Organisatie | Leeuwarden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit Wmo 2017-2 gemeente Leeuwarden |
Citeertitel | Besluit Wmo 2017-2 gemeente Leeuwarden |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | - |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2017 | 01-01-2018 | Nieuwe regeling | 14-03-2017 Gemeenteblad: 3 april 2017 | Onbekend |
Artikel 1. Zorg in natura tarieven
De gunningen voor zorg in natura worden vastgesteld door het college voor Sociaal Domein 2015.
In deze gunningen zijn de tarieven per zorgaanbieder opgenomen en derhalve vastgesteld.
De tarieven per aanbieder en per product zijn opgenomen in een Productenboek sociaal domein lokaal 2017 dat ter beschikking wordt gesteld aan de sociale wijkteams en het Klant Contact Centrum.
Artikel 2. Overgangsregime AWBZ
Voor cliënten die overkomen vanuit de AWBZ met een indicatie voor Beschermd Wonen in de vorm van zorg in natura, is wettelijk een overgangsregime vastgesteld voor de duur van 5 jaar. Dit overgangsrecht loopt tot 1 januari 2020.
De definities die in dit besluit gehanteerd worden hebben, tenzij anders aangegeven, de betekenis zoals omschreven in de wet. De artikelen in dit besluit zijn aanvullend op het Uitvoeringsbesluit WMO 2015.
Artikel 7. Bijdrage maatschappelijke ondersteuning
Het bedrag dat gehuwde personen indien één van beiden jonger is dan de AOW-gerechtigde leeftijd, dienen te betalen bedraagt € 00,00 per vier weken. Hierbij geldt een inkomensgrens van € 35.000,00.
Indien een burger een inkomen heeft boven de €35.000,00, dan wordt een eigen bijdrage opgelegd over 12,5 % van het bedrag dat boven de €35.000 ligt.
AOW-gerechtigde leeftijd, de AOW-gerechtigde leeftijd als bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet.
De bovengenoemde bedragen zijn gebaseerd op artikel 3.8 en 3.9 van het Uitvoeringsbesluit 2015 zoals geldend per 1 januari 2016. Indien de bedragen en percentages in artikel 3.8 en 3.9 van het Uitvoeringsbesluit 2015 worden gewijzigd, worden de bedragen en percentages in lid 1 tot en met 4 geacht op gelijke wijze te zijn gewijzigd.
Artikel 8. Periode waarover eigen bijdrage is verschuldigd
(art. 12 Verordening Wmo 2015 gemeente Leeuwarden)
Bij herverstrekking van een verplaatsmiddel (veelal een scootmobiel) zoals genoemd in lid 1 a van dit artikel én bij een woningaanpassing zoals genoemd in lid 1 c van dit artikel wordt een eigen bijdrage opgelegd ter hoogte van de restwaarde van de nieuwwaarde van de voorziening, zoals genoemd in artikel 13 lid 3 van dit Besluit.
Het college betaalt het persoonsgebonden budget (Pgb) aan de Sociale Verzekeringsbank (SVB).
De SVB betaalt na het toekenningsbericht van college, de hulpverlener met wie de cliënt een zorgovereenkomst is aangegaan. Voor eenmalige Pgb’s heeft de SVB het college gemandateerd om deze uit te betalen.
Artikel 11. Verantwoording besteding persoonsgebonden budget door cliënt
Een gedeelte van de verantwoording van het persoonsgebonden budget vindt vooraf plaats via de zorgovereenkomst die cliënt met de hulpverlener afsluit. Deze wordt goedgekeurd door de SVB (arbeidsrechtelijk) en de gemeente (zorginhoudelijk). Eenmaal per jaar vindt verantwoording achteraf plaats.
De cliënt is verplicht om gedurende de gebruiksduur de getroffen voorziening of de aangeschafte zaak voldoende te laten onderhouden en, voor zover van toepassing, toereikend te verzekeren.
Artikel 13. Algemene bepalingen bij persoonsgebonden budget
Indien een cliënt die een persoonsgebonden budget-voorziening heeft en hij de voorziening niet meer gebruikt in de gemeente Leeuwarden, dient de cliënt of de nabestaande(n) binnen een redelijke termijn de restwaarde van de voorziening aan de gemeente terug te betalen, of de voorziening in te leveren bij de gemeente.
