Organisatie | Landgraaf |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels Wmo opvang en beschermd wonen gemeente Landgraaf 2017 |
Citeertitel | Nadere regels Wmo opvang en beschermd wonen gemeente Landgraaf 2017 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-03-2017 | 01-10-2020 | nieuwe regeling | 21-03-2017 | Onbekend |
Burgemeester en wethouders van L a n d g r a a f ;
overwegende dat het in verband met de verlening van mandaat aan het college van de gemeente Heerlen voor het, namens het college van Landgraaf, zorgdragen voor opvang en beschermd wonen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning wenselijk is nieuwe nadere regels vast te stellen in verband met de zorg voor maatschappelijke ondersteuning;
gelet op de artikelen 2.1.1 en 2.3.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en het beleidsplan integrale aanpak sociaal domein gemeente Landgraaf 2015-2018;
gezien de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Landgraaf 2015;
HOOFDSTUK 2: PROCEDUREREGELS, MELDING EN ONDERZOEK MAATWERKVOORZIENING
Artikel 4. Regionaal Team Opvang en Beschermd Wonen (TOBW)
Het Regionaal Team Opvang en Beschermd Wonen geldt exclusief, naast het regulier gemeentelijk loket, als voorziening voor het bieden van toegang in het kader van een melding van behoefte aan maatschappelijke ondersteuning in de vorm van beschermd wonen, zoals bedoeld in artikel 2.3.2 van de wet. Het TOBW is in de bedoelde gevallen tevens namens het college belast met het onderzoek en de overige werkzaamheden zoals beschreven in de artikelen 4 tot en met 6.
Het college onderzoekt, onder andere in een gesprek tussen deskundigen en cliënt dan wel diens vertegenwoordiger, en waar mogelijk met de mantelzorger of mantelzorgers en desgewenst familie alsmede cliëntondersteuner, zo spoedig mogelijk en voor zover nodig:
de mogelijkheden van de cliënt om op eigen kracht of met gebruikelijke hulp, algemeen gebruikelijke voorzieningen, mantelzorg of hulp van andere personen uit zijn sociaal netwerk, met algemene voorzieningen of met (een combinatie van) maatwerkvoorzieningen in het kader van ondersteuning bij zelfredzaamheid, gericht op participatie, maatwerkvoorzieningen, gericht op vervoer en maatwerkvoorzieningen gericht op wonen in zijn behoefte aan maatschappelijke ondersteuning te voorzien;
de mogelijkheden om door middel van voorliggende voorzieningen of door samen met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en andere partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, te voorzien in de behoefte aan maatschappelijke ondersteuning;
HOOFDSTUK 3: ALGEMENE VOORZIENINGEN EN MAATWERKVOORZIENINGEN
Artikel 11. Maatwerkvoorziening als persoonsgebonden budget
Een persoonsgebonden budget wordt alleen verstrekt, indien:
de cliënt naar het oordeel van het college op eigen kracht voldoende in staat is te achten tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake dan wel met hulp uit zijn sociale netwerk of van zijn vertegenwoordiger, in staat is te achten de aan een persoonsgebonden budget verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren;
Artikel 14. Uitbetaling persoonsgebonden budget
Het persoonsgebonden budget wordt na toekenning, op basis van declaratie, op grond van artikel 2.6.2 van de wet, uitgekeerd door de Sociale Verzekeringsbank.