Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Eindhoven

Verordening wijziging Legesverordening 2011 (eerste wijziging)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEindhoven
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening wijziging Legesverordening 2011 (eerste wijziging)
CiteertitelVerordening wijziging Legesverordening 2011 (eerste wijziging)
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art.229

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-11-201101-01-2012Eerste wijziging

28-11-2011

Gemeenteblad 2011, nr. 78

XE11036855
24-12-201001-01-2012Nieuwe regeling

30-11-2010

Gemeenteblad 2010, nr. 87

Geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van leges 2011

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven maakt bekend, dat de raad van de gemeente in zijn vergadering van 30 november 2010 heeft vastgesteld de

Artikel 1. Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet;

 

Artikel 2. Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

 

Artikel 3. Tarieven.

  • 1.

    De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verorde­ning behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid gerekend.

 

Artikel 4. Wijze van heffing.

De leges worden geheven bij wege van een schriftelijke kennisgeving.

 

Artikel 4a. Voorlopige vordering.

Indien de bouwkosten, genoemd in de tarieven­tabel onder 2.3.1, op het moment van in behandeling nemen van de aanvraag niet tot het definitieve bedrag kunnen worden vastgesteld, kan een voorlopige vordering worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de vordering vermoedelijk zal worden vastgesteld.

 

Artikel 5. Termijnen van betaling.

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 4:

  • a.

    mondeling wordt gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving;

  • b.

    schriftelijk wordt gedaan: op het moment van het uitreiken van de kennisge­ving dan wel wanneer de kennisgeving wordt toegezonden binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid ge­stelde termijnen.

 

Artikel 6. Teruggaaf.

Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel om­schreven dienst wordt verleend op een verzoek als bedoeld in artikel 242 van de Ge­meentewet (Stb. 1994, 762) en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in deze verordening en de daarbij behorende tabel opgenomen bepaling.

 

Artikel 7. Vrijstellingen.

  • 1.

    Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    stukken of handelingen, welke ambtshalve of ter voldoening aan wettelijke voorschriften kosteloos worden afgegeven of verricht;

  • b.

    inlichtingen , opgaven, handelingen of stukken, welke met vergunning van het college van burgemeester en wethou­ders, worden verstrekt, verricht of afge­geven ten behoeve van rechtstreeks gebruik voor het algemeen belang dienende voorlichting over de gemeente, haar organen en instellingen;

  • c.

    verklaringen van on- en minvermogen.

  • 2a.

    De leges, genoemd in de tabel onder 1.1.1, 1.1.2, 1.1.4, 1.2.1 en 1.2.2 worden niet geheven voor de in het openbaar belang afgegeven stukken en verstrekte in‑lichtingen aan openbare besturen, ambtenaren en instellingen.

  • b.

    De leges, genoemd in de tabel onder 1.2.1 en 1.2.2 worden niet geheven voor zover de daarbij vermelde stukken met vergunning van het college van burgemeester en wethouders worden afgegeven aan politieke groeperingen, waarvan de aanduiding bij de Kiesraad is geregistreerd dan wel welke aan de laatst gehouden gemeenteraadsverkiezingen hebben deelgenomen.

  • c.

    De leges, genoemd in de tabel onder 1.2.2.2 en 1.2.2.3 worden niet geheven, voor zover het betreft de exemplaren van de raadsbijlagen welke op eigen initiatief door of vanwege het college van burgemeester en wethouders worden verstrekt aan belangstellenden voor raadsvergaderingen, teneinde het deze mogelijk te maken de vergadering aan de hand van de stukken te volgen.

  • d.

    De leges, genoemd in de tabel onder 1.9 worden niet geheven indien de nasporing uitsluitend wordt verricht voor een wetenschappelijk doel of in het algemeen belang.

  • 3.

    Leges worden voorts niet geheven voor:diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke orde­ning (grondexploitatie) zijn of worden verhaald.

 

 

Artikel 8. Kwijtschelding.

Bij de invordering van leges vindt geen kwijtschelding plaats.

 

Artikel 9. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders.

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrek­king tot de heffing en de invordering van de leges.

 

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel.

  • 1.

    De Verordening tot het wijzigen van de Legesverordening 2010 (tweede wijziging), vastgesteld bij raadsbesluit van 21 september 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Legesverordening 2011".

 

 

Eindhoven, .

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

 

 

 

, burgemeester.

 

 

 

, secretaris a.i.

 

Uitgegeven, 16 december 2010.

Mij bekend,

de gemeentesecretaris a.i. van Eindhoven,

A.M.M.M. Verbakel.

 

 

Hiervan heeft afkondiging plaatsgevonden op 22 december 2010.

 

 

Tarieventabel, behorende bij de legesverordening 2011

Indeling

 

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Algemeen

Hoofdstuk 2 Bestuursstukken

Hoofdstuk 3 Burgerlijke stand

Hoofdstuk 4 Reisdocumenten

Hoofdstuk 5 Rijbewijzen

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadm. persoonsgegevens

Hoofdstuk 7 Verstrekkingen uit het Kiezersregister

Hoofdstuk 8 Overige publiekszaken

Hoofdstuk 9 Gemeentearchief

Hoofdstuk 10 Gemeentegarantie

Hoofdstuk 11 Winkeltijdenwet

Hoofdstuk 12 Telecommunicatie

Hoofdstuk 12a Overige kabels en leidingen

Hoofdstuk 13 Verkeer en vervoer

Hoofdstuk 14 Gebruik openbare grond

Hoofdstuk 15 Diversen

 

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordelen conceptaanvraag

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

Hoofdstuk 4 Vermindering

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

Hoofdstuk 9 Sloopmelding

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

 

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

Hoofdstuk 4 Kansspelen

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

Hoofdstuk 6 Huisvesting

Hoofdstuk 7 Brandbeveiligingsverordening

Hoofdstuk 8 In deze titel niet benoemde vergunning of ontheffing

 

Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Algemeen.

 

Gedrukte stuk­ken afschriften, beschikkingen enz. (algemeen)

1.1

Het tarief bedraagt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgeno­men, voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van:

 

 

1.1.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, per pagina

 

€ 2,50

 

1.1.2

een beschikking op een verzoek

€ 2,95

 

1.1.3

stukken of uittreksels, welke op verzoek van de aanvrager moeten worden opge­maakt, per pagina

 

 

€ 0,23

 

1.1.4

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, per pagina

 

€ 0,23

 

1.1.5

fotoko­pieën van bouwtekeningen, over­zichtskaarten, bestemmingsplankaarten en tekeningen, behorende bij voorberei­dingsbesluiten, per fotokopie:

 

 

 

 

 

1.1.5.1

A 4‑formaat

€ 0,95

 

1.1.5.2

A 3‑formaat

€ 1,90

 

1.1.5.3

A 2‑formaat

€ 3,80

 

1.1.5.4

A 1‑formaat

€ 7,60

 

1.1.6

lichtdrukken van tekeningen:

 

 

1.1.6.1

voor het eerste exemplaar

€ 10,25

 

1.1.6.2

voor elk volgend exemplaar van hetzelfde plan

€ 3,85

Obligatie

1.1.7

een duplicaat van de mantel en/of het couponblad van een obligatie van een door de gemeente uitgegeven obliga­tielening

 

€ 22,50

Bouwverorde­ning c.a.