Indien cliënt met een persoonsgebonden budget-voorziening deze voorziening binnen de afschrijvingstermijn van 7 jaar niet meer gebruikt, omdat deze niet meer adequaat is, wordt de restwaarde van de voorziening verrekend met een eventueel nieuw toe te kennen persoonsgebonden budget. De restwaarde van de voorziening wordt berekend volgens de afschrijvingsmethodiek zoals verwoord in lid 3. Het persoonsgebonden budget voor de instandhoudingskosten wordt verrekend voor de nog niet verstreken termijn.
Hoofdstuk 2. Tarieven algemene schoonmaakvoorziening
Artikel 14. Tarieven algemene schoonmaakvoorziening
Het tarief is onderdeel van het contract en aan de desbetreffende aanbieder gebonden. Het tarief van de aanbieder wordt opgenomen in het Productenboek sociaal domein lokaal 2017, zie ook artikel 1 van dit besluit.
Hoofdstuk 3. Tarieven hulp bij huishouden
Artikel 16. Tarieven zorg in natura hulp bij het huishouden
De zorg in natura tarieven zijn onderdeel van het contract en aan de desbetreffende aanbieder gebonden.
Een overzicht van de tarieven van aanbieders wordt opgenomen in het Productenboek sociaal domein lokaal 2017, zie ook artikel 1 van dit besluit.
Artikel 17. Tarieven persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden
Persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden-dienstverlening aan huis | |
Persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden- informele hulp |
Het aantal uren en minuten huishoudelijke hulp wordt vastgesteld aan de hand van de noodzakelijk te verrichten werkzaamheden op basis van een gestelde indicatie.
Hoofdstuk 4. Tarieven thuisondersteuning, dagbesteding, kortdurend verblijf en beschermd wonen
Artikel 18. Tarieven zorg in natura
De zorg in natura tarieven zijn onderdeel van het contract en aan de desbetreffende aanbieder gebonden.
Een overzicht van de tarieven van aanbieders wordt opgenomen in het Productenboek sociaal domein lokaal 2017, zie ook artikel 1 van dit besluit.
Artikel 19. Tarieven persoonsgebonden budget
Alle in de tabel genoemde tarieven zijn maximum tarieven.
De nieuwe Pgb-tarieven Beschermd wonen gelden vanaf 1 januari 2017 voor nieuwe instroom in Beschermd wonen. Voor cliënten die een Pgb hebben ontvangen voor 1 januari 2015 en op basis van hun overgangsrecht hun indicatie opnieuw middels een Pgb verzilveren en voor cliënten die na 1 januari 2015 zijn ingestroomd in Beschermd wonen en hun indicatie verzilveren middels een Pgb, geldt dat de nieuwe tarieven ingaan per 1 januari 2018. Zij worden in 2017 geïnformeerd over de gewijzigde tarieven.
Het nieuwe informele tarief Beschermd wonen geldt vanaf 1 januari 2017 voor alle nieuwe cliënten en cliënten (bestaand en overgang) waarvan de beschikking na deze datum afloopt
Er zijn geen Pgb- tarieven voor scootmobielen opgenomen. Kiest een cliënt voor een Pgb dan koopt de cliënt zelf het vervoermiddel. De cliënt ontvangt dan een bedrag dat gebaseerd is op de prijs van de goedkoopste, meest geschikte voorziening die in het kader van ZIN verstrekt wordt. Hierbij wordt uitgegaan van de goedkoopste door Welzorg aangeboden scootmobiel. Deze scootmobiel voldoet aan de (wettelijke) kwaliteitseisen en veiligheidseisen.
Hoofdstuk 5. Woonvoorzieningen
Artikel 20. Hoogte persoonsgebonden budget woonwagens en woonschepen
Het persoonsgebonden budget voor aanpassing van woonwagens of woonschepen die niet voldoen aan de voorwaarden zoals genoemd in hoofdstuk 12.5, van de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Leeuwarden bedraagt € 1047,-.
Artikel 23 Hoogte persoonsgebonden budget bij bouwkundige woonvoorzieningen
Artikel 24 Hoogte bezoekbaar maken woning
Het bedrag dat als maximum verstrekt wordt bij het bezoekbaar maken van een woning als genoemd in de beleidsregels in hoofdstuk 12, bedraagt € 3.134,-.
