Organisatie | Sint Eustatius |
---|---|
Organisatietype | Caribisch openbaar lichaam |
Officiële naam regeling | Griffieverordening Sint Eustatius 2015 |
Citeertitel | Griffieverordening Sint Eustatius 2015 |
Vastgesteld door | Eilandsraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening werkgeverscommissie Sint Eustatius, het Delegatiebesluit bevoegdheden van de eilandsraad aan de werkgeverscommissie en de Instructie voor de eilandgriffier.
De gegevens van inwerkingtreding zijn ontleend aan de bron van afkondiging van de tekstplaatsing.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-05-2015 | Nieuwe regeling | 07-05-2015 A.B. 2015, no. 18 | Onbekend |
De eilandsraad van het openbaar lichaam Sint Eustatius;
gelezen het voorstel van het presidium d.d. 13 april 2015, nr. 015/15PR;
gehoord het advies van de Centrale Commissie d.d. 23 april 2015;
gelet op de Wet openbare lichamen Bonaire, St Eustatius en Saba;
mede gelet op de Ambtenarenwet BES;
HOOFDSTUK 2 WERKGEVERSCOMMISSIE
Artikel 2.1 Taken en bevoegdheden
De werkgeverscommissie oefent de bevoegdheden van de eilandsraad uit, die rechtstreeks voortvloeien uit de Ambtenarenwet BES en de krachtens deze wet vastgestelde rechtspositionele voorschriften alsmede de bevoegdheid bedoeld in artikel 134, tweede lid van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Zij is niet bevoegd tot vaststelling van besluiten van algemene strekking.
De eilandgriffier draagt zorg voor het opstellen van een besluitenlijst van elke vergadering. De besluitenlijst wordt in de eerstvolgende vergadering van de werkgeverscommissie vastgesteld.
Artikel 2.7 Inzage van geheime stukken
Eilandsaadsleden, die geen lid zijn van de commissie, kunnen de stukken, waarop geheimhouding is opgelegd, bij de eilandgriffier inzien onder gelijke verplichting tot geheimhouding. De commissie kan inzage weigeren indien het openbaar belang dit vereist.
HOOFDSTUK 3 GRIFFIERSINSTRUCTIE
Artikel 3.1 Algemene taakopdracht
De eilandgriffier draagt zorg voor goede en doelmatige ondersteuning van de eilandsraad en de leden van de eilandsraad bij de uitvoering van hun taken. Gelijke zorg draagt hij voor het presidium, de raadscommissies, de onderzoekscommissies als bedoeld in artikel 160 van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en overige door de eilandsraad ingestelde organen en hun leden.
Artikel 3.2 Algemene instructie
De eilandgriffier handelt overeenkomstig hetgeen ten aanzien van hem is bepaald in de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, het reglement van orde voor de eilandsraad, deze verordening en andere voor hem geldende voorschriften.
De eilandgriffier draagt zorg dat de eilandsraad en de andere organen, bedoeld in artikel 3.1, worden ondersteund en geadviseerd bij het opstellen van de agenda van hun vergaderingen.
HOOFDSTUK 4 ORGANISATIE VAN DE GRIFFIE
Artikel 4.2 Aansturing griffie
De werkgeverscommissie stelt jaarlijks op voorstel van de eilandgriffier een jaarplan voor de griffie vast. Dit voorziet in een planning van de werkzaamheden voor het komende jaar. Het bevat ook een korte verantwoording over het afgelopen jaar. Het jaarplan wordt ter kennis gebracht aan de eilandsraad.
Artikel 4.3 Regels ambtelijk handelen
De eilandgriffier ziet toe op de naleving van de regels voor ambtelijk handelen voor de op de griffie werkzame ambtenaren.
Artikel 4.5 Privaatrechtelijke overeenkomsten
Voor zover hij daartoe mandaat heeft verkregen van het bestuurscollege, kan de eilandgriffier besluiten tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen ten laste van budgetten, waarvoor hij als budgethouder is aangewezen. Voor zover de gezaghebber hem daartoe heeft gevolmachtigd, kan hij het openbaar lichaam bij het verrichten daarvan vertegenwoordigen. De eilandgriffier vraagt voor een verkregen mandaat de instemming van de eilandsraad.
Artikel 4.6 Ondersteuning en afstemming
De eilandgriffier maakt afspraken met het bestuurscollege over de inzet van ambtenaren en faciliteiten ten behoeve van de eilandsraad en de organen bedoeld in artikel 3.1 op het terrein van communicatie, personeel, informatie, juridische zaken, organisatie, financiën, automatisering en huisvesting. De betrokken ambtenaren gedragen zich naar de aanwijzingen van de eilandgriffier.
HOOFDSTUK 5 RECHTSPOSITIE EN AANVERWANTE AANGELEGENHEDEN
De rechtspositieregelingen en de beleidsregels, met inbegrip van de regelingen voor het houden van functionerings- en beoordelingsgesprekken, zoals bij de inwerkingtreding van deze verordening van toepassing voor de onder het gezag van het bestuurscollege ressorterende ambtenaren, zijn, zoals deze bij de inwerkingtreding van deze verordening luiden, van overeenkomstige toepassing op de eilandgriffier en de griffiemedewerkers, behoudens voor zover bij of krachtens deze verordening of enig ander besluit van de eilandsraad een bijzondere regeling is getroffen.
Artikel 5.2 Ambtelijk handelen
Regels voor goed ambtelijk handelen, als bedoeld in artikel 47 Ambtenarenwet BES zoals bij de inwerkingtreding van deze verordening van toepassing voor de onder het gezag van het bestuurscollege ressorterende ambtenaren, zijn van overeenkomstige toepassing op de eilandgriffier en de griffiemedewerkers.
Voor zover in het overleg met de ondernemingsraad onderwerpen aan de orde zijn die ook de griffie of het griffiepersoneel rechtstreeks of middellijk aangaan, overlegt de eilandsecretaris daarover tevoren met de griffier. Indien de eilandgriffier dit wenselijk acht, maakt de eilandsecretaris het standpunt van de eilandgriffier in de overlegvergadering kenbaar.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de eilandsraad d.d. 7 mei 2015.
De voorzitter, De eilandgriffier,
De heer G. Berkel. De heer L.F. van Ameijden Zandstra.
TOELICHTING GRIFFIEVERORDENING SINT EUSTATIUS 2015
De eilandsraad is werkgever, ‘bevoegd gezag’, van de eilandgriffier en de andere ambtenaren die werkzaam zijn bij de griffie. De bevoegdheden die aan het werkgeverschap zijn verbonden, zijn grotendeels gedelegeerd aan de werkgeverscommissie. De bevoegdheid om de randvoorwaarden vast te stellen waarbinnen het werkgeverschap wordt uitgeoefend, zoals de vaststelling van de rechtspositieregels, de omvang van de personele formatie, de regeling van de organisatie van de griffie en de instructie van de griffier, is aan de eilandsraad voorbehouden. Dat geldt ook voor de benoeming en het ontslag van eerste adviseur van de eilandsraad, de eilandgriffier. Met deze verordening geeft de eilandsraad invulling aan zijn kaderscheppende verantwoordelijkheid met betrekking tot het werkgeverschap. De verordening komt in de plaats van een aantal regelingen die eerder door de eilandsraad zijn vastgesteld.
Hoofdstuk 2 Werkgeverscommissie
De werkgeverscommissie is een zgn. bestuurscommissie. Zij heeft de bevoegdheid om bindende beslissingen te nemen. De commissie doet haar werk onder toezicht van de eilandsraad. In uiterste gevallen kan de eilandsraad een beslissing van de werkgeverscommissie terzijde stellen. Art. 2.1 bevat een opsomming van bevoegdheden die aan de werkgeverscommissie zijn gedelegeerd. De eilandsraad blijft bevoegd ten aanzien van besluiten van algemene strekking. Voorbeelden zijn de rechtspositieregels voor de eilandgriffier en de griffiemedewerkers, de beleidsregels op dat gebied, het integriteitsbeleid voor de griffie en de gedragscode integriteit. De commissie is verantwoordelijk voor de voorbereiding van dergelijke eilandsraadsbesluiten.
Wel overgedragen zijn o.a. de uitvoeringsbesluiten op personeelsgebied, de uitvoering van het HRM-beleid en van het integriteitsbeleid, het voeren van functionerings- en beoordelingsgesprekken met de eilandgriffier en het voeren van overleg met de eilandgriffier over de voortgang van de werkzaamheden van de griffie.
