Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nissewaard

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard houdende regels omtrent maatschappelijke ondersteuning Besluit maatschappelijke ondersteuning Nissewaard 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNissewaard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard houdende regels omtrent maatschappelijke ondersteuning Besluit maatschappelijke ondersteuning Nissewaard 2015
CiteertitelBesluit maatschappelijke ondersteuning Nissewaard 2015
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Besluit individuele Wmo voorzieningen Spijkenisse (2014).

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Deze regeling is vervangen door het Besluit maatschappelijke ondersteuning Nissewaard 2016.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. titel 4.3 Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 11 en 12
  3. artikel 147 Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-02-201501-06-2016nieuwe regeling

11-11-2014

Gemeenteblad 2015, 11445

14.B.00484

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit maatschappelijke ondersteuning Nissewaard 2015

Het college van burgemeester en Wethouders van Spijkenisse,

Gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning Nissewaard;

BESLUIT vast te stellen

Het Besluit maatschappelijke ondersteuning Nissewaard 2015

Artikel 1 Verhuizen

Om het resultaat voeren van een huishouden, ten aanzien van toegankelijkheid, bereikbaarheid en bruikbaarheid van de benoemde vertrekken, te bereiken, wordt alleen een vergoeding toegekend als de belanghebbende binnen een jaar naar een geschikte woning of een geschikt te maken woning kan verhuizen.

Artikel 2 Keuze voor een persoonsgebonden budget

  • 1.

    Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoongebonden budget vindt plaats op verzoek van de belanghebbende.

  • 2.

    Het college biedt geen keuzevrijheid voor een voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget als naar het oordeel van het college niet is gewaarborgd dat de diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, veilig, doeltreffend en cliëntgericht worden verstrekt.

Artikel 3 Persoongebonden budget

  • 1.

    De waarde van een persoonsgebonden budget wordt als volgt vastgesteld:

      • a.

        Het persoonsgebonden budget voor een voorziening wordt vastgesteld op de tegenwaarde van de goedkoopst compenserende voorziening. Deze waarde blijkt uit een door het college geaccepteerde (standaard)offerte.

      • b.

        Het persoonsgebonden budget voor een verplaatsingsmiddel voor vervoer buitenshuis wordt bepaald aan de hand van de voor vergoeding in aanmerking komende kosten.

      • c.

        Het persoonsgebonden budget voor het voeren van een huishouden of individuele begeleiding, bedraagt het aantal geïndiceerde uren maal het uurtarief.

      • d.

        Het persoonsgebonden budget voor dagbesteding, bedraagt het aantal geïndiceerde dagdelen maal het dagdeeltarief.

    • 3.

      Om in aanmerking te komen voor het tarief van een zelfstandige zonder personeel, moet en Verklaring arbeidsrelatie worden overlegd.

    • 4.

      Voor zover van toepassing op de voorziening, kan het bedrag van het persoonsgebonden budget worden verhoogd met instandhoudingskosten, zoals kosten van onderhoud, reparatie en andere instandhoudingskosten.

      Indien het persoonsgebonden niet is verhoogd met instandhoudingskosten, worden deze vergoed binnen 30 kalenderdagen nadat een cliënt een factuur heeft overlegd. De kosten worden alleen vergoed voor zover het reparaties over onderhoud betreft als gevolg van normaal gebruik van de voorziening. Kosten die veroorzaakt zijn door onoordeelkundig of onzorgvuldig gebruik of nalatigheid, worden niet vergoed.

  • 2.

    Het in lid 1 genoemde, van toepassing zijnde uurtarief of dagdeeltarief, is vastgelegd in de bijlage bij dit besluit. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen dienstverlening door iemand uit het informele circuit, dienstverlening door een medewerker in dienst van een organisatie, een zelfstandige zonder personeel.

  • 3.

    Om in aanmerking te komen voor het tarief van een zelfstandige zonder personeel, moet en Verklaring arbeidsrelatie worden overlegd.

  • 4.

    Voor zover van toepassing op de voorziening, kan het bedrag van het persoonsgebonden budget worden verhoogd met instandhoudingskosten, zoals kosten van onderhoud, reparatie en andere instandhoudingskosten.

    Indien het persoonsgebonden niet is verhoogd met instandhoudingskosten, worden deze vergoed binnen 30 kalenderdagen nadat een cliënt een factuur heeft overlegd. De kosten worden alleen vergoed voor zover het reparaties over onderhoud betreft als gevolg van normaal gebruik van de voorziening. Kosten die veroorzaakt zijn door onoordeelkundig of onzorgvuldig gebruik of nalatigheid, worden niet vergoed.

  • 5.

    Er wordt pas opnieuw een persoonsgebonden budget voor een voorziening verstrekt, als de voorziening technisch is afgekeurd.

  • 6.

    De verantwoording van de besteding van het persoongebonden budget vindt plaats op verzoek van het college.

  • 7.