Artikel 25 Hoogte persoonsgebonden budget aantal vierkante meters bouwen/grond en verharden van paden en terrassen
max. aantal m2 waarvoor een PGB wordt verleend in geval van aanbouw van een vertrek | max. aantal m2 waarvoor een PGB wordt verleend in geval van uitbreiding van een reeds aanwezig vertrek | |
Artikel 26 Hoogte persoonsgebonden budget kosten van onderhoud, keuring en reparatie
Artikel 27 Hoogte persoonsgebonden budget bij tijdelijke huisvesting
Het persoonsgebonden budget voor de kosten van tijdelijke huisvesting is gebaseerd op artikel 13, lid 1 van de Wet op de huurtoeslag (maximum bedrag per 1-1-2016 is € 710,68 per maand).
Artikel 28 Voorrang verhuizing boven woningaanpassing
De voorrang van verhuizing geldt als de aanpassing van de huidige woning meer bedraagt dan €10.000,-.
Artikel 31 Hoogte persoonsgebonden budget bij cara-sanering
Het persoonsgebonden budget voor woningsanering betreft uitsluitend kosten die noodzakelijk zijn voor vervanging van vloerbedekking en/of gordijnen in verband met cara of allergische aandoeningen.
De maximale hoogte van het persoonsgebonden budget wordt gebaseerd op de in punt 2 en 3 van dit artikel genoemde bedragen en afschrijvingspercentages.
Artikel 32 Aanvang werkzaamheden en controle persoonsgebonden budget
Het college verstrekt slechts een persoonsgebonden budget indien aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan:
Artikel 33 Gereedmelding, rechthebbenden en vaststelling en uitbetaling persoonsgebonden budget
Het bedrag van de vaststelling mag maximaal 10% hoger zijn dan het bij de toekenning begrote bedrag van de kosten. Indien tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden de verwachting bestaat dat de kosten meer dan 10% zullen afwijken van het begrote bedrag, dient de cliënt hierover onverwijld in contact te treden met het college.
Niet bouwkundige voorzieningen
Hoofdstuk 6. Vervoersvoorzieningen
De cliënt is verplicht om gedurende de gebruiksduur de aangeschafte zaak voldoende te laten onderhouden zoals genoemd in artikel 13. In geval van een scootmobiel of elektrische rolstoel is het daarnaast verplicht om minimaal een aansprakelijkheidsverzekering (WA) af te sluiten gedurende de gebruiksduur van het hulpmiddel. De normale gebruiksduur van een hulpmiddel is 7 jaar.
Artikel 38. Gebruikskosten eigen auto of vervoer door derden
De hoogte van het persoonsgebonden budget voor de cliënt die kiest voor een persoonsgebonden budget, bedraagt € 375,- op jaarbasis.
Artikel 39. Kilometervergoedingen
De hoogte van het persoonsgebonden budget voor cliënten die geen gebruik van het collectief vervoer kunnen maken en die recht hebben op een individuele kilometervergoeding bedraagt:
1. bij het gebruik van een particuliere auto: € 667,- per jaar;
Artikel 44 Hoogte Eigen bijdrage
Voor de berekening van het bijdrageplichtige inkomen neemt het CAK het inkomen van cliënt vermeerderd met het vermogen en verminderd met de verschuldigde/ingehouden belasting als uitgangspunt. Het betreft het inkomen over het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarin cliënt beschermd is gaan wonen.
Artikel 46 Eigen bijdrage opvang
De eigen bijdrage ontstaat na aftrek van de norm zak- en kleedgeld zoals gesteld in de Participatiewet, vermeerderd met de toepassing van artikel 4 van de Wet op de zorgtoeslag berekende zorgpremie voor een standaard ziektekostenverzekering. Vervolgens wordt op dit bedrag de zorgtoeslag in mindering gebracht.
Artikel 47 Vaststelling en inwerkingtreding
Het Besluit Wmo 2017-2 is vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden op 14 maart 2017 en treedt in werking op 1 april 2017, onder gelijktijdige intrekking van het Besluit Wmo 2017.