Uit artikel 117 van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, vloeit voort dat de gezaghebber geen lid kan zijn van de werkgeverscommissie. De gezaghebber heeft als voorzitter van de eilandsraad een nauwe functionele relatie met de eilandgriffier en de griffie. In dat kader is het zinvol dat hij als adviseur aan de vergaderingen van de werkgeverscommissie deelneemt. Aldus is in art. 2.2, vierde lid, geregeld.
De commissie wordt ondersteund door de eilandgriffier. In de praktijk kan hij voor onderdelen daarvan ook een griffiemedewerker inschakelen. Voor taken, waarvoor de griffie niet de vereiste capaciteit of expertise in huis heeft (bijv. op het gebied van P&O en bodediensten), moet hij een beroep doen op ambtenaren uit het bestuurscollege-deel van de organisatie. Zoals in art. 2.4, vierde lid, geregeld maakt hij daarover afspraken met het bestuurscollege.
Als bestuurscommissie vergadert de werkgeverscommissie in het openbaar, tenzij de commissie besluit de deuren te sluiten. Gezien de aard van de aangelegenheden die aan de commissie zijn toevertrouwd, zal dit laatste veelvuldig voorkomen. Privacybescherming moet doorgaans prevaleren boven openbaarheid van bestuur. Art. 2.7 regelt voor eilandsraadsleden die geen deel uitmaken van de commissie de mogelijkheid commissiestukken in te zien, die geheim zijn verklaard. In dat geval geldt de geheimhoudingplicht ook voor hen. De commissie kan inzage volgens de wet weigeren als dit strijdig is met het openbaar belang.
Het jaarverslag van de werkgeverscommissie, voorgeschreven door art. 2.9, maakt het voor de eilandsraad mogelijk om het werk van de werkgeverscommissie op hoofdlijnen te volgen. Met dit verslag wordt vorm gegeven aan de door de verantwoordingsplicht aan de eilandsraad.
Hoofdstuk 3 Griffiersinstructie
De Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (art. 131, tweede lid) draagt de eilandsraad op een instructie voor de eilandgriffier vast te stellen. Bedoeling is dat de eilandsraad daarin vastlegt op welke wijze hij door de eilandgriffier wenst te worden ondersteund. Aan deze opdracht is met name in dit hoofdstuk uitvoering gegeven.
De taken van de eilandgriffier betreffen in hoofdzaak de ondersteuning van de eilandsraad en zijn organen op procedureel niveau, met inbegrip van het onderhouden en verbeteren van de randvoorwaarden voor hun functioneren. De algemene taakopdracht van de eilandgriffier (art. 3.1) sluit overigens niet uit dat de eilandgriffier ook inhoudelijke ondersteuning biedt. Zo ligt het op de weg van de eilandgriffier de eilandsraad te waarschuwen voor (ernstige) onvolkomenheden in een eilandsraadsvoorstel, bijv. wanneer de bevoegdheid van de eilandsraad in het geding is.
In het door art. 4.2 voorgeschreven jaarplan kunnen over een en ander afspraken worden vastgelegd.
Inhoudelijke verantwoordelijkheid draagt de eilandgriffier wel voor het opstellen en uitvoeren van het communicatiebeleid van de eilandsraad (art. 3.7). In het jaarplan kunnen over de uitwerking hiervan afspraken worden gemaakt.
De eilandgriffier is verantwoordelijk voor de ondersteuning van de door de eilandsraad ingestelde commissies.
Hoofdstuk 4 Organisatie van de griffie
Volgens de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (in art. 134, eerste lid) kan de eilandsraad regels stellen over de organisatie van de griffie. Deze regels zijn hoofdzakelijk in dit hoofdstuk opgenomen.
De organisatiedoelstelling van de griffie is in art. 4.1, eerste lid, gekoppeld aan de wettelijke taakopdracht voor de eilandgriffier: het bijstaan van de eilandsraad en de door de eilandsraad ingestelde commissies bij de uitoefening van hun taak. De formatieomvang van de griffie wordt bij afzonderlijk besluit van de eilandsraad bepaald. Het zal duidelijk zijn dat de omvang van de ondersteuning afhankelijk is van de omvang van de formatie.
