Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Beuningen

Verordening Bedrijfsinvesteringszone Centrum gemeenten Beuningen 2017-2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBeuningen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Bedrijfsinvesteringszone Centrum gemeenten Beuningen 2017-2021
CiteertitelVerordening Bedrijfsinvesteringszone Centrum gemeente Beuningen 2017-2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet op de bedrijveninvesteringszones, artikel 1, eerste, derde lid, artikel 2, eerste lid, artikel 3, eerste lid, en artikel 7, eerste envierde lid

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-03-201701-01-201701-01-2018Nieuwe regeling

20-09-2016

Gemeenteblad, 13 maart 2017, nr. 39331

BW16.00482 en BW17.00373

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Bedrijfsinvesteringszone Centrum gemeenten Beuningen 2017-2021

De raad van de gemeente Beuningen;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 juni 2016;

gelet op de artikel 1, eerste, derde lid, artikel 2, eerste lid, artikel 3, eerste lid, en artikel 7, eerste envierde lid, van de Wet op de bedrijveninvesteringszones;

gezien de uitvoeringsovereenkomst van september 2016 gesloten met Stichting BIZVastgoedeigenaren centrum Beuningen en het advies van de commissie Financiën en AZ van 8september 2016;

 

besluit vast te stellen de Verordening Bedrijveninvesteringszone Centrum Beuningen 2017-2021.

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

-bedrijveninvesteringszone: het bij deze verordening aangewezen gebied in de gemeenteBeuningen waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven. (Het aangewezen gebied is vermeld op debij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart);

  • -

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beuningen;

  • -

    uitvoeringsovereenkomst: tussen de gemeente Beuningen en Stichting BIZ VastgoedeigenarenCentrum Beuningen op september 2016 gesloten overeenkomst als bedoeld in artikel 7, derdelid, van de wet;

-detailhandel: nummers 3111, 3112, 3113, 3114 en 3119 van de uniforme soort-object-lijst nietwoningen,versie 1.11, 4 november 2011, die is opgenomen in de Algemene taxatiewijzerwaardepeildatum 2011;

-horeca: 3121, 3122, 3123, 3124 en 3125 van de uniforme soort-object-lijst niet-woningen,versie 1.11, 4 november 2011, die is opgenomen in de Algemene taxatiewijzerwaardepeildatum 2011;

-wet: Wet op de bedrijveninvesteringszones.

 

 

HOOFDSTUK II BELASTINGBEPALINGEN

Artikel 2 Belastbaar feit en aard van de belasting

1.Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’, conform artikel 1 lid 2 van de wet, wordt jaarlijks een directebelasting geheven ter zake van binnen de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zakendie op grond van artikel 220a Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dienen.

2.De BIZ-bijdrage wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteitenin de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid ofde veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economischeontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.

Artikel 3 Belastingobject

Belastingobject is de onroerende zaak bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerendezaken.

Artikel 4 Belastingplicht

1.De BIZ-bijdrage wordt geheven van:

de eigenaar, zijnde degene die bij het begin van het kalenderjaar het genot krachtenseigendom, bezit of beperkt recht heeft van een in de bedrijveninvesteringszone gelegenbelastingobject.

2.Voor de toepassing van dit artikel wordt:

als eigenaar aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig inde basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

1.De BIZ-bijdrage wordt, gedurende de periode 2017 tot en met 2021, geheven naar de op devoet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het belastingobjectvastgestelde waarde voor het kalenderjaar 2017.

2.Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet vanhoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van datbelastingobject bepaald met toepassing van artikel 6, alsmede met overeenkomstige toepassingvan het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waarderingonroerende zaken.