1.1.8.1

een exemplaar van de Bouwverorde­ning

 

€ 17,-

 

1.1.8.3

een exemplaar van de Kamerverhuur­verordening

 

€ 10,-

 

1.1.8.4

een exemplaar van de Huisvestings­verordening

 

€ 10,-

 

1.1.8.5

een exemplaar van de Monumenten­verordening

 

€ 10,-

 

1.1.8.6

een exemplaar van de Verordening op inbraakvertragend hang- en sluitwerk

 

€ 10,-

 

Brandbeveili­gingsverorde­ning

1.1.9

een exemplaar van de Brandbeveili­gingsverordening van de gemeente Eindhoven

 

 

€ 22,50

Inlichtingen inzake Wet bescherming persoonsgege­vens

1.1.10.1

een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet Bescherming Persoons­gegevens:

 

 

 

 

1.1.10.2

bij verstrekking op papier, indien het afschrift bestaat uit:

 

 

1.1.10.2.1

ten hoogste 100 pagina's, per pagina:

met een maximum per bericht van:

€ 0,24

€ 4,60

 

1.1.10.2.2

meer dan 100 pagina's

€ 23,-

 

1.1.10.2.3

bij verstrekking anders dan op papier

€ 4,60

 

1.1.10.2.4

dat bestaat uit een afschrift van een, vanwege de aard van de verwerking moeilijk toegankelijke gegevens­ver­werking

 

€ 23,-

 

 

Indien voor hetzelfde bericht op grond van onderdeel 1.1.10.2 meerdere vergoedingen kunnen worden ge­vraagd, wordt slechts de hoogste ge­vraagd.

 

 

1.1.10.2.5

het tarief bedraagt voor het in behan­deling nemen van een verzet als be­doeld in artikel 40 van de Wet bescher­ming persoonsgegevens

 

 

€ 4,60

Hoofdstuk 2 Bestuursstukken.

Voorjaarsnota, begroting, jaarrekening

1.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behande­ling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een exemplaar van:

 

 

1.2.1.1

de Voorjaarsnota

€ 11,50

 

1.2.1.2

de Programmabegroting

€ 17,25

 

1.2.1.3

de Productenraming

€ 17,25

 

1.2.1.4

een Tussentijdse rapportage

€ 17,25

 

1.2.1.5

Het Concernverslag

€ 17,25

 

1.2.1.6

De Concernrekening

€ 17,25

 

1.2.1.7

het jaarboek van de afdeling bestuurs­informatie en onderzoek

 

€ 16,25

 

1.2.1.8

het investeringsplan

€ 18,25

 

1.2.2

Het tarief bedraagt voor:

 

 

 

het in behandeling nemen van een aan­vraag tot het verstrekken van een exem­plaar:

 

Raadsnotulen, bijlagen, ge­meen­tebladen

1.2.2.1

van de notulen van een raadsvergadering per pagina

met een maximum van

 

€ 0,20

€ 4,05

 

1.2.2.2

van de raadsbijlagen per pagina

€ 0,20

 

 

1.2.2.3

van een gemeenteblad, per pagina

€ 0,20

 

1.2.2.4

het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar op:

 

 

1.2.2.5

de notulen van de openbare raadsverga­deringen

 

€ 48,50

 

1.2.2.6

de raadsbijlagen

€ 93,-

 

1.2.2.7

het gemeenteblad

€ 28,-

 

Hoofdstuk 3 Burgerlijke stand

 

Huwelijken

1.3.

Het tarief bedraagt voor:

 

Huwelijks-voltrekking

1.3.1

het voltrekken van een huwelijk dat niet op grond van artikel 4 van de Wet van 23 april 1879 (Stb. 72) kosteloos wordt vol­trokken in de daarvoor als vaste locatie aangewezen gebouwen::

 

 

 

a. op werkdagen van maandag t/m vrijdag

 

€ 364,--

 

 

b. op zaterdag

€ 526,--

Eenvoudige huwelijks-voltrekking

1.3.2

Het voltrekken van een huwelijk dat niet op grond van artikel 4 van de Wet van 23 april 1879 (Stb. 72) kosteloos wordt vol­trokken, waarbij sprake is van een zakelij­ke, formele en eenvoudige ceremonie in de daarvoor als vaste locatie aangewezen gebouwen:

€ 183,-

 

 

 

 

Trouwboekje

1.3.3.1

het verstrekken van een trouwboekje

€ 7,30

 

1.3.3.2

het verstrekken van een trouwboekje in luxe uitvoering (exclusief uittreksel Burgerlijke Stand)

 

 

€ 23,-

Nasporing burgerlijke stand

1.3.4

het tarief bedraagt voor het doen van na­sporing in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan be­steed kwar­tier

 

 

 

€ 10,-

Wet rechten burgerlijke stand

1.3.5

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

 

 

 

 

Partnerschaps­akte

1.3.6

1.3.6.1

het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het opmaken van een akte van registratie van een partnerschap in de daarvoor als vaste locatie aangewezen gebouwen

 

 

 

a. op werkdagen van maandag t/m vrijdag

€ 364,--

 

 

b. op zaterdag

€ 526,--

 

1.3.6.2

het verstrekken van een partnerschaps­boekje

€ 7,30

 

1.3.6.3

het verstrekken van een partnerschaps­boekje in luxe uitvoering

€ 23,-

 

 

 

 

 

Omzettingsakte

1.3.7

het tarief bedraagt voor

 

 

1.3.7.1

het in behandeling nemen van de aan­vraag tot het opmaken van een akte van omzet­ting van een geregistreerd partner­schap in een huwelijk dan wel van een huwelijk in een geregistreerd partner­schap in de daarvoor als vaste locatie aangewezen gebouwen,

 

 

 

a op werkdagen van maandag t/m vrijdag:

€ 364,--

 

 

b. op zaterdag:

€ 526,--

 

1.3.7.2

De tarieven voor de voltrekking van een huwelijk als bedoeld in onder­deel 1.3.1 worden verhoogd met 45% indien het voltrekken van een huwelijk plaatsvindt op een andere locatie dan in de daarvoor als vaste locatie aangewezen gebouwen.

 

 

1.3.7.3

De tarieven voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot: het opmaken van een akte van registratie van een part­nerschap als bedoeld in onderdeel 1.3.6, het opmaken van een akte van omzetting als bedoeld in onderdeel 1.3.7 worden ver­hoogd met 45% indien het opmaken van een akte van registratie van een partner­schap of het opmaken van een omzet­tingsakte plaatsvindt op een andere loca­tie dan in de daarvoor als vaste locatie aangewezen gebouwen.

