosten en bedraagt maximaal € 7,00 per maaltijd. Dit om te voorkomen dat er maaltijden afgenomen worden van leveranciers die hoge prijzen rekenen.

  • -

    De bijstand wordt voor onbeperkte duur toegekend.

  • -

    De bijstand wordt op declaratiebasis betaald.

  • -

    Als er sprake is van een situatie dat de kosten maandelijks hetzelfde zijn, kan de bijstand als periodieke bijstand per maand worden betaald, zonder dat er nota’s ingeleverd hoeven te worden. Er moet dan één keer per jaar een onderzoek gedaan worden naar de noodzaak en hoogte van de kosten. Dit wordt op initiatief van de consulent gedaan. Zolang er niets veranderd hoeft te worden, is een nieuwe beschikking niet nodig.

Vorm bijzondere bijstand

De bijzondere bijstand wordt om niet verleend.

Verplichtingen voor aanvrager bij toekenning van de bijstand (alleen bij periodieke bijstand)

Wijzigingen die van invloed zijn op de bijstand moeten worden doorgegeven aan de gemeente.

Daarvoor wordt met de beschikking een mutatieformulier meegestuurd.

De beschikking In de beschikking staat:

  • -

    dat het declaratieformulier gebruikt moeten worden voor indiening van de nota’s. Na indiening van een declaratieformulier wordt er automatisch een nieuw formulier toegestuurd;

  • -

    dat de nota’s tot maximaal over één jaar kunnen worden opgespaard en ingediend. Nota’s van ouder dan een jaar worden niet betaald.

5.5 Pedicure

Recht op bijzondere bijstand

De kosten van een behandeling bij de pedicure worden vergoed. Er worden maximaal 13 behandelingen per jaar vergoed. De maximum vergoeding per behandeling is € 28,50,--. Dat wordt gerekend voor een behandeling van 45 tot 60 minuten door een pedicure die is aangesloten bij ProVoet.

Noodzakelijke bewijsstukken voor beoordeling noodzaak van kosten

De nota.

Hoogte en betaling bijzondere bijstand

  • -

    De hoogte is gelijk aan de kosten van de behandeling met een maximum van € 28,50 per behandeling.

  • -

    De bijstand wordt voor onbeperkte duur toegekend.

  • -

    De bijstand wordt op declaratiebasis betaald.

Vorm bijzondere bijstand

De bijzondere bijstand wordt om niet verleend.

De beschikking In de beschikking staat:

  • -

    dat de bijstand betaald wordt na indiening van de nota’s;

  • -

    dat de nota’s tot maximaal over één jaar kunnen worden opgespaard en ingediend. Nota’s van ouder dan een jaar worden niet betaald.

5.6 Abonnement Wonen Plus Welzijn

Recht op bijzondere bijstand

De kosten van het abonnement worden vergoed.

Noodzakelijke bewijsstukken voor beoordeling noodzaak van kosten

De nota of afschrijving op een afschrift van de bank.

Hoogte, duur en betaling bijzondere bijstand

  • -

    De hoogte is gelijk aan de kosten. Dat is zonder korting € 5,25 per maand. Huurders van de Wooncompagnie die 65 jaar en ouder zijn hoeven in de loop van het jaar 2017 niets meer te betalen. Deze wijziging wordt gefaseerd per dorp / gebied ingevoerd. Belanghebbende die nu een vergoeding ontvangen, krijgen een brief waarin gevraagd wordt om de wijziging door te geven als die van kracht wordt. Huurders van de Woningbouwvereniging Anna Paulowna betalen € 3,25 per maand en van Beter Wonen € 4,05 per maand..

  • -

    De bijstand wordt voor onbeperkte duur toegekend.

  • -

    De bijstand wordt per maand betaald.

  • -

    In combinatie met het heronderzoek wordt onderzocht of voortzetting noodzakelijk is.

Vorm bijzondere bijstand

De bijzondere bijstand wordt om niet verleend.

Verplichtingen voor aanvrager bij toekenning van de bijstand (alleen bij periodieke bijstand)

Wijzigingen die van invloed zijn op de bijstand moeten worden doorgegeven aan de gemeente.

Verschillen Handboek bijzondere bijstand 2011 en 2012

Per 15 oktober 2014 is paragraaf 5.7 Bijstand voor verplicht eigen risico zorgverzekering 2014 toegevoegd.

1 Aanleiding

üReden voor aanpassing van Handboek kort omschreven.

2.2 Categoriale bijzondere bijstand

  • ü

    Voorgeschreven inkomensgrens opgenomen.

  • ü

    Verplichting verordening Participatie schoolgaande kinderen opgenomen

2.8 Reservering

üKleine tekstuele aanpassingen

2.11 Het inkomen boven de bijstandsnorm

  • ü

    Draagkrachtregel gewijzigd (zie advies- wordt: tot 110% geen draagkracht, van het meerdere is 35% draagkracht)

  • ü

    Computer wordt verstrekt bij een inkomen tot 110% van de bijstand. Dit in verband met verstrekking in natura.

