Organisatie | Breda |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke regeling van dienstverlening, zonder oprichting van een openbaar lichaam conform art. 8 lid 2 Wet Gemeenschappelijke Regelingen, op het terrein van de uitvoering van de Leerplichtwet 1969 en van de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie in de regio West-Brabant |
Citeertitel | Gemeenschappelijke regeling schoolverzuim en VSV regio West-Brabant |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-12-2017 | 30-12-2017 | artikel 1, 2, 4, 5, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 14, 15, 17, 18, 18a, 19, 20, 22, 23 | 21-12-2017 | 2017-1321 | |
01-08-2012 | 29-12-2017 | nieuwe regeling | 21-04-2011 Onbekend | 37709 |
De colleges van burgemeester en wethouders van de Gemeenten Aalburg, Alphen-Chaam, Baarle Nassau, Bergen op Zoom, Breda, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Halderberge, Moerdijk, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Werkendam, Woensdrecht, Woudrichem en Zundert.
Overwegende dat het samenwerken op het gebied van de uitvoering van de Leerplichtwet 1969, gelet op het grensoverschrijdende karakter ervan, wenselijk, zo niet noodzakelijk, is geworden en door samenwerking kwaliteit en dienstverlening op een hoger plan kunnen worden gebracht;
Overwegende dat door samenwerking een eenduidige en consistente handhavingstrategie kan worden gevolgd;
Overwegende dat voor de uitvoering van publiekrechtelijke taken een publiekrechtelijke regeling als een gemeenschappelijke regeling de voorkeur verdient boven een privaatrechtelijke regeling;
Tot het aangaan van de volgende:
gemeenschappelijke regeling van dienstverlening, zonder oprichting van een openbaar lichaam conform art. 8 lid 2 Wet Gemeenschappelijke Regelingen, op het terrein van de uitvoering van de Leerplichtwet 1969 en van de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie in de regio West-Brabant.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
uitvoeringsniveau 2A: taken in het kader van toezicht op de naleving van de leerplicht/kwalificatieplicht voor het MBO-onderwijs voor leerlingen ingeschreven in de desbetreffende gemeente inclusief de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (deeltaken zoals genoemd onder uitvoeringsniveau 2 van het Programma schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten West-Brabant, artikel 14 lid 2).
Hoofdstuk 2 Doel, taken en bevoegdheden
Artikel 2 Toedeling bevoegdheden
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten uit de regio mandateren de bevoegdheden op het gebied van uitvoeringsniveau 1 (registratie, art. 19 Leerplichtwet 1969) die aan hen zijn toegekend in het kader van het toezicht op de naleving van de Leerplichtwet 1969 en de registratie van voortijdig schoolverlaters in het kader van de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie aan het gemeenschappelijk orgaan. De gemeente Breda is de gemeente die de taken zal uitvoeren.
De colleges van burgemeester en wethouders van de Niveau 2-gemeenten mandateren de bevoegdheden, conform uitvoeringsniveau 2 zoals beschreven in artikel 14, die aan hen zijn toegekend in het kader van het toezicht op de naleving van de Leerplichtwet 1969 aan het gemeenschappelijk orgaan. De gemeente Breda is de gemeente die de taken zal uitvoeren.
De colleges van burgemeester en wethouders van de Niveau 2A-gemeenten mandateren de bevoegdheden, conform uitvoeringsniveau 2A zoals beschreven in artikel 14, die aan hen zijn toegekend in het kader van het toezicht op de naleving van de Leerplichtwet 1969 aan het gemeenschappelijk orgaan. De gemeente Breda is de gemeente die de taken zal uitvoeren.
De colleges van burgemeester en wethouders van de Niveau 2-gemeenten en de Niveau 2A-gemeenten staan toe dat het gemeenschappelijk orgaan voor de gemandateerde bevoegdheden ondermandaat verleent, met uitzondering van de bevoegdheid tot het aanwijzen van ambtenaren die toezien op de naleving van de Leerplichtwet 1969 en het wijzigen van de instructie leerplichtambtenaren en RMC-functionaris.
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten uit de regio verlenen hierbij aan de door haar aangewezen portefeuillehouder, mandaat tot het nemen van besluiten met betrekking tot de taakuitvoering van het Programma Schoolverzuim en Voortijdig Schoolverlaten, e.e.a. binnen de dan geldende kaders en begroting, waarvan alleen gebruik gemaakt kan worden in het regionale portefeuillehoudersoverleg.
Hoofdstuk 3 Gemeenschappelijk orgaan
Artikel 5 Bevoegdheden van het gemeenschappelijk orgaan
Het gemeenschappelijk orgaan is bevoegd om beslissingen te nemen omtrent:
Aan het gemeenschappelijk orgaan komen in het kader van deze regeling alle bevoegdheden toe, voor zover die niet aan een ander orgaan zijn opgedragen.