 

 

Hoofdstuk 4 Reisdocumenten

 

 

1.4

het tarief bedraagt voor het in behande­ling nemen van een aanvraag

 

Paspoort

1.4.1

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluch­telingen of een reisdocument voor vreem­delingen

 

 

€ 52,10

 

1.4.2

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in 1.4.1 (zakenpaspoort)

 

 

€ 58,20

Faciliteitenpas-

poort

1.4.3

tot het verstrekken van een reisdocu­ment ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld

 

 

€ 52,10

Bijschrijving

1.4.4

tot het bijschrijven van een kind in een reisdocument als bedoeld in 1.4.1, 1.4.2 en 1.4.3 direct bij de aanvraag van dit nieuwe reisdocument

 

 

€ 9,20

Sticker

1.4.5

tot het bijschrijven van een kind middels een bijschrijvingsticker in een reeds uit­gegeven reisdocument als bedoeld in 1.4.1, 1.4.2 en 1.4.3 1.4.1, 1.4.2 en 1.4.3

 

 

€ 21,40

 

1.4.6

tot het aanbrengen van een wijziging anders dan bedoeld in 1.4.5 in een reis­document als bedoeld in 1.4.1, 1.4.2 en 1.4.3

 

€ 9,20

NIK

1.4.7

tot het verstrekken van een Nederlandse Identiteitskaart (NIK)

en voor personen t/m 13 jaar

 

€ 43,85

€ 9,20

 

Spoedlevering

1.4.8

de tarieven als genoemd in de onderde­len 1.4.1 tot en met 1.4.3 alsmede in 1.4.7 worden bij een spoedlevering ver­meerderd met een bedrag van

 

 

€ 45,--

 

1.4.9

het tarief als genoemd in 1.4.8 wordt bij een gecombineerde spoedlevering van een nieuw reisdocument als be­doeld in 1.4.1, 1.4.2 en 1.4.3 en het bijschrij­ven van één of meer kinderen als bedoeld in 1.4.4, slechts één keer per reisdocu­ment berekend

 

 

1.4.10

het tarief als genoemd in onderdeel 1.4.5 wordt bij een spoedlevering ver­meerderd met een bedrag per bijschrij­vingsticker van

 

 

€ 21,50

 

1.4.11

indien aan de aanvrager reeds een reis­document als bedoeld in onderdeel 1.4.1, 1.4.2, 1.4.3 en 1.4.7 werd verstrekt, welk document bij de aan­vraag niet kan worden overlegd, wordt het tarief als genoemd in onderdeel 1.4.1, 1.4.2, 1.4.3 en 1.4.7 vermeerderd met

 

 

 

 

€ 23,--

 

Hoofdstuk 5 Rijbewijzen

 

 

1.5

het tarief bedraagt voor het in behande­ling nemen van een aanvraag

 

 

1.5.1

tot het afgeven, vernieuwen of omwisse­len van een rijbewijs

 

€ 32,50

 

1.5.2

tot het verkrijgen van gegevens uit het Centraal Register Rijbewijzen

 

€ 3,85

 

1.5.3

tot het afgeven van een rijbewijs, indien aan de aanvrager reeds een rijbewijs werd verstrekt, welk rijbewijs bij de aanvraag niet kan worden overgelegd de ter zake verschuldigde leges, verhoogd met

 

 

 

€ 23,--

spoedlevering

1.5.4

Het tarief genoemd in onderdeel 1.5.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met:

 

€ 34,-

 

Hoofdstuk 6 Verstrekken gegevens uit de Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens

 

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één per­soon waarvoor de gemeentelijke bevol­kingsadministratie, waaronder begrepen de administraties als be­doeld in de Wet gemeentelijke basis­administratie per­soonsgegevens (Stb. 1994, 494) en het betreffende Regle­ment, alsmede het voormalige bevol­kingsregister, voor zover dit niet aan de (streek-)archivaris is over­gedragen dan wel is onderworpen aan de bepa­lingen van de Archiefwet, moet wor­den geraadpleegd.

 

1.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behande­ling nemen van een aanvraag

 

 

1.6.1.1

tot het verstrekken van gegevens op schriftelijk verzoek

per verstrekking

 

 

€ 10,-

 

1.6.1.2

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

 

 

1.6.1.2.1

voor 100 verstrekkingen

€ 986,--

 

1.6.1.2.2

voor 200 verstrekkingen

€ 1.953,--

 

1.6.1.2.3

voor 500 verstrekkingen

€ 4.816,--

 

1.6.1.2.4

voor 1.000 verstrekkingen

€ 9.301,--

 

1.6.1.2.5

voor 5.000 verstrekkingen

€ 42.722--

 

1.6.1.3

tot het verstrekken van gegevens uit de

basisadministratie voor 2.500 inlichtingen of minder

 

€ 185,--

 

 

elk volgend honderdtal of gedeelte daarvan

vermeerderd met een bedrag van

voor het langs geautomatiseerde wijze produceren van de gegevens dan wel het middels beeldschermen raadplegen van deze gegevens

 

€ 7,40

€ 964,--

 

1.6.2

Voor zover in de wetgeving elders niet nadrukkelijk anders is bepaald, bedraagt het tarief voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke bevolkingsadmini­stratie, voor ieder daaraan besteed kwar­tier

 

 

 

€ 10,-

 

1.6.3

In afwijking van de voorgaande onder­delen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van het Besluit gemeentelijke basisadministratie per­soonsgegevens

 

 

 

€ 2,32

Uittreksel/ver­klaring uit be­volkingsadmini­stratie -

1.6.4

Het tarief bedraagt voor het in behande­ling nemen van een aanvraag tot het af­geven van een uittreksel uit / verklaring ontleend aan de gemeentelijke bevol­kingsadministratie

 

 

 

 

€ 6,60

 

Hoofdstuk 7 Verstrekkingen uit het kiezersregister

 

Kiezersregister

1.7

Het tarief bedraagt voor het in behande­ling nemen van een aanvraag tot het ver­krijgen van inlichtingen c.q. een uittreksel uit de gemeentelijke be­volkingsadmini­stratie betreffende de registratie als kiezer, bedoeld in artikel D4 van de Kies­wet

 

 

 

€ 6,60

 

Hoofdstuk 8 Overige publiekszaken

 

Verklaring omtrent gedrag

1.8.1

het tarief bedraagt voor het in behande­ling nemen van een aanvraag tot het af­

geven van een verklaring omtrent ge­drag

 

 

€ 30,05

Legalisatie

1.8.2

het tarief bedraagt voor het in behande­ling nemen van een aanvraag tot het af­geven van een legalisatie van een hand­tekening

 

 

€ 6,60

Attestatie de vita

1.8.3

het tarief bedraagt voor het in behande­ling nemen van een aanvraag tot het af­geven van een attestatie de vita

 

€ 6,60

 

Hoofdstuk 9 Gemeentearchief

 

 

1.9

Het tarief bedraagt voor het doen van nasporing, ongeacht het resultaat, in de in het gemeentearchief berustende stukken door een ambtenaar van het ge­meentearchief, per kwartier of gedeelte daarvan

 

 

 

€ 6,50

 

Hoofdstuk 10 Gemeentegarantie

 

 

1.10

Het tarief bedraagt voor het in behan­deling nemen van een aanvraag tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire geldlening

 

 

€ 72,--

 

Hoofdstuk 11 Winkeltijdenwet

 

 

1.11

Het tarief bedraagt voor het in behande­ling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:een ontheffing ingevolgde de Winkel­tijdenwet