  • ü

    Inkomensnorm categoriale bijzondere bijstand opgenomen

2.12 Vaststelling bijstandsnorm voor vergelijking met inkomen

ü“Echtparen” vervangen door gezinnen

2.13 Vaststelling inkomen

  • ü

    Vrijlating inkomsten op grond van de Wwb apart benoemd, omdat het nieuw is per 1 januari 2012. De vrijlating telt niet als inkomen.

  • ü

    Kleine nuancering bij WSNP-schuldsaneringsregeling. Er stond “aan de bijstand wordt de verplichting verbonden om vrij te laten bedrag opnieuw te laten vaststellen”. “Wordt” is vervangen door “kan”.

2.14 De periode waarover rekening gehouden wordt met de draagkracht

üTekstueel verbeterd.

2.16 Vermogen

üTekst geactualiseerd

3.1 Bijstand voor jongeren van 18 tot en met 20 jaar, zelfstandig wonend

  • ü

    Dit beleid kan inhoudelijk worden voortgezet. De tekst is aangepast in verband met intrekking van de Wij.

  • ü

    Bij de hoogte van bijstand is rekening gehouden met de nieuwe normen.

3.2 Bijstand voor jongeren van 18 tot en met 20 jaar in een inrichting

  • ü

    De hoogte van de bijstand aangepast aan nieuwe normen.

  • ü

    Toeslag voor nominale premie toegevoegd. Dit was per vergissing niet opgenomen.

3.3 Bijstand voor personen opgenomen op grond van de Wet BOPZ ((Wet bijzondere

opnemingen psychiatrische ziekenhuizen)

  • ü

    Hoogte van de bijstand aangepast aan nieuwe normen

  • ü

    Voor jongeren onderhoudsplicht ouders opgenomen onder voorliggende voorziening. Stond er per ongeluk niet.

3.5 Garantietoeslag voormalig alleenstaande ouder (Titel wijzigen in: Aanvullende bijstand op

de gezinsnormen waarvan één persoon 18, 19 en 20 is en de ander(en) 21 jaar of ouder)

  • ü

    De toeslag is niet langer toegestaan in de oude vorm, omdat er voor de specifieke situatie dat er een jongere inwonend is, een specifieke norm is.

  • ü

    De jongere behoort nu – in tegenstelling tot voor 1 januari 2012 - tot het gezin en dat heeft de nodige gevolgen (zie bijlage 2 bij dit advies).

  • ü

    De hoogte van de norm is laag, omdat er van wordt uitgegaan dat de onderhoudsplichtige bijdraagt tot de norm voor een gezin waarvan beiden 21 jaar of ouder zijn.

3.7 Bijstand voor kosten bij bewoning eigen woning

üOnder verplichtingen aanvrager toegevoegd dat de voorlopige aanslag (in geval van teruggave belastingen achteraf) voor 1 juli na het belastingjaar moet worden ingeleverd.

3.10 Kosten kinderopvang (sociaal medische indicatie)

  • ü

    Omschrijving “hoogte van de bijzondere bijstand” gewijzigd, omdat dit niet duidelijk was voor de consulenten.

  • ü

    Berekeningswijze aangepast in verband met vergoeding van de eigen bijdrage op grond van de bijzondere bijstand.

3.11 Kosten peuterspeelzaal

  • ü

    Vergoeding van de kosten kan komen te vervallen in verband met de wet OKE. Op grond van een indicatie Voor- en vroegschoolse opvang zijn ouders een lage bijdrage verschuldigd voor de kosten van de peuterspeelzaal. Deze bijdrage is lager dan de prijs voor twee dagdelen.

  • ü

    Op de bladzijde moet nog info opgenomen worden over de wijze van uitvering van de wet OKE door de aangesloten gemeenten. Hollands Kroon is bekend. Harenkarspel en Zijpe moet ik nog navragen.

3.14 Reiskosten in verband met medische behandelingen en bezoek gezinsleden

üVergoeding voor bezoek aan ernstig zieke kinderen en de vergoeding voor zittend ziekenvervoer is per 01-01-2012 veranderd. Dit is opgenomen als voorliggende voorziening.

3. 15 Reiskosten in verband met reïntegratie en participatie

üHet DB heeft op 2 februari besloten dat de reiskosten weer volledig vergoed worden en betaald worden als bijzondere bijstand.

3. 16 Vervoersvoorzieningen in verband met reïntegratie en participatie

üHet DB heeft op 2 februari besloten dat er auto’s, scooters en brommers vergoed worden als het echt nodig is om werk te kunnen krijgen. De kosten worden vergoed uit de bijzondere bijstand.