    Het college bepaalt de frequentie en wijze van verantwoording van het persoonsgebonden budget.

Artikel 4 Tegemoetkoming voor kosten taxi, rolstoeltaxi en verhuiskosten

De tegemoetkoming voor:

  • a.

    taxikosten bedraagt jaarlijks € 1.600,-

  • b.

    rolstoeltaxikosten bedraagt jaarlijks € 1.600,-;

  • c.

    verhuiskosten bedraagt € 3.500,-.

Artikel 5 Eigen bijdrage

  • 1.

    Conform artikel 12 van de Verordening is een eigen bijdrage verschuldigd voor het gebruik van maatwerkvoorzieningen en algemene voorzieningen.

  • 2.

    De eigen bijdrage voor het gebruik van een maatwerkvoorziening en een algemene voorziening, bedraagt maximaal de kostprijs van de geleverde dienst(en).

  • 3.

    Voor de vaststelling van de hoogte en de inning van de eigen bijdrage zijn de regels van Hoofdstuk 4 van het Besluit Maatschappelijke Ondersteuning van toepassing, waarbij de kostprijs van de geleverde dienst(en) niet mag worden overschreden.

  • 4.

    Voor hulp bij het huishouden in de vorm van zorg in natura, wordt een bijdrage in de kosten opgelegd zolang hulp bij het huishouden wordt verstrekt.

  • 5.

    Voor hulp bij het huishouden in de vorm van een persoonsgebonden budget, wordt een bijdrage in de kosten opgelegd, zolang het periodiek persoonsgebonden budget wordt verstrekt.

  • 6.

    Voor voorzieningen die verstrekt worden in eigendom van de aanvrager, wordt een bijdrage in de kosten opgelegd, totdat de geldwaarde van de verstrekte voorziening (de kostprijs of huurprijs of uitbetaalde tegemoetkoming of vergoeding) volledig is terugbetaald.

  • 7.

    Voor begeleiding, geïndiceerde dagbesteding en arbeidsmatige dagbesteding, wordt een bijdrage in de kosten opgelegd gedurende de looptijd van de toegekende voorziening.

  • 8.

    Voor periodiek toegekende voorzieningen die in bruikleen worden verstrekt, wordt een bijdrage in de kosten opgelegd, zolang de voorziening gebruikt wordt. Voor periodiek toegekende voorzieningen, wordt een bijdrage in de kosten opgelegd per 4 weken.

  • 9.

    Het uitbetalen van het persoonsgebonden budget aan de zorgverlener geschiedt door de Sociale Verzekeringsbank.

Artikel 6 Bijdrage collectief vervoer

  • 1.

    Het bedrag dat als besparingsbijdrage in rekening wordt gebracht wanneer een cliënt gebruik maakt van het collectief vervoer, is gelijk aan het bedrag dat een volwassene tot 65 jaar betaalt voor de af te leggen afstand met het openbaar vervoer.

  • 2.

    De bedragen die een persoon, die samen met een cliënt reist, betaalt voor het collectief vervoer, luiden als volgt:

    • a.

      Een medisch begeleider, die samen met de cliënt reist, betaalt geen bijdrage.

    • b.

      Een bestemmingsbegeleider, die samen met de cliënt reist, betaalt hetzelfde bedrag als de cliënt betaalt;

    • c.

      Een persoon, niet zijnde een medisch begeleider of een bestemmingsbegeleider, die samen met de cliënt reist, betaalt hetzelfde bedrag als de cliënt betaalt, plus een bedrag van € 1,40 voor een enkele lokale rit en € 2,80 voor een enkele regionale rit.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Artikel 8 Citeertitel

Dit besluit kan aangehaald worden als Besluit maatschappelijke ondersteuning Nissewaard 2015.

Aldus vastgesteld door burgemeester en Wethouders van de gemeente Spijkenisse op 11 november 2014

 

De secretaris,

J.Pol

De burgemeester,

M. Salet

Bijlage tarieven

Voorziening

Tarieven 2015

 

 

Pgb HH door iemand uit het informele circuit

€ 13,34 per uur

Pgb HH door een organisatie/zzp’er

€ 20,52 per uur

 

 

Pgb MW door iemand uit het informele circuit

€ 13,34 per uur

Pgb MW door een organisatie/zzp’er

€ 30,78 per uur

 

 

Pgb IB 1 door iemand uit het informele circuit

€ 13,34 per uur

Pgb IB 1 door een organisatie/zzp’er

€ 33,00 per uur

 

 

Pgb IB 2 door iemand uit het informele circuit

€ 13,34 per uur

Pgb IB 2 door een organisatie/zzp’er

€ 49,00 per uur

 

 

Pgb DB door een organisatie/zzp’er

€ 34,- per dagdeel

 

 

Tegemoetkoming kosten taxi

€ 1.600,-

Tegemoetkoming kosten rolstoeltaxi

€ 1.600,-

Tegemoetkoming verhuiskosten

€ 3.500.-