Art. 4.1, derde lid, dat uitvoering geeft aan artikel 133, eerste lid van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, draagt de aanwijzing van de plaatsvervangend griffier op aan de werkgeverscommissie. Logischerwijs wordt een van de griffiemedewerkers als zodanig benoemd.
Art. 4:2‚ eerste en tweede lid, leggen de hiërarchische verhoudingen bij de griffie vast. De eilandgriffier wordt aangestuurd door de werkgeverscommissie. Dat wil onder meer zeggen dat de commissie functionerings- en beoordelingsgesprekken met hem voert.
De eilandgriffier stuurt de griffiemedewerkers aan. Inherent daaraan is dat de eilandgriffier de ‘dagelijkse’ personeelsbesluiten met betrekking tot de medewerkers kan nemen. Art. 2.1, vijfde lid, geeft de grondslag voor de hiervoor benodigde mandaatverlening. Art. 2.1, zesde lid, regelt dat het aantrekken van nieuwe medewerkers een zorg is voor de werkgeverscommissie en de eilandgriffier tezamen.
Om misverstanden uit te sluiten bepaalt art. 4.6, eerste lid, dat bestuurscollege-ambtenaren, die bij de ondersteuning van de eilandsraad en de eilandsraadsorganen zijn betrokken, hun werkzaamheden verrichten volgens aanwijzing van de eilandgriffier. De eilandgriffier instrueert dus bijvoorbeeld de bodes, die bij de eilandsraadsvergaderingen dienst doen.
Belangrijk instrument voor aansturing van de griffie is het jaarplan (art. 4.2, derde lid). In dit plan worden de onderwerpen vastgelegd waaraan de griffie betreffende jaar bijzondere aandacht moet schenken. Het plan wordt vastgesteld door de werkgeverscommissie en ter kennisneming aangeboden aan de eilandsraad. Desgewenst kan de eilandsraad daarop zijn reactie geven.
De eilandgriffier ziet toe op de naleving van de regels op de griffie (art. 4.3). Hij is ook verantwoordelijk voor het beheer van de budgetten van de eilandsraad en de griffie (art. 4.4). Om ten laste van deze budgetten externe diensten in te kopen, zaalruimte te huren of andere privaatrechtelijke rechtshandelingen te kunnen verrichten, is, gezien de wettelijke bevoegdheidsverdeling tussen eilandsraad en bestuurscollege, mandaatverlening door het bestuurscollege nodig. Voor het ondertekenen van overeenkomsten is een volmacht van de gezaghebber nodig. In art. 4.5 is vastgelegd dat de eilandsraad met de mandaat- en volmachtverlening aan de eilandgriffier moet instemmen.
Over de werkzaamheden voor de eilandsraad en de organen van de eilandsraad moet tussen de griffie en het deel van de ambtelijke organisatie dat onder het bestuurscollege valt goede afstemming plaatsvinden. Het tweede, derde en vierde lid van art. 4.6 schrijven daarom overleg voor van de eilandgriffier met de eilandsecretaris en het managementteam en in het driehoeksoverleg met de gezaghebberen de eilandsecretaris.
Hoofdstuk 5 Rechtspositie en aanverwante aangelegenheden
De rechtspositie van de eilandgriffier en de griffiemedewerkers moet worden geregeld door de eilandsraad. In art. 5.1 is vastgelegd dat wordt aangesloten bij de – op het moment van vaststelling van de Griffieverordening geldende – rechtspositieregelingen, die het bestuurscollege voor de eigen ambtenaren heeft vastgesteld. Wijzigingen in de regelingen van het bestuurscollege zullen telkenmale ook door de eilandsraad moeten worden vastgesteld om voor de griffie van toepassing te zijn.
De griffie en de bestuurscollegeorganisatie kunnen als afzonderlijke ondernemingen worden aangemerkt met respectievelijk de eilandgriffier en de eilandsecretaris als bestuurder.
Art. 5.4 regelt het overleg met de vakorganisaties over de arbeidsvoorwaarden voor griffieambtenaren, die afwijken van de onder het bevoegd gezag van het bestuurscollege vallende ambtenaren, en over ingrijpende wijzigingen van de griffieorganisatie. De werkgeverscommissie is voor dit overleg verantwoordelijk. De regeling laat voor de commissie ruimte om dit overleg praktisch vorm te geven.