3 .17 Kosten uit huis geplaatste kinderen (titel luidde: Landelijk Bureau Inning

Onderhoudsbijdragen (LBIO) Nieuwe titel dekt de lading beter.

3.18 Kosten in verband met inburgering (Vergoeding eigen bijdrage kinderopvang afhankelijk van besluit DB)

  • ü

    Reiskosten worden vanaf 1 maart 2012 weer volledig vergoed. Dat is nu opgenomen in 3.15.

  • ü

    De eigen bijdrage kinderopvang is opgenomen en de nieuwe paragraaf 3.18 (na vernummering 3.18)

3.19 Kosten woninginrichting

  • ü

    Levering door Rataplan loopt goed. Cliënten en vrijwilligers van Vluchtelingenwerk zijn tevreden.

  • ü

    Afspraken worden goed nagekomen

3.20 Overbruggingsuitkering

  • ü

    Kleine tekstuele aanpassing

  • ü

    Onder voorliggende voorziening is de Voedselbank opgenomen.

3.21 Broodnoodvoorziening toegevoegd (Tijdens DB van 15-12-2011 vastgesteld)

üDit is een voorziening voor jongeren die tijdens de zoektijd van 4 weken geen middelen van bestaan hebben. Ook hier verwijzing Voedselbank opgenomen.

3.22 Bewindvoering, mentor en curatele

üBedragen aangepast en enkele tekstuele verbeteringen

3.23 Rechtsbijstand en griffierecht

üMogelijkheid van gratis rechtshulp bij het Juridisch Loket opgenomen onder kopje voorliggende voorziening. Als het Juridisch Loket een diagnosedocument afgeeft en daarmee gaat de cliënt naar een advocaat dan wordt de eigen bijdrage rechtshulp met € 50,00 verlaagd. Wij stimuleren het gebruik van het Juridisch Loket wel.

4.1 Algemeen

üOok hier grens van 110% opgenomen. Kleine tekstuele verbetering.

4.2 Pluspremie

  • ü

    “Bijdrage op grond van de Wtcg” veranderd in “Algemene tegemoetkomingen”. De Wtcg kent meerdere tegemoetkoming en dit heeft in de praktijk tot verwarring geleid.

  • ü

    Onder “de kosten” de tekst aangepast. Zaten dubbels in en suggestief taalgebruik.

4.3 Participatie van kinderen

  • ü

    Tekst aangepast aan verordening. Wel in Handboek laten staan, omdat het me handig lijkt voor de uitvoering.

  • ü

    Bedragen ook aangepast aan verordening.

4.4 Aanvullende Zorgverzekering Gemeenten. Gewijzigd in Univé GemeentePakket Compleet

  • ü

    Tekst aangepast aan nieuwe benaming en overeengekomen voordelen.

  • ü

    Nieuwe inkomensgrens van 110% opgenomen.

  • ü

    Overgangsrecht opgenomen. Deelnemers die op 31 december 2011 waren ingeschreven houden hun recht op deelname gedurende het hele jaar 2012.

  • ü

    Deelname is ook mogelijk voor mensen met inkomen tussen 110% en 120%. Die hebben alleen geen recht op de korting op de premie. Maar wel op het extra pakket.

5.1.2 Algemeen

  • ü

    De criteria of er wel of geen bijzondere bijstand verstrekt kan worden voor medische kosten, was te strikt. Er stond dat er geen bijstand verstrekt kan worden als de vergoeding vanwege budgettaire redenen niet vergoed wordt op grond van de Zvw. Dat zou beteken dat er geen eigen bijdragen vergoed worden, terwijl dat wel doen en ook mogelijk is. Criteria zijn dus genuanceerd.

  • ü

    De gevolgen van het niet of onvoldoende verzekerd zijn, waren niet goed omschreven. Dit is gecorrigeerd.

5.1.7 Eigen bijdragen

üEigen bijdrage GGZ opgenomen, omdat dit nieuw is met ingang van 1 januari 2012. Vergoeding voor eigen bijdragen ligt in de lijn van het beleid. Dit is nadrukkelijk besloten bij de evaluatie in 2011.

5.2 Eigen bijdrage hulp in de huishouding

üVergoeding van de eigen bijdrage op grond van GemeentePakket Compleet als voorliggende voorziening opgenomen. Voor elders verzekerden blijft bijzondere bijstand mogelijk.

5.5 Pedicure

üMaximum bedrag aangepast aan tarief van Provoet.

Verschillen Handboek bijzondere bijstand 2012 en Handboek bijzondere bijstand na afschaffing huishoudinkomentoets

3.1 Bijstand voor jongeren van 18 tot en met 20 jaar, zelfstandig wonend

  • ü

    De normen die genoemd worden in deze paragraaf aangepast aan veranderde wetgeving.

  • ü

    Verwijzing naar 3.5 verwijderd.

3.2 Bijstand voor jongeren van 18 tot en met 20 jaar in een inrichting

üDe normen die genoemd worden in deze paragraaf aangepast aan veranderde wetgeving.

3.5 Aanvullende bijstand op de gezinsnormen waarvan één persoon 18, 19 en 20 jaar is en de ander(en) 21 jaar of ouder.

  • ü

    De gezinsnormen die aangevuld werden zijn komen te vervallen met ingang van de 1 januari 2012 in verband met afschaffing huishoudinkomentoets. De beleidsregel kan daardoor in zijn geheel vervallen.

  • ü

    De bestaande beleidsregel was vastgesteld in verband met de huishoudinkomentoets en was in de plaats gekomen van de garantietoeslag voormalig eenoudergezin. Nu de oude regels weer terugkeren is ook de oude regel van de garantietoeslag weer opgenomen.

Verschillen Handboek bijzondere bijstand 2014 en 215

Algemeen

  • ü

    WWB is daar waar nodig vervangen door P-wet

  • ü

    ISD-KNH is vervangen door gemeente

  • ü

    Bestuur is vervangen door college

  • ü

    Bewijsstukken indienen met declaratieformulier is verwijderd. De belanghebbende zal de bewijsstukken op zodanige wijze moeten inleveren dat ze herkenbaar zijn.

  • ü

    Voor periodieke bijstand moet in de beschikking altijd vermeld worden dat de inlichtingenplicht van toepassing is.

2.2 Categoriale bijzondere bijstand

üPluspremie en participatie schoolgaande kinderen verwijderd

2.3 Aantoonbaarheid van kosten

üIn 2015 zal de snelbalie in gebruik worden genomen. Daardoor worden bewijsstukken geminimaliseerd, terwijl nu nog het uitgangspunt is dat alle kosten moeten worden aangetoond. De snelbalie wordt gefaseerd ingevoerd.

2.8 Reservering

  • ü

    Langdurigheidstoeslag is vervangen door individuele inkomenstoeslag

  • ü

    Percentage is verhoogd naar 105%

2.11 Inkomen boven de bijstandsnorm

  • ü

    Op grond van zeer summiere tekst in het Handboek was het de bedoeling dat er bij een inkomen boven de bijstandsnorm rekening gehouden werd met lagere huurtoeslag etc.

  • ü

    In de praktijk is dit niet zo uitgevoerd.

  • ü

    Nieuwe tekst: Bij de draagkrachtberekening wordt geen rekening gehouden met lagere huurtoeslag etc. als gevolg van het hogere inkomen.

  • ü

    Argument: Het deel van het inkomen dat voor vrije besteding blijft bij een inkomen boven de 110% biedt voldoende ruimte.

  • ü

    Draagkrachtpercentage voor collectieve zorgverzekering is opgehoogd naar inkomensgrens van 130%. Dit geldt ook voor CER 2014

2.12 Vaststelling inkomen vergelijking met norm

üVerwijzing naar normen in P-wet opgenomen en Toeslagenverordening verwijderd.

2.13. Vaststelling inkomen

üDe periodieke bijzondere bijstand waarop recht is op 31-12-2014 wordt voor 01-07-2015 aangepast aan kostendelersnorm. De draagkracht kan daardoor veranderen.

2.14 Periode van draagkracht

  • ü

    De kolom heronderzoek is verwijderd.

  • ü

    Dit wordt opgenomen in het nieuwe Onderzoeksplan 2015

2.16 Vermogen in eigen woning

  • ü

    Tekst in tabel verduidelijkt.

  • ü

    Vermogensvrijlating op vermogen in eigen woning en vrijlating op het overige vermogen worden afzonderlijk van elkaar toegepast

3.1 Bijstand voor jongeren die zelfstandig wonen 18 tot en met 20 jaar

  • ü

    Voor de hoogte van de aanvulling op de jongerennormen is aansluiting gezocht bij norm voor 21 jaar zelfstandig wonend.

  • ü

    Door toepassing van de Toeslagenverordening - verlaging uitkering voor jongeren - was de aanvulling lager.

  • ü

    Argument een jongere van 18, 19 en 20 jaar heeft zelfde kostenpatroon als een jongere van 21 jaar.

3.5 Garantietoeslag alleenstaande ouder

  • ü

    De hoogte van de toeslag was gebaseerd op verschil tussen het "nieuwe" inkomen en het inkomen toen alleenstaande ouder nog de norm voor alleenstaande ouder kreeg.

  • ü

    Door Wet hervorming kindregelingen en alo kop op het kindgebonden budget in plaats van norm alleenstaande ouder is de oude manier van werken niet meer bruikbaar.

