Organisatie | Eindhoven |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van standplaatsgeld voor autobusdiensten in de gemeente Eindhoven 2011 |
Citeertitel | Verordening standplaatsgeld autobusdiensten 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | 01-01-2012 | Nieuwe regeling | 30-11-2010 Gemeenteblad 2010, nr | geen |
Artikel 1. Aard en voorwerp van de heffing.
Onder de naam van "standplaatsgeld voor autobusdiensten" worden overeenkomstig de bepalingen van deze verordening rechten geheven wegens het innemen van een standplaats met een autobus voor het onderhouden van een autobusdienst op een gemeentelijk autobusstation.
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Belastingplichtig is de ondernemer van de autobusdienst, welke op de in artikel 1 bedoelde wijze standplaats met een autobus inneemt.
De grondslag, waarnaar het standplaatsgeld wordt geheven, is het aantal standplaatsen, dat door de belastingplichtige op de in artikel 1 bedoelde wijze wordt ingenomen.
Het standplaatsgeld bedraagt € 648,-- per ingenomen standplaats per jaar.
Indien een standplaats in de loop van het belastingjaar wordt ingenomen, bedraagt het standplaatsgeld € 54,-- voor elke kalendermaand. Een gedeelte van een maand wordt voor een gehele maand gerekend.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Het standplaatsgeld wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 9. Tijdstip verschuldigdheid.
Het standplaatsgeld wordt verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar of voorzover de standplaats in de loop van het belastingjaar is ingenomen, met ingang van dat tijdstip.
Artikel 10. Termijn van betaling.
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.
Bij de invordering van het standplaatsgeld voor autobusdiensten wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 12. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het standplaatsgeld.
Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel.
De Verordening standplaatsgeld autobusdiensten 2010, vastgesteld bij raadsbesluit van 15 december 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten, die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Hiervan heeft afkondiging plaatsgevonden op 22 december 2010
Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,