Organisatie | Nissewaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard houdende regels omtrent nadeelcompensatie leidingen Regeling nadeelcompensatie leidingen Nissewaard |
Citeertitel | Regeling nadeelcompensatie leidingen Nissewaard |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 14 Leidingenverordening Nissewaard
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-11-2016 | 26-05-2016 | nieuwe regeling | 01-11-2016 | 16.B.00443 |
Indien een benadeelde als gevolg van de wijziging of intrekking van een vergunning door het college op grond van artikel 8, zevende lid van de Leidingenverordening, schade lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet of niet geheel tot diens normale bedrijfsrisico kan worden gerekend en waarvan de vergoeding niet op andere wijze is verzekerd, kent het college hem op diens verzoek een tegemoetkoming in de schade toe op grondslag van het bepaalde in deze regeling.
Het college en de benadeelde doen en laten na al hetgeen redelijkerwijs van hen verwacht mag worden om kosten en schade als gevolg van de wijziging of intrekking van een vergunning te voorkomen of te beperken.
Indien door de wijziging of intrekking van een vergunning door het college, sprake is van meerdere verplaatsingen van dezelfde leiding, is de op de eerste verplaatsing deze nadeelcompensatieregeling van toepassing en komen de kosten van de overige verplaatsingen ten laste van de gemeente.
Indien de benadeelde door de wijziging of intrekking van een vergunning door het college een leiding moet laten rijzen, komen de kosten daarvan volledig ten laste van de benadeelde.
Bij de berekening van het schadebedrag worden uitsluitend de kosten van uit- en in bedrijfstellen, ontwerp en begeleiding, uitvoering en materiaal betrokken.
De definitief vast te stellen nadeelcompensatie wordt bepaald op basis van een vaste prijs als de voorlopig vastgestelde nadeelcompensatie lager is dan € 10.000,-. In alle andere gevallen wordt de definitief vast te stellen nadeelcompensatie bepaald op basis van nacalculatie, tenzij partijen anders zijn overeengekomen.
Nadeelcompensatie blijft achterwege als in de te wijzigen of in te trekken vergunning een bepaling is opgenomen dat binnen vijf jaar, te rekenen vanaf de datum van verlening van de betrokken vergunning, een wijziging of intrekking van die vergunning is te voorzien in verband met een binnen die periode door het college uit te voeren werk.
wordt de nadeelcompensatie, indien een leiding ligt in een droge infrastructuur, over een periode van vijf tot vijftien jaar te rekenen vanaf de datum van verlening van die vergunning, jaarlijks trapsgewijs procentueel verminderd worden van 80% van het schadebedrag in jaar zes tot 0% van het schadebedrag in jaar vijftien, overeenkomstig de staffel in bijlage 2 van deze regeling.
wordt de nadeelcompensatie, indien een leiding ligt in een natte infrastructuur, over een periode van vijf tot dertig 30 jaar te rekenen vanaf de datum van verlening van die vergunning, jaarlijks trapsgewijs procentueel verminderd van 80% van het schadebedrag in jaar zes tot 0% van het schadebedrag in jaar dertig, overeenkomstig de staffel in bijlage 3 van deze regeling.
Indien het college na een periode van vijftien jaar (in geval van een leiding die is gelegen in een droge infrastructuur) dan wel na een periode van dertig jaar (in geval van een leiding gelegen in een natte infrastructuur) te rekenen vanaf de datum van verlening van een vergunning die vergunning wijzigt of intrekt, bedraagt de nadeelcompensatie 0% van het schadebedrag.
Het college streeft naar overeenstemming met benadeelde over de regeling van de gevolgen van de wijziging of intrekking van de vergunning ten behoeve van de verplaatsing, vervanging of verwijdering van een leiding.
Indien uit het overleg, als bedoeld in artikel 14, tweede lid, blijkt dat de verplaatsing van een leiding niet noodzakelijk is, kan benadeelde gelegenheid krijgen om die leiding op eigen kosten te rijzen, te vervangen of te verwijderen. Benadeelde verricht deze werkzaamheden op zodanige wijze dat daardoor geen vertraging of ander nadeel ontstaat voor het werk dat door of namens het college wordt uitgevoerd.
Indien de benadeelde uitvoering heeft gegeven aan dat besluit en het college binnen vijf jaar na bekendmaking van dat besluit geen begin heeft gemaakt met het werk waarvoor de vergunning is gewijzigd of ingetrokken, heeft de benadeelde recht op volledige vergoeding van door hem in redelijkheid gemaakte directe kosten.
Binnen een termijn van vijf jaar na de datum van bekendmaking van het besluit tot intrekking of wijziging van een vergunning kan benadeelde door middel van het daartoe vastgestelde formulier bij het college een aanvraag indienen om voorlopige verlening van nadeelcompensatie.
De aanvraag bevat de gegevens bedoeld in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht en gaat vergezeld van:
Een afschrift van de vergunning krachtens welke de thans verplaatste of verwijderde leiding is aangelegd dan wel een ander document waaruit de datum van verlening van die vergunning blijkt. Bij gebreke van de vergunning of van een ander document waaruit die datum blijkt kan benadeelde bewijs overleggen van de datum van aanvang van de aanleg van de leiding dan wel de datum van ingebruikname daarvan. Indien geen datum van vergunningverlening, aanleg of ingebruikname van de leiding kan worden vastgesteld wordt aangenomen dat deze langer dan vijftien jaar (voor een leiding gelegen in droge infrastructuur) of langer dan dertig jaar (voor een leiding gelegen in natte infrastructuur) aanwezig is.
Nadat de werkzaamheden voor de verplaatsing of verwijdering van een leiding geheel zijn voltooid,
doch uiterlijk binnen een termijn van vijf jaar na de datum van bekendmaking van het besluit tot intrekking of wijziging van een vergunning kan benadeelde door middel van het daartoe vastgestelde formulier bij het college een aanvraag indienen om definitieve vaststelling van de nadeelcompensatie.
De aanvraag voor definitieve vaststelling van de nadeelcompensatie bevat de gegevens als bedoeld in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht en gaat vergezeld van:
Het schadebedrag wordt vastgesteld op basis van de hierna volgende bepalingen en aan de hand van werkelijke verleggingkosten. Deze kosten worden onderscheiden in:
Onder de kosten van het uit en in bedrijfstellen worden verstaan:
Onder materiaalkosten worden verstaan de kosten van bedrijfseigen materialen die noodzakelijk zijn voor de instandhouding van de functie van de te verleggen leiding en daarvoor noodzakelijke beschermingsconstructies, uitgezonderd asbesthoudende stoffen c.q. materialen.
Indien twee of meer benadeelden de werkzaamheden voor het verplaatsen, vervangen of verwijderen van hun leidingen gezamenlijk uitvoeren, doen zij in hun kostenspecificatie ten behoeve van hun aanvraag om nadeelcompensatie opgave van de onderlinge verdeling van door hen gezamenlijk gemaakte kosten.
Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van het bepaalde in deze regeling indien toepassing van ervan leidt tot onredelijkheid of onbillijkheid van overwegende aard.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard van 1 november 2016.
De secretaris,
M.J.M. Weerts
De Burgemeester,
M. Salet
Ingeval er sprake is van gecombineerde werkzaamheden dient de benadeelde zijn deel van de geraamde kosten weer te geven in de kostenraming. De onderbouwing (verdeelsleutel tussen leidingexploitanten en het totaal geraamde bedrag voor de gecombineerde werkzaamheden) van het geraamde bedrag dient als bijlage bijgevoegd te worden bij de kostenraming;