  • ü

    Toeslag is nu aanvulling van het inkomen van het thuiswonende kind van 18 tot 21 jaar tot de norm voor een thuiswonende MBO-student.

3.6 Bijstand voor huur

üToegevoegd dat kamerverhuur geen invloed heeft op hoogte toeslag

3.10 Kosten kinderopvang sociaal medische indicatie

  • ü

    Dit wordt in Schagen vanaf 1 augustus 2014 niet meer verstrekt als bijzonder bijstand maar op grond van Verordening kinderopvang

  • ü

    In Hollands Kroon is het nog bijzondere bijstand

3.11 Voor en vroegschoolse opvang en peuterspeelzaal

  • ü

    Er wordt geen bijstand verstrekt voor kosten van peuterspeelzaal als deze wordt aangeboden in kinderopvang. Voorziening is duurder dan de traditionele peuterspeelzaalvoorziening.

  • ü

    De gemeente heeft er voor gekozen om geen peuterspeelzaalvoorziening meer aan te bieden voor kinderen die niet vallen onder VVE. Het is tegenstrijdig om er dan BB voor te verstrekken.

  • ü

    2015 is voor peuterspeelzaalvoorziening een overgangsjaar

3.12 Kleding schoenen en beddengoed

üAfschaffing TOG opgenomen. Is opgenomen in kindgebonden budget

3.14 Reiskosten in verband met medische behandelingen en bezoek aan gezinsleden

üFrequentie van bezoek aan in inrichting of detentie verblijvende gezinsleden was 2 keer per maand. Verhoogd naar 1 x per week

3 14 Reiskosten schoolgaande kinderen

  • ü

    Beleid is bedoeld voor kinderen die zo ver van school wonen dat de afstand niet te fietsen is.

  • ü

    In beleid staat dat kosten boven € 45,-- per maand per gezin vergoed worden. Hierdoor wordt er ook gebruik gemaakt van de regeling voor kinderen die op korte afstand van school wonen. Dit is een onbedoeld effect.

  • ü

    Minimumafstand van 15 KM opgenomen. Deze afstand is te "befietsen"

3.15 Reiskosten re-integratie en participatie

  • ü

    Tegenprestatie opgenomen.

  • ü

    Zelfde voorwaarden als vrijwilligerswerk

3.18 Kosten uit huis geplaatste kinderen

  • ü

    Deze paragraaf moet nog gewijzigd worden.

  • ü

    Info over eigen bijdrage per 01-01-2015 ontbreekt nog.

3.19 Computers

üPlan om dit per 01-01-2015 onder te brengen in kindpakket

3.22 aKindgebonden budget in plaats van alo kop

üNieuwe paragraaf in verband met Hervorming kindregelingen

3.22 b Kindgebonden budget voor minderjarigen

  • ü

    Dit beleid is verplaatst van de Beleidsregel bijstand minderjarigen naar het Handboek.

  • ü

    Het gaat nu om bijzondere bijstand en was normbijstand voor levensonderhoud.

  • ü

    Inhoudelijk niet veranderd

3. 24 Bewindvoering, mentor en curatele

  • ü

    Met ingang van 01-01-2015 is een nieuwe Regeling beloning voor curatoren etc. van toepassing. Op grond van deze Regeling wordt de hoogte van de beloning door de kantonrechter vastgesteld.

  • ü

    Hoogte bijzondere bijstand is afhankelijk van vastgestelde bedrag.

  • ü

    Bewindvoerders en curatoren kunnen vanaf 2015 een uitgebreidere taak hebben voor schuldenregeling. De beloning is hier dan op afgestemd.

  • ü

    Overlap met schuldhulpverlening door gemeente moet worden voorkomen. Daarop moet worden gelet bij toekenning.

3.25 Budgetbeheer

  • ü

    De hoogte van de beloning is gelijk gesteld aan familiementor op grond van Regeling beloning curatoren etc. per 01-01-2015.

  • ü

    Was tarief plangroep, maar dat is niet objectief.

3 26 Rechtsbijstand en griffierecht

  • ü

    Kolom met eigen bijdragen opgenomen.

  • ü

    Bij veroordeling door rechtbank van proceskosten en griffierecht in zaken waar de gemeente partij is, wordt het griffierecht niet vergoed als er al bijzondere bijstand verstrekt is.

  • ü

    In het Handboek stond dat vanuit werd gegaan dat betaling aan rechtbank verplicht was. Dat is niet het geval.

3.27 Koopkrachttegemoetkoming

  • ü

    Is nieuw en eenmalig voor 2014.

  • ü

    Aanvragen kunnen of worden ingediend tot 01-02-2015 in verband daarmee was opname in Handboek noodzakelijk.

3.28 Kindpakket “MeedoenNoordkop

  • ü

    Dit vervangt de categoriale bijzondere bijstand voor participatie schoolgaande kinderen en Jeugdsportfonds.

