Organisatie | Asten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2017 |
Citeertitel | Rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | personeel en organisatie |
geen
art. 95, eerste en tweede lid, art. 96, eerste en tweede lid, art. 97, 99 en 147 van de Gemeentewet, art. 22, eerste lid, 23, eerste lid, 27a, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders, art. 2, 4, 7a, vierde lid, 13, tweede lid, en 15 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-04-2017 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 14-03-2017 | 2017002007 |
De raad van de gemeente Asten;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van
gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97, 99 en 147 van de Gemeentewet, de artikelen 22, eerste lid, 23, eerste lid, 27a, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders, en de artikelen 2, 4, 7a, vierde lid, 13, tweede lid, en 15 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;
gehoord het advies van de commissie Algemene Zaken en Control van 23 februari 2017;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Asten 2017
Hoofdstuk II Voorzieningen voor raads- en commissieleden
Artikel 4 Computer en internetverbinding
Op aanvraag ontvangen raads- en commissieleden voor de duur van hun raads- of commissielidmaatschap €10,- per maand ter vergoeding van de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in dit artikel bedoelde computerapparatuur voor zover deze nodig is voor het uitvoeren van het raads- of commissielidmaatschap.
Artikel 5 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in hoofdstuk II van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.
Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders
Artikel 6 Zakelijke reis- en verblijfkosten
1.Wethouders hebben aanspraak op een vergoeding van de reis- en verblijfkosten voor reizen gemaakt voor de uitoefening van het ambt, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel b, van het Rechtspositiebesluit wethouders binnen en buiten het grondgebied van de gemeente, overeenkomstig artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 9 Verhuis-, reis-en pensionkosten en tegemoetkoming dubbele woonlasten bij benoeming
Wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben aanspraak op een vergoeding van reis- en pensionkosten, dubbele woonlasten en verhuiskosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel a en b, van Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig de artikelen 1 en 2 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders.
van Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 1 en 4a van
de Regeling rechtspositie wethouders, en
b. dubbele woonlasten en verhuiskosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid,
onderdeel b, van Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel
2 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders binnen de periode van
Artikel 10 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel
1.Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen genoemd in artikel 28a van het Rechtspositiebesluit wethouders.
2.Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in hoofdstuk III van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.
Hoofdstuk IV De procedure van declaratie
Artikel 11 Betaling vaste vergoedingen
De betaling van de vergoeding voor werkzaamheden, de bezoldiging voor de wethouders op grond van het Rechtspositiebesluit wethouders, de onkostenvergoedingen en declaraties geschiedt maandelijks of in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op jaarbasis, tenzij het Rechtspositiebesluit wethouders, het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden of de Regeling rechtspositie wethouders anders bepalen.