 

 

€ 161,--

 

Hoofdstuk 12 Telecommunicatie

 

Instemmings-besluit Tele­communicatie­wet

1.12.1

Het tarief voor het in behan­deling nemen van een melding tot het verkrijgen van in­stem­ming omtrent tijdstip, plaats en werk­wijze van uitvoering van werk­zaam­heden als bedoeld in artikel 5.4 eerste lid, van de Telecommunicatie­wet bedraagt:

 

 

 

- voor tracés tot en met 250 meter

€ 185,--

 

 

- voor tracés vanaf 251 meter

€ 740,--

 

1.12.2

een basisbedrag per strekkende meter

€ 1,47

 

1.12.3

Het tarief bedoeld in de onderdelen 1.12.1 en 1.12.2 wordt

vermin­derd met 50%, indien

a. een melding wordt ingetrokken, voordat hierop een beslissing is ge­nomen

b. een aanvraag buiten behandeling wordt gesteld

 

 

1.12.4

In afwijking van de onderdelen 1.12.1 en 1.12.2 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een na aan­vang of gereedkomen van de aanleg, instandhouding of verwijdering van kabels ingediende melding in verband met het verkrijgen van instemming; 150% van de leges, zoals deze op grond van die onderdelen geheven zouden zijn bij een vooraf ingediende melding.

 

 

Hoofdstuk 12a Overige kabels en leidingen

 

Inbreek-vergunning

1.12.a.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het aanleg­gen, onderhouden, verleggen of verwijderen van kabels of leidingen als bedoeld in artikel 3.2 van de Verorde­ning Kabels en Leidingen gemeente Eindho­ven 2010, bedraagt:

 

 

 

- voor tracés tot en met 250 meter

€ 185,--

 

 

- voor tracés vanaf 251 meter

€ 740,--

 

1.12.a.2

een basisbedrag per strekkende meter

€ 1,47

 

1.12.a.3

Het tarief bedoeld in de onderdelen 1.12a.1 en 1.12a.2 wordt ver­minderd met 50%, indien:

a. op een aanvraag afwijzend wordt beschikt

b. een aanvraag wordt ingetrokken, voordat hierop een beslissing is ge­nomen

c. een aanvraag buiten behandeling wordt gesteld

 

 

1.12.a.4

In afwijking van de onderdelen 1.12a.1 en 1.12a.2 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een na aanvang of gereedkomen van de aanleg, onderhoud, verlegging of verwijdering van kabels of leidingen ingediende aanvraag om een vergunning; 150% van de leges, zoals deze op grond van die onderdelen geheven zouden zijn bij een vooraf ingediende aanvraag.

 

 

Hoofdstuk 13 Verkeer en vervoer

 

 

1.13.1

Het tarief bedraagt voor het in behande­ling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

 

Gehandicapten­parkeerkaart/ ontheffing plaatsen rijwiel

1.13.1

Het tarief bedraagt voor het in behande­ling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

 

 

1.13.1.1

een Gehandicaptenparkeerkaart als be­doeld in hoofdstuk IV (landelijk) van het Besluit administratieve bepalingen inza­ke het wegverkeer (BABW, Stb. 1990, 460)

 

 

 

€ 35,50

 

1.13.1.2

een gehandicaptenparkeerkaart als be­doeld in artikel 87 (gemeentelijk) van het Reglement verkeersregels en ver­keers­tekens 1990 (RVV 1990, Stb. 1990, 459)

 

 

€ 35,50

 

1.13.1.3

een ontheffing van het verbod tot het plaatsen van een fiets in de bin­nenstad ingevolge artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

 

 

€ 35,50

 

1.13.1.4

een wijziging of duplicaat van de onder 1.13.1 bedoelde gehan­dicaptenparkeerkaart respectievelijk ontheffing:

 

 

€ 35,50

 

1.13.1.5

a. de aanvraag om een vergunning als bedoeld onder 1.13.1 wordt ingetrokken, voordat hierop een beslissing is genomen;

b. op een aanvraag om een vergunning als bedoeld onder 1.13.1 afwijzend wordt beschikt, wordt op verzoek teruggaaf van 80% (a) respec­tievelijk 60% (b) van de geheven leges verleend

 

Ontheffing bij­zonder vervoer

1.13.2.1

een ontheffing als bedoeld in arti­kel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (Stb. 459) voor zover noodzakelijk voor en direct samen­han­gend met de uitvoering van bijzon­dere transporten

 

 

 

€ 43,50

 

1.13.2.2

een ontheffing als bedoeld in artikel 7.1 van het Voertuigreglement (Stb, 1994, 450)

 

€ 81,--

Ontheffing inrij­verbod e.d.

1.13.2.3

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (Stb. 459) anders dan bedoeld in onder­deel 1.13.2.1

Voor een ontheffing voor één dag wordt slechts 50% van de leges in rekening gebracht.

 

 

 

 

€ 81,--

Ontheffing gebruik busbaan en busstrook

1.13.2.4

een ontheffing voor het gebruik van een busbaan / busstrook als bedoeld in arti­kel 81 Reglement verkeersregels en ver­keerstekens 1990

 

 

€ 40,50

Vervoervergun­ningen

1.13.3

een vergunning als bedoeld in ar­tikel 11 van de Wet personenvervoer dan wel een verlenging, overdracht of wijziging van die vergun­ning op verzoek van de vergun­ninghouder

 

 

€ 8,30

Milieuzone

1.13.4

Het tarief bedraagt voor het in behan­deling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als be­doeld in artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, om toegang te hebben tot de milieuzone:

 

 

 

€ 25,--

Vergunning wielerwedstrij­den e.d.

1.13.5.1

een vergunning voor het houden van wedstrijden met voertuigen ingevolge artikel 24 van de Wegenverkeerswet

 

 

€ 709,--

 

1.13.5.2

indien:

 

 

 

a. de aanvraag om een vergunning als bedoeld onder 1.13.5.1 wordt ingetrokken, voordat hier op een beslissing is genomen

 

 

 

b. op een aanvraag om een vergunning als bedoeld onder 1.13.5.1 afwijzend wordt beschikt, wordt op verzoek teruggaaf van 80% (a) respec­tievelijk 60% (b) van de ge­heven leges verleend

 

 

 

Hoofdstuk 14 Gebruik openbare grond

 

 

1.14

een vergunning ingevolge artikel 2.1.5.1, van de Algemene Plaatselijke Verorde­ning Eindhoven voor het in, op, boven of over de weg aanbrengen of hebben van voorwerpen, indien het betreft

 

 

1.14.1

een uitstalling

€ 81,-

 

1.14.2

Vervallen

 

 

1.14.3

een benzinestation

€ 2.656,-

 

1.14.4

bouwschuttingen e.d.:

klasse A:

klasse B:

klasse C:

klasse D:

Bovenstaande klassen zijn nader gedefi­nieerd in de bij deze tarieventabel beho­rende bijlagen “overzicht indeling onderdeel 14.1.2.4.”.

