Beleidsregels pilot Buitenschoolse opvang voor kinderen met een ondersteuningsbehoefte

Inleiding

In toenemende mate krijgen aanbieders van kinderopvang en de buitenschoolse opvang (BSO) de vraag of het mogelijk is om opvang te organiseren voor een kind met een ondersteuningsbehoefte.

Zij kunnen nog niet voldoende terecht bij reguliere kinderopvang omdat reguliere BSO’s daar niet op ingericht zijn. Daarom worden deze kinderen op dit moment individueel of in groepsverband begeleid, terwijl dat niet altijd wenselijk is. Een opvangplek dicht bij huis, met kinderen mèt en zonder ondersteuningsbehoefte, is de wens van veel ouders.

Deze wens om kinderen met een ondersteuningsbehoefte op te vangen in de reguliere bso, met wat extra professionele ondersteuning, past binnen het beleid van de gemeente Winterswijk.

De gemeente Winterswijk heeft in 2013, gezamenlijk met de Achterhoekse gemeenten, de principiële uitgangspunten beschreven die de regio als gemeenschappelijke (beleid)kaders hanteert. Eén van de uitgangspunten is dat de burger in zijn omgeving het vertrekpunt is. De omgeving van de burger, en zeker als het een kind is, is erg belangrijk. Een kind met een ondersteuningsbehoefte kan vaak al niet in zijn eigen woonwijk naar school. Daardoor vinden zij hun speelkameraatjes niet zo makkelijk in de buurt. Daarnaast is het uitgangspunt dat preventie en laagdrempelige vormen van ondersteuning moeten worden versterkt. Ofwel: ‘gewoon waar mogelijk, speciaal waar nodig’.

Stichting Welzijn Winterswijk (SWW), Zozijn, De Lichtenvoorde en de gemeente Winterswijk hebben daarom samen het plan opgevat om in een pilot kinderen met een ondersteuningsbehoefte deel te laten nemen aan de reguliere opvang met zo nodig aanpassingen zoals extra professionele begeleiding, aangepaste groepen of een aangepaste omgeving. Deze opvang noemen we de ‘plus-BSO’.

We beperken ons in deze fase tot naschoolse opvang en vakantieopvang voor kinderen in de basisschoolleeftijd, van 4 tot 8 jaar. Indien andere partijen geïnteresseerd zijn kunnen zij mogelijk ook deelnemen aan de pilot, afhankelijk van de vraag naar deze opvang, de mogelijkheden om dit te organiseren en de financiering.

De doelgroep en de vraag:

De pilot betreft kinderen die speciaal of regulier basisonderwijs bezoeken in de leeftijd van 4 tot 8 jaar, die in het kader van het woonplaatsbeginsel in de Jeugdwet onder de verantwoordelijkheid van Winterswijk vallen of Winterswijkse kinderen die onder de Wet langdurige zorg vallen.

Bij de start van de pilot gaat het om een klein groepje van 2 tot 5 kinderen, waarvan een deel nu individuele begeleiding of begeleiding groep door Zozijn geboden wordt.

Stichting Welzijn Winterswijk, Zozijn, De Lichtenvoorde en de gemeente Winterswijk spreken af:

• –

  De opvang wordt geboden bij BSO De Boemerang.

• –

  De kinderen van de plus-BSO worden op dezelfde wijze gehaald (van school) en gebracht (naar verenigingen) als andere kinderen.

• –

  De kinderen hebben hun stamgroep bij De Boemerang. Zij kunnen zich net als andere kinderen inschrijven bij het algemene activiteitenaanbod.

• –

  SWW en Zozijn bekijken samen hoe groot de groep kan en mag zijn en welke extra begeleiding voor dat kind nodig is, in relatie tot de (extra) begeleiding die mogelijk al aanwezig is voor andere kinderen met speciale behoeften.

Werkwijze:

• 1.

  Ouders schrijven hun kind in via de reguliere intakeprocedure van SWW kinderopvang.

• 2.

  SWW overlegt met Zozijn en/of De Lichtenvoorde of er sprake is van kindproblematiek met een extra ondersteuningsbehoefte.

• 3.

  SWW stuurt de gegevens naar Zozijn of De Lichtenvoorde en naar de gemeente Winterswijk.