Artikel 6 Vrijstellingen

1.In afwijking in zoverre van artikel 5 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buitenaanmerking gelaten, voor zover dit niet al is gebeurd bij de bepaling van de in dat artikelbedoelde waarde, de waarde van:

a.onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor hethouden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een enander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;

b.straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijndegebouwen - welke zijn geplaatst voor het belang van het publiek, ten dienste van hetverkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties,standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;

c.plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan degemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzonderingvan delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;

  • d.

    belastingobjecten voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor het geven van onderwijs;

  • e.

    belastingobjecten voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst terzake van brandweerzorg, rampenbeheersing, crisisbeheersing, geneeskundigehulpverlening in de regio en de handhaving van de openbare orde en veiligheid.

Artikel 7 Tarief BIZ-bijdrage

  • 1.

    Het tarief van de BIZ-bijdrage bedraagt per belastingobject:

  • 2.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waarderingonroerende zaken voor het belastingobject vastgestelde waarde voor het kalenderjaar 2017.

Artikel 8 Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt jaarlijks bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

1.In afwijking van artikel 9 eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagenworden betaald uiterlijk twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

2.In afwijking van het eerste lid geldt - ingeval het totaalbedrag van de op één aanslag biljetverenigde aanslagen meer bedraagt dan € 45,- met een maximum van € 3.000,- en eenmachtiging is afgegeven voor het automatisch incasseren van het verschuldigde bedrag -,

dat:

a.aanslagen, waarvan de dagtekening ligt tussen 1 januari en 1 oktober van hetbelastingjaar waarop ze betrekking hebben, worden geïncasseerd in zoveel gelijketermijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nogmaanden in het belastingjaar overblijven met een maximum van acht;

b.aanslagen, waarvan de dagtekening ligt na 30 september van het belastingjaarwaarop ze betrekking hebben, worden geïncasseerd in drie gelijke termijnen.

Bij het van toepassing zijn van het vorenstaande vervalt de eerste incassotermijn een maandna de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnentelkens een maand later.

3.In afwijking van het eerste lid geldt, voor aanslagen waarvan het totaal bedrag van de opéén aanslagbiljet verenigde aanslagen € 45,- of minder bedraagt en een machtiging isafgegeven voor het automatisch incasseren van het verschuldigde bedrag, dat hettotaalbedrag van de aanslag in één keer wordt geïncasseerd twee maanden na dedagtekening van het aanslagbiljet.

4.Voor aanslagen, waarvan het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagenmeer bedraagt dan € 3.000,-, is geen automatische incasso mogelijk en is debetalingstermijn als onder lid 1 van toepassing.

5.De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Looptijd belastingheffing

De BIZ-bijdrage wordt ingesteld voor een periode van 5 jaar.

Artikel 11. Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de BIZbijdrage.

 

 

HOOFDSTUK III SUBSIDIEBEPALINGEN

Artikel 12. Aanwijzing Stichting

Stichting BIZ Vastgoed Centrum Beuningen wordt aangewezen als de Stichting als bedoeld in artikel7 van de wet.

Artikel 13. Buiten toepassing algemene subsidieverordening

Indien en voor zover in deze verordening daarvan niet is afgeweken, is de AlgemeneSubsidieverordening van de gemeente Beuningen van toepassing.

Artikel 14. Subsidievaststelling

1.De subsidie voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de

uitvoeringsovereenkomst wordt verstrekt aan de in artikel 12 aangewezen Stichting.

2.De subsidie bedraagt maximaal het bedrag van de jaarlijks te ontvangen BIZ-bijdragen, nadat

daarop de perceptiekosten in mindering zijn gebracht.

3.Voor zover dit niet reeds is geschied in de uitvoeringsovereenkomst, kan het college nadereregels stellen met betrekking tot de verplichtingen van de subsidie-ontvanger.

 

 

HOOFDSTUK IV SLOTBEPALINGEN

Artikel 15. Inwerkingtreding

1.Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmakingen nadat het college heeft bekendgemaakt dat van voldoende steun als bedoeld in artikel 4 vanWet op de bedrijveninvesteringszones is gebleken.

2.De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

Artikel 16. Beëindiging

Deze verordening vervalt op 31 december 2021.

Artikel 17. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bedrijveninvesteringszone CentrumBeuningen 2017-2021.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 september 2017.

De griffier,

De voorzitter,