 

€ 9.341,-

€ 4.031,-

€ 645,-

€ 81,-

 

 

1.14.5

overige objecten

€ 449,-

 

1.14.6

indien de vergunningaanvraag als be­doeld onder 1.14.4 (bouwschuttingen e.d.) betrekking heeft op meer dan één project in één kalenderjaar, is voor het tweede en elk volgend project de helft van het onder 1.14.4 genoemde be­drag verschuldigd

 

Hoofdstuk 14a Bouwhinder

 

 

1.14a

. Voor een ontheffing voor het verbod op het veroorzaken van bouwhinder, artikel 4.1.5.APV bedraagt het tarief:

 

Ernstige bouwhinder

1.14a.1

In het geval van ernstige bouwhinder:

€ 15.631,-.

 

1.14a.2

Indien de ontheffing voor maximaal 5 dagen wordt verleend

€ 616,-.

 

1.14a.3

Indien de bouwhinder niet onder de definitie ernstige bouwhinder valt

€ 616,-.

 

Hoofdstuk 15 Diversen

 

Collecte-

vergunning

1.15.1.1

een inzamel- of collectevergunning als bedoeld in artikel 5.2.1 respectievelijk 5.2.1.a van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven

 

 

€ 62,--

 

1.15.1.2

indien:

 

 

 

a. de aanvraag om een vergunning als bedoeld onder 1.15.1 wordt ingetrokken, voordat hier op een be­slissing is genomen

 

 

 

b. op een aanvraag om een vergun­ning als bedoeld onder 1.15.1 afwijzend wordt beschikt, wordt op verzoek teruggaaf van 80% (a) respectievelijk 60% (b)van de ge­heven leges verleend

 

Inregelen en verzegelen mu­ziekbegrenzer

1.15.2

Het tarief bedraagt voor het in behande­ling nemen van een aanvraag tot het opnieuw inregelen van een muziekbegrenzer teneinde deze te laten voldoen aan de in de muziekvergunning gestelde voorwaarden

 

 

€ 171,--

 

 

 

 

Registers

 

 

 

Gemeentelijke beperkingen-register

1.15.3

Het tarief bedraagt voor het in behan­deling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit het gemeentelijk beper­kingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet Ken­baarheid publiekrechtelijke beperkin­gen.

 

 

 

 

 

€ 15,50

Kadaster

1.15.4

het tarief bedraagt voor het verrich­ten van nasporing in het kadaster, per object:

 

 

1.15.4.1

voor het leveren van een kadastraal uittreksel

€ 14,80

 

1.15.4.2

voor hypothecaire informatie

€ 14,80

 

1.15.4.3

voor informatie uit akten

€ 14,80

 

1.15.4.4

voor informatie uit de kadastrale kaart, inbegrepen een kopie op A4 of A3 for­maat

 

€ 14,80

 

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

 

2.1.1.1

aanlegkosten:

 

 

de aannemingssom inclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

2.1.1.2

bouwkosten:

 

 

de aannemingssom inclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, inclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

2.1.1.3

sloopkosten:

 

 

de aannemingssom inclusief omzetbelasting,, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

2.1.1.4

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 

 

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

2.2

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

2.2.1

om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is bedraagt:

€ 82,--

 

voor vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project voor activiteiten met betrekking tot milieu, monumenten of beschermd stadsgezichten in het kader van de Wabo vergunbaar worden geen leges geheven

 

2.2.2

om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning bedraagt:

€ 245,--

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

 

 

 

2.3.1

Bouwactiviteiten

 

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.1.1.1

indien de bouwkosten minder dan € 230.000,-- bedragen:

2,45% over elk geheel bedrag van € 100,-

van de bouwkosten met een minimum van € 82,--

 

2.3.1.1.2

indien de bouwkosten € 230.000,-- tot € 1.155.000,-- bedragen:

€ 5.878,-- vermeerderd met 2,28% over elk ge­heel bedrag van € 1.000,-- waarmee de bouwkosten € 230.000,-- te boven gaan

2.3.1.1.3

indien de bouwkosten € 1.155.000,-- of meer bedragen meer bedragen:

€ 26.682,-- vermeer­derd met 1,58% over elk geheel bedrag van € 1.000,-- waar­mee de bouwkos­ten € 1.155.000,-- te boven gaan, met een maxi­mum van € 600.000,--

 

 

 

 

Extra welstandstoets

 

2.3.1.2

Niet van toepassing

 

 

 

 

 

Verplicht advies agrarische commissie

 

2.3.1.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld, het bedrag dat daartoe door de agrarische commissie is vastgesteld.

 

 

 

 

 

Achteraf ingediende aanvraag

 

2.3.1.4

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit 150% van de leges, zoals deze op grond van die onderdelen geheven zouden zijn bij een vooraf ingediende aanvraag.

 

 

 

 

2.3.1.5

Beoordeling aanvullende gegevens

 

 

Niet van toepassing

 

 

 

 

2.3.2

Aanlegactiviteiten

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 82,--

 

 

 

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:

 

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 224,--

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, 3.3 en 3.5 van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking en aanhoudingsplicht):

€ 224,--

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 3.433,--

2.3.3.4

indien artikel 2.12, tweede lid, 3.3 en 3.5 van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking en aanhoudingsplicht):

€ 978,--

2.3.3.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 978,--

2.3.3.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 224,--

2.3.3.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 224,--

2.3.3.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 224,--

 

 

 

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het basistarief:

€ 612,--

 

Dit bedrag wordt verhoogd met:

 

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 224,--

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 224,--

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 3.433,--

2.3.4.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)

€ 978,--

2.3.4.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 978,--

2.3.4.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 224,--

2.3.4.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 224,--

2.3.4.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 224,--

 

 

 

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 250,--

 

Het tarief wordt vermeerderd met een toeslag voor bouwwerken en inrichtingen met een gebruiks­oppervlakte:

 

 

- cat. 1 t/m 100 m²

€ 171,--

 

- cat. 2 van meer dan 100 m2 t/m500 m2

€ 1,71 p. m2

 

- cat. 3 van meer dan 500 m2 t/m 2.000 m²

€ 596,-- +

€ 0,57 p.m2

 

- cat. 4 van meer dan 2.000 m2 t/m 5.000 m²

€ 1.421,-- +

€ 0,14 p.m2

 

- cat. 5 van meer dan 5.000 m2 t/m 50.000 m2

€ 1.920,-- +

€ 0,04 p.m2

 

 

- cat. 6 van meer dan 50.000 m2

€ 3.111,-- +

€ 0,01 p.m2

2.3.5.1

indien een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in onderdeel 2.3.5 betrek­king heeft op het tij­delijk gebruik van een bouwwerk ten behoeve van een evenement (gebruiksduur maximaal 4 weken); 10% van het legestarief vermeld in onderdeel 2.3.5

 

2.3.5.2

indien een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in onderdeel 2.3.5 betrek­king heeft op een ver­gunning tot wij­ziging dan wel uit­breiding van een ver­gunning als bedoeld in onderdeel 2.3.5 be­draagt het legestarief indien het be­treft:

 

 

a uitbreiding van de inrichting, met dien verstande dat de uitbreiding ten­minste 10% van de oorspronkelijke gebruiksoppervlakte bestaat:

het legestarief vermeld in onderdeel 2.3.5, met dien verstande dat de toe­slag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding

 

 

b herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik van de gehele in­richting of een gedeelte van de in­richting, met dien verstande dat deze herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik tenminste 10% van de gebruiksoppervlakte beslaat: 50% van het legestarief vermeld in onder­deel 2.3.5, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van het gewijzig­de gedeelte

 

2.3.5.3

Een verklaring van overdracht van omgevingsvergunning als bedoeld in onderdeel 2.3.5 aan de nieuwe ge­bruiker

 

€ 52,--

2.3.4.5

Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning als bedoeld in onderdeel 2.3.5 wordt ingediend op basis van een schriftelijke aanschrijving, dan is géén leges verschuldigd wanneer deze vergunningaanvraag niet leidt tot het verlenen van deze vergunning.