  • ü

    Met ingang van 01-01-2015 alleen sport.

  • ü

    Vanaf 01-07-2015 ook aanbod Onderwijs en Cultuur.

4.1 Categoriale bijzondere bijstand

üOnderdelen die niet meer van toepassing zijn verwijderd.

4.3 Participatie schoolgaande kinderen

üOp grond van overgangsrecht nog van toepassing tot 01-07-2015

4.4 UnivéGemeentePakket compleet

  • ü

    CompleetPakket+ verzekering eigen risico opgenomen.

  • ü

    Inkomensgrens was 110% is per 01-01-2015 130%.

  • ü

    Aanbod voor inkomensgrens tussen 110% en 120% (korting van Univé, zonder bijdrage van gemeente) is hiermee komen te vervallen.

4.5 Overgangsrecht Schagen

üVerwijderd

5 1 2 Medische kosten algemeen

  • ü

    Criteria voor beoordeling medische kosten is gewijzigd.

  • ü

    Punt 3 is verwijderd. Daarin stond dat bijzondere bijstand mogelijks was als op grond van Zorgverzekeringwet kosten gedeeltelijk vergoed werden en een eigen bijdrage verschuldigd was. Dit is te ruim. Daarmee kon alles wat gedeeltelijk vergoed werd, voor een aanvullende vergoeding op grond van de bijzondere bijstand vergoed worden. Dat is nooit de bedoeling geweest.

  • ü

    Bij niet of onvoldoende verzekerd is de optie van afwijzing bovenaan gezet in keuzes. Immers hoofdregel is afwijzen.

  • ü

    Bij vrije keuze voor verzekeraar opgenomen dat het GemeentePakket compleet van Univé leidend blijft voor mensen die elders zijn verzekerd. Niet Compleet + eigen risico.

  • ü

    Er wordt geen bijzondere bijstand voor eigen risico vergoed als verzekerden er voor hebben gekozen om dit niet te verzekeren. Dit hoort tot de inschatting van het eigen risico. Ook andere verzekeringen bieden een aanvullende verzekering met verzekering eigen risico.

  • ü

    Eigen bijdrage GGZ verwijderd. Bijdrage is niet meer verschuldigd.

5.2 Eigen bijdrage WMO

üIs uitgebreid omdat niet alleen voor huishoudelijke hulp eigen bijdrage is verschuldigd, maar ook voor vervoersvoorzieningen en woningaanpassingen

5 7 Bijstand voor verplicht eigen risico 2014

  • ü

    Nieuw beleid.

  • ü

    Toegevoegd.

Verschillen Handboek bijzondere bijstand 2015 en 2016

2.2 Categoriale bijzondere bijstand

üTekst over het feit dat de Pluspremie, met ingang van 01-01-2015, en participatie schoolgaande kinderen niet meer mogelijk is met ingang van 01-07-2015, verwijderd

2.5 Terugwerkende kracht

üToegevoegd: Voor Meedoen Noordkop geldt dat het budget beschikbaar is vanaf datum toekenning en in het daaropvolgende jaar kan worden gebruikt. Terugwerkende kracht is niet mogelijk.

2.11 Het inkomen boven de bijstandsnorm

  • ü

    Toegevoegd bij draagkrachtpercentage voor de computer (in tabel): ‘Voor Meedoen Noordkop geldt dezelfde draagkrachtregel als voor de computer’. Deze inkomensgrens was ook van toepassing voor de categoriale bijzondere bijstand voor de participatie van schoolgaande kinderen. Dit beleid is per 01-01-2015 voortgezet, maar stond nog niet op deze plaats in het Handboek.

  • ü

    Blokje met tekst over categoriale bijstand zoals dat was voor 01-01-2015 was voor de duidelijkheid nog opgenomen. Nu verwijderd.

2.12 Vaststelling bijstandsnorm voor vergelijking met inkomen

  • ü

    Met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015 is de kostendelersnorm niet van toepassing voor de bijzondere bijstand.

  • ü

    De bepalingen van de Toeslagenverordening zoals die van toepassing waren voor 01-01-2015, worden in vereenvoudigde vorm toegepast. Als er één of meer volwassen personen inwonen, wordt de norm verlaagd met 10%. Geen verschil tussen medebewoning en onderhuur en geen korting i.v.m. onderhuur.

2.13 Vaststelling inkomen

  • ü

    Het inkomen uit kindgebonden budget inclusief alleenstaande ouder kop is geen inkomen. Voor alleenstaande ouders wordt er dus een vergelijking gemaakt tussen de norm alleenstaande (die van toepassing is) en het inkomen uit andere bron, zonder kindgebonden budget inclusief alleenstaande ouder kop. Uit de proefberekening KGB blijkt dat de alleenstaande ouder kop niet sterk daalt bij een inkomen tot in ieder geval 130% van de bijstandsnorm.

