Organisatie | Winterswijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Bomenverordening 2017 |
Citeertitel | Bomenverordening 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-03-2017 | Nieuwe regeling | 23-02-2017 | 124148 |
De raad van de gemeente Winterswijk;
gestreefd wordt naar vermindering en vereenvoudiging van regelgeving;
in artikel 2 van de Bomenverordening een vergunningsplicht voor het kappen of vellen van houtopstanden is opgenomen;
de Bomenverordening hoofdzakelijk van toepassing is op houtopstanden in de bebouwde kom en daarnaast op bomen op erven en in tuinen buiten de bebouwde kom;
de natuurwaarde en beeldbepalende waarde van kleine(re) bomen in tuinen en op erven beperkt is behalve als het gaat om karakteristieke erfbeplanting in het buitengebied;
om deze reden het vellen van bomen in tuinen en op erven tot een maximale omtrek van 100 centimeter van de vergunningsplicht ingevolge artikel 2, lid 1 van de Bomenverordening kan worden vrijgesteld met uitzondering van enkele karakteristieke boomsoorten op erven in het buitengebied;
voorts artikel 7 van de Bomenverordening betreffende de bevoegdheid van het college om een lijst van monumentale bomen vast te stellen een slapende bepaling is en daarom kan vervallen;
daarnaast de Bomenverordening aan de nieuwe Wet natuurbescherming moet worden aangepast;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 2.2 lid 1 sub g van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en hoofdstuk 4 van de Wet natuurbescherming;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 24 januari 2017, nr. 124148
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In en bij toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
een houtachtig, opgaand gewas, met een dwarsdoorsnede van de stam van minimaal 20 centimeter op 1,3 meter hoogte boven het maaiveld; ingeval van meerstammigheid geldt de dwarsdoorsnede van de dikste stam; in afwijking van het hiervoor gestelde kan de dwarsdoorsnede kleiner zijn dan 20 resp. 10 centimeter, indien sprake is van een houtopstand in het kader van een herplantof een instandhoudingsplicht als bedoeld in de artikelen 4 en 5;
de bebouwde kom van de gemeente, vastgesteld ingevolge artikel 4.1 sub a van de Wet natuurbescherming;
het bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor het vellen of doen vellen van:
een houtopstand waarvoor op grond van artikel 2.1, lid 1 onder b. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een omgevingsvergunning vereist is;
Het in het eerste lid gestelde verbod geldt tevens niet voor het vellen of doen vellen van een of meer zieke of dode bomen, mits door of namens de eigenaar of zakelijk gerechtigde van de betreffende boom van de voorgenomen velling tenminste 3 weken voor de velling schriftelijk of elektronisch een kennisgeving onder bijvoeging van een situatieschets aan het bevoegde gezag is gedaan.
Artikel 5 Herplant-/instandhoudingsplicht
Indien een houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze verordening van toepassing is, zonder vergunning van het bevoegde gezag is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kan het bevoegde gezag aan de eigenaar of zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevond dan wel aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herbeplanten, overeenkomstig de daarbij gegeven aanwijzingen en binnen een daarbij gestelde termijn.
Indien een houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze verordening van toepassing is in het voortbestaan ernstig wordt bedreigd, kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om overeenkomstig de daarbij gegeven aanwijzingen en een daarbij gestelde termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het bevoegd gezag aangewezen ambtenaren.