 

 

 

 

 

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

 

 

Vervallen

 

 

 

 

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

2.3.7.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief:

 

2.3.7.1.1

in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo:

€ 1.338,--

2.3.7.1.2

in gevallen waarvoor op grond van artikel 8.1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

indien de hoeveelheid sloopafval 10m3 t/m 20m3 bedraagt:

€ 82,--

 

indien de hoeveelheid sloopafval 21m3 t/m 50m3 bedraagt:

€ 245,--

 

indien de hoeveelheid sloopafval 51m3 t/m 100m3 bedraagt:

€ 734,--

 

indien de hoeveelheid sloopafval 101m3 t/m 500m3 bedraagt:

€ 1.470,--

 

indien de hoeveelheid sloopafval meer dan 500m3 bedraagt:

€ 2.922,--

 

 

 

2.3.7.1.3

Bij een parapluvergunning:

- 0-50 meldingen

- 50 meldingen

€ 714,--

€ 1428,--

 

 

 

2.3.7.2

Asbesthoudende materialen

 

 

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.7.1.1 t/m 2.3.7.1.3 bedraagt het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is:

€ 314,--

 

 

 

2.3.8

 

vervallen

 

2.3.9

Uitweg/inrit

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.1.5.3 van de Algemene plaatselijke verordening Eindhoven een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 484,--

 

 

 

2.3.10

Kappen

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.3.2 van de Algemene plaatselijke verordening Eindhoven een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

1 tot 20 bo(o)m(en), per boom:

€ 92,--

 

20 bomen of meer:

€ 1.840,--

 

 

 

2.3.11

Opslag van roerende zaken

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

 

2.3.11.1

indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:

€ 167,--

2.3.11.2

indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:

€ 167,--

 

 

 

2.3.12

Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998

 

2.3.12.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:

€ 335,--

2.3.12.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998

€ 335,--

 

 

 

2.3.13

Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief

€ 335,--

 

 

 

2.3.14

Andere activiteiten

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

 

2.3.14.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 585,--

2.3.14.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 585,--

 

 

 

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase:

50% van het totaalbedrag dat aan leges verschuldigd zal zijn voor de behandeling van de totale aanvraag;

 

2.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase:

het totaalbedrag dat aan leges verschuldigd zal zijn voor de behandeling van de totale aanvraag, verminderd met de leges bedoeld onder onderdeel 2.3.15.1

 

 

 

 

2.3.16

Beoordeling bodemrapport

 

 

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

 

2.3.16.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 314,--

2.3.16.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

€ 314,--

2.3.16.3

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het toestaan tot het geheel of gedeeltelijk afwijken van de plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport als bedoeld in artikel artikel 2.4, onder d, van de Regeling omgevingsrecht

 

€ 82,--

 

 

 

2.3.17

Advies

 

 

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, het bedrag dat daartoe door het betreffende bestuursorgaan of instantie is vastgesteld.

 

 

 

 

2.3.18

Verklaring van geen bedenkingen

 

2.3.18.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

 

2.3.18.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 82,--

2.3.18.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven, het bedrag dat daartoe door het betreffende bestuursorgaan is vastgesteld.

 

 

 

 

2.3.19

Openbare kennisgeving

 

 

Indien voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning een openbare kennis­geving noodzakelijk is, bedraagt het tarief voor deze kennisgeving:

€ 224,-- 220,--

 

 

 

2.3.20

Hogere grenswaarde

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwwerk ten aanzien waarvan een hogere grenswaarde procedure dient plaats te vinden bedraagt het tarief:

€ 1.841,-- 1.805,--

Hoofdstuk 4 Vermindering en afwijking eerder ingediende aanvraag

2.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3, met dien verstande dat het minimale bedrag € 80,-- bedraagt.

 

2.4.2

Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit, waarvoor reeds een vergunning is verleend, wor­den de voor de oorspronkelijke vergun­ning geheven leges verrekend met het be­drag dat op basis van deze tarieventabel verschuldigd is met dien verstande dat zij nimmer minder dan € 80,-- zullen bedra­gen. Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking zo­danig is dat naar de omstandigheden be­oordeeld van een nieuwe aanvraag sprake is Indien na weigering een gewijzigd plan wordt in­gediend, kan niet tevens een verzoek om teruggaaf van leges worden gedaan.

 

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

2.5.1

Vermindering als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, wordt 50% van het tarief van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges in rekening gebracht.

 

 

Als na deze intrekking een gewijzigd plan binnen 1 jaar volgt worden de resterende 50% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges in rekening gebracht

 

 

 

 

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

 

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen één jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

50 %

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

 

 

 

2.5.3

Vermindering als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat tot uiterlijk één jaar na dagtekening van het besluit aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De vermindering bedraagt:

50 %

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

 

 

 

2.5.4

Vermindering als gevolg van het buiten behandeling stellen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

2.5.4.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 buiten behandeling stelt, bestaat tot uiterlijk één jaar na dagtekening van het besluit aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De vermindering bedraagt:

50 %

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

 

 

 

2.5.5

Minimumbedrag voor teruggaaf

 

 

Een bedrag minder dan € 80,-- wordt niet teruggegeven.

 

 

 

 

2.5.6

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

 

 

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.

 

 

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

Niet van toepassing.

Hoofdstuk 7 Wijziging en overschrijven omgevingsvergunning

2.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het overschrijven van een verleende omgevingsvergunning

€ 82,--

2.7.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het verlengen van een tijdelijke vergunning

€ 82,--

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 2.324,--

Hoofdstuk 9 Sloopmelding

Niet van toepassing.

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking en overigen

2.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 82,--

 

Het tarief bedraagt voor het in behande­ling nemen van:

 

2.10.1

een verzoek om het ter inzage verstrekken van een bouwplandossier van een vol­tooid bouwwerk uit het bouwplannen­archief en/of microfiches, ongeacht het resultaat, per bouwplan

 

 

€ 7,90

2.10.2

indien bij het raadplegen van een bouw­plandossier op verzoek informatie wordt verstrekt door een technisch ambtenaar wordt het onder 2.10.1 genoemde tarief verhoogd met per kwartier of gedeelte daarvan

 

 

€ 19,75

2.10.3

een verzoek om het verstrekken van foto­kopieën of faxen van één bestemmings­plan

 

€ 17,50

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijnHoofdstuk 1 Horeca

 

Het tarief bedraagt voor het in behande­ling nemen van een aanvraag om:

 

 

3.1.1

een vergunning ingevolge artikel 3, eerste lid van de Drank- en Horecawet

 

€ 1.165,--

 

3.1.2

een administratieve wijziging van de vergunning als bedoeld in 3.1.1 van deze tarieventabel

 

 

€ 242,--

 

3.1.3

een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

 

€ 39,-

Exploitatie-

vergunning

3.1.4

een vergunning ingevolge artikel 2.3.1.2 danwel 2.3.4.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven.

