Organisatie | Woudrichem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling peuterprogramma’s en voor- en vroegschoolse educatie |
Citeertitel | Subsidieregeling peuterprogramma’s en voor- en vroegschoolse educatie |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-04-2017 | Onbekend | 13-12-2016 | Onbekend | ||
14-12-2016 | 01-01-2016 | 13-12-2016 | Onbekend | 13-12-2016 | Onbekend |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woudrichem;
overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan:
het stimuleren van de sociale, creatieve en educatieve ontplooiing en motorische ontwikkeling van peuters;
het vroegtijdig signaleren en voorkomen van spraak- en taalachterstanden;
een goede afstemming met het consultatiebureau en de basisscholen in het kader van de sluitende jeugdketen en doorgaande leerlijn.
overwegende dat het derhalve gewenst is nadere regels vast te stellen waarin is aangegeven welke activiteiten, behorende tot het terrein van peuterprogramma’s en voor- en vroegschoolse educatie worden gesubsidieerd en de nadere voorwaarden vast te stellen waaronder subsidies worden verstrekt;
gelet op artikel 3, artikel 5 lid 1, artikel 6 lid 4, artikel 7 lid 4, artikel 8 lid 3, artikel 9 lid 2 onder g, artikel 14 lid 3 en artikel 15 lid 3 van de 'Algemene subsidieverordening gemeente Woudrichem 2014';
vast te stellen de volgende regeling:
Subsidieregeling peuterprogramma’s en voor- en vroegschoolse educatie
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
Peuterprogramma: Een programma, bedoeld voor kinderen van 2-4 jaar, waar voorschoolse educatie wordt aangeboden aan de hand van een wettelijk erkend VVE-programma, ter stimulering van de sociale, creatieve en educatieve ontplooiing en teneinde spraak- en taalachterstanden te signaleren en te voorkomen en succesvol in het basisonderwijs door te stromen.
Peuters: In Woudrichem woonachtige kinderen die op de peildatum in de leeftijdscategorie van 2 tot 4 jaar vallen en afkomstig zijn uit een gezin waarbij één van beide ouders werkt (kostwinnersgezin) of waarbij beide ouders niet werken, en van wie de ouder(s) geen aanspraak kunnen maken op kinderopvangtoeslag;
Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Subsidie kan slechts worden verleend voor het exploiteren van peuterprogramma’s en voorschoolse educatie door een instelling in de gemeente Woudrichem. De grondslag van de subsidie is het aantal daadwerkelijk afgenomen peuterplaatsen en/of VVE-peuterplaatsen in het betreffende kalenderjaar, met dien verstande dat per peuter maximaal 1 peuterplaats en/of maximaal 1 VVE plaats voor subsidie in aanmerking komt.
Artikel 3 Doelgroep en voorwaarden
Subsidie op grond van deze regeling wordt per kalenderjaar uitsluitend verstrekt aan instellingen die:
Toegankelijk zijn voor alle peuters in de leeftijd van 2 tot 4 jaar in de gemeente Woudrichem;
Aantoonbaar ten minste 2 jaar bestaan;
Voldoen aan de eisen conform de Wet Onderwijskansen door kwaliteit en educatie (Wet Oke) en de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
Artikel 4 Hoogte van de subsidie
De hoogte van de subsidie voor een peuterplaats per peuter wordt, met inachtneming van artikel 2, bepaald door: het aantal daadwerkelijk afgenomen dagdelen per week x 3,5 x het uurtarief x het aantal weken, met een maximum van 2 dagdelen van 3,5 uur per week en 40 weken per jaar.
De hoogte van de subsidie voor een VVE peuterplaats per peuter wordt, met inachtneming van artikel 2 bepaald door: het aantal daadwerkelijk afgenomen VVE peuterplaatsen van 3,5 uur (het derde dagdeel) x het uurtarief VVE x het aantal weken, met een maximum van 1 dagdeel van 3,5 uur per week en 40 weken per jaar.
Artikel 6 Aanvraagtermijn subsidieverlening,
Een aanvraag om subsidieverlening op grond van deze regeling dient, in afwijking van artikel 7 van de Algemene subsidieverordening, uiterlijk op de peildatum te worden ingediend met gebruikmaking van het aanvraagformulier zoals opgenomen in bijlage 1.
In afwijking van lid 1 hoeft een aanvraag om subsidieverlening op grond van deze regeling voor het kalenderjaar 2016, niet te worden ingediend met gebruikmaking van het aanvraagformulier.
Een aanvraag om subsidieverlening op grond van deze regeling dient naast de gegevens zoals genoemd in artikel 6 van de Algemene subsidieverordening vergezeld te zijn van een onderbouwing ten behoeve van de berekeningswijze als bedoeld in lid 2 van artikel 8.
De subsidieverlening kan naast de in artikel 4:25, 4:34 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 9 van de Algemene subsidieverordening genoemde gevallen, geheel of gedeeltelijk geweigerd worden indien de instelling niet voldoet aan de voorwaarden en criteria die bij of krachtens de algemene subsidieverordening en de wet en de subsidieregeling peuterprogramma’s en voorschoolse educatie zijn vastgesteld.
Jaarlijks wordt in kwartaaltermijnen een voorschot van 100% van de vermoedelijke subsidie voor het betreffende jaar beschikbaar gesteld. In de eerste maand van ieder kwartaal wordt 25% van het voorschot uitbetaald.
Indien de vermoedelijke subsidie een bedrag onder de € 10.000 bedraagt, wordt het bedrag in 1 keer bevoorschot.
De instelling dient een Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling vastgesteld en geïmplementeerd te hebben. In de meldcode wordt stapsgewijs aangegeven hoe met signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling wordt omgegaan.
De instelling beoordeelt aan de hand van een “Verklaring geen recht op kinderopvangtoeslag” (zie bijlage 3) of ouders in aanmerking komen voor gemeentelijke subsidie.
De instelling verzoekt ouder(s) om hen alle gegevens te verstrekken, die redelijkerwijs van invloed kunnen zijn op de hoogte van de gemeentelijke subsidie en om wijzigingen in hun situatie, die redelijkerwijs van invloed kunnen zijn op de hoogte van de gemeentelijke subsidie, zo spoedig mogelijk kenbaar te maken aan de instelling.
De instelling registreert de bezetting van de VVE peuterplaatsen, conform de werkwijze protocol VVE beleid.
Artikel 12 Aanvraag tot subsidievaststelling
De instelling dient jaarlijks, uiterlijk op 1 mei van het jaar dat volgt op het kalenderjaar waarvoor subsidie is verleend, een aanvraag tot vaststelling in, met gebruikmaking van het aanvraagformulier zoals opgenomen in bijlage 2.
De aanvraag tot vaststelling bevat slechts:
Een inhoudelijk jaarverslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht;
een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening).