Organisatie | Utrecht (Utr) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Marktverordening gemeente Utrecht 2017 |
Citeertitel | Marktverordening gemeente Utrecht 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | markten |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-03-2017 | Onbekend | 09-02-2017 Gemeenteblad | Onbekend |
Hoofdstuk 2. Vaste standplaatsvergunningen
Artikel 4. Vrijgekomen standplaats; plaatsverbetering volgens anciënniteitslijst
Als een standplaats vrijkomt die werd ingenomen door de houder van een vaste standplaatsvergunning, komt daarvoor als eerste in aanmerking de hoogstgeplaatste aanvrager op de anciënniteitslijst. Als de plaats bestemd is voor een specifieke branche, komt alleen iemand in aanmerking die aan dat vereiste voldoet.
Artikel 6. Selectiestelsel bij toekenning nieuwe vergunning
Gegadigden komen in aanmerking in de volgorde van het aantal toegekende punten.
5.Een door het college te benoemen marktcommissie adviseert hun college ten aanzien van de toe te kennen punten.
Artikel 7. Overschrijven vaste standplaatsvergunning
Wenst de houder van een vaste standplaatsvergunning niet langer zelf gebruik te maken van de vergunning, is hij overleden of onder curatele gesteld, dan kan het college op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator de vergunning overschrijven op naam van zijn echtgenoot, geregistreerde partner of andere persoon met wie hij duurzaam samenwoonde, of zijn kind.
Kan deze weg niet worden gevolgd, dan kan de vergunning op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator worden overgeschreven op een medewerker van de vergunninghouder of de mede-eigenaar van diens bedrijf. Voorwaarde is dat deze persoon ten minste twaalf maanden direct voorafgaand aan het moment van het verzoek onafgebroken op de betreffende standplaats in loondienst heeft gewerkt bij de vergunninghouder of heeft gefunctioneerd als mede-eigenaar op de betreffende standplaats. Indien voor de betreffende markt waarvoor de vaste standplaatsvergunning op grond van dit artikel wordt verleend, het anciënniteitsstelsel geldt, dan komt de tot dusver opgebouwde anciënniteit te vervallen, de nieuwe vergunninghouder begint vanaf dat moment zelf anciënniteit op te bouwen.
Artikel 8. Intrekking en vervallen vaste standplaatsvergunning
Als een standplaats, bestemd voor de houder van een vaste standplaatsvergunning dertig minuten voor aanvang van de markttijd nog niet door de vergunninghouder of diens plaatsvervanger is ingenomen, kan daarvoor een dagplaatsvergunning worden afgegeven, tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder of diens vervanger beschikbaar houdt.
Artikel 9. Persoonlijke verantwoordelijkheid voor het innemen van de standplaats en vervanging;
De vervanger treedt op namens de vergunninghouder en verhandelt namens de vergunninghouder de waren van de vergunninghouder. Het bepaalde in deze verordening is van overeenkomstige toepassing op de vervanger. Alle handelingen van de natuurlijke persoon, die namens de vergunninghouder van een vaste standplaats de verkoop doet op de vaste standplaats, worden aan de vergunninghouder toegerekend. De vergunninghouder is te allen tijde verantwoordelijk.
Indien de vergunninghouder buiten de in lid 4 genoemde periode de standplaats niet kan innemen en zich niet laat vervangen, kan het college op grond van bijzondere omstandigheden op schriftelijk verzoek ontheffing verlenen van de verplichting om de standplaats in te nemen. Deze toestemming wordt verleend voor een maximale periode van twee jaar.
Artikel 10. Dagplaatsvergunning
Voor een dagplaatsvergunning komen in aanmerking degenen die daarvoor die dag vóór de aanvang van de markttijd zijn ingeschreven op de wachtlijst (indien voor de betreffende markt het wachtlijststelsel geldt) danwel op de lijst van geïnteresseerden van artikel 11 (indien voor de betreffende markt het selectiestelsel geldt) en voldoen aan een eventueel van toepassing zijnde branche.
Hoofdstuk 4. Algemene bepalingen voor vergunninghouders
De houder van een vaste standplaatsvergunning of van een dagplaatsvergunning kan zich doen bijstaan door een of meer andere personen.
Degene die een standplaats wenst in te nemen of inneemt op een markt, is op eerste verzoek van de marktmeester of een toezichthouder verplicht aan te tonen dat hij daartoe gerechtigd is.