 

€ 1.062,--

 

3.1.5

een vergunning ingevolge artikel 2.3.1.2a van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven

 

€ 239,--

 

3.1.6

een administratieve wijziging van een bestaande exploitatievergunning als bedoeld in 3.1.4 van deze tarieven­tabel, zonder volledige toetsing

 

 

€ 239,--

Ontheffing sluitingsuur

3.1.7.1

een ontheffing van het tijdstip van slui­ting van een voor het publiek toeganke­lijke inrichting, als bedoeld in artikel 2.3.1.4 van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven

 

 

€ 190,--

 

3.1.7.2

Een ontheffing als bedoeld in artikel 5.8.2 van de Algemene Plaatselijke Ver­ordening Eindhoven.

 

€ 190,--

 

 

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen

 

3.2

Het tarief bedraagt voor het in behande­ling nemen van een aanvraag om een vergunning ingevolge artikel 2.2.2 van de Algemene Plaatselijke Verorde­ning Eindhoven voor het organiseren van een evenement:

 

 

 

- categorie C: regulier evenement

€ 239,--

 

 

- categorie B: evenementen met verhoogde aandacht

€ 706,--

 

 

- categorie A: risico-evenementen

€ 2.656,--

 

 

- categorie A+: evenementen met hoog risico

€ 7.325,--

 

 

bovenstaande categorieën A+ , A, B en C zijn nader gedefinieerd in de bij deze tarie­ventabel behorende bijlagen "overzicht criteria voor risicoanalyse evenementen"

 

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

 

3.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behande­ling nemen van een aanvraag om een vergunning ingevolge artikel 3.2.1 van de Algemene Plaatselijke Verorde­ning Eindhoven inzake de exploitatie van een seksinrichting of escortbedrijf:

 

 

€ 2.257,--

 

3.3.2

een administratieve wijziging van een bestaande vergunning als bedoeld onder 3.3.1 zonder volledige toetsing

 

€ 239,--

 

3.3.3

een geschiktheidverklaring voor een seksinrichting of escortbedrijf

 

€ 890,--

 

 

Hoofdstuk 4 Kansspelen

 

 

 

Het tarief bedraagt voor:

 

Vergunning speelautomaat

3.4.1.1

het in behandeling nemen van een aan­vraag tot het verkrijgen van een aan­wezigheidsvergunning voor een tijdvak van 12 maanden, als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen, is de aanvrager een vergoeding verschuldigd van:

 

 

 

a indien de vergunning voor één speel­automaat geldt

€ 62,-

 

 

b. indien der vergunning voor twee of meer speelautomaten geldt,

vermeerderd met het product van het aantal speelautomaten, waarvoor de vergunning geldt, en een bedrag van

 

€ 25,-

 

€ 38,-

 

3.4.1.2

onderdeel 3.4.1.1 is van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan 12 maanden of langer dan 12 maanden doch ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de in onderdeel 3.4.1.1 bedoelde bedra­gen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van der vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden.

 

 

 

3.4.1.3

onderdeel 3.4.1.1 is van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, met dien ver­stande dat voor de toepassing van 3.4.1.1 sub a in plaats van € 58,- een bedrag van € 254,- en voor de toepas­sing van 3.4.1.1 sub b in plaats van € 23,- een bedrag van € 101,- en in plaats van € 34,50 een bedrag van € 152,-- geldt

 

 

 

 

 

Loterijvergun­ning

3.4.2

een loterijvergunning ingevolge artikel 3 van de Wet op de kansspelen

 

€ 33,-

Kienbijeen­komst

3.4.3

een melding kienbijeenkomsten kalenderjaar 2011, ar­tikel 7c van de Wet op de kansspe­len

 

72,--

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

 

3.5

a. Indien de aanvraag om een vergunning, of ander besluit als bedoeld onder 3.1 tot en met 3.4 wordt ingetrokken, voordat hier op een beslissing is genomen

 

 

 

b. op een aanvraag om een vergunning als bedoeld onder 3.1 t/m 3.4 afwijzend wordt beschikt, wordt op verzoek teruggaaf van 80% (a) respec­tievelijk 60% (b) van de geheven leges verleend

 

 

Hoofdstuk 6 Huisvesting

Huisvestings­wet

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behande­ling nemen van een aanvraag:

 

Onttrekking

3.6.1

om een vergunning tot gehele of gedeel­telijke onttrekking van woonruimte aan de bestemming tot be­woning als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel a van de Huisvestingswet

 

 

 

 

€ 428,--

Samenvoeging

3.6.2

om een vergunning tot samenvoeging van woonruimte met ande­re woonruimte als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel b van de Huisves­tingswet

 

 

 

€ 428,--

Splitsing

3.6.3

om een splitsingsver­gunning als bedoeld in artikel 33 van de Huisvestingswet

 

€ 428,--

Leegstand

3.6.4

om een leegstandsvergunning als bedoeld in artikel 15, eerste lid van de Leeg­standswet

 

 

€ 428,--

Omzetting

3.6.5

om een omzettingsvergunning als bedoeld in artikel 30 eerste lid onderdeel c uit de Huisvestingswet

€ 428,--

 

3.6.6

het overschrijven van een verleende ver­gunning ingevolge de Huisvestingsver­ordening Eindhoven

 

 

€ 82,--

 

3.6.7

indien:

a. op een aanvraag om vergunning afwij­zend wordt beschikt;

b. een aanvraag om vergunning wordt ingetrokken, voordat hierop een be­slissing is genomen;

c. de vergunning wordt ingetrokken, om­dat daarvan geen gebruik wordt ge­maakt;

wordt, tot uiterlijk één jaar na dagteke­ning van de afwijzing dan wel de intrek­king van de aanvraag, op verzoek terug­gaaf van 50% van de geheven leges ver­leend

 

Hoofdstuk 7 Brandbeveiligingsverordening

 

3.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

 

Gebruiksver­gunning in ver­band met brand­veilig gebruik van een bouwwerk

3.7.1

een gebruiksvergunning ingevolge artikel 2.11.1 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken:

vermeerderd met een toeslag als hier­onder aangegeven:

 

 

€ 250,--

 

voor een bouwwerk met een gebruiks­oppervlakte:

 

 

- cat. 1 t/m 100 m²

€ 171,--

 

- cat. 2 van meer dan 100 m2 t/m500 m2

€ 1,71 p. m2

 

- cat. 3 van meer dan 500 m2 t/m 2.000 m²

€ 596,-- +

€ 0,57 p.m2

 

- cat. 4 van meer dan 2.000 m2 t/m 5.000 m²

€ 1.421,-- +

€ 0,14 p.m2

 