Artikel 6 Werkwijze van het gemeenschappelijk orgaan
Het gemeenschappelijk orgaan vergadert jaarlijks ten minste 4 maal en voorts zo vaak als de voorzitter dat nodig oordeelt of ten minste twee leden daarom schriftelijk en met opgaaf van redenen verzoeken. Een of meer vergaderdata gaan vooraf aan het aanleveren van de kaderbrief en de concept-begroting.
Artikel 7 Inlichtingen, verantwoording en ontslag
Een lid van het gemeenschappelijk orgaan is verantwoording verschuldigd aan het college dat hem heeft aangewezen, dan wel aan de raad van die gemeente, voor het door hem in het gemeenschappelijk orgaan gevoerde beleid en wel binnen drie maanden nadat dit gevraagd wordt door het betrokken college dan wel door de raad op de wijze zoals dit wordt verlangd.
Artikel 8 Uitvoerende gemeente
De uitvoerende gemeente waarborgt een goede uitvoering van de werkzaamheden voor het vermelde doel in artikel 3 van deze regeling door de inzet van vakbekwaam personeel, de zorg voor het gedetacheerde personeel, het beschikbaar stellen van apparatuur, hulpmiddelen en huisvesting, alsmede ondersteuning in de bestuurs- en financiële planning & control-cyclus.
Hoofdstuk 4 Financiële en andere bepalingen
Artikel 9 Financiën en extra dienstverlening
Extra dienstverlening kan worden ingekocht op verzoek van een deelnemende gemeente. Het gemeenschappelijk orgaan beslist of akkoord wordt gegaan met het uitvoeren van de extra dienstverlening die de gemeente wil inkopen bij het gemeenschappelijk orgaan. Hiertoe stelt het gemeenschappelijk orgaan een offerte op voor de inkopende gemeente. Nadat het gemeenschappelijk orgaan heeft besloten om in te stemmen met extra dienstverlening aan een deelnemende gemeente, verlenen de deelnemende gemeenten het gemeenschappelijke orgaan een volmacht om namens de deelnemende gemeenten een overeenkomst voor extra dienstverlening te sluiten.
Bij inkoop van extra dienstverlening door deelnemende gemeenten wordt per product een eenheidsprijs vastgesteld. De hoeveelheid afgenomen producten wordt per gemeente vooraf per begrotingsjaar ingeschat en vooraf in rekening gebracht. Indien uit de realisatie blijkt dat de gemeente meer of minder producten binnen de extra dienstverlening heeft afgenomen dan wordt dit achteraf verrekend. De eenheidsprijs voor extra dienstverlening wordt door het gemeenschappelijk orgaan vastgesteld en mede bepaald aan de hand van:
Artikel 10 Kaders, begroting, jaarrekening, meerjarenbeleidsplan, wijze van betaling en evaluatie
Jaarlijks, vóór 1 februari, zendt de uitvoerende gemeente aan de raden van de deelnemende gemeenten een brief met daarin de algemene financiële en beleidsmatige kaders. In deze brief zijn de door de deelnemende gemeenten gegeven richtlijnen verwerkt. Daarnaast bevat de kaderbrief kort de belangrijkste opgaven voor het komende jaar. Voorstellen voor nieuw beleid, die niet door de deelnemende gemeenten zijn opgenomen in de richtlijnen, worden in deze kaderbrief gedaan en expliciet vermeld als nieuw beleid.
Hoofdstuk 5 Programma Schoolverzuim en Voortijdig Schoolverlaten
Artikel 11 Programma Schoolverzuim en Voortijdig Schoolverlaten
Voor de uitvoering van alle gemeentelijke taken die voortvloeien uit de Leerplichtwet 1969 en de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie maken de deelnemende gemeenten gebruik van de uitvoeringsorganisatie van de uitvoerende gemeente, in overeenstemming met het bepaalde in artikel 8 van deze regeling.
Voor de uitvoering van met name genoemde taken kunnen gemeenten die niet aan deze regeling deelnemen en behoren tot de RMC regio West-Brabant gebruik maken van de uitvoeringsorganisatie van de uitvoerende gemeente. Indien gemeenten op deze wijze dienstverlening van de centrale organisatie af willen nemen, dan wordt dit beschouwd als inkoop van diensten. In deze situatie dient na instemming van het gemeenschappelijk orgaan tussen de desbetreffende gemeente en de deelnemende gemeenten een afzonderlijke samenwerkingsovereenkomst te worden opgesteld, waarin tevens afspraken worden opgenomen over de wijze van verrekening. De deelnemende gemeenten verlenen volmacht aan het gemeenschappelijk orgaan om een dergelijke overeenkomst aan te gaan.
Het Programma Schoolverzuim en Voortijdig Schoolverlaten uitvoeringsniveau 1 heeft betrekking op jongeren woonachtig in de gemeenten in de regio.
Het Programma Schoolverzuim en Voortijdig Schoolverlaten uitvoeringsniveau 2 heeft betrekking op jongeren woonachtig in de Niveau 2-gemeenten.
Het Programma Schoolverzuim en Voortijdig Schoolverlaten uitvoeringsniveau 2A heeft betrekking op jongeren woonachtig in de Niveau 2A-gemeenten.
