Organisatie | Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Peilbesluit De Hoekse Molen 2013 |
Citeertitel | Peilbesluit De Hoekse Molen 2013 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Kaart bij partiele herziening Peilbesluit De Hoekse Molen (en De Pleyt) 2013 |
Dit peilbesluit vervangt peilbesluit De Hoekse Molen d.d. 11 februari 1993.
Wijziging 17 februari 2016: aanpassing bijlage en aanpassing peil voor één peilvak naar praktijkpeil.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-02-2016 | wijziging art. 3 en bijlage | 16-12-2015 | 872567, 948498 | ||
04-04-2013 | 17-02-2016 | nieuwe regeling | 27-02-2013 IJsselbode, Zendernieuws, Lekstreek 27-03-2013; Wsb 2013, 1 | 575147, 578130 |
Het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;
Op het voorstel van het College van 2 oktober 2012 met nummer 575147;
Overwegende dat een peilbesluit eens in de 10 jaar moet worden herzien en dat voor peilbesluit De Hoekse Molen nog niet is gebeurd.
Gelet op artikel 5.2 van de Waterwet en artikel 4.4 t/m 4.8 van de Waterverordening Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2009,
Onder intrekking van het peilbesluit De Hoekse Molen d.d. 11 februari 1993), het peilbesluit De Hoekse Molen 2013 vast te stellen zoals hierna is aangegeven.
Voor de toepassing van dit besluit geldt dat peilen zijn aangegeven ten opzichte van het Normaal Amsterdams Peil 2005 (NAP 2005).
De na te streven waterstanden in de afzonderlijke peilgebieden binnen de werkingssfeer van dit peilbesluit, worden weergegeven in tabel 1 en 2;
Tabel 1Overzicht vast te stellen peilen en te voeren peilbeheer in landbouw- en natuurgebieden.
* = in dit peilgebied is het wel mogelijk om water in te laten, maar niet om water uit te laten. De 0,10m is dus een ondergrens en er is geen bovengrens aan het peil.
Voor de bepaling van de gemiddelde drooglegging per peilgebied in 2012 is de maaiveldhoogte van 2008 gecorrigeerd. Voor veen is een maaivelddaling van 2 cm in de periode 2008 – 2012 aangehouden (o.b.v. 4 cm/10 jaar). Voor klei-op-veen is uitgegaan van 1,5 cm sinds 2008 (3 cm/10 jaar). De gemiddelde maaiveldhoogten per peilgebied t.o.v. NAP zijn voor veen met 2 cm en voor klei-op-veen met 1,5 cm verlaagd.
In peilgebieden uit tabel 1 met een zomer- en winterpeil zal de overgang van zomerpeil naar winterpeil, al naar gelang de weersomstandigheden en het geschatte grondwaterstandverloop, in het algemeen en naar oordeel van dijkgraaf en hoogheemraden, plaatsvinden in de loop van de maanden september tot en met november. De overgang van winterpeil naar zomerpeil zal, al naar gelang de weersomstandigheden en het geschatte grondwaterstandverloop, in het algemeen en naar oordeel van dijkgraaf en hoogheemraden, plaatsvinden in de loop van de maanden april tot en met juni.
Het College van Dijkgraaf en Hoogheemraden is bevoegd om, onder afweging van de betrokken belangen, van het in artikel 3 vermelde peil af te wijken, indien daarvoor op grond van te verwachten of reeds optredende extreme - natte of droge - weersomstandigheden, dan wel in verband met dreigende of reeds optredende calamiteiten, aanleiding bestaat.