Artikel 15. Markt schoonhouden
Een vergunninghouder is verplicht afval, waaronder verpakkingsmateriaal, dat tijdens de door hem uitgeoefende verkoop op zijn standplaats vrij komt zodanig te bewaren dat het marktterrein daardoor niet wordt verontreinigd en het afval niet door onbevoegden kan worden verwijderd. Hij voert het afval onmiddellijk na afloop van de markt af of laat het afvoeren.
Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door het college aangewezen marktmeester en de overige door het college aangewezen toezichthouders.
Artikel 18. Onmiddellijke verwijdering
Het college kan een vergunninghouder of iemand die hem bijstaat of vervangt gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen als deze zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden.
Artikel 20. Intrekking oude verordening en overgangsrecht
Een krachtens de Marktverordening Utrecht 2009 verleende vergunning of ontheffing geldt als vergunning of ontheffing verleend krachtens deze verordening. Het college kan deze ambtshalve vervangen door een vergunning of ontheffing krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.
Degenen die daags voor het in werking treden van deze verordening op de anciënniteitslijst of de wachtlijst stonden, behouden de rechten die daaruit volgens de op die dag geldende regels voortvloeiden gedurende één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening. Op het moment van het verstrijken van deze termijn gelden ook voor hen de bepalingen van deze verordening.
Deze verordening treedt in werking op de dag volgend waarop deze is bekendgemaakt.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 9 februari 2017.
mr M. van Hall mr J.H.C. van Zanen
Het doel van deze verordening is in principe tweeledig. Ten eerste worden hiermee de kaders gecreëerd om markten zodanig te (her)organiseren dat de gemeentelijke belangen beschermd worden en dat de markten tegelijkertijd aantrekkelijk blijven voor zowel consumenten als marktkooplieden en – voor zover gemeenten daar invloed op kunnen uitoefenen – dat er een divers aanbod is dat van goede kwaliteit is. Ten tweede heeft deze verordening tot doel dit alles op een overzichtelijke, duidelijke manier te regelen, ontdaan van overbodige regels en administratieve lasten.
Deze marktverordening is van toepassing op van gemeentewege ingestelde markten, voor zover het warenmarkten zijn en deze met enige regelmaat plaatsvinden.
Het college stelt per markt een inrichtingsplan vast en regelt wat daarin geregeld moet en kan worden. Zo kan per markt onder andere bepaald worden wat de markttijd is, welke delen van de markt bestemd zijn voor welke marktactiviteiten en op welke wijze nieuwe vergunningen worden verleend. Ieder inrichtingsplan dient voorzien te zijn van een kaart waarop het hierboven genoemde is aangegeven. Ook wordt bepaald of een anciënniteitsstelsel, het wachtlijststelsel danwel het selectiestelsel wordt gehanteerd.
Vaste standplaatsvergunningen gelden in beginsel voor onbepaalde tijd, maar hier kan in individuele gevallen van worden afgeweken (tweede lid). Bijvoorbeeld als gewerkt wordt met een ‘proefperiode’.
Door de koppeling van de vergunning aan een natuurlijke persoon en de beperking van één vergunning binnen één branche, per vergunninghouder, per markt (lid 7) wordt een zo eerlijk mogelijke verdeling van vergunningen bewerkstelligd. Uiteraard kan het wel zo zijn dat de natuurlijke persoon een onderneming drijft in de vorm van een rechtspersoon. Ook dan wordt een natuurlijke persoon (bijvoorbeeld de bedrijfsleider) aangemerkt als vergunninghouder. Het is dus niet mogelijk de vergunning op naam van de rechtspersoon te stellen.
Doordat de eis van handelingsbekwaamheid niet gekoppeld is aan een minimumleeftijd (lid 5) komen ook zestien- en zeventienjarigen aan wie door de kantonrechter handlichting is verleend in aanmerking voor een vergunning. Er is geen reden om minderjarigen die in het rechtsverkeer als handelingsbekwaam beschouwd worden, van de vergunning uit te sluiten.
Het vereiste ‘gerechtigd in Nederland arbeid te verrichten’ (eveneens lid 5) ziet met name op vreemdelingen die een vergunning als gevolg van de Wet arbeid vreemdelingen nodig hebben.