  • ü

    Nieuw: Er wordt bij vaststelling inkomen rekening gehouden met het beschikbare inkomen in geval van de schuldbemiddeling op grond van de Wet schuldhulpverlening (was alleen bij WSNP en beslag). Wel contact opnemen met schuldhulpverlener over eventueel gereserveerd bedrag voor vervangingsuitgaven of mogelijkheid om in berekening rekening te houden met andere bijzondere kosten (bijvoorbeeld bewindvoering).

  • ü

    Personen die zelf de schulden hebben geregeld of als op het inkomen beslag ligt worden naar schuldhulpverlening verwezen als ze daar nog niet bekend zijn. Dit is iets scherper neergezet.

  • ü

    Toegevoegd: als er beslag ligt op inkomen nagaan of het beslag correct is vastgesteld.

3.1 Bijstand voor jongeren van 18 tot en met 20 jaar, zelfstandig wonend

  • ü

    Met ingang van 01-01-2016 een korting van 15% op de norm toepassen. Voor lopende uitkeringen de wijziging in laten gaan van 01-07-2016.

  • ü

    Verschil tussen norm 21 jaar en minimumloon is te groot.

3.7 Bijstand voor woonkosten bij bewoning eigen woning

Onderhoudskosten eigen woning per 1 juli 2012

Vanaf 01-07-2012 indexeren met de consumentenprijsindex

Onderhoudskosten eigen woning per jaar

woning gebouwd voor 1945 € 590,--

woning gebouwd na 1945 € 504,--

toeslag installatie voor centrale verwarming € 79,--

toeslag liftinstallatie € 75,--

toeslag algemeen beheer en administratie € 144,--

3.8 Babyuitzet

  • ü

    De prijzen die in het Handboek stonden waren ontleend aan de prijzengids van NIBUD. Ze waren hoog en niet marktconform op grond van een inkomen op bijstandsniveau.

  • ü

    De grote spullen (bed, box etc) kunnen tweedehands gekocht worden.

  • ü

    Via de stichting babyspullen wordt een babypakket verstrekt.

3.10 Kosten kinderopvang (sociaal medische indicatie)

  • ü

    Met ingang van 01-01-2016 wordt kinderopvang in Hollands Kroon vergoed op grond van de Verordening VVE en kinderopvang SMI..

  • ü

    Lopende zaken blijven op grond van overgangsrecht doorlopen tot 01-07-2016.

3.11 Voor- en vroegschoolse educatie (voorheen peuterspeelzaal)

  • ü

    Tekst over toegang VVE en overgangssituatie van peuterspeelplaats naar VVE verwijderd.

  • ü

    Er staat nu een verwijzing naar 3.17 omdat voor de eigen bijdrage bijzondere bijstand verleend wordt. De bijdrage is met ingang van 01-01-2016 inkomensafhankelijk geworden.

3.12 Kleding, schoenen en/of beddengoed

üTekst die er stond over de TOG die van toepassing was tot 01-01-2015 verwijderd. Is niet meer relevant.

3.14a Reiskosten schoolgaande kinderen in het voortgezet onderwijs

  • ü

    Toegevoegd: De school is de dichtstbijzijnde school, waar het passende onderwijs gevolgd kan worden.

  • ü

    Deze voorwaarde stond niet onder het kopje “recht op en hoogte bijzondere bijstand”. Het was wel praktijk dat er gekeken werd naar de dichtstbijzijnde school en dat wensen voor een school verder weg niet gehonoreerd werden. In verband daarmee toegevoegd.

3.15 Reiskosten in verband met re-integratie, participatie en tegenprestatie

  • ü

    Reiskosten woon-werkverkeer zijn toegevoegd.

  • ü

    Als de kosten hoger zijn dan de helft van de verdiensten, worden de kosten niet vergoed. Uitzondering is mogelijk op grond van omstandigheden van werknemer.

  • ü

    Voorwaarde om werk dichterbij huis te zoeken en te aanvaarden.

  • ü

    De draagkrachtregels (tot 110% en daarboven 35%) zijn van toepassing..

3.17 Kosten in verband met kinderopvang (uitgezonderd opvang op sociaal medische indicatie

zie 3.10)

üEigen bijdrage kinderopvang SMI opgenomen.

3.18 Kosten uit huis geplaatste kinderen

  • ü

    Deze paragraaf vervalt met ingang van 01-01-2015.

  • ü

    Afwijkende norm voor gedeeltelijk verblijf van kind bij ouder is niet meer van toepassing in verband met vervallen van norm alleenstaande ouder.

3.19 Computers

  • ü

    De voorwaarde voor deelname aan onderwijs is gewijzigd met ingang van 01-01-2016.

  • ü

    Was vanaf voortgezet onderwijs. Is nu vanaf 3e jaar basisonderwijs.