• 4.

  Zozijn of De Lichtenvoorde nemen contact op met de jeugdconsulent van de gemeente Winterswijk.

• 5.

  De jeugdconsulent beoordeelt de vraag op basis van de beschikbare gegevens.

• 6.

  Bij een positieve beoordeling wordt onderzocht of er al een indicatie aanwezig is die omgezet kan worden.

  Een negatieve beoordeling kan als reden hebben dat er geen extra (specifieke) begeleiding nodig is, of dat er meer dan extra begeleiding nodig is voor dit kind. In dat laatste geval stelt SWW de ouders op de hoogte dat ze door de gemeente benaderd zullen worden om samen te bekijken wat er nodig is.

• 7.

  Indien er geen indicatie is, vraagt de jeugdconsulent een zaaknummer aan en stuurt een aanvraagformulier met zaaknummer naar de ouders.

• 8.

  Na binnenkomst van het aanvraagformulier stuurt de gemeente Winterswijk de beschikking naar de ouders en de opdracht naar Zozijn.

• 9.

  Zozijn levert in overleg met SWW de gevraagde ondersteuning en factureert de ingezette ondersteuning bij de gemeente Winterswijk.

• 10.

  SWW en/of Zozijn zijn alert op signalen die wijzen op bijkomende problematiek.

Financiering:

De reguliere opvangplek met de reguliere begeleiding wordt door de ouders. Ouders met een betaalde baan of een traject naar werk of opleiding kunnen hiervoor een toeslag via de belastingdienst krijgen.

De benodigde extra begeleiding wordt betaald door de gemeente Winterswijk. Voor elk kind wordt één dagdeel Dagbesteding Inspanningsgericht (middel), code 41A23 per week afgegeven, óók als het kind meerdere dagdelen per week naar de plus-BSO gaat. De combinatie van meerdere kinderen met deze indicatie en één extra begeleider moet het voor Zozijn mogelijk maken de kosten te dekken. De kosten voor de extra begeleiding worden betaald uit het jeugdhulpbudget en zijn een substitutie van de kosten voor de huidige ondersteuning.

De kosten voor de begeleiding van kinderen die onder de Wlz vallen worden door het zorgkantoor betaald.

Kanttekeningen

• 1.

  Voor de kinderen die nu begeleiding groep ontvangen en in de pilot mee gaan draaien bij SWW wordt de huidige beschikking voor het betreffende deel aangepast. Indien de zorg nu betaald wordt via een persoonsgebonden budget (PGB) vragen we de ouders het PGB in te zetten of om te laten zetten in zorg in natura (ZIN).

• 2.

  De kans bestaat dat deze vorm van opvang een aanzuigende werking heeft en daardoor voor de gemeente duurder wordt. Daar staat echter tegenover dat gezinnen waar meer speelt dan alleen kindproblematiek mogelijk eerder in beeld komen.

Duur van de pilot

Deze pilot start op 1 januari 2017 en zal 2 jaar duren om met deze kleine aantallen voldoende ervaring op te doen om conclusies te kunnen trekken.

Monitoring

Gedurende de pilot worden de volgende gegevens bijgehouden:

• –

  Aantal aanvragen tot plaatsing in de BSO voor kinderen met een ondersteuningsbehoefte (door SWW)

• –

  Aantal gehonoreerde aanvragen plaatsing in BSO (door gemeente Winterswijk)

• –

  Tevredenheid ouders (ouders worden na 6 maanden bevraagd (door SWW en gemeente Winterswijk)

• –

  De kosten van de extra ondersteuning (door gemeente Winterswijk)

• –

  Verder wordt er een inschatting gemaakt wat de kosten geweest zouden zijn als er individuele ondersteuning nodig was geweest (door gemeente Winterswijk)

Evaluatie

Na ongeveer 1,5 jaar wordt de pilot geëvalueerd. Daarna zal een voorstel worden over de wenselijkheid om het structureel in te bedden.

Inwerkingtreding

Deze beleidsregels zijn een aanvulling op de Beleidsregels jeugdhulp gemeente Winterswijk 2017. Ze treden in werking op de dag na die van de bekendmaking en werken terug tot en met 1 februari 2017.