- cat. 5 van meer dan 5.000 m2 t/m 50.000 m2

€ 1.920,-- +

€ 0,04 p.m2

 

- cat. 6 van meer dan 50.000 m2

€ 3.111,-- +

€ 0,01 p.m2

 

3.7.2

indien een aanvraag om een vergunning als bedoeld in onderdeel 3.7.1 betrek­king heeft op het tij­delijk gebruik van een bouwwerk ten behoeve van een evenement (gebruiksduur maximaal 4 weken); 10% van het legestarief vermeld in onderdeel 3.7.1

 

 

3.7.3

indien een aanvraag om een vergunning als bedoeld in onderdeel 3.7.1 betrek­king heeft op een ver­gunning tot wij­ziging dan wel uit­breiding van een ver­gunning als bedoeld in onderdeel 3.7.1 be­draagt het legestarief indien het be­treft:

 

 

 

a uitbreiding van de inrichting, met dien verstande dat de uitbreiding ten­minste 10% van de oorspronkelijke gebruiksoppervlakte bestaat:

het legestarief vermeld in onderdeel 3.7.1, met dien verstande dat de toe­slag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding

 

 

 

b herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik van de gehele in­richting of een gedeelte van de in­richting, met dien verstande dat deze herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik tenminste 10% van de gebruiksoppervlakte beslaat: 50% van het legestarief vermeld in onder­deel 3.7.1, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van het gewijzig­de gedeelte

 

 

3.7.4

een verklaring van overdracht van ge­bruikersvergunning aan de nieuwe ge­bruiker

€ 51,--

 

3.7.5

Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in onderdeel 3.7.1 wordt ingediend op basis van een schriftelijke aanschrijving, dan is géén leges verschuldigd wanneer deze vergunningaanvraag niet leidt tot het verlenen van deze vergunning.

 

Hoofdstuk 8 In deze titel niet benoemde vergunning of ontheffing

 

3.8

Het tarief bedraagt voor het in behan­deling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

 

Standplaatsver­gunning

3.8.1

een standplaatsvergunning inge­volge artikel 5.2.3. van de Algeme­ne Plaatse­lijke Verordening Eindho­ven

 

€ 81,--

Vergunning in­zamelen afval­stoffen

3.8.2

een vergunning voor het inzamelen van afvalstoffen ingevolge artikel 4.2.2.5 van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven

 

 

€ 81,--

 

 

 

 

Behoort bij raadsbesluit van 30 november 2010 tot vaststelling van de Tarieven­tabel 2011, behorende bij de Verordening reinigingsheffingen 2011.

 

Overzicht criteria voor risicoanalyse evenementen.

(behorende bij titel 3, hoofdstuk 2 van de Tarieventabel behorende bij de Leges­verordening 2011).

 

 

CATEGORIE

CRITERIA VOOR INDELING VAN DE CATEGORIEËN

 

 

A+

Evenement met sterk verhoogde aandacht

€ 6.671.--

Ketenpartners* allen aanwezig tijdens het evenement.

 

Alle criteria genoemd bij categorie A en B.

A

Evenement met verhoogde aandacht

€ 2.418,--

Ketenpartners gedeeltelijk aanwezig tijdens het evenement.

 

(Omvang) doelgroep vraagt om verhoogde aandacht van de ketenpartners.

 

Meerdere voorbesprekingen met ketenpartners en/of organisatie noodzakelijk.

 

Alle criteria genoemd bij categorie B.

B

Evenement met licht verhoogde aandacht

€ 643,--

Elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak.

 

Risicomatrix moet worden ingevuld.

 

Intensieve afstemming met omgeving noodzakelijk.

 

Besprekingen en advisering met en door ketenpartners en organisatie noodzakelijk.

 

Verkeersmaatregelen openbare weg noodzakelijk.

 

Evenemententerrein vraagt extra aandacht i.v.m. schadegevoeligheid.

C

Regulier evenement

€ 220,--

Elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak.

 

Afstemming met omgeving noodzakelijk.

 

Advisering door ketenpartners noodzakelijk.

 

Verkeersmaatregelen openbare weg afhankelijk van het evenement.

 

Bespreking met ketenpartners en/of organisatie afhankelijk van het evenement.

 

Geen tot weinig speciale aandacht i.v.m. schadegevoeligheid van het terrein.

D

Wijkevenement

€ 0,--

Elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak.

 

(Omvang) doelgroep geeft geen aanleiding tot nadere risicoanalyse.

 

Activiteiten vinden niet plaats in een risicogebied.

 

Afstemming met omgeving noodzakelijk.

 

Advisering door ketenpartners noodzakelijk.

 

Weinig of geen verkeersmaatregelen noodzakelijk.

 

 

* Tot de ketenpartners behoren:

Regio Politie Brabant Zuid-oost

Brandweer

 

Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen: GHOR

Sector Ruimtelijk beheer / Afdeling Voorbereiding: Verkeerscoördinatie

Economische Zaken / Afdeling Evenementen

 

Overzicht criteria voor klasse-indeling bouwschuttingen e.d. (regulering gebruik openbare ruimte). (behorende bij titel 1, hoofdstuk 14 van de Tarieventabel behorende bij de Leges­verordening 2011).

 

Klasse

Criteria voor indeling

A

 

 

gebruik van de openbare ruimte

 

Intensieve afstemming met omgeving noodzakelijk

 

Advisering van overheidsdiensten noodzakelijk in het kader van de vergunningverlening

 

Samenstel van activiteiten zoals damwanden, ontgravingen, bouwkranen, opslag materialen, tijdelijke inritten

 

Meerdere voorbesprekingen overheidsdiensten met eventuele aannemer

 

Gelegen in een gebied met meerdere functies zoals woningen, winkels, horeca

 

verkeersmaatregelen op doorgaande wegen noodzakelijk

 

 

B

 

 

gebruik van de openbare ruimte

 

gelegen in een gebied waarbij gebruik openbare ruimte beperkte invloed heeft op de directe omgeving

 

verkeersmaatregelen op doorgaande wegen noodzakelijk

 

voorbespreking overheidsdiensten met eventuele aannemer noodzakelijk

 

Samenstel van activiteiten zoals damwanden, ontgravingen, bouwkranen, opsaleg materialen, tijdelijke inritten

 

 

C

 

 

gebruik van de openbare ruimte

 

de openbare ruimte wordt gebruikt in het kader van verbouwing of renovatie van een complex van objecten (woning of bedrijfsruimte)

 

gelegen in een gebied waarbij het gebruik van de openbare ruimte geen invloed heeft op de directe omgeving

 

geen verkeersmaatregelen noodzakelijk, geen voorbespreking overheidsdiensten met eventuele aannemer noodzakelijk

 

 

D

 

 

gebruik van de openbare ruimte

 

de openbare ruimte wordt gebruikt in het kader van verbouwing of renovatie van een complex van één object (woning of bedrijfsruimte)

 

gelegen in een gebied waarbij het gebruik van de openbare ruimte geen invloed heeft op de directe omgeving

 

geen verkeersmaatregelen noodzakelijk, geen voorbespreking overheidsdiensten met eventuele aannemer noodzakelijk