Organisatie | Stichtse Vecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | REGELING BIJZONDERE PERSONEELSBEOORDELING GEMEENTE STICHTSE VECHT |
Citeertitel | REGELING BIJZONDERE PERSONEELSBEOORDELING GEMEENTE STICHTSE VECHT |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-03-2017 | 01-04-2017 | 17-09-2019 | Nieuwe regeling | 21-03-2017 Website gemeente | Beleid |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht;
Gelet op artikel 15:1:15 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling/Uitwerkingsovereenkomst (CAR/UWO);
Gelet op het gestelde in artikel 160 van de Gemeentewet waarbij de bevoegdheid tot het vaststellen, wijzigen en intrekken van rechtspositieregelingen voor het gemeentelijk personeel en gewezen personeel is opgedragen aan het college van Stichtse Vecht;
Na overeenstemming met de medezeggenschapsorga(a)n(en);
Besluit vast te stellen devolgende
REGELING BIJZONDERE PERSONEELSBEOORDELING GEMEENTE STICHTSE VECHT
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
MedewerkerDe ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR-UWO.
BeoordelaarDe direct leidinggevende die verantwoordelijk is voor het dagelijks functioneren van de medewerker.
BeoordelingsautoriteitNaast hogere leidinggevende van de beoordelaar, die namens het bevoegd gezag de beoordeling vaststelt.
Tweede beoordelaar Naast hogere leidinggevende
Direct leidinggevendeDe teamleider die is belast met de directe, dagelijkse aansturing van de medewerkers in een team, of de afdelingsmanager van de afdeling waartoe de functie van de teamleider behoort, of het directielid dat is belast met de aansturing van de afdelingsmanager.
InformantEen andere medewerker die naar het oordeel van de beoordelaar en de medewerker voldoende inzicht heeft in het functioneren van de medewerker om een gefundeerde beoordeling tot stand te kunnen laten komen.
BeoordelingsadviseurDe beleidsadviseur van het team P&O, die behulpzaam is bij een juiste hantering van deze regeling.
Resultaatafspraken De resultaatafspraken bestaanuit de reguliere taken die behoren bij de functie. Daarnaast bevat het een vertaling van het team en/of afdelingswerkplan naar individueel niveau. Individuele resultaatafspraken zijn onder andere de afgesproken te behalen resultaten, taken, projecten, specifieke klussen en verantwoordelijkheden. De resultaatgebieden zijn (digitaal) vastgelegd via de( webapplicatie) in de Prestatiecoach HR21.
FunctionerenHet geheel aan prestaties, houding en gedrag van de medewerker tijdens de uitoefening van zijn functie. Hierbij kan een onderscheid gemaakt worden in:
Functie-inhoud: het geheel aan werkzaamheden, waarmee de medewerker tijdens een functioneringstijdvak feitelijk is belast. Dit is een afgeleide van de norm functiebeschrijving HR21 (inclusief resultaatgebieden) en de individuele resultaatafspraken die zijn gemaakt met de medewerker.
Cultuurwaarden en competenties: aspecten van de arbeidshouding en -gedrag die van belang zijn voor het oordeel over het functioneren van de medewerker in relatie tot de vastgestelde cultuurwaarden en competenties.
BeoordelingsgesprekHet gesprek waarin de beoordeling over het functioneren wordt toegelicht.
BeoordelingstijdvakDe periode waarover de beoordeling wordt opgemaakt.
Voortgangsgesprek en Bila’sRegelmatig terugkerend gesprekken tussen de medewerker en de direct leidinggevende op basis van gelijkwaardigheid over de voortgang te behalen resultaten en functioneren.
BeoordelingsformulierDigitaal formulier in de webapplicatie Prestatiecoach HR21 conform de Regeling bijzondere personeelsbeoordeling.
Concept beoordelingsformulierDe beoordelaar stelt vooraf aan het beoordelingsgesprek een concept beoordeling op via het digitale (bijzondere) beoordelingsformulier Prestatiecoach HR21.
Definitief beoordelingsformulier Het concept (bijzondere) beoordelingsformulier wordt na het beoordelingsgesprek door de beoordelaar nader uitgewerkt in een definitieve beoordeling via de Prestatiecoach en voorzien van (een) digitale handtekening(en).
De beoordeling geschiedt op basis van zijn of haar norm functiebeschrijving HR21 en de daarbij behorende competenties, de voortgang van gemaakte resultaatafspraken en betreft de kwaliteit en kwantiteit van het functioneren van de medewerker met inachtneming van de op het functioneren van de medewerker van invloed zijnde in- en externe factoren.
Artikel 4 Aanleiding personeelsbeoordeling
Een beoordelingsgesprek vindt in ieder geval plaats voorafgaand aan:
a. een besluit tot aanstelling in vaste dienst, nadat minimaal éénmaal een voortgangsgesprek heeft plaatsgevonden;
b. een besluit tot bevordering van aanloopschaal naar de functieschaal;
c. een besluit tot toekenning van extra periodieken (twee of meer), een Functioneringstoelage en/of Arbeidsmarkttoelage indien de medewerker al in dienst is;
d. een besluit tot het opdragen van een lagere normfunctie c.q. schaal in verband met zijn of haar functioneren;
Artikel 6 Beoordelingsformulier
Indien de medewerker het beoordelingsformulier voor akkoord digitaal heeft ondertekend, ondertekent ook de beoordelaar de beoordeling en wordt ter (definitieve) vaststelling voorgelegd aan de desbetreffende beoordelingsautoriteit. Na het digitaal ondertekenen door de beoordelingsautoriteit is de beoordeling officieel vastgesteld.
Indien de medewerker het beoordelingsformulier niet digitaal voor akkoord heeft ondertekend, wordt de beoordeling vastgesteld door de beoordelingsautoriteit. Indien de medewerker gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid bedenkingen te uiten, betrekt de beoordelingsautoriteit deze bedenkingen bij de besluitvorming.
Artikel 7 Onvoorziene gevallen
In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de directie een bijzondere voorziening treffen.