Artikel 4. Vrijgekomen standplaats; plaatsverbetering volgens anciënniteitslijst
Als bij een markt waarvoor een anciënniteitsstelsel wordt gehanteerd, een vaste standplaats vrijkomt, kan deze op aanvraag worden toegewezen aan de hooggeplaatste op de door het college bijgehouden anciënniteitslijst. Dit artikel ziet dus niet op de verlening van nieuwe vergunningen, maar alleen op een wijziging van een al verleende vergunning vanwege de toewijzing van een andere, (veelal) betere vaste standplaats.
Om rechtszekerheid aan de aanvrager te verschaffen, krijgt deze een schriftelijk bewijs van zijn inschrijving. Wel dient de aanvrager jaarlijks (vóór 1 januari van het volgende jaar) zijn inschrijving te verlengen. Deze jaarlijkse verlenging is wenselijk om controle te houden op het systeem en om de gegadigden gemotiveerd te houden.
Hierin is het selectiestelsel uitgewerkt waarmee aanvragen voor de te verlenen nieuwe vaste standplaatsvergunningen op bepaalde aspecten kunnen worden beoordeeld. Of de verlening overeenkomstig het selectiestelsel plaatsvindt, blijkt uit het inrichtingsplan voor de betrokken markt.
De puntentoekenning en indeling zijn conform de model-marktverordening van de VNG.
Artikel 7. Overschrijven vaste standplaatsvergunning
Regelt de gevallen en voorwaarden waaronder het mogelijk is om vaste standplaatsvergunningen over te schrijven. Het gaat om overschrijving van een vaste standplaatsvergunning met alle daaraan verbonden voorwaarden en beperkingen, waaronder de nader bepaalde individuele standplaats.
Artikel 8. Intrekking en vervallen vaste standplaatsvergunning
Bevat de regels inzake het intrekken van een vergunning of het vervallen ervan.
Artikel 9. Persoonlijke verantwoordelijkheid bij het innemen van de standplaats en vervanging
Dit heeft de strekking te voorkomen dat ondernemers met gebruikmaking van schijnconstructies het vereiste ontduiken dat de vergunning persoonlijk is. Anderzijds is enige flexibiliteit van belang, bijvoorbeeld om kortdurend ziekteverzuim of afwezigheid wegens vakantie op te kunnen vangen. Het is daarom mogelijk om al dan niet voor een bepaalde periode een vervanger aan te stellen. Hiervoor is schriftelijke toestemming vereist. De vergunninghouder blijft bij vervanging verantwoordelijk. De vervanger handelt namens de vergunninghouder en verkoopt de waren van de vergunninghouder. Het is een vervanger niet toegestaan eigen waren te verkopen.
Daarnaast is het mogelijk om gedurende maximaal 6 weken niet aanwezig te zijn zonder dat er vervanging is geregeld. Er zijn marktkooplieden die geen medewerkers of vervangers hebben die de kraam kunnen drijven op het moment dat de vergunninghouder om wat voor reden dan ook de kraam niet kan innemen. Indien er langer dan 6 weken geen gebruik gemaakt kan worden van de standplaatsvergunning, is er een mogelijkheid tot ontheffing. Hierbij wordt een maximale termijn in acht genomen van twee jaar in totaal.
Artikel 10. Dagplaatsvergunning
Bevat bepalingen over de toewijzing van dagplaatsvergunningen.
Artikel 11. Lijst van geïnteresseerden
Om voor een dagplaatsvergunning in aanmerking te komen op een markt waarop ingevolge het inrichtingsplan het selectiestelsel van toepassing is, wordt een zogenaamde Lijst van geïnteresseerden bij gehouden. Deze lijst bepaalt de volgorde van toewijzing van dagplaatsvergunningen. De lijst geeft verder geen aanspraak of enige vorm van voorrang indien er een vaste standplaatsvergunning wordt uitgegeven op grond van het selectiestelsel. Gegadigden die op de lijst van geïnteresseerden staan kunnen bij interesse in een vrijgekomen vaste standplaatsvergunning een aanvraag indienen.
Artikel 12 tot en met 19 spreken voor zich.
Artikel 20. Intrekking oude verordening en overgangsrecht
Deze marktverordening vervangt de oude marktverordening. Het op de oude markverordening gebaseerde marktreglement en overige hieruit voortvloeiende regels vervallen daarmee ook.