Voor medewerkers die al vóór 1 augustus 2012 in dienst waren bij een andere gemeente dan de uitvoerende gemeente en bij de uitvoerende gemeente gedetacheerd zijn, geldt dat zij uiterlijk 1 juli 2018 in dienst worden genomen bij de uitvoerende gemeente mits hierover tussen de uitvoerende gemeente en de desbetreffende deelnemende gemeente overeenstemming is bereikt.
Hoofdstuk 6 Uitvoering leerplichttaken en taken in het kader van de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie
Artikel 14 Gemeentelijke leerplicht en RMC-taken
Onder gemeentelijke leerplicht- en RMC- taken uitvoeringsniveau 2 wordt verstaan:
De begeleiding van alle leerplichtige leerlingen uit de deelnemende gemeenten, die niet voldoen aan de leerplicht of de kwalificatieplicht, t.b.v. de herplaatsing op een (nieuwe) school of opleiding, in overleg met de desbetreffende school of opleidingsinstituut en, indien noodzakelijk, in samenwerking met de bestaande reguliere hulp- en dienstverlenende instellingen in het werkgebied.
De begeleiding van alle leerlingen tot 23 jaar uit de deelnemende gemeenten, die een school of opleiding zonder startkwalificatie verlaten, t.b.v. de herplaatsing op een (nieuwe) school of opleiding, dan wel doorgeleiding naar de arbeidsmarkt, in overleg met de desbetreffende school of opleidingsinstituut en, indien noodzakelijk, in samenwerking met de bestaande, reguliere hulp- en dienstverlenende instellingen in het werkgebied.
Iedere deelnemende gemeente is verplicht om, na daartoe gedaan verzoek van of namens de leidinggevende van het Programma of diens plaatsvervanger, onverwijld actuele GBA-gegevens van alle in de gemeente woonachtige jongeren in de leeftijd van 4 tot 23 jaar te verstrekken aan de uitvoerende gemeente.
De uitvoerende gemeente neemt alle passende technische en organisatorische maatregelen om de persoonsgegevens die worden verwerkt ten dienste van de deelnemende gemeenten (zijnde, de verantwoordelijken) te beveiligen en beveiligd te houden tegen verlies of tegen enige vorm van onzorgvuldig, ondeskundig of ongeoorloofd gebruik.
Artikel 16 Taakuitvoering / Uitvoeringskaders
De medewerkers die taken uitvoeren in het kader van deze regeling zijn voor de dagelijkse werkzaamheden verantwoording schuldig aan de leidinggevende van het Programma waaronder zij bij de uitvoerende gemeente aangesteld zijn. De begeleiding van leerlingen in het kader van de leerplicht en RMC-taken geschiedt in overleg met de scholen en de dienstverlenende instellingen.
Jaarlijks maakt de uitvoerende gemeente ter uitvoering van artikel 25 van de Leerplichtwet 1969voor 1 oktober voor de Niveau 2-gemeenten en Niveau 2A-gemeenten een inhoudelijk leerplichtjaarverslag over de uitvoering en het gevoerde beleid inzake handhaving van de leerplicht en kwalificatieplicht en de resultaten daarvan over het afgelopen schooljaar.
Aangezien wettelijk het leerplichtjaarverslag vóór 1 oktober van ieder jaar aan de raden van de gemeenten aangeboden dient te worden, zal betreffende de gemeenten die niet deelnemen aan uitvoeringsniveau 2 vóór 1 september een concept statistisch leerplichtjaarverslag aangeboden worden aan het gemeenschappelijk orgaan. Vervolgens wordt het statistisch leerplichtjaarverslag aangeboden aan de raden van deze gemeenten.
Hoofdstuk 7 Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing
Toetreding door een niet aan deze regeling deelnemende gemeente kan bij besluiten van het college van burgemeester en wethouders van die gemeente plaatsvinden, wanneer de deelnemende gemeenten in het gemeenschappelijk orgaan instemmen met de toetreding waarbij besluitvorming plaatsvindt conform artikel 6.
Hoofdstuk 8 Geschillenbeslechting
Artikel 23 Geschillenbeslechting
Geschillen omtrent de toepassing, in de ruimste zin, van de regeling tussen de (besturen van de) deelnemende gemeenten zullen nadat zij via een aangetekend schrijven kenbaar zijn gemaakt, worden besproken tussen een vertegenwoordiging van de besturen en gedeputeerde staten. Conform artikel 28 Wet Gemeenschappelijke Regelingen beslissen de gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant.
Artikel 24 Ingangsdatum en duur van de regeling
Indien een van de deelnemende gemeenten het voornemen heeft de gemeenschappelijke regeling niet te verlengen, wordt hiervan uiterlijk twaalf maanden voor het verstrijken van de regeling, schriftelijk gemotiveerd mededeling gedaan aan de andere gemeenten, waarna de overige deelnemende gemeenten met elkaar in overleg treden over het verlengen van de gemeenschappelijke regeling.