3.25 Budgetbeheer

  • ü

    De manier waarop vastgesteld kan worden of de budgetbeheerder betrouwbaar is, klopte niet meer met de werkelijkheid.

  • ü

    Dit is aangepast. Leden van de PBI (Professionele bewindvoerders en inkomensbeheerders) zijn in ieder geval betrouwbaar. Voor niet aangesloten budgetbeheerders is de tenaamstelling van de budgetbeheerrekening een belangrijke indicatie. Deze rekening moet op naam de belanghebbende staan en niet op naam van de budgetbeheerder.

3.27 Koopkrachttegemoetkoming

üVerwijderd. Is niet meer van toepassing

4.3 Participatie van kinderen (de bijdrage vervalt met ingang van 01-07-2015)

üVerwijderd. Meedoen Noordkop is opgenomen onder 3.27

4.2 Collectieve zorgverzekering gemeenten

  • ü

    Het nieuwe aanbod Compact en Compleet+ is opgenomen.

  • ü

    Belangrijkste verschillen tussen Compact en Compleet+ opgenomen.

5.1 Medische kosten, 5.1.2 Algemeen, onder kopje ‘Vrije keuze voor verzekeraar – vergoeding conform pakket Compact+’

  • ü

    Opgenomen dat pakket Compact leidend is voor de vergoedingen in geval belanghebbende bij een andere zorgverzekering aanvullend verzekerd is. Belanghebbende die geen aanvullende verzekering heeft afgesloten krijgt geen vergoeding bijzondere bijstand voor de vergoedingen die hij daardoor misloopt.

  • ü

    Voor het verplichte eigen risico zorgverzekering en de eigen bijdrage WMO wordt geen bijzondere bijstand verleend. Belanghebbende heeft bewust gekozen voor een pakket met een lagere premie en het is niet redelijk om dat te compenseren met bijstandsverlening.

5.2 Eigen bijdrage WMO

  • ü

    Opgenomen dat er voor de eigen bijdrage WMO geen bijstand meer verleend wordt vanaf 01-01-2016.

  • ü

    De lopende zaken worden herbeoordeeld op het moment dat verlenging van de bijstand bekeken moet worden.

Verschillen Handboek bijzondere bijstand 2016 en 2017

  • 2.13Vaststelling inkomen

  • ü

    De paragraaf is herschreven om duidelijk te maken dat er geen draagkracht is tijdens een WSNP-traject, de stabilisatie voorafgaand aan een minnelijke schuldregeling en de schuldregeling zelf. Laatste twee op grond van de Wgs. Tijdens de duurzame financiële dienstverlening ligt er veelal beslag op het inkomen en het deel van het inkomen waarop beslag ligt kan niet tot het inkomen worden gerekend, omdat het middelen zijn waarover niet beschikt kan worden. Belanghebbende zal wel alles in het werk moeten stellen om volledige informatie aan de beslaglegger te verstrekken. De beslagvrije voet kan daardoor op de juiste worden vastgesteld.

  • ü

    3.14 a Reiskosten schoolgaande kinderen voortgezet onderwijsDe Ov-jaarkaart is voor MBO-scholieren met ingang van 01-01-2017 een voorliggende voorziening.

  • ü

    3.17 Kosten in verband met kinderopvangMet ingang van 01-10-2016 zijn extra middelen beschikbaar gesteld door de raad voor peuteropvang van ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag. De eigen bijdrage wordt op dezelfde wijze vastgesteld als bij VVE en SMI. De eigen bijdrage voor peuteropvang is opgenomen.

  • ü

    3.18 Kosten uit huis geplaatste kinderenVoor de duidelijkheid is opgenomen dat er geen bijstand voor bijzondere kosten mogelijk is voor kinderen die onder voogdij staan. Deze kosten komen voor vergoeding in aanmerking op grond van de Jeugdwet.

  • ü

    3.25 Budgetbeheer Vergoeding voor budgetbeheer gewijzigd en gelijkgesteld aan tarieven Plangroep. De vergoeding van beloning mentor beviel niet langer, omdat de werkzaamheden van de mentor aanzienlijk verschillen van die van de budgetbeheerder.

  • ü

    5.2 Eigen bijdrage WMOTekst aangepast, omdat al eerder besloten is de eigen bijdrage niet meer te vergoeden per 01-01-2017.

  • ü

    5.6 Abonnement WPWHuurders van de Wooncompagnie zijn geen abonnementskosten meer verschuldigd met ingang van 01-01-2017. De vergoeding voor deze huurders kan stoppen.

  • ü

    5.7 Bijstand voor verplicht eigen risico 2014Paragraaf is vervallen. Dit was een tijdelijke voorziening in verband met afschaffing Compensatie eigen risico voordat het eigen risico onder dekking collectieve zorgverzekering viel.