Ontheffing krachtens artikel 29 Wp2000

ONTHEFFING KRACHTENS ARTIKEL 29 Wp2000

De bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag;

gezien:

• -

  het verzoek van Vipre B.V. (verder te noemen Vipre), Seattleweg 7 te Rotterdam d.d. 16 januari 2017, met kenmerk B017-01001/JM, om ontheffing van het verbod om openbaar vervoer te verrichten zonder daartoe verleende concessie voor de EMO Shuttle lijn 1 toten met 8;

   

overwegende:

• -

  dat Vipre vervoer wil gaan verrichten naar EMO gevestigd aan de Missouriweg 25 te Rotterdam Maasvlakte;

• -

  dat het bestaande openbaar vervoer geen gelijkwaardig alternatief biedt en dat het vervoer derhalve niet een zodanige gelijkenis met het bestaande openbaar vervoer vertoont dat er sprake is van een onevenredige afbreuk aan de exploitatie van de bestaande concessies;

• -

  dat de concessiehouders RET en Connexxion, die binnen hetzelfde gebied openbaar vervoer verrichten, hebben aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het verlenen van een ontheffing aan Vipre.

   

Gelet op artikel 29 van de Wet Personenvervoer 2000;

b e s l u i t :

• 1.

  Vipre ontheffing te verlenen van het verbod om openbaar vervoer te verrichten zonder daartoe verleende concessie, zoals bedoeld in artikel 29 van de Wet Personenvervoer 2000, voor de EMO Shuttle lijn 1 tot en met 8;

• 2.

  toestemming te verlenen om het Vipre-vervoerbewijs te gebruiken op bovengenoemde lijnen.

   

Aan deze ontheffing zijn de volgende voorschriften verbonden:

• 1.

  de ontheffing wordt verleend voor de periode van 1 april 2017 tot en met 1 juli 2020 en geldt voor bovengenoemde lijn, zoals deze rijdt conform de bij het verzoek gevoegde dienstregeling;

   

• 2.

  de dienstregeling wordt in overleg met de concessiehouders voor het openbaar vervoer binnen hetzelfde gebied dusdanig afgestemd op de dienstregelingen van de concessiehouders, dat hinder of overlast voor concessiehouders ten aanzien van het gebruik van de businfrastructuur wordt voorkomen;

   

• 3.

  de ontheffing heeft slechts betrekking op lijnen of delen van lijnen die onder verantwoordelijkheid van de bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit Metropoolregio Rotterdam Den Haag vallen;

   

• 4.

  wijzigingen in het aantal ritten dienen ten minste vier weken voor de ingangsdatum schriftelijk aan de bestuurscommissie te worden gemeld;

   

• 5.

  wijzigingen in het aantal te rijden ritten mogen slechts worden ingevoerd na schriftelijke instemming van bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit Metropoolregio Rotterdam Den Haag;

   

• 6.

  indien Vipre een nieuw verzoek om ontheffing bij de bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit Metropoolregio Rotterdam Den Haag indient, dient dit verzoek ten minste drie maanden voor afloop van de ontheffingsperiode bij de Bestuurscommissie te worden ingediend: bij het verzoek dient Vipre inzicht te verschaffen in de exploitatieverwachtingen en de reizigersstromen;

   

• 7.

  voor de in deze ontheffing bedoelde lijnen kan geen aanspraak gemaakt worden op subsidies van de Vervoersautoriteit Metropoolregio Rotterdam Den Haag;

   

• 8.

  Vipre dient zorg te dragen voor een geldige communautaire vergunning, zoals genoemd in artikel 4 lid 1 van de Wet Personenvervoer;

   

• 9.

  bij het eventueel niet voldoen aan bovenstaande voorschriften volgt een waarschuwing bij een eerste constatering, een tweede en laatste waarschuwing bij een tweede constatering, een tijdelijke en/of gedeeltelijke intrekking van de ontheffing of een complete intrekking van de ontheffing bij een derde constatering, afhankelijk van de ernst van de constatering.

   

Hoogachtend,

namens de bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit MRDH,

S.J.M. Bosman,

